Etnel (NPS): 'Assemblee moet van regering ontslag van Moestadja of Hoefdraad eisen'

'Ik zie dat helaas niet gebeuren, want we weten dat er 26 ja-knikkers en vier corrupte zetels zijn'


De Nationale Assemblee zou als eenheid van de regering moeten eisen, dat minister Soewarto Moestadja of zijn collega Gillmore Hoefdraad door president Desi Bouterse wordt ontslagen, omdat zij in het parlement leugens hebben verteld of door hun toedoen incorrecte informatie aan het College is gegeven omtrent het ontslag van de governor van de Centrale Bank van Suriname. Dat vindt NPS-Assembleelid Patricia Etnel. 

Wie volgens haar 'in het huis van het volk' leugens verkondigt, is het ministerschap niet waard. 'Ik zie dat helaas niet gebeuren, want we weten dat er 26 ja-knikkers zijn en vier corrupte zetels zijn. Dus met die dertig die helemaal geen hart hebben voor het volk, zie ik het nog niet komen dat de ministers ontslagen worden', stelt ze woensdag 27 februari 2019 in de Ware Tijd. 'Het is de vraag of die 26 jaknikkers en die vier corrupte zetels eindelijk nee zullen zeggen tegen het wanbeleid van de regering', voegt Etnel toe.

Uit correspondentie tussen minister Hoefdraad en de gewezen governor van de Centrale Bank blijkt, dat Hoefdraad een instructie naar de bank heeft gestuurd om weer voorschotten beschikbaar te stellen aan de regering. Om dat mogelijk te maken, heeft hij eerst eenzijdig het Memorandum van Overeenstemming opgeschort dat hij in april 2016 met Gersie had getekend. Volgens die overeenkomst kon de regering geen beroep doen op de CBvS om voorschotten te mogen opnemen. Toenmalig governor Glenn Gersie wilde niet zonder meer meewerken aan het geven van deze voorschotten. Hij wilde hierover eerst overleg met minister Hoefdraad. De governor wilde samen met de bewindsman kijken naar 'andere opties die op korte termijn mogelijk tot versterking van de staatskas zouden kunnen leiden'.

Zo blijkt uit een brief die Gersie naar de minister stuurde op 4 februari. Het schrijven was een reactie op een brief van Hoefdraad van 31 januari. In die brief werd de governor meegedeeld dat de bewindsman de Memorandum van Overeenstemming heeft opgeschort. Tegelijkertijd gaf hij Gersie instructie om conform artikel 21 van de Bankwet, onmiddellijk geld ter beschikking te stellen. De toenmalige governor liet weten, dat hij het niet eens was met de eenzijdige opschorting van de memorandum door Hoefdraad, maar toch gevolg zou geven aan de bepaling in de Bankwet indien de minister vasthoudt aan zijn besluit. 'De Bank zal bij handhaving van uw besluit geheel conform deze wettelijke bepaling handelen', schreef Gersie.

Op 12 februari maakte de regering bekend dat Gersie na een gesprek met president Bouterse ontslag had genomen.

In het parlement had minister Moestadja namens de regering verklaard dat geluiden als zou de memorandum eenzijdig door Hoefdraad zijn opgeschort als gerucht gekwalificeerd diende te worden. Er zou onderzoek komen naar de bron van de geruchten.

Volgens Etnel ligt de bal nu op de helft van de coalitie om het wanbeleid van de regering te helpen stoppen. Het parlement heeft Hoefdraad gevraagd de brieven beschikbaar te stellen, maar dat heeft hij nog niet gedaan. De minister gaf in het College aan, dat hij hierover eerst overleg met president Bouterse en Gersie zou plegen.

De Ware Tijd heeft verschillende coalitieleden, onder wie NDP-fractieleider André Misiekaba, om een reactie gevraagd nu een deel van de briefwisseling tussen Gersie en Hoefdraad in de pers is verschenen. 'Ik heb vooralsnog geen commentaar', zegt Misiekaba. Andere benaderde coalitieleden hebben niet gereageerd.