Dieven er vandoor met een jachtgeweer en twee mobiele telefoons
Bij een woninginbraak zondagavond in de Commissarisweg in het district Wanica hebben de inbrekers de hond van de bewoners vergiftigd. De daders zijn er vandoor gegaan met een 'five shooter' jachtgeweer en twee mobiele telefoons, zo schrijft Waterkant.net dinsdag 24 december 2019.
De inbraak werd gepleegd tussen zeven uur kwart over tien toen niemand thuis was. Toen de bewoners thuis kwamen ontdekten ze dat er was ingebroken in de woning.
De heer des huizes ging op onderzoek uit en ontdekte dat zijn jachtgeweer en de twee mobiele telefoons waren verdwenen.
Hij schakelde meteen de politie in die ter plaatse ging voor onderzoek.
Van de daders ontbreekt nog elk spoor.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
dinsdag 24 december 2019
Twee voor verkeerscontrole vluchtende buschauffeurs aangehouden
Chauffeurs blijken openstaande verkeersboetes op hun naam te hebben staan
Twee buschauffeurs zijn onlangs door leden van de afdeling Automatische Nummerplaten Registratie Systeem (ANRS) staande gehouden tijdens een verkeerscontrole op de Indira Gandhiweg, zo meldt het Korps Politie Suriname dinsdag 24 december 2019.
De twee buschauffeurs, die de controle probeerden te ontwijken, werden kort na een achtervolging staande gehouden. Een stopte tijdens de achtervolging zijn bus midden op de weg en vluchtte te voet verder, achterna gezeten door agenten. De vluchtende buschauffeur sprong over een schutting, maar kon door de politie worden aangehouden.
Bij nader onderzoek bleken beide buschauffeurs verkeersvonnissen van eerder begane overtredingen op hun naam te hebben staan. Daar zij niet in staat waren de boetes te voldoen, werden zij in hechtenis genomen conform de uitgesproken vonnissen van de verkeersrechter.
Twee buschauffeurs zijn onlangs door leden van de afdeling Automatische Nummerplaten Registratie Systeem (ANRS) staande gehouden tijdens een verkeerscontrole op de Indira Gandhiweg, zo meldt het Korps Politie Suriname dinsdag 24 december 2019.
De twee buschauffeurs, die de controle probeerden te ontwijken, werden kort na een achtervolging staande gehouden. Een stopte tijdens de achtervolging zijn bus midden op de weg en vluchtte te voet verder, achterna gezeten door agenten. De vluchtende buschauffeur sprong over een schutting, maar kon door de politie worden aangehouden.
Bij nader onderzoek bleken beide buschauffeurs verkeersvonnissen van eerder begane overtredingen op hun naam te hebben staan. Daar zij niet in staat waren de boetes te voldoen, werden zij in hechtenis genomen conform de uitgesproken vonnissen van de verkeersrechter.
Handgranaat gevonden tijdens graafwerkzaamheden te Uitvlugt
(Bron foto: Shutterstock) |
Waterkant.net bericht dinsdagmiddag 24 december 2019, dat bij graafwerkzaamheden in het ressort Uitvlugt men is gestuit op een handgranaat, met de pin er nog in.
Het explosief, dat aan de bovenkant verroest is, werd aangetroffen bij het graven om buizen aan te leggen.
Er werd geen risico genomen en daarom werd de bombsquad ingeschakeld om het explosief onschadelijk te maken.
VHP: 'Teruggave gelden goed voor Suriname'
'Met uitspraak hoopt VHP dat betalingsverkeer kan worden genormaliseerd'
'De uitspraak van de Nederlandse rechter om het beslag op de vorig jaar in beslag genomen gelden van drie Surinaamse banken op te heffen en tot teruggave van deze gelden aan de Centrale Bank van Suriname te gelasten, is goed voor Suriname.
De VHP-voorzitter had reeds eerder zijn grote bezorgdheid geuit over de inbeslagname van die 19,5 miljoen Euro.
Wij van de VHP feliciteren de Surinaamse banken met de teruggave van de in beslag genomen gelden. VHP-voorzitter Santokhi zegt, dat er nu duidelijkheid is geschapen waardoor de banken weer de nodige armslag krijgen als het gaat om buitenlandse deviezen.
Het is bekend dat de VHP een effectief bancair systeem en transparant financieel van fundamenteel belang vind voor duurzame ontwikkeling en het aantrekken van internationale financiële middelen en partners. Met deze uitspraak spreekt de VHP de hoop uit, dat het financieel betalingsverkeer weer kan worden genormaliseerd, zodat personen en bedrijven weer op goede wijze hun zaken kunnen doen.
De VHP is van mening, dat op basis van deze ervaring maatregelen moeten worden genomen om herhaling te voorkomen. Santokhi is ook van mening, dat alle betrokken financiële en monetaire autoriteiten nu moeten nagaan hoe het Surinaamse bankwezen, in haar rol naar de gemeenschap toe, beter gefaciliteerd kan worden. Uiteindelijk wordt het grootste deel van het zaken doen en het betalingsverkeer gefaciliteerd door de Surinaamse banken.
VHP'
'De uitspraak van de Nederlandse rechter om het beslag op de vorig jaar in beslag genomen gelden van drie Surinaamse banken op te heffen en tot teruggave van deze gelden aan de Centrale Bank van Suriname te gelasten, is goed voor Suriname.
De VHP-voorzitter had reeds eerder zijn grote bezorgdheid geuit over de inbeslagname van die 19,5 miljoen Euro.
Wij van de VHP feliciteren de Surinaamse banken met de teruggave van de in beslag genomen gelden. VHP-voorzitter Santokhi zegt, dat er nu duidelijkheid is geschapen waardoor de banken weer de nodige armslag krijgen als het gaat om buitenlandse deviezen.
Het is bekend dat de VHP een effectief bancair systeem en transparant financieel van fundamenteel belang vind voor duurzame ontwikkeling en het aantrekken van internationale financiële middelen en partners. Met deze uitspraak spreekt de VHP de hoop uit, dat het financieel betalingsverkeer weer kan worden genormaliseerd, zodat personen en bedrijven weer op goede wijze hun zaken kunnen doen.
De VHP is van mening, dat op basis van deze ervaring maatregelen moeten worden genomen om herhaling te voorkomen. Santokhi is ook van mening, dat alle betrokken financiële en monetaire autoriteiten nu moeten nagaan hoe het Surinaamse bankwezen, in haar rol naar de gemeenschap toe, beter gefaciliteerd kan worden. Uiteindelijk wordt het grootste deel van het zaken doen en het betalingsverkeer gefaciliteerd door de Surinaamse banken.
VHP'
DSB-directeur Coutinho: 'De rechter in Nederland heeft ons gelijk gegeven'
'DSB beraadt zich komende periode over eventuele vervolgstappen'
In de rechtszaak van de Surinaamse banken DSB, Finabank en Hakrinbank tegen het Openbaar Ministerie (OM) in Nederland heeft het recht gezegevierd. Zo reageert Steven Coutinho, directeur bij De Surinaamsche Bank (DSB), op de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem, die dinsdag 24 december 2019 heeft beslist dat de Surinaamse banken het geld, dat in april 2018 in Nederland in beslag werd genomen, moet worden terug gegeven.
'Het is altijd heel duidelijk geweest dat de Surinaamse banken het aan het rechte eind hadden. We hebben nooit opgegeven en we hebben niet geschikt met het OM, omdat er niets mis was met de geldzending. Nu heeft de rechter in Nederland ons gelijk gegeven', zegt Coutinho.
Bij DSB, Finabank en Hakrinbank heerst een uitgelaten sfeer na de uitspraak van de rechtbank. De DSB-topman is blij dat Suriname deze zaak heeft gewonnen. 'Het is een mooie uitspraak, niet alleen voor de banken, maar ook voor Suriname. De wolken zijn nu verdwenen', zegt Coutinho.
DSB gaat zich de komende periode beraden over eventuele vervolgstappen in deze zaak. Nu vindt hij het evenwel 'te vroeg na de uitspraak' om te praten over een eventuele schadeclaim tegen Nederland voor de imagoschade die zijn bank heeft opgelopen door de inbeslagname.
Intussen heeft het OM de banken en vijf cambio's als verdachten aangemerkt in een zogenoemd witwasonderzoek.
Het beslag was, aldus de rechtbank, in strijd met het internationaal publiekrecht, het volkenrecht en daarom s de teruggave van het geld gelast. In het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden in zendingen contant geld via vrachtlijnen van Schiphol viel het op, dat dergelijke geldzendingen plaatsvonden vanuit Suriname naar Hongkong via Schiphol.
In april 2018 werd een geldzending van 19.5 miljoen aangehouden en in beslag genomen. De handelsbanken en de Centrale Bank van Suriname dienden medio dit jaar een klaagschrift in bij de rechtbank om het beslag te doen opheffen. Nu heeft de rechtbank in hun voordeel gevonnist.
Een comparitie die de rechter had voorgesteld mislukte, omdat het OM het leeuwendeel van het in beslag genomen bedrag wilde hebben om de zaak af te wikkelen. De handelsbanken gingen niet akkoord en eisten al het geld terug, waardoor de comparitie mislukte.
In de rechtszaak van de Surinaamse banken DSB, Finabank en Hakrinbank tegen het Openbaar Ministerie (OM) in Nederland heeft het recht gezegevierd. Zo reageert Steven Coutinho, directeur bij De Surinaamsche Bank (DSB), op de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem, die dinsdag 24 december 2019 heeft beslist dat de Surinaamse banken het geld, dat in april 2018 in Nederland in beslag werd genomen, moet worden terug gegeven.
'Het is altijd heel duidelijk geweest dat de Surinaamse banken het aan het rechte eind hadden. We hebben nooit opgegeven en we hebben niet geschikt met het OM, omdat er niets mis was met de geldzending. Nu heeft de rechter in Nederland ons gelijk gegeven', zegt Coutinho.
Bij DSB, Finabank en Hakrinbank heerst een uitgelaten sfeer na de uitspraak van de rechtbank. De DSB-topman is blij dat Suriname deze zaak heeft gewonnen. 'Het is een mooie uitspraak, niet alleen voor de banken, maar ook voor Suriname. De wolken zijn nu verdwenen', zegt Coutinho.
DSB gaat zich de komende periode beraden over eventuele vervolgstappen in deze zaak. Nu vindt hij het evenwel 'te vroeg na de uitspraak' om te praten over een eventuele schadeclaim tegen Nederland voor de imagoschade die zijn bank heeft opgelopen door de inbeslagname.
Intussen heeft het OM de banken en vijf cambio's als verdachten aangemerkt in een zogenoemd witwasonderzoek.
Het beslag was, aldus de rechtbank, in strijd met het internationaal publiekrecht, het volkenrecht en daarom s de teruggave van het geld gelast. In het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden in zendingen contant geld via vrachtlijnen van Schiphol viel het op, dat dergelijke geldzendingen plaatsvonden vanuit Suriname naar Hongkong via Schiphol.
In april 2018 werd een geldzending van 19.5 miljoen aangehouden en in beslag genomen. De handelsbanken en de Centrale Bank van Suriname dienden medio dit jaar een klaagschrift in bij de rechtbank om het beslag te doen opheffen. Nu heeft de rechtbank in hun voordeel gevonnist.
Een comparitie die de rechter had voorgesteld mislukte, omdat het OM het leeuwendeel van het in beslag genomen bedrag wilde hebben om de zaak af te wikkelen. De handelsbanken gingen niet akkoord en eisten al het geld terug, waardoor de comparitie mislukte.
Wayne Telgt weer vrijj man
Hof van Justitie gelast invrijheidstelling Telgt
De aanhouding van Wayne Telgt is opgeheven door het Hof van Justitie. Zijn raadsman, Benito Pick, bevestigt vanmiddag, dinsdag 23 december 2019, op Starnieuws, dat hij een verzoekschrift had ingediend bij het Hof van Justitie om de detentie op te heffen, op basis van artikel 61 van het Wetboek van Strafvordering.
Pick zegt dat zijn cliënt op vrije voeten is gesteld. De bewaring die gelast was door de rechter-commissaris is opgeheven door het Hof van Justitie. Dit houdt in dat Telgt niet in een cellenhuis hoeft te blijven in afwachting van het verdere verloop van dit proces.
Telgt werd op 13 december in verzekering gesteld op beschuldiging van aanranding van een minderjarig meisje (16). Hij is na verhoor in verzekering gesteld.
Afgelopen week werd Telgt voorgeleid bij een Hoofdofficier van Justitie die zijn aanhouding rechtmatig heeft bevonden. Ook de rechter-commissaris vond de aanhouding van Telgt rechtmatig en haar de aanhouding verlengd met dertig dagen. Hiertegen is de advocaat van Telgt in beroep gegaan bij het Hof van Justitie.
De aanhouding van Wayne Telgt is opgeheven door het Hof van Justitie. Zijn raadsman, Benito Pick, bevestigt vanmiddag, dinsdag 23 december 2019, op Starnieuws, dat hij een verzoekschrift had ingediend bij het Hof van Justitie om de detentie op te heffen, op basis van artikel 61 van het Wetboek van Strafvordering.
'Artikel 61
1. Het bevel tot voorlopige hechtenis kan door het Hof van Justitie
worden opgeheven. Het Hof kan dat doen ambtshalve dan wel op het verzoek
van de verdachte of diens raadsman. Een bevel tot gevangenhouding of
tot gevangenneming kan mede op de vordering van de vervolgingsambtenaar
worden opgeheven.
2. Het Hof beslist zo spoedig mogelijk. Het is zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die niet over het bevel tot voorlopige hechtenis hebben geoordeeld.
3. De verdachte die voor de eerste maal de opheffing verzoekt, wordt, tenzij het Hof reeds aanstonds tot inwilliging besluit, op het verzoek gehoord, althans opgeroepen.
4. De verdachte op wiens verzoek om opheffing afwijzend is beslist, kan niet eerder dan dertig dagen na de dagtekening van die beslissing opnieuw een verzoek om opheffing doen.'
2. Het Hof beslist zo spoedig mogelijk. Het is zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die niet over het bevel tot voorlopige hechtenis hebben geoordeeld.
3. De verdachte die voor de eerste maal de opheffing verzoekt, wordt, tenzij het Hof reeds aanstonds tot inwilliging besluit, op het verzoek gehoord, althans opgeroepen.
4. De verdachte op wiens verzoek om opheffing afwijzend is beslist, kan niet eerder dan dertig dagen na de dagtekening van die beslissing opnieuw een verzoek om opheffing doen.'
Pick zegt dat zijn cliënt op vrije voeten is gesteld. De bewaring die gelast was door de rechter-commissaris is opgeheven door het Hof van Justitie. Dit houdt in dat Telgt niet in een cellenhuis hoeft te blijven in afwachting van het verdere verloop van dit proces.
Telgt werd op 13 december in verzekering gesteld op beschuldiging van aanranding van een minderjarig meisje (16). Hij is na verhoor in verzekering gesteld.
Afgelopen week werd Telgt voorgeleid bij een Hoofdofficier van Justitie die zijn aanhouding rechtmatig heeft bevonden. Ook de rechter-commissaris vond de aanhouding van Telgt rechtmatig en haar de aanhouding verlengd met dertig dagen. Hiertegen is de advocaat van Telgt in beroep gegaan bij het Hof van Justitie.
CRIC, Colombia: 'Onze inheemse gebieden worden omgevormd tot begraafplaatsen'
'Illegale gewapende groepen blijven gewelddadigheden plegen tegen de harmonie van ons grondgebied'
'Onze inheemse gebieden worden omgevormd tot begraafplaatsen', aldus maandag 23 december 2019 de Regionale Inheemse Raad van Cauca (CRIC, Consejo Regional Indígena del Cauca ) in Colombia, waar inheemse gemeenschappen frequente slachtoffers van geweld zijn.
In die zin verwees het naar incidenten in december in de inheemse Nasas-gemeenschappen van de gemeente Paez, 'waar illegale gewapende groepen gewelddadigheden blijven plegen tegen de harmonie van ons grondgebied en de mensenrechten schenden'.
Van januari 2016 tot juli 2019 werden 738 moorden op sociale leiders en mensenrechtenactivisten geregistreerd in Colombia, waarvan 161 in het departement Cauca (een van de meest gewelddadige in het land).
In een context gekenmerkt door anti-regerings-, anti-gewelds- en vredesprotesten in Colombia, heeft de Raad onlangs verzekerd dat dit de mobilisaties zou versterken met de deelname van alle gemeenschappen.
De 126 inheemse autoriteiten van het land hebben zich in een permanente assemblee verklaard, benadrukte de Raad.
https://www.cric-colombia.org/portal/nuestros-territorios-indigenas-los-estan-convirtiendo-en-cementerios-denuncia-del-movimiento-indigena-acerca-del-genocidio-que-se-viene-presentando-con-los-pueblos-indigenas-del-cauca/
En 2019 los cultivos ilícitos llegan a 171 mil hectáreas, cifra sin precedentes en la historia, pero de manera contradictoria, durante todos estos años los gobernantes de turno autorizaron la extradición de no menos de 2.423 connacionales, con miles de hectáreas fumigadas con glifosato y sometidas a erradicación forzada.
A la luz de estos resultados –sin considerar los miles de muertos y de la confiscación de embarques, por acción de la llamada “guerra contra las drogas”- es necesario preguntar: ¿Dónde está la efectividad? ¿Por qué no decae el negocio que dice combatir? ¿Por qué el establecimiento continúa aferrado a una estrategia totalmente inocua?
Frente a esto el gobierno actual estigmatiza nuestras comunidades y nos culpa de no querer dejar entrar a la fuerza pública en nuestros territorios, a sabiendas que ya existen bases militares, con puestos de policía en todos los municipios y constantes monitorios aéreos, sin ninguna efectividad real, ni respuesta satisfactoria para solucionar esta problemática. Y es que para nadie es un secreto la estrecha relación que existe entre narcotráfico y poder tradicional que anida en la institucionalidad colombiana, con el lavado de activos, el aceite a campañas electorales y la complicidad de entidades del estado que convirtieren al narcotráfico en una estrategia del poder tradicional para conquistar nuestros territorios, mediante la destrucción de los tejidos y procesos sociales, hilados a lo largo de décadas de lucha por el derecho a la tierra y una vida digna.
Para estos poderes, el recorrido de los 48 años de vida del CRIC, en su proceso de autonomía y la búsqueda de reconocimientos de la institucionalidad frente la exclusión permanente con relación a la tierra productiva, el buen vivir, la salud, la educación y la defensa de la madre tierra, son un peligro para sus intereses.
Llamamos a los demás pueblos de Colombia, y a los movimientos sociales, estudiantiles, obreros, urbanos y comunidades rurales para que de manera conjunta reactivemos acciones que ayuden a visibilizar la problemática que hoy estamos viviendo, reactivando la Minga en todos sus aspectos.
No vamos a coordinar acciones con la fuerza pública, seguiremos reconociendo y fortaleciendo nuestros Kiwe Thegnas y las diferentes denominaciones de las guardias comunitarias afros, campesinas e indígenas, defensoras de la vida, para el ejercicio de control territorial convocando una gran minga nacional e internacional.
Llamamos a la comunidad internacional para que continúe con su misión de observación y verificación, tanto de los acuerdos gobierno-insurgencia, pero también sobre la crisis humanitaria que vive Colombia y en particular la zona norte del cauca.
Ante estos hechos violentos, hacemos un llamado urgente a la Defensoría del Pueblo, Comisión de Derechos Humanos del Congreso de la República, Comisión de Paz del Senado, ONU Derechos Humanos, Misión de Verificación de la ONU, MAPP, OEA y demás organizaciones e instituciones del estado, defensoras de derechos humanos a mantener y seguir brindando su apoyo a los procesos comunitarios de cuidado y defensa de la vida ante estos hechos que buscan agudizar las dinámicas del conflicto que están generando desarmonía en las comunidades.
Consejo regional indígena del Cauca CRIC
[1] Cifras tomadas de Indepaz (informe parcial julio 2019) y el sistema de información propio MADEJA.
(Suriname Mirror/Prensa Latina/CRIC/Twitter)
'Onze inheemse gebieden worden omgevormd tot begraafplaatsen', aldus maandag 23 december 2019 de Regionale Inheemse Raad van Cauca (CRIC, Consejo Regional Indígena del Cauca ) in Colombia, waar inheemse gemeenschappen frequente slachtoffers van geweld zijn.
Nuestros Territorios Indígenas los están convirtiendo en cementerios, denuncia del movimiento indígena acerca del genocidio que se viene presentando con los pueblos indígenas del Cauca https://t.co/YmZTqE3Rfx pic.twitter.com/ywGCoXWQT7— CRIC Colombia Cauca (@CRIC_Cauca) December 22, 2019
In die zin verwees het naar incidenten in december in de inheemse Nasas-gemeenschappen van de gemeente Paez, 'waar illegale gewapende groepen gewelddadigheden blijven plegen tegen de harmonie van ons grondgebied en de mensenrechten schenden'.
Van januari 2016 tot juli 2019 werden 738 moorden op sociale leiders en mensenrechtenactivisten geregistreerd in Colombia, waarvan 161 in het departement Cauca (een van de meest gewelddadige in het land).
In een context gekenmerkt door anti-regerings-, anti-gewelds- en vredesprotesten in Colombia, heeft de Raad onlangs verzekerd dat dit de mobilisaties zou versterken met de deelname van alle gemeenschappen.
De 126 inheemse autoriteiten van het land hebben zich in een permanente assemblee verklaard, benadrukte de Raad.
https://www.cric-colombia.org/portal/nuestros-territorios-indigenas-los-estan-convirtiendo-en-cementerios-denuncia-del-movimiento-indigena-acerca-del-genocidio-que-se-viene-presentando-con-los-pueblos-indigenas-del-cauca/
Nuestros Territorios Indígenas los están convirtiendo en cementerios, denuncia del movimiento indígena acerca del genocidio que se viene presentando con los pueblos indígenas del Cauca
Denuncia del movimiento indígena acerca del genocidio que se viene presentando con los pueblos indígenas del Cauca
21 de diciembre de 2019
El consejo regional indígena del Cauca CRIC, las 126 autoridades tradicionales como representante de los pueblos indígenas, con el saber mayor y mandato comunitario, fruto de un proceso de pervivencia que ancestralmente se ha construido en el territorio, de acuerdo al ordenamiento natural desde la ley de origen para el control territorial y social, que posicionan y ratifican el caminar de los planes de vida en defensa de nuestros derechos en el territorio y defensa de la vida, ha sido la piedra en el zapato para los grupos de armados legales e ilegales, quienes hoy al servicio del narcotráfico señalan, amenazan, intimidan y asesinar hombres, mujeres, reclutan niños, sin importar raza, religión o condición social. Por lo tanto:
DENUNCIAMOS Y RECHAZAMOS
Lo que en este mes de diciembre viene sucediendo en las comunidades indígenas Nasas de Tierra Dentro del Municipio de Páez, donde los grupos armados ilegales, continúan con los hechos de violencia atentado contra la armonía de nuestro territorio, vulnerando los Derechos Humanos que a continuación se relacionan:- El pasado lunes 16 de diciembre habitantes del resguardo de Toez reportaron estacionado un vehículo tipo camioneta a la orilla de la vía y dentro del carro una persona sin vida de sexo masculino, al inspeccionar el vehículo, las autoridades indígenas informaron de un cadáver y según los documentos que portaba, se puedo identificar como Juan Carlos Burbano de 34 años de edad aproximadamente, residente del vecino resguardo de Cohetando y proveniente de Argelia cauca. Las autoridades de los resguardos de Tóez y Cohetando en coordinación con la guardia Indígena realizaron el levantamiento del occiso.
- Entre tanto este miércoles 18 de diciembre en horas de la mañana un agricultor reporto al cabildo y autoridad tradicional del resguardo de Tálaga, el hallazgo de un cadáver en las orillas del Rio Páez en el sector kilómetro 15 luego de la inspección se supo que el cuerpo pertenece a Álvaro Losada Murcia identificado con cédula de ciudadanía N° 83057781 de Neiva Huila. En el momento de la verificación del cadáver se conoció que la víctima recibió impactos de bala en la parte del cráneo y resto del cuerpo.
- De la misma manera, habitantes del resguardo Indígena de Huila reportaron un cuerpo abandonado en el sector conocido puente sobre el rio San Miguel, al proceder el acto de levantamiento se identificó que el cuerpo pertenece a Juan Carlos Murcia identificado con el número de cedula 93397983 de Neiva Huila. Unidades del equipo de socorro de la Cruz Roja seccional Páez realizaron el proceso de levantamiento de los dos cuerpos, quienes posteriormente los trasladaron a la cabecera municipal de Páez, y luego ser llevados al municipio de la plata Huila para el respectivo proceso técnico de necropsia y finalmente ser entregados a sus familiares.
- Por otro lado, según información de las autoridades de la región de Páez. También se encontraron dos cuerpos en una fosa en el corregimiento de Risaralda al sur de este mismo municipio, entre la comunidad de El Canelo y río Chiquito. Por las redes se habían reportado como desaparecidos.
- en la tarde del 21 de diciembre asesinan un cuidandero del territorio – Guardia indígena del Resguardo Indígena Nasa de Huila del Corregimiento de Río Negro Municipio de Iquira (Huila), compañero Jairo Ortiz perteneciente al pueblo NASA del Consejo Regional del Huila CRIHU.
En 2019 los cultivos ilícitos llegan a 171 mil hectáreas, cifra sin precedentes en la historia, pero de manera contradictoria, durante todos estos años los gobernantes de turno autorizaron la extradición de no menos de 2.423 connacionales, con miles de hectáreas fumigadas con glifosato y sometidas a erradicación forzada.
A la luz de estos resultados –sin considerar los miles de muertos y de la confiscación de embarques, por acción de la llamada “guerra contra las drogas”- es necesario preguntar: ¿Dónde está la efectividad? ¿Por qué no decae el negocio que dice combatir? ¿Por qué el establecimiento continúa aferrado a una estrategia totalmente inocua?
Frente a esto el gobierno actual estigmatiza nuestras comunidades y nos culpa de no querer dejar entrar a la fuerza pública en nuestros territorios, a sabiendas que ya existen bases militares, con puestos de policía en todos los municipios y constantes monitorios aéreos, sin ninguna efectividad real, ni respuesta satisfactoria para solucionar esta problemática. Y es que para nadie es un secreto la estrecha relación que existe entre narcotráfico y poder tradicional que anida en la institucionalidad colombiana, con el lavado de activos, el aceite a campañas electorales y la complicidad de entidades del estado que convirtieren al narcotráfico en una estrategia del poder tradicional para conquistar nuestros territorios, mediante la destrucción de los tejidos y procesos sociales, hilados a lo largo de décadas de lucha por el derecho a la tierra y una vida digna.
Para estos poderes, el recorrido de los 48 años de vida del CRIC, en su proceso de autonomía y la búsqueda de reconocimientos de la institucionalidad frente la exclusión permanente con relación a la tierra productiva, el buen vivir, la salud, la educación y la defensa de la madre tierra, son un peligro para sus intereses.
Llamamos a los demás pueblos de Colombia, y a los movimientos sociales, estudiantiles, obreros, urbanos y comunidades rurales para que de manera conjunta reactivemos acciones que ayuden a visibilizar la problemática que hoy estamos viviendo, reactivando la Minga en todos sus aspectos.
No vamos a coordinar acciones con la fuerza pública, seguiremos reconociendo y fortaleciendo nuestros Kiwe Thegnas y las diferentes denominaciones de las guardias comunitarias afros, campesinas e indígenas, defensoras de la vida, para el ejercicio de control territorial convocando una gran minga nacional e internacional.
Llamamos a la comunidad internacional para que continúe con su misión de observación y verificación, tanto de los acuerdos gobierno-insurgencia, pero también sobre la crisis humanitaria que vive Colombia y en particular la zona norte del cauca.
Ante estos hechos violentos, hacemos un llamado urgente a la Defensoría del Pueblo, Comisión de Derechos Humanos del Congreso de la República, Comisión de Paz del Senado, ONU Derechos Humanos, Misión de Verificación de la ONU, MAPP, OEA y demás organizaciones e instituciones del estado, defensoras de derechos humanos a mantener y seguir brindando su apoyo a los procesos comunitarios de cuidado y defensa de la vida ante estos hechos que buscan agudizar las dinámicas del conflicto que están generando desarmonía en las comunidades.
Consejo regional indígena del Cauca CRIC
[1] Cifras tomadas de Indepaz (informe parcial julio 2019) y el sistema de información propio MADEJA.
(Suriname Mirror/Prensa Latina/CRIC/Twitter)
Colombiaanse rebellengroep ELN laat 3 tieners vrij
Tieners in goede gezondheid toen ze werden overgedragen aan humanitaire hulpverleners
Drie tieners die eerder deze maand werden gevangen genomen door rebellen van het Nationale Bevrijdingsleger in Colombia, ELN (Ejército de Liberación Nacional), werden maandag 23 december 2019 vrijgelaten na bemiddeling door verschillende mensenrechtenorganisaties.
Het Internationale Comité van het Rode Kruis zei in een verklaring, dat de tieners in goede gezondheid waren toen ze werden overgedragen aan humanitaire hulpverleners in een landelijk gebied van het Arauca-departement in Colombia.
Een gemaskerde woordvoerder voor de rebellen stelde, dat het leger van Colombia tracht om inlichtingen over de beweging te verzamelen.
De rebellengroep heeft ongeveer 3.000 guerrilla's en heeft geprobeerd drugshandelroutes en illegale mijnen over te nemen die door de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC, Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia) zijn verlaten nadat die groep in 2016 een vredesovereenkomst met de Colombiaanse regering heeft ondertekend.
De regering heeft vredesbesprekingen met het ELN geannuleerd afgelopen januari nadat de groep een politie-academie in de hoofdstad had gebombardeerd, waarbij 22 doden vielen.
(Suriname Mirror/El Pitazo/The Associated Press/El Espectador/Twitter)
Drie tieners die eerder deze maand werden gevangen genomen door rebellen van het Nationale Bevrijdingsleger in Colombia, ELN (Ejército de Liberación Nacional), werden maandag 23 december 2019 vrijgelaten na bemiddeling door verschillende mensenrechtenorganisaties.
Que el Ejército de Liberación Nacional (ELN) le respetara la vida a los tres menores de edad, que habían sido retenidos, nos parece un buen gesto humanitario. pic.twitter.com/BLT8mkK0aQ— Junasa Saravena (@JUNASA_SARAVENA) December 23, 2019
Het Internationale Comité van het Rode Kruis zei in een verklaring, dat de tieners in goede gezondheid waren toen ze werden overgedragen aan humanitaire hulpverleners in een landelijk gebied van het Arauca-departement in Colombia.
Integrantes del FGO del Ejercito de Liberación Nacional entregaron a una comisión humanitaria, conformada por la @DefensoriaCol, la iglesia católica y el @CICR_co, a 3 menores que estaban en poder del ELN, desde el 10 diciembre en Arauca. Los menores serán trasladados al ICBF. pic.twitter.com/LmIB2tLypU— Defensoría delPueblo (@DefensoriaCol) December 23, 2019
Een gemaskerde woordvoerder voor de rebellen stelde, dat het leger van Colombia tracht om inlichtingen over de beweging te verzamelen.
De rebellengroep heeft ongeveer 3.000 guerrilla's en heeft geprobeerd drugshandelroutes en illegale mijnen over te nemen die door de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC, Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia) zijn verlaten nadat die groep in 2016 een vredesovereenkomst met de Colombiaanse regering heeft ondertekend.
De regering heeft vredesbesprekingen met het ELN geannuleerd afgelopen januari nadat de groep een politie-academie in de hoofdstad had gebombardeerd, waarbij 22 doden vielen.
🔴URGENTE | Hoy recibimos a tres menores de edad que se encontraban en poder del Ejército de Liberación Nacional (ELN).— CICR Colombia (@CICR_co) December 23, 2019
La liberación se realizó en zona rural del departamento de Arauca.
Comunicado -> https://t.co/eDMq94fCze pic.twitter.com/JEBkkx8FpE
(Suriname Mirror/El Pitazo/The Associated Press/El Espectador/Twitter)
Braziliaanse president Bolsonaro na val in bad in presidentiële paleis opgenomen in ziekenhuis
Bolsonaro moet 6 tot 12 uur ter observatie in het ziekenhuis blijven
De Braziliaanse president Jair Bolsonaro werd maandagavond 23 december 2019 in het ziekenhuis opgenomen na een val in bad in zijn officiële residentie in Brasilia, de laatste gezondheidsschrik voor de 64-jarige, aldus zijn kantoor.
'President Jair Bolsonaro viel in het Alvorada-paleis. Hij werd behandeld door het medische team van het presidentschap van de Republiek en meegenomen naar het Hospital das Forças Armadas ', zei een woordvoerder van de president in een verklaring gepubliceerd door het G1-nieuwsportaal.
Het kantoor van de president moet nog reageren op het verzoek van het AFP-persbureau om commentaar. Volgens de verklaring kreeg Bolsonaro een craniale CT-scan, 'die geen veranderingen detecteerde'.
Minister van Institutionele Veiligheid Augusto Heleno arriveerde kort na het presidentiële konvooi in het ziekenhuis en vertelde Globo televisie, dat Bolsonaro 'prima' is, maar onder observatie moet blijven.
De rechtse leider zal gedurende 6 tot 12 uur ter observatie in het ziekenhuis blijven, aldus de verklaring.
Bolsonaro trad op 1 januari aan als president van Brazilië. Hij raakte ernstig gewond bij een mesaanval terwijl hij vorig jaar campagne voerde voor verkiezingen. Zijn gezondheid is sindsdien een punt van zorg en hij heeft verschillende operaties ondergaan om de wonden te behandelen die hij heeft opgelopen tijdens het steken, het meest recent in september.
Eerder deze maand zei Bolsonaro dat hij was onderzocht op huidkanker.
(Suriname Mirror/Al Jazeera/G1Globo/Twitter)
De Braziliaanse president Jair Bolsonaro werd maandagavond 23 december 2019 in het ziekenhuis opgenomen na een val in bad in zijn officiële residentie in Brasilia, de laatste gezondheidsschrik voor de 64-jarige, aldus zijn kantoor.
'President Jair Bolsonaro viel in het Alvorada-paleis. Hij werd behandeld door het medische team van het presidentschap van de Republiek en meegenomen naar het Hospital das Forças Armadas ', zei een woordvoerder van de president in een verklaring gepubliceerd door het G1-nieuwsportaal.
- Porque se um cair o outro levanta o seu companheiro; mas ai do que estiver só; pois, caindo, não haverá outro que o levante. Eclesiastes 4:10.— Jair M. Bolsonaro (@jairbolsonaro) December 24, 2019
Het kantoor van de president moet nog reageren op het verzoek van het AFP-persbureau om commentaar. Volgens de verklaring kreeg Bolsonaro een craniale CT-scan, 'die geen veranderingen detecteerde'.
Minister van Institutionele Veiligheid Augusto Heleno arriveerde kort na het presidentiële konvooi in het ziekenhuis en vertelde Globo televisie, dat Bolsonaro 'prima' is, maar onder observatie moet blijven.
Mundo - Jair Bolsonaro tem alta hospitalar após queda em casa de banho do Palácio da Alvorada https://t.co/fLcZ1tinpn— Correio da Manhã (@cmjornal) December 24, 2019
De rechtse leider zal gedurende 6 tot 12 uur ter observatie in het ziekenhuis blijven, aldus de verklaring.
Bolsonaro trad op 1 januari aan als president van Brazilië. Hij raakte ernstig gewond bij een mesaanval terwijl hij vorig jaar campagne voerde voor verkiezingen. Zijn gezondheid is sindsdien een punt van zorg en hij heeft verschillende operaties ondergaan om de wonden te behandelen die hij heeft opgelopen tijdens het steken, het meest recent in september.
Eerder deze maand zei Bolsonaro dat hij was onderzocht op huidkanker.
jornalista consegue acesso a imagens da queda de bolsonaro durante o banho pic.twitter.com/KgK1dYq40K— Rapha (@rph_sg) December 24, 2019
(Suriname Mirror/Al Jazeera/G1Globo/Twitter)
Apen op plateau in Braziliaanse Amazone blijken nieuwe soort
(Bron foto's: Alberto Caldeiras, Manoel Pinheiro) |
Een groep pluizige grijze apen in het Amazoneregenwoud blijkt tot een tot nog toe onbekende soort te behoren. Biologen ontdekten de apen een eeuw geleden, maar pas nu zijn wetenschappers er zeker van dat het om een aparte groep gaat. Plecturocebus parecis leeft op het Parecis-plateau in Rondônia, een deelstaat van Brazilië.
Terwijl het omringende regenwoud in hoog tempo wordt gekapt, is het leefgebied van de apen tot nog toe intact gebleven. Dat komt doordat het plateau met zijn steile wanden onbegaanbaar is voor houtkappers.
In 1914 merkten wetenschappers de apen voor het eerst op. Zij dachten toen dat de dieren wellicht tot een bekende soort donkergrijze springaapjes behoorden, de P. cinerascens, die voor het eerst werd beschreven in 1823. ‘De bioloog die in 1914 verslag deed, zei dat de soort ‘leek’ op deze springaap. Het is duidelijk dat hij twijfelde’, zegt Adrian Barnett van het nationaal instituut voor Amazoneonderzoek in Manaus, Brazilië. Hij maakt deel uit van het team dat de nieuwe soort bevestigde.
Omdat er in 1914 geen apen waren verzameld of vastgelegd, bleef de zaak decennialang onopgelost.
In 2011 stuitte Mariluce Messias van de Federal University van Rondônia op de Plecturocebus parecis. Ze heeft de afgelopen jaren de primaten van Rondônia bestudeerd in het licht van de snelle ontbossing. Barnett noemt haar werk ‘heldhaftig’.
In tegenstelling tot P. cinerascens, die helemaal donkergrijs zijn, hebben de P. parecis een kastanjebruine rug en grote witte vlekken op hun borst. Ze staan bij de lokale inheemse bevolking, de Parecis, bekend als de ‘otôhô’. Verder bewijs dat het een aparte soort betreft, volgde toen het team het DNA van de parecis vergeleek met dat van tien andere springaapsoorten, waaronder de donkergrijze soort. Zij vonden dat het DNA echt afwijkend was. ‘Dat bevestigde het’, zegt Barnett.
Het team stelt dat de P. parecis moet worden geclassificeerd als ‘gevoelig’ op de Rode Lijst van Bedreigde Soorten van IUCN (International Union for Conservation of Nature). ‘Hun leefgebied is beperkt en de populatie is klein’, zegt Barnett. Barnett zegt dat er waarschijnlijk nog meer nieuwe soorten ontdekt zullen worden. ‘Een gevolg van ontbossing is dat het iedereen toegang geeft tot erg afgelegen gebieden. Daardoor komen wetenschappers soms, net voordat de kettingzagen arriveren, in gebieden die nooit eerder zijn onderzocht.’
De Plecturocebus parecis is volgens Barnett de twintigste nieuwe apensoort die sinds 2000 in Brazilië is ontdekt, en de derde die in 2019 is gevonden.
(Suriname Mirror/NewScientist/De Morgen/novataxa.blogspot.com)
1.363 Kilo cocaïne ontdekt in haven van Antwerpen, België
Pakketten cocaïne tussen koffiebonen in container uit Brazilië
In een logistiek bedrijf in de haven van Antwerpen is maandag 23 december 2019 een lading van 1.363 kg cocaïne in beslag genomen, zo berichten Belgische media. Medewerkers van het bedrijf stelden vast dat er pakketten cocaïne tussen koffiebonen zaten en namen meteen contact op met de politie.
De container met koffie kwam vanuit Brazilië via Le Havre naar Antwerpen.
De douane heeft de lading drugs in beslag genomen.
Het onderzoek wordt verdergezet door de Federale Gerechtelijke Politie Antwerpen. Er werden tot op heden geen personen gearresteerd.
In een logistiek bedrijf in de haven van Antwerpen is maandag 23 december 2019 een lading van 1.363 kg cocaïne in beslag genomen, zo berichten Belgische media. Medewerkers van het bedrijf stelden vast dat er pakketten cocaïne tussen koffiebonen zaten en namen meteen contact op met de politie.
De container met koffie kwam vanuit Brazilië via Le Havre naar Antwerpen.
De douane heeft de lading drugs in beslag genomen.
Het onderzoek wordt verdergezet door de Federale Gerechtelijke Politie Antwerpen. Er werden tot op heden geen personen gearresteerd.
Handelaren in tweedehandse auto's werken niet mee aan Nationale Risicoanalyse (NRA)
Groep op advies OAS als 'hoge risicogroep'
bestempeld
- Van Dijk-Silos vermoedt dat zich binnen de groep grote witwaspraktijken afspelen
- Ook wordt vermoed, dat er veel zwart geld in de formele economie circuleert
Het proces om te komen tot een goede en eerlijke Nationale Risicoanalyse (NRA) van het financiële systeem van het land verloopt niet overal even vlot, omdat niet alle belanghebbende groepen meewerken. Jennifer Van Dijk-Silos, voorzitster van het projectmanagementteam dat de NRA coördineert, zegt vandaag, dinsdag 24 december 2019, in de Ware Tijd dat vooral de handelaren in tweedehandse auto's zich niet openstellen voor de analyse.
'Ze geven geen informatie en komen niet bij vergaderingen van de werkgroepen. We hebben ze enkele keren aangeschreven maar ze hebben niet gereageerd.' Door deze houding is de groep op advies van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), als 'hoge risicogroep' bestempeld door het door het managementteam.
Van Dijk-Silos weet niet waarom de autohandelaren niet meewerken. Zij vermoedt dat zich binnen de groep grote witwaspraktijken afspelen, zoals ook in een aantal landen het geval is. 'Waarschijnlijk speelt hetzelfde in Suriname en zijn ze bang dat we achter die gegevens komen. Maar, die huivering is onnodig, omdat de gegevens geheim blijven. We noemen ook geen namen in de rapporten waardoor geen enkel justitieel apparaat wordt aangezet om onderzoek te gaan doen.'
De voorzitster zegt dat andere belanghebbenden nu langzamerhand wel meewerken, zoals in de goudopkoop en het geldtransport. De cambio's vormden ook een probleem; zij weigerden in het begin interne informatie te geven. Van Dijk-Silos: 'Hun bazen waren niet eens te bereiken. Hun houding is echter na bemiddeling van de Centrale Bank drastisch veranderd. De andere sectoren hebben normaal meegewerkt. Ik ben niet helemaal tevreden, maar in feite gaat het niet slecht.'
De juweliers en het Hof van Justitie worden begin volgend jaar afzonderlijk gehoord door het managementteam. De werkgroepen moeten tegen eind februari hun werk afronden waarna de evaluatiefase van de NRA zal beginnen. Het eindresultaat moet volgens schema rond juli worden gepresenteerd.
De veroordeling van (president) Bouterse zal volgens Van Dijk-Silos geen gevolgen hebben voor de NRA. Ook de inbeslagname van 19,5 miljoen euro door Nederland zal geen cruciale rol hebben in het eindrapport. 'We kunnen daarover niet veel zeggen omdat we de ins en outs niet weten. Het zal misschien even meegenomen worden maar niet als een echt onderdeel van de analyse omdat we te weinig informatie hebben. De banken en de Centrale Bank houden hun kaken stijf op elkaar.'
Van Dijk-Silos wil in januari of februari 2020 een presentatie houden voor de regering zodat de beleidsmakers voorbereid zijn op de uitkomst van de analyse. 'Ons rapport moet realistisch zijn en de waarheid bevatten. We moeten ook de juiste maatregelen voorstellen aan de hand van de uiteindelijke bevindingen. Als dat niet gebeurt, staan we al bij voorbaat op de zwarte lijst en dat moet absoluut worden voorkomen, omdat we anders helemaal geïsoleerd worden.'
Als het rapport goed is, kan Suriname net als met Guyana is gebeurd, een termijn krijgen om maatregelen door te voeren. De voorzitster wijst erop, dat het eindverslag mogelijk punten zal bevatten die de regering niet prettig zal vinden. Zij legt uit, dat het niet gaat om een veroordeling van de regering, maar om een aanwijzing van dreigingen en kwetsbaarheden van de staat Suriname die aangepakt moeten worden.
Hoewel de NRA nog niet is afgerond, vermoedt Van Dijk-Silos dat er veel zwart geld in de formele economie circuleert. Ze noemt als voorbeeld corruptie, belastingontduiking en illegale hout- en goudhandel. Ook de oorsprong van geld van cambio's verdient serieuze aandacht. Door de hoge koersen is het volgens haar duidelijk dat deze wisselkantoren de hele economie beheersen. Zij hoopt daarom dat de regering de punten in het eindrapport zal erkennen en op basis van de uitkomst maatregelen treffen
- Van Dijk-Silos vermoedt dat zich binnen de groep grote witwaspraktijken afspelen
- Ook wordt vermoed, dat er veel zwart geld in de formele economie circuleert
Het proces om te komen tot een goede en eerlijke Nationale Risicoanalyse (NRA) van het financiële systeem van het land verloopt niet overal even vlot, omdat niet alle belanghebbende groepen meewerken. Jennifer Van Dijk-Silos, voorzitster van het projectmanagementteam dat de NRA coördineert, zegt vandaag, dinsdag 24 december 2019, in de Ware Tijd dat vooral de handelaren in tweedehandse auto's zich niet openstellen voor de analyse.
'Ze geven geen informatie en komen niet bij vergaderingen van de werkgroepen. We hebben ze enkele keren aangeschreven maar ze hebben niet gereageerd.' Door deze houding is de groep op advies van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), als 'hoge risicogroep' bestempeld door het door het managementteam.
Van Dijk-Silos weet niet waarom de autohandelaren niet meewerken. Zij vermoedt dat zich binnen de groep grote witwaspraktijken afspelen, zoals ook in een aantal landen het geval is. 'Waarschijnlijk speelt hetzelfde in Suriname en zijn ze bang dat we achter die gegevens komen. Maar, die huivering is onnodig, omdat de gegevens geheim blijven. We noemen ook geen namen in de rapporten waardoor geen enkel justitieel apparaat wordt aangezet om onderzoek te gaan doen.'
De voorzitster zegt dat andere belanghebbenden nu langzamerhand wel meewerken, zoals in de goudopkoop en het geldtransport. De cambio's vormden ook een probleem; zij weigerden in het begin interne informatie te geven. Van Dijk-Silos: 'Hun bazen waren niet eens te bereiken. Hun houding is echter na bemiddeling van de Centrale Bank drastisch veranderd. De andere sectoren hebben normaal meegewerkt. Ik ben niet helemaal tevreden, maar in feite gaat het niet slecht.'
De juweliers en het Hof van Justitie worden begin volgend jaar afzonderlijk gehoord door het managementteam. De werkgroepen moeten tegen eind februari hun werk afronden waarna de evaluatiefase van de NRA zal beginnen. Het eindresultaat moet volgens schema rond juli worden gepresenteerd.
De veroordeling van (president) Bouterse zal volgens Van Dijk-Silos geen gevolgen hebben voor de NRA. Ook de inbeslagname van 19,5 miljoen euro door Nederland zal geen cruciale rol hebben in het eindrapport. 'We kunnen daarover niet veel zeggen omdat we de ins en outs niet weten. Het zal misschien even meegenomen worden maar niet als een echt onderdeel van de analyse omdat we te weinig informatie hebben. De banken en de Centrale Bank houden hun kaken stijf op elkaar.'
Van Dijk-Silos wil in januari of februari 2020 een presentatie houden voor de regering zodat de beleidsmakers voorbereid zijn op de uitkomst van de analyse. 'Ons rapport moet realistisch zijn en de waarheid bevatten. We moeten ook de juiste maatregelen voorstellen aan de hand van de uiteindelijke bevindingen. Als dat niet gebeurt, staan we al bij voorbaat op de zwarte lijst en dat moet absoluut worden voorkomen, omdat we anders helemaal geïsoleerd worden.'
Als het rapport goed is, kan Suriname net als met Guyana is gebeurd, een termijn krijgen om maatregelen door te voeren. De voorzitster wijst erop, dat het eindverslag mogelijk punten zal bevatten die de regering niet prettig zal vinden. Zij legt uit, dat het niet gaat om een veroordeling van de regering, maar om een aanwijzing van dreigingen en kwetsbaarheden van de staat Suriname die aangepakt moeten worden.
Hoewel de NRA nog niet is afgerond, vermoedt Van Dijk-Silos dat er veel zwart geld in de formele economie circuleert. Ze noemt als voorbeeld corruptie, belastingontduiking en illegale hout- en goudhandel. Ook de oorsprong van geld van cambio's verdient serieuze aandacht. Door de hoge koersen is het volgens haar duidelijk dat deze wisselkantoren de hele economie beheersen. Zij hoopt daarom dat de regering de punten in het eindrapport zal erkennen en op basis van de uitkomst maatregelen treffen
'Wij hebben steeds gezegd om vertrouwen te hebben dat wij zaak gaan winnen'
Governor CBvS Van Trikt: 'Deze uitspraak is heel belangrijk voor Suriname'
Governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Robert van Trikt, is bijzonder ingenomen met de uitspraak van vandaag, dinsdag 24 december 2019, van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem. 'Wij hebben steeds gezegd om vertrouwen te hebben dat wij de zaak gaan winnen', zegt Van Trikt op Starnieuws. 'Wij hebben uiteindelijk gelijk gekregen bij de Nederlandse rechtbank. Deze uitspraak is heel belangrijk voor Suriname en correspondent-banken overal ter wereld zullen weten dat wij correct bezig zijn geweest', zegt de governor.
De zaak is vooral gewonnen op basis van de immuniteit die de CBvS heeft. Dit is ingebracht in het klaagschrift dat de CBvS, de Hakrinbank, de Surinaamsche Bank en de Finabank hebben ingediend bij de rechtbank. Bij de eerste behandeling reeds dat de rechtbank vraagtekens had naar het Nederlandse Openbaar Ministerie. Besloten werd de partijen in de gelegenheid te stellen om onderling tot een oplossing te komen. Er werd geen overeenstemming bereikt, waardoor de rechtbank vandaag vonnis heeft geveld. De beslaglegging op de 19.5 miljoen euro sinds vorig jaar april is opgeheven. Het geld moet worden teruggegeven.
Klaagsters hebben betoogd dat aan de CBvS als staatsorgaan (absolute) immuniteit toekomt ten aanzien van (ook) de onderhavige geldzending van € 19.500.000 die vanuit Suriname via Nederland naar de Bank of China in Hong Kong werd vervoerd. Hiertoe hebben klaagsters een beroep gedaan op het (nog niet in werking getreden) Verdrag van de Verenigde Naties van 2 december 2014 inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (VN-Verdrag), in het bijzonder de artikelen 18 tot en met 21 van dat verdrag. Klaagsters hebben aangevoerd dat CBvS de geldzending ter uitvoering van een wettelijke taak heeft verricht en dat met deze zending een publiek belang is gediend.
Klaagsters stellen zich op het standpunt dat met de inbeslagneming van de € 19.500.000 het volkenrechtelijke beginsel van de staatsimmuniteit is geschonden. 'Met de beslaglegging door het OM op gelden die CBvS als staatsorgaan van Suriname onder zich had, heeft Nederland Suriname (…) zonder grondslag aan zijn rechtsmacht onderworpen. Dit is in strijd met de soevereine gelijkheid van staten', staat het klaagschrift. Deze overweging in het klaagschrift is doorslaggevend geweest voor de rechtbank. Het klaagschrift is op basis hiervan gegrond verklaard. De rechter heeft bevolen het klaagschrift gegrond te verklaren. Het beslag moet worden opgeheven.
De rechtbank verklaart het klaagschrift gegrond, heft op het beslag op € 19.499.000 en twee valse coupures van 500 euro en gelast de teruggave daarvan aan de Centrale Bank van Suriname, waarbij teruggave van eerstgenoemd bedrag kan geschieden door overboeking naar de rekening van CBvS bij De Nederlandse Bank.
Governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Robert van Trikt, is bijzonder ingenomen met de uitspraak van vandaag, dinsdag 24 december 2019, van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem. 'Wij hebben steeds gezegd om vertrouwen te hebben dat wij de zaak gaan winnen', zegt Van Trikt op Starnieuws. 'Wij hebben uiteindelijk gelijk gekregen bij de Nederlandse rechtbank. Deze uitspraak is heel belangrijk voor Suriname en correspondent-banken overal ter wereld zullen weten dat wij correct bezig zijn geweest', zegt de governor.
De zaak is vooral gewonnen op basis van de immuniteit die de CBvS heeft. Dit is ingebracht in het klaagschrift dat de CBvS, de Hakrinbank, de Surinaamsche Bank en de Finabank hebben ingediend bij de rechtbank. Bij de eerste behandeling reeds dat de rechtbank vraagtekens had naar het Nederlandse Openbaar Ministerie. Besloten werd de partijen in de gelegenheid te stellen om onderling tot een oplossing te komen. Er werd geen overeenstemming bereikt, waardoor de rechtbank vandaag vonnis heeft geveld. De beslaglegging op de 19.5 miljoen euro sinds vorig jaar april is opgeheven. Het geld moet worden teruggegeven.
Klaagsters hebben betoogd dat aan de CBvS als staatsorgaan (absolute) immuniteit toekomt ten aanzien van (ook) de onderhavige geldzending van € 19.500.000 die vanuit Suriname via Nederland naar de Bank of China in Hong Kong werd vervoerd. Hiertoe hebben klaagsters een beroep gedaan op het (nog niet in werking getreden) Verdrag van de Verenigde Naties van 2 december 2014 inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (VN-Verdrag), in het bijzonder de artikelen 18 tot en met 21 van dat verdrag. Klaagsters hebben aangevoerd dat CBvS de geldzending ter uitvoering van een wettelijke taak heeft verricht en dat met deze zending een publiek belang is gediend.
Klaagsters stellen zich op het standpunt dat met de inbeslagneming van de € 19.500.000 het volkenrechtelijke beginsel van de staatsimmuniteit is geschonden. 'Met de beslaglegging door het OM op gelden die CBvS als staatsorgaan van Suriname onder zich had, heeft Nederland Suriname (…) zonder grondslag aan zijn rechtsmacht onderworpen. Dit is in strijd met de soevereine gelijkheid van staten', staat het klaagschrift. Deze overweging in het klaagschrift is doorslaggevend geweest voor de rechtbank. Het klaagschrift is op basis hiervan gegrond verklaard. De rechter heeft bevolen het klaagschrift gegrond te verklaren. Het beslag moet worden opgeheven.
De rechtbank verklaart het klaagschrift gegrond, heft op het beslag op € 19.499.000 en twee valse coupures van 500 euro en gelast de teruggave daarvan aan de Centrale Bank van Suriname, waarbij teruggave van eerstgenoemd bedrag kan geschieden door overboeking naar de rekening van CBvS bij De Nederlandse Bank.
Beklag tegen beslag op Surinaamse gelden gegrond, 19.5 miljoen euro moet terug
'Geldzending diende een publiek belang en paste in wettelijk vastgelegde takenpakket CBvS'
De rechtbank Haarlem heeft vandaag, dinsdag 24 december 2019, het strafvorderlijk beslag dat op 17 april 2018 is gelegd op een geldzending van 19.5 miljoen euro uit Suriname, met eindbestemming Hong Kong, opgeheven. Het is in strijd met het internationaal publiekrecht (volkenrecht) gelegd. Ook wordt de teruggave van het geld gelast.
In het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden in zendingen contant geld via vrachtlijnen van Schiphol viel het op dat dergelijke geldzendingen plaatsvonden vanuit Suriname naar Hong Kong via Schiphol.
De rechtbank beantwoordt in de beschikking eerst de vraag of de CBvS belanghebbende is, met andere woorden of deze bank zich kan beklagen over het gelegde beslag. In tegenstelling tot de officieren van justitie vindt de rechtbank dat de CBvS belanghebbende is. Daartoe is de feitelijke situatie bepalend. De gelden zijn onder deze bank in beslag genomen, de CBvS stond als ‘shipper’ vermeld op de vrachtbrieven en correspondentie over de inbeslagname is in het begin steeds gericht geweest aan de CBvS. Ook de officieren van justitie hebben de CBvS in een brief van 28 december 2018 aan de advocaten van de bank (nog) als beslagene aangemerkt.
Vervolgens heeft de rechtbank beoordeeld of de CBvS immuniteit toekomt ten aanzien van de geldzending vanuit Suriname naar de Bank of China in Hong Kong via Schiphol. Klagers vonden dat de CBvS als staatsorgaan immuniteit toekwam; met de geldzending is een publiek belang gediend. Zij beriepen zich op een nog niet in werking getreden VN-verdrag van 2014 inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen. De officieren van justitie betwistten deze immuniteit. De CBvS geniet volgens het Openbaar Ministerie alleen immuniteit ten aanzien van staatseigendommen en voor zover die goederen een publieke, niet commerciële bestemming hebben. Aan beide vereisten is volgens de officieren van justitie is niet voldaan. De rechtbank komt langs een andere weg dan de klagers tot het oordeel dat de CBvS immuniteit van het gelegde strafvorderlijk beslag toekomt. De CBvS moet als officieel staatsorgaan van Suriname worden beschouwd. Er is dus beslag gelegd onder een andere staat, namelijk Suriname.
De rechtbank constateert dat het VN-verdrag niet ziet op strafrechtelijke procedures; verdragen over strafvorderlijk beslag door de ene staat onder de andere staat zijn er niet. De Nederlandse strafwet erkent echter wel de aan het internationaal recht ontleende immuniteit tegen strafrechtelijk optreden door vreemde staten. Als ongeschreven regel van internationaal publiekrecht (volkenrecht) geldt dat een vreemde staat immuniteit van strafvorderlijk beslag geniet, voor zover dat beslag betrekking heeft op voorwerpen die de vreemde staat onder zich heeft ten behoeve van de uitoefening van haar publieke taak.
De rechtbank concludeert dat de geldzending een publiek belang diende en paste in het wettelijk vastgelegde takenpakket van de CBvS, onder meer het verzorgen van de geldsomloop in Suriname en het bevorderen en vergemakkelijken van het betalingsverkeer van Suriname met het buitenland.
Het standpunt van de officieren van justitie dat het contract met de Bank of China een clausule bevat waarin afstand van immuniteit is gedaan of dat de gelden geen eigendom van de CBvS zijn, maakt dat oordeel niet anders. De CBvS handelde in het kader van haar publieke taak. Doel en strekking van immuniteit is het waarborgen dat een staatsorgaan zijn taken en bevoegdheden op effectieve wijze kan uitoefenen.
Het beslag, waarbij gelden aan de feitelijke beschikkingsmacht van de CBvS zijn onttrokken, is daarom in strijd met het internationaal publiekrecht (volkenrecht) gelegd. Daarmee hoeft de rechtbank andere standpunten van partijen niet meer te bespreken. De rechtbank verklaart het beklag gegrond, heft het beslag op en gelast de teruggave van 19,5 miljoen euro aan de CBvS.
(Suriname Mirror/Rechtspraak.nl/Scribd Suriname Mirror)
De rechtbank Haarlem heeft vandaag, dinsdag 24 december 2019, het strafvorderlijk beslag dat op 17 april 2018 is gelegd op een geldzending van 19.5 miljoen euro uit Suriname, met eindbestemming Hong Kong, opgeheven. Het is in strijd met het internationaal publiekrecht (volkenrecht) gelegd. Ook wordt de teruggave van het geld gelast.
In het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden in zendingen contant geld via vrachtlijnen van Schiphol viel het op dat dergelijke geldzendingen plaatsvonden vanuit Suriname naar Hong Kong via Schiphol.
Rechtspraak.nl 24 december 2019 by Suriname Mirror on Scribd
Op 13 april 2018 is weer een geldzending met de Centrale Bank van Suriname (CBvS) als ‘shipper’ gecontroleerd. De totale inhoud bedroeg 19,5 miljoen euro en was afkomstig van 3 handelsbanken in Suriname. Op 17 april 2018 is dit geld strafrechtelijk in beslag genomen door de FIOD, eerst met het oog op waarheidsvinding/aantonen wederrechtelijk verkregen voordeel, daarna met het oog op een mogelijke verbeurdverklaring. Volgens de officieren van justitie hebben de 3 handelsbanken en 5 cambio’s in Suriname (wisselkantoren) inmiddels de verdachten-status in verband met een vermoeden van witwassen van een groot gedeelte van het inbeslaggenomen geld. Het geld is door De Nederlandse Bank geteld en op 1 juni 2018 gestort op een bankrekening van de Belastingdienst.De rechtbank beantwoordt in de beschikking eerst de vraag of de CBvS belanghebbende is, met andere woorden of deze bank zich kan beklagen over het gelegde beslag. In tegenstelling tot de officieren van justitie vindt de rechtbank dat de CBvS belanghebbende is. Daartoe is de feitelijke situatie bepalend. De gelden zijn onder deze bank in beslag genomen, de CBvS stond als ‘shipper’ vermeld op de vrachtbrieven en correspondentie over de inbeslagname is in het begin steeds gericht geweest aan de CBvS. Ook de officieren van justitie hebben de CBvS in een brief van 28 december 2018 aan de advocaten van de bank (nog) als beslagene aangemerkt.
Vervolgens heeft de rechtbank beoordeeld of de CBvS immuniteit toekomt ten aanzien van de geldzending vanuit Suriname naar de Bank of China in Hong Kong via Schiphol. Klagers vonden dat de CBvS als staatsorgaan immuniteit toekwam; met de geldzending is een publiek belang gediend. Zij beriepen zich op een nog niet in werking getreden VN-verdrag van 2014 inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen. De officieren van justitie betwistten deze immuniteit. De CBvS geniet volgens het Openbaar Ministerie alleen immuniteit ten aanzien van staatseigendommen en voor zover die goederen een publieke, niet commerciële bestemming hebben. Aan beide vereisten is volgens de officieren van justitie is niet voldaan. De rechtbank komt langs een andere weg dan de klagers tot het oordeel dat de CBvS immuniteit van het gelegde strafvorderlijk beslag toekomt. De CBvS moet als officieel staatsorgaan van Suriname worden beschouwd. Er is dus beslag gelegd onder een andere staat, namelijk Suriname.
De rechtbank constateert dat het VN-verdrag niet ziet op strafrechtelijke procedures; verdragen over strafvorderlijk beslag door de ene staat onder de andere staat zijn er niet. De Nederlandse strafwet erkent echter wel de aan het internationaal recht ontleende immuniteit tegen strafrechtelijk optreden door vreemde staten. Als ongeschreven regel van internationaal publiekrecht (volkenrecht) geldt dat een vreemde staat immuniteit van strafvorderlijk beslag geniet, voor zover dat beslag betrekking heeft op voorwerpen die de vreemde staat onder zich heeft ten behoeve van de uitoefening van haar publieke taak.
De rechtbank concludeert dat de geldzending een publiek belang diende en paste in het wettelijk vastgelegde takenpakket van de CBvS, onder meer het verzorgen van de geldsomloop in Suriname en het bevorderen en vergemakkelijken van het betalingsverkeer van Suriname met het buitenland.
Het standpunt van de officieren van justitie dat het contract met de Bank of China een clausule bevat waarin afstand van immuniteit is gedaan of dat de gelden geen eigendom van de CBvS zijn, maakt dat oordeel niet anders. De CBvS handelde in het kader van haar publieke taak. Doel en strekking van immuniteit is het waarborgen dat een staatsorgaan zijn taken en bevoegdheden op effectieve wijze kan uitoefenen.
Het beslag, waarbij gelden aan de feitelijke beschikkingsmacht van de CBvS zijn onttrokken, is daarom in strijd met het internationaal publiekrecht (volkenrecht) gelegd. Daarmee hoeft de rechtbank andere standpunten van partijen niet meer te bespreken. De rechtbank verklaart het beklag gegrond, heft het beslag op en gelast de teruggave van 19,5 miljoen euro aan de CBvS.
(Suriname Mirror/Rechtspraak.nl/Scribd Suriname Mirror)
Beruchte ‘kerstdump’ is bekend fenomeen bij hondenopvangcentra Curaçao
(Bron foto: Mirjam Seppenwolde) |
Dozen met pups en oudere honden zijn afgelopen weken massaal op straat gezet
Hondenopvangcentra draaien overuren in deze tijd van het jaar. De beruchte ‘kerstdump’ is een bekend fenomeen bij de organisaties. Met de feestdagen in aantocht zijn er extra veel zwerfhonden op straat te vinden, constateren hondenopvangcentra al jaren, omdat ze ‘specifiek rond deze tijd gedumpt worden’. Dit bericht vandaag, dinsdag 24 december 2019, het Antilliaans Dagblad.
'We zitten overvol rond deze tijd van het jaar, maar iedere keer als we dan toch weer een melding krijgen van een hond in nood, zit er niets anders op dan om toch te kijken of er geschoven kan worden om hem toch een plekje te bieden', vertelt Mirjan Seppenwolde, voorzitter van hondenopvang Rescue Paws.
Dozen met pups en oudere honden zijn de afgelopen weken massaal op straat gezet.
In de hokken op het terrein van Rescue Paws is het druk en tussen de verschillende hondenopvangcentra op het eiland wordt samengewerkt om de honden te kunnen huisvesten. 'Sinds november al hebben we onze handen vol aan het redden van de honden. Mensen willen hun huizen voor de kerst aan kant maken, dus wordt alle troep weggegooid. De honden horen hier helaas ook bij', vertelt vrijwilligster Wieke.
Het lijkt erop dat de ‘kerstdump’ onderdeel is geworden van de Curaçaose samenleving, waar niet veel over wordt gesproken.
Fotograaf Humbert ‘Umpi’ Welvaart (41) van alle tenlasteleggingen vrijgesproken - OM Curaçao meteen in hoger beroep
(Bron foto: Notisia ING) |
De bekende fotograaf Humbert ‘Umpi’ Welvaart (41) is gisteren van alle tenlasteleggingen vrijgesproken. De rechter heeft het vonnis in de beruchte drugssmokkelzaak El Capo mondeling uitgesproken. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft meteen hoger beroep aangetekend, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 24 december 2019.
Welvaart werd sinds 10 september vastgehouden. Op zijn boot El Capo, werd op 22 augustus van dit jaar 16 kilo cocaïne en goudstukken aangetroffen. Hoewel Welvaart steeds in zijn onschuld volhardde, was het OM van het tegenovergestelde overtuigd. Volgens het OM had Welvaart zich schuldig gemaakt aan het organiseren van het drugstransport, het verbergen van bewijsmateriaal en het beïnvloeden van getuigen en medeverdachten. Daarom eiste het OM afgelopen vrijdag een gevangenisstraf van 54 maanden tegen Welvaart.
Het Gerecht in Eerste Aanleg ging hier echter niet in mee. De beschuldigingen aan het adres van Welvaart zijn onvoldoende onderbouwd met hard bewijs, zo meent de rechter.
Ook de andere verdachten in de zaak zijn gisteren vrijgesproken. Het gaat om de oom van Welvaart, Gerard Koense, die als matroos diende op de boot van Welvaart, en om kapitein Edson Schotborg. Tegen Koense had het OM een gevangenisstraf van 36 maanden geëist en tegen Schotborg een celstraf van 48 maanden.
Klesch Group investeert in Isla-installaties en betaalt vaste en variabele canon
'Er is dus veel
meer gerealiseerd
dan de symbolische
waarde van 1
dollar'
De Klesch Group zal, naast aanzienlijke investeringen van honderden miljoenen in de installaties van de raffinaderij, jaarlijks 15 miljoen dollar betalen aan erfpachtcanon voor het gebruik van de terreinen en ook per vat olie dat bij Bullenbaai wordt gebruikt voor opslag en overslag een ‘throughput fee’ van 15 dollarcent afdragen aan Refineria di Kòrsou (RdK). Dit laatste is naar verwachting op jaarbasis goed voor ruim 10 miljoen dollar. De bedragen worden bovendien jaarlijks geïndexeerd.
'Er is dus veel
meer gerealiseerd
dan de symbolische
waarde van 1
dollar', aldus een
zichtbaar verheugde premier Eugene Rhuggenaath, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, 24 december 2019.
Samen met RdK-interim-directeur Marcelino ‘Chonky’ De Lannoy gaf de minister-president gisteravond tijdens een buitengewone persconferentie informatie over het akkoord dat afgelopen zondagmiddag met de Klesch Group werd getekend.
De Klesch Group zal, naast aanzienlijke investeringen van honderden miljoenen in de installaties van de raffinaderij, jaarlijks 15 miljoen dollar betalen aan erfpachtcanon voor het gebruik van de terreinen en ook per vat olie dat bij Bullenbaai wordt gebruikt voor opslag en overslag een ‘throughput fee’ van 15 dollarcent afdragen aan Refineria di Kòrsou (RdK). Dit laatste is naar verwachting op jaarbasis goed voor ruim 10 miljoen dollar. De bedragen worden bovendien jaarlijks geïndexeerd.
(Bron: Vigilante) |
Samen met RdK-interim-directeur Marcelino ‘Chonky’ De Lannoy gaf de minister-president gisteravond tijdens een buitengewone persconferentie informatie over het akkoord dat afgelopen zondagmiddag met de Klesch Group werd getekend.
VHP-voorzitter Santokhi over Bouterse-vonnis, Constitutioneel Hof en Afobakadam
'Het zou getuigen van moreel besef indien veroordeelde burger Bouterse zijn functie als president neerlegt'
'Door het gestuntel van de regering moet Suriname US$ 125 miljoen aan Alcoa betalen'
VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi gaat vandaag, dinsdag 24 december 2019, op Starnieuws kort in op drie actuele vraagstukken: het Bouterse-vonnis, het Constitutioneel Hof en de Afobakadam die uiterlijk eind van deze maand in handen komt van Suriname.
'Het zou hebben getuigd van moreel besef en verantwoordelijkheid indien de veroordeelde burger Bouterse zijn functie als president zou hebben neergelegd. Het is een feit, dat de burger Bouterse voor 20 jaar is veroordeeld door de Krijgsraad in het proces rond de 8 decembermoorden. De rechters hebben alle bewijslast bekeken en tientallen getuigen gehoord en zijn tot een gemotiveerd oordeel gekomen. Het vonnis is inmiddels voor iedereen beschikbaar op de website van de rechterlijke macht. Daarin staat precies wat er gebeurd is op 7 en 8 december 1982, hoe het gebeurd is, wie erbij betrokken was en wie verantwoordelijk was. Ook blijkt dat de vermoorde personen niet met een coup bezig waren. De vastgestelde feiten spreken voor zich.'
'Toen de rechtszaak begon was Bouterse geen president en stond er ook geen verkiezing vóór de deur, zodat het vonnis onmogelijk bedoeld kan zijn om hem politiek te schaden. Het proces heeft lang genoeg geduurd, zodat de raadslieden van Bouterse alle bewijslast en getuigen van hun kant hadden kunnen aandragen om de rechters tot een ander oordeel te doen komen. Andere verdachten bijvoorbeeld hebben wel feiten en omstandigheden aangedragen die tot hun vrijspraak hebben geleid. Ook was er voldoende tijd om bijvoorbeeld een waarheidscommissie aan het werk te zetten. Thans is het feit dat de heer Bouterse veroordeeld is en omdat hij de functie van president vervult, betekent het dat die functie ingenomen wordt door een veroordeelde persoon. Ongeacht ieders politieke kleur, dit is voor Suriname geen goed visitekaartje naar de eigen bevolking en naar het buitenland toe", voert de politicus aan. Het aantekenen van verzet en eventueel hoger beroep draait het rechtsproces en de veroordeling vooralsnog niet terug, maar geeft de veroordeelde een kans om met nieuwe feiten en bewijs te komen. De rechter bepaalt dan aan het eind van het proces of het vonnis in stand blijft dan wel vernietigd wordt of eventueel tot ander oordeel komt.'
'De politieke partij waar Bouterse voorzitter van is, de NDP, bestond nog niet toen de moorden werden gepleegd. De partij is ook niet veroordeeld, maar heeft zich wel actief gemengd in het rechtsproces en de uitkomst daarvan. Dat blijkt uit diverse pogingen in De Nationale Assemblee die ten doel hadden om het proces stop te zetten, zoals de Amnestiewet van 2012. Vier jaar lang is het rechtsproces onderbroken, omdat men de Amnestiewet wilde laten toetsen door het Constitutioneel Hof dat echter niet bestond.'
'De Krijgsraad heeft in 2016 de rechtszaak uiteindelijk voortgezet. In oktober 2019 is eindelijk de wet Constitutioneel Hof door De Nationale Assemblee aangenomen. Nu wil de NDP met grote spoed het Constitutioneel Hof implementeren met de kennelijke bedoeling om het vonnis buiten werking te stellen. Het Constitutioneel Hof kan een vonnis echter niet terugdraaien of nietig verklaren.'
'De Afobakadam wordt als het goed is binnenkort overgedragen aan Suriname. Dat had al lang moeten gebeuren, maar de regering heeft niet geluisterd naar deskundigen. Nu zit ze ook opgezadeld met een achterstallige betaling aan Alcoa. De VHP heeft ettelijke malen gewezen op het bar slechte resultaat van de onderhandelingen met Alcoa. De effecten beginnen nu concreet zichtbaar te worden. Door het gestuntel van de regering moet Suriname US$ 125 miljoen aan Alcoa betalen. En dit wordt geleend tegen een woekerrente van 12.5%, terwijl er goedkopere opties waren.'
'De VHP vreest dat Staatsolie het kind van de rekening wordt. De inkomsten uit Staatsolie zullen nu op een buitenlandse rekening worden gestort. Tegelijkertijd zal Staatsolie de US$ 15 miljoen aan rente moeten ophoesten. Samen met de kosten van onderhoud is dit circa US$ 30 miljoen extra kosten zonder cash inkomsten voor Staatsolie. Ook is niet duidelijk in welke staat de dam verkeert bij de overdracht en welke kosten hier eventueel mee gemoeid zullen zijn.'
'Door het gestuntel van de regering moet Suriname US$ 125 miljoen aan Alcoa betalen'
VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi gaat vandaag, dinsdag 24 december 2019, op Starnieuws kort in op drie actuele vraagstukken: het Bouterse-vonnis, het Constitutioneel Hof en de Afobakadam die uiterlijk eind van deze maand in handen komt van Suriname.
'Het zou hebben getuigd van moreel besef en verantwoordelijkheid indien de veroordeelde burger Bouterse zijn functie als president zou hebben neergelegd. Het is een feit, dat de burger Bouterse voor 20 jaar is veroordeeld door de Krijgsraad in het proces rond de 8 decembermoorden. De rechters hebben alle bewijslast bekeken en tientallen getuigen gehoord en zijn tot een gemotiveerd oordeel gekomen. Het vonnis is inmiddels voor iedereen beschikbaar op de website van de rechterlijke macht. Daarin staat precies wat er gebeurd is op 7 en 8 december 1982, hoe het gebeurd is, wie erbij betrokken was en wie verantwoordelijk was. Ook blijkt dat de vermoorde personen niet met een coup bezig waren. De vastgestelde feiten spreken voor zich.'
'Toen de rechtszaak begon was Bouterse geen president en stond er ook geen verkiezing vóór de deur, zodat het vonnis onmogelijk bedoeld kan zijn om hem politiek te schaden. Het proces heeft lang genoeg geduurd, zodat de raadslieden van Bouterse alle bewijslast en getuigen van hun kant hadden kunnen aandragen om de rechters tot een ander oordeel te doen komen. Andere verdachten bijvoorbeeld hebben wel feiten en omstandigheden aangedragen die tot hun vrijspraak hebben geleid. Ook was er voldoende tijd om bijvoorbeeld een waarheidscommissie aan het werk te zetten. Thans is het feit dat de heer Bouterse veroordeeld is en omdat hij de functie van president vervult, betekent het dat die functie ingenomen wordt door een veroordeelde persoon. Ongeacht ieders politieke kleur, dit is voor Suriname geen goed visitekaartje naar de eigen bevolking en naar het buitenland toe", voert de politicus aan. Het aantekenen van verzet en eventueel hoger beroep draait het rechtsproces en de veroordeling vooralsnog niet terug, maar geeft de veroordeelde een kans om met nieuwe feiten en bewijs te komen. De rechter bepaalt dan aan het eind van het proces of het vonnis in stand blijft dan wel vernietigd wordt of eventueel tot ander oordeel komt.'
'De politieke partij waar Bouterse voorzitter van is, de NDP, bestond nog niet toen de moorden werden gepleegd. De partij is ook niet veroordeeld, maar heeft zich wel actief gemengd in het rechtsproces en de uitkomst daarvan. Dat blijkt uit diverse pogingen in De Nationale Assemblee die ten doel hadden om het proces stop te zetten, zoals de Amnestiewet van 2012. Vier jaar lang is het rechtsproces onderbroken, omdat men de Amnestiewet wilde laten toetsen door het Constitutioneel Hof dat echter niet bestond.'
'De Krijgsraad heeft in 2016 de rechtszaak uiteindelijk voortgezet. In oktober 2019 is eindelijk de wet Constitutioneel Hof door De Nationale Assemblee aangenomen. Nu wil de NDP met grote spoed het Constitutioneel Hof implementeren met de kennelijke bedoeling om het vonnis buiten werking te stellen. Het Constitutioneel Hof kan een vonnis echter niet terugdraaien of nietig verklaren.'
'De Afobakadam wordt als het goed is binnenkort overgedragen aan Suriname. Dat had al lang moeten gebeuren, maar de regering heeft niet geluisterd naar deskundigen. Nu zit ze ook opgezadeld met een achterstallige betaling aan Alcoa. De VHP heeft ettelijke malen gewezen op het bar slechte resultaat van de onderhandelingen met Alcoa. De effecten beginnen nu concreet zichtbaar te worden. Door het gestuntel van de regering moet Suriname US$ 125 miljoen aan Alcoa betalen. En dit wordt geleend tegen een woekerrente van 12.5%, terwijl er goedkopere opties waren.'
'De VHP vreest dat Staatsolie het kind van de rekening wordt. De inkomsten uit Staatsolie zullen nu op een buitenlandse rekening worden gestort. Tegelijkertijd zal Staatsolie de US$ 15 miljoen aan rente moeten ophoesten. Samen met de kosten van onderhoud is dit circa US$ 30 miljoen extra kosten zonder cash inkomsten voor Staatsolie. Ook is niet duidelijk in welke staat de dam verkeert bij de overdracht en welke kosten hier eventueel mee gemoeid zullen zijn.'
BEP opent op Nationaal Project bij Nieuw-Nickerie een informatiecentrum
Partijvoorzitter Asabina hoopt op 'historische overwinning' in mei 2020
BEP heeft zondagavond op het Nationaal Project, even buiten het centrum van Nieuw-Nickerie,, een informatiecentrum geopend in aanwezigheid van ongeveer driehonderd mensen, zo meldt de Ware Tijd dinsdag 24 december 2019. Partijvoorzitter Ronny Asabina verwacht een wezenlijke bijdrage van de Nickerianen aan de 'historische overwinning' waar de BEP op hoopt. Dit kan volgens hem alleen door hard werken, ook door de afdeling Nickerie.
BEP wil meer invloed hebben op het beleid. 'Daarvoor hebben wij meer zetels nodig. Wij willen heel graag zaken voor de kansarmen bewerkstelligen', zei Asabina. BEP zal bij de verkiezingen op alle niveaus kandidaten presenteren.
August Lila, BEP-regiocoördinator Nickerie, beseft dat het hard knokken wordt 'en daarvoor hebben wij nu een infocentrum van waaruit we onze veldactiviteiten zullen coördineren'.
Er komen trainingen waar mensen in de tien kernen en andere partijstructuren, zullen leren hoe zij mobilisatievergaderingen in de ressorten van het district succesvol kunnen organiseren.
BEP-hoofdbestuurslid en minister van Regionale Ontwikkeling Edgar Dikan heeft de structuren opgeroepen om vol te houden en het veldwerk serieus aan te pakken. 'Uw betrokkenheid wordt verwacht om het beoogde doel te helpen realiseren.'
(Bron foto's: BEP Communiicatie) |
BEP heeft zondagavond op het Nationaal Project, even buiten het centrum van Nieuw-Nickerie,, een informatiecentrum geopend in aanwezigheid van ongeveer driehonderd mensen, zo meldt de Ware Tijd dinsdag 24 december 2019. Partijvoorzitter Ronny Asabina verwacht een wezenlijke bijdrage van de Nickerianen aan de 'historische overwinning' waar de BEP op hoopt. Dit kan volgens hem alleen door hard werken, ook door de afdeling Nickerie.
BEP wil meer invloed hebben op het beleid. 'Daarvoor hebben wij meer zetels nodig. Wij willen heel graag zaken voor de kansarmen bewerkstelligen', zei Asabina. BEP zal bij de verkiezingen op alle niveaus kandidaten presenteren.
August Lila, BEP-regiocoördinator Nickerie, beseft dat het hard knokken wordt 'en daarvoor hebben wij nu een infocentrum van waaruit we onze veldactiviteiten zullen coördineren'.
Er komen trainingen waar mensen in de tien kernen en andere partijstructuren, zullen leren hoe zij mobilisatievergaderingen in de ressorten van het district succesvol kunnen organiseren.
BEP-hoofdbestuurslid en minister van Regionale Ontwikkeling Edgar Dikan heeft de structuren opgeroepen om vol te houden en het veldwerk serieus aan te pakken. 'Uw betrokkenheid wordt verwacht om het beoogde doel te helpen realiseren.'
Surinaamse vissers vingen in 2019 aanzienlijk minder vis dan voorgaande jaren
Visserscollectief: 'We hebben duidelijk klimaatverandering gemerkt'
Er is dit jaar drastisch minder vis gevangen dan in voorgaande jaren. Dit is onder meer te wijten aan de weersomstandigheden, zegt Mark Lall van het Visserscollectief, vandaag, dinsdag 24 december 2019, in de Ware Tijd.
'We hebben duidelijk klimaatverandering gemerkt. Nu, met de regen, is er sprake van sterke wind voor de kust waardoor er moeilijk kan worden gevist.'
Toch kijken de vissers over het algemeen terug op een goed jaar. Dit komt onder andere, omdat de sector in samenwerking met het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) redelijke vorderingen heeft gemaakt in beleid en bij ordening. Lall is hier tevreden over en schrijft dit vooral toe aan de vervanging van minister Lekhram Soerdjan door Rabin Parmessar ruim een half jaar geleden.
'Met overleg lukt het wel om stappen voorwaarts te maken en natuurlijk hebben de vissers ook hun ondersteuning gegeven.' Er zijn nog zaken die moeten worden aangepakt, maar Lall is tevreden over de aanzet die is gegeven voor onder meer de ordening en verduurzaming van de sector. De vissers roepen hier al jaren om, zodat het voortbestaan van de branche gegarandeerd kan zijn.
'Er is een start gemaakt dit jaar en wij hopen dat in 2020 de bal echt aan het rollen komt vooral als het gaat om het vergunningenbeleid.' Het is volgens Lall onverantwoord om in een kleine vijver meer vissers dan vissen te hebben. Hij vindt dat er rekening moet worden gehouden met het visbestand.
Er is dit jaar drastisch minder vis gevangen dan in voorgaande jaren. Dit is onder meer te wijten aan de weersomstandigheden, zegt Mark Lall van het Visserscollectief, vandaag, dinsdag 24 december 2019, in de Ware Tijd.
'We hebben duidelijk klimaatverandering gemerkt. Nu, met de regen, is er sprake van sterke wind voor de kust waardoor er moeilijk kan worden gevist.'
Toch kijken de vissers over het algemeen terug op een goed jaar. Dit komt onder andere, omdat de sector in samenwerking met het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) redelijke vorderingen heeft gemaakt in beleid en bij ordening. Lall is hier tevreden over en schrijft dit vooral toe aan de vervanging van minister Lekhram Soerdjan door Rabin Parmessar ruim een half jaar geleden.
'Met overleg lukt het wel om stappen voorwaarts te maken en natuurlijk hebben de vissers ook hun ondersteuning gegeven.' Er zijn nog zaken die moeten worden aangepakt, maar Lall is tevreden over de aanzet die is gegeven voor onder meer de ordening en verduurzaming van de sector. De vissers roepen hier al jaren om, zodat het voortbestaan van de branche gegarandeerd kan zijn.
'Er is een start gemaakt dit jaar en wij hopen dat in 2020 de bal echt aan het rollen komt vooral als het gaat om het vergunningenbeleid.' Het is volgens Lall onverantwoord om in een kleine vijver meer vissers dan vissen te hebben. Hij vindt dat er rekening moet worden gehouden met het visbestand.
Assemblee neemt Wet Penitentiaire Inrichtingen en Huizen van Bewaring aan
'Deze wet gaat niet over cijfers en boeken, maar over mensenlevens'
Met 28 algemene stemmen is de Wet Penitentiaire Inrichtingen en Huizen van Bewaring gisteravond aangenomen. Naast 24 leden van de coalitie stemden ook Krishna Mathoera en Mahinder Jogi (VHP), Patricia Etnel (NPS) en Carl Breeveld (DOE) vóór. De rest van de oppositie en enkele coalitieleden waren niet meer aanwezig op de vergadering, onder wie zelfs commissieleden, aldus Starnieuws vandaag, dinsdag 24 december 2019.
'Deze wet gaat niet over cijfers en boeken, maar over mensenlevens. Het gaat om mensen die gedetineerd zijn en degenen die op hen moeten letten. Zij moeten op een dergelijke manier worden behandeld dat ze als betere mensen uit de inrichting gaan', sprak Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons na de aanname.
Zij was de leden die gebleven waren om de wet te behandelen, erkentelijk.
Minister Stuart Getrouw van Justitie en Politie heeft verschillende voorstellen om te komen tot een betere wet aangenomen. Deze voorstellen zijn tijdens schorsingen verder verwerkt in de ontwerpwet.
Verschillende leden wezen op het belang van een goed resocialisatie-beleid waardoor recidive, het herhalen van een misdaad, wordt voorkomen. De minister deelde mee, dat het resocialisatieplan zal worden aangepast met de nieuwe inzichten die er zijn. In januari wordt het proces voltooid, waarna een evaluatie komt in het eerste kwartaal. Het plan zal voor vijf jaar worden vastgesteld. Bij resocialisatie moeten naast ouders, voogden, families ook de samenleving meewerken om de mensen terug te ontvangen in de maatschappij.
Commissielid Breeveld merkte op, dat het om een raamwet gaat, die de ruimte biedt om meer zaken te regelen. 'Met deze wet is een goede basis gelegd. Recidive moet worden verminderd, waarbij preventie heel belangrijk is. Er moeten opvoedingsondersteuningsprogramma's komen voor gezinnen. Voorkomen moet worden dat kinderen in handen van justitie terechtkomen.'
De Nationale Assemblee heeft de laatste wet voor dit jaar behandeld en aangenomen. In twee dagen tijd zijn vier fiscale wetten en de Wet Penitentiaire Inrichtingen en Huizen van Bewaring behandeld en aangenomen.
De eerstvolgende plenaire openbare vergadering staat gepland voor 13 januari, deelde Assembleevoorzitster Geerlings-Simons mee.
Met 28 algemene stemmen is de Wet Penitentiaire Inrichtingen en Huizen van Bewaring gisteravond aangenomen. Naast 24 leden van de coalitie stemden ook Krishna Mathoera en Mahinder Jogi (VHP), Patricia Etnel (NPS) en Carl Breeveld (DOE) vóór. De rest van de oppositie en enkele coalitieleden waren niet meer aanwezig op de vergadering, onder wie zelfs commissieleden, aldus Starnieuws vandaag, dinsdag 24 december 2019.
'Deze wet gaat niet over cijfers en boeken, maar over mensenlevens. Het gaat om mensen die gedetineerd zijn en degenen die op hen moeten letten. Zij moeten op een dergelijke manier worden behandeld dat ze als betere mensen uit de inrichting gaan', sprak Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons na de aanname.
Zij was de leden die gebleven waren om de wet te behandelen, erkentelijk.
19 1897 Pres. D.D. Bouterse Aanb. Wet Penitentiare Inrichtingen en Huizen Van Bewaring by Suriname Mirror on Scribd
Minister Stuart Getrouw van Justitie en Politie heeft verschillende voorstellen om te komen tot een betere wet aangenomen. Deze voorstellen zijn tijdens schorsingen verder verwerkt in de ontwerpwet.
Verschillende leden wezen op het belang van een goed resocialisatie-beleid waardoor recidive, het herhalen van een misdaad, wordt voorkomen. De minister deelde mee, dat het resocialisatieplan zal worden aangepast met de nieuwe inzichten die er zijn. In januari wordt het proces voltooid, waarna een evaluatie komt in het eerste kwartaal. Het plan zal voor vijf jaar worden vastgesteld. Bij resocialisatie moeten naast ouders, voogden, families ook de samenleving meewerken om de mensen terug te ontvangen in de maatschappij.
Commissielid Breeveld merkte op, dat het om een raamwet gaat, die de ruimte biedt om meer zaken te regelen. 'Met deze wet is een goede basis gelegd. Recidive moet worden verminderd, waarbij preventie heel belangrijk is. Er moeten opvoedingsondersteuningsprogramma's komen voor gezinnen. Voorkomen moet worden dat kinderen in handen van justitie terechtkomen.'
De Nationale Assemblee heeft de laatste wet voor dit jaar behandeld en aangenomen. In twee dagen tijd zijn vier fiscale wetten en de Wet Penitentiaire Inrichtingen en Huizen van Bewaring behandeld en aangenomen.
De eerstvolgende plenaire openbare vergadering staat gepland voor 13 januari, deelde Assembleevoorzitster Geerlings-Simons mee.
Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO) vindt dat Bouterse moet aftreden als president
PRO eist Assemblee-vergadering over kwestie positie Bouterse
Partij wil eventueel vergadering via Kort Geding afdwingen
De Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO) vindt dat Desi Bouterse moet aftreden als president nu hij door de Krijgsraad is veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
In onderstaande brief aan Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons van maandag 23 december 2019, vraagt Gerold Sewcharan, voorzitter van PRO, haar een vergadering uit te schrijven hierover, zo schrijft Starnieuws vandaag, dinsdag 24 december 2019.
Indien binnen een week geen bevestiging komt, zullen er rechtsmaatregelen worden getroffen tegen de Assembleevoorzitster. Er zal een vordering in Kort Geding ingediend worden tegen Geerlings-Simons om de vergadering alsnog uit te schrijven. Het agendapunt van de uit te schrijven vergadering moet volgens de PRO zijn 'Nemen van het besluit tot tussentijds doen aftreden van de heer D.D. Bouterse als president van de Republiek Suriname'.
De politieke organisatie hoopt dat een gerechtelijke procedure niet gevoerd hoeft te worden en kijkt uit naar het uitschrijven van de vergadering door de Assembleevoorzitster. Zij vertegenwoordigt De Nationale Assemblee in en buiten rechte.
De vergadering is volgens Sewcharan nodig in het belang van het volk. In de brief wordt erop gewezen, dat verzet is aangetekend door Bouterse tegen het vonnis van de Krijgsraad. Ondanks het verzet behoudt het vonnis zijn rechtskracht en overige implicaties volledig, benadrukt Sewcharan. 'Zolang er geen andere rechterlijke beslissing is gevolgd, inhoudende de vernietiging van het vonnis van de Krijgsraad van 29 november 2019, staat dit vonnis dus volkomen overeind en dienen wij het met z'n allen te respecteren, alsook de rechtsgevolgen ervan', schrijft Sewcharan, die advocaat is.
Om tot president te kunnen worden gekozen, moet de kandidaat geen handelingen hebben verricht tegen de Grondwet. Nu is in rechte komen vast te staan dat Bouterse in strijd heeft gehandeld met de Grondwet, staat in de brief. De Grondwet stelt in artikel 14, dat eenieder recht heeft op leven. Bouterse is veroordeeld samen met anderen vijftien personen, opzettelijk het leven te hebben ontnomen. 'Hij heeft derhalve in strijd met de Grondwet gehandeld', concludeert de PRO.
Er worden in het schrijven meer zaken aangehaald die strijdig zijn met de Grondwet. Bouterse is met de veroordeling van medeplegen van moord niet in staat het belang van de Surinaamse natie te dienen. Op geen enkele wijze, meent Sewcharan. 'Bovendien kunnen wij, nu wij ons als volk van Suriname onderworpen hebben aan de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens zoals die op 10 december 1948 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aangenomen, onszelf niet doen uitdragen door een van medeplegen van moord veroordeelde persoon.'
De PRO voert aan, dat in artikel 74 van de Grondwet staat dat de Assemblee tot taak heeft het nemen van het besluit tot het tussentijds doen aftreden van de president.
Partij wil eventueel vergadering via Kort Geding afdwingen
De Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO) vindt dat Desi Bouterse moet aftreden als president nu hij door de Krijgsraad is veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
In onderstaande brief aan Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons van maandag 23 december 2019, vraagt Gerold Sewcharan, voorzitter van PRO, haar een vergadering uit te schrijven hierover, zo schrijft Starnieuws vandaag, dinsdag 24 december 2019.
Indien binnen een week geen bevestiging komt, zullen er rechtsmaatregelen worden getroffen tegen de Assembleevoorzitster. Er zal een vordering in Kort Geding ingediend worden tegen Geerlings-Simons om de vergadering alsnog uit te schrijven. Het agendapunt van de uit te schrijven vergadering moet volgens de PRO zijn 'Nemen van het besluit tot tussentijds doen aftreden van de heer D.D. Bouterse als president van de Republiek Suriname'.
De politieke organisatie hoopt dat een gerechtelijke procedure niet gevoerd hoeft te worden en kijkt uit naar het uitschrijven van de vergadering door de Assembleevoorzitster. Zij vertegenwoordigt De Nationale Assemblee in en buiten rechte.
De vergadering is volgens Sewcharan nodig in het belang van het volk. In de brief wordt erop gewezen, dat verzet is aangetekend door Bouterse tegen het vonnis van de Krijgsraad. Ondanks het verzet behoudt het vonnis zijn rechtskracht en overige implicaties volledig, benadrukt Sewcharan. 'Zolang er geen andere rechterlijke beslissing is gevolgd, inhoudende de vernietiging van het vonnis van de Krijgsraad van 29 november 2019, staat dit vonnis dus volkomen overeind en dienen wij het met z'n allen te respecteren, alsook de rechtsgevolgen ervan', schrijft Sewcharan, die advocaat is.
Om tot president te kunnen worden gekozen, moet de kandidaat geen handelingen hebben verricht tegen de Grondwet. Nu is in rechte komen vast te staan dat Bouterse in strijd heeft gehandeld met de Grondwet, staat in de brief. De Grondwet stelt in artikel 14, dat eenieder recht heeft op leven. Bouterse is veroordeeld samen met anderen vijftien personen, opzettelijk het leven te hebben ontnomen. 'Hij heeft derhalve in strijd met de Grondwet gehandeld', concludeert de PRO.
Er worden in het schrijven meer zaken aangehaald die strijdig zijn met de Grondwet. Bouterse is met de veroordeling van medeplegen van moord niet in staat het belang van de Surinaamse natie te dienen. Op geen enkele wijze, meent Sewcharan. 'Bovendien kunnen wij, nu wij ons als volk van Suriname onderworpen hebben aan de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens zoals die op 10 december 1948 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aangenomen, onszelf niet doen uitdragen door een van medeplegen van moord veroordeelde persoon.'
De PRO voert aan, dat in artikel 74 van de Grondwet staat dat de Assemblee tot taak heeft het nemen van het besluit tot het tussentijds doen aftreden van de president.
Bewoners diverse dorpen te Brokopondo ageren tegen uitgifte goudconcessie
(Bron foto: NII) |
'Vrouwen kunnen niet meer naar hun kostgrondjes'
Mensen van verschillende dorpen in Brokopondo protesteren tegen de uitgifte van een goudconcessie in het district. Zij willen dat de concessie wordt ingetrokken. Vertegenwoordigers van de dorpen Dreypada, Tapoeripa, Asigron, Boslanti en Compagnie hebben zich beklaagd bij minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling, aldus het Nationaal Informatie Instituut (NII) maandag 23 december 2019.
De bewindsman heeft de mensen gevraagd zich kalm te houden en heeft toegezegd dat hij de kwestie zal bespreken met zijn collega Sergio Akiemboto van Natuurlijke Hulpbronnen.
Delegatieleider basya Ruben Pina van Tapoeripa heeft de minister te kennen gegeven, dat de dorpelingen door de uitgifte van de concessie verstoord worden in hun leef- en woongebied.
'Vrouwen kunnen niet meer naar hun kostgrondjes, omdat zij van de concessiehouder het gebied waarin zij planten, binnenkort moeten verlaten. Een aantal kostgrondjes zou al zijn vernietigd tijdens de voorbereidende activiteiten om de concessie in bedrijf te brengen. Hierdoor zullen de vrouwen inkomsten mislopen en hun gezinnen niet meer kunnen voorzien in het hoognodige. De vrouwen hebben kinderen die ze geld moeten geven om naar school te gaan. De mannen die in de omgeving doen aan kleinschalige goudwinning om hun gezinnen te onderhouden, moeten het gebied ook verlaten. We zijn radeloos', aldus basya Pina tegenover de minister en zijn staf.
Uit de informatie en documenten die zijn verzameld, blijkt dat enkele dorpen vallen binnen de grenzen van de concessie. De delegatieleider noemt dit ‘zeer ernstig en een bedreiging van de lokale gemeenschappen'. De basya hoopt dat de mijnactiviteiten die in voorbereiding zijn, voortijdig worden onderbroken.
'We willen niet de ellende meemaken, die andere dorpen in het district hebben meegemaakt', zei Pina.
De minister heeft na de delegatie te hebben aangehoord, onderkend dat de situatie zorgwekkend is. Hoewel de uitgifte van concessies niet onder zijn ministerie vallen, wil minister Dikan zich wel inzetten voor een oplossing. Hij heeft de dorpelingen gevaagd om zich ook te wenden tot minister Akiemboto. De bewindsman heeft de gelegenheid aangegrepen om te wijzen op het belang van het veiligstellen van de grondenrechten bij wet en de inspanningen die gepleegd worden om dat vraagstuk landelijk op te lossen.
Owru Yari-festiviteiten toch tot zes uur 's middags....
Organisatoren komen terug op eerder besluit om om vijf uur te stoppen
De Owru Yari-festiviteiten in de binnenstad stoppen toch niet om vijf uur ’s middags. De organisatoren hebben groen licht gekregen om tot zes uur door te gaan, net zoals voorgaande jaren. Dit bevestigt Conrad Issa, die betrokken is bij de Owru Yari-viering in de binnenstad, aldus de Ware Tijd vandaag, dinsdag 24 december 2019.
Het besluit om de activiteiten om vijf uur 's middags te beëindigen was gezamenlijk genomen in de overleggroep van het Owru Yari-feest bestaande uit districtscommissaris Mike Nerkust, organisatoren, brandweer en politie. Achteraf leken de organisatoren het hiermee niet eens te zijn, vermoedelijk omdat veel burgers op sociale media kritiek hebben geuit.
Nerkust had eerder gezegd, dat hij er geen moeite mee heeft dat de festiviteiten langer duren. Het idee om eerder te stoppen kwam volgens hem van de organisatoren zelf. Zij zouden hierdoor genoeg tijd hebben om het afval op te ruimen voordat de politie de wegen weer zou openstellen.
De overleggroep heeft voor de veiligheid van feestvierders maatregelen genomen. Het podium dat traditioneel elk jaar op de hoek van de Dominee- en Jodenbreestraat staat, wordt verplaatst naar de hoek van de Jodenbree- en Keizerstraat. 'We willen hierdoor dat de massa zich gaat verspreiden. Mocht zich een calamiteit voordoen in de Domineestraat, dan moeten de mensen gemakkelijk uit de drukte kunnen komen', zegt Issa.
De andere podia, zoals op de hoek van de Dominee- en Steenbakkerijstraat, worden gehandhaafd. De soundtruck van South South West, die traditiegetrouw door de Domineestraat reed, krijgt een andere route. Wanneer de truck in de straat is, drukken feestgangers zich tegen elkaar aan en soms raken mensen - vooral ook kinderen - bekneld of komen in ademnood. 'Er zijn genoeg incidenten die de maatregel rechtvaardigen, maar ik vind het jammer voor de soundtruck, omdat de band behoort tot de mensen van het eerste uur die elk jaar de feestsfeer verhogen', zegt Issa.
Cedric Menig, communicatiemedewerker van het Rode Kruis, wil niet ingaan op de vraag of de veiligheidsmaatregelen terecht zijn. Er zullen medewerkers van zijn organisatie tijdens het oudejaarsfestival op diverse plekken in de binnenstad zijn. 'Op de eerste plaats, moet iedereen zorgen voor zijn eigen veiligheid', aldus Menig.
De Owru Yari-festiviteiten in de binnenstad stoppen toch niet om vijf uur ’s middags. De organisatoren hebben groen licht gekregen om tot zes uur door te gaan, net zoals voorgaande jaren. Dit bevestigt Conrad Issa, die betrokken is bij de Owru Yari-viering in de binnenstad, aldus de Ware Tijd vandaag, dinsdag 24 december 2019.
Het besluit om de activiteiten om vijf uur 's middags te beëindigen was gezamenlijk genomen in de overleggroep van het Owru Yari-feest bestaande uit districtscommissaris Mike Nerkust, organisatoren, brandweer en politie. Achteraf leken de organisatoren het hiermee niet eens te zijn, vermoedelijk omdat veel burgers op sociale media kritiek hebben geuit.
Nerkust had eerder gezegd, dat hij er geen moeite mee heeft dat de festiviteiten langer duren. Het idee om eerder te stoppen kwam volgens hem van de organisatoren zelf. Zij zouden hierdoor genoeg tijd hebben om het afval op te ruimen voordat de politie de wegen weer zou openstellen.
De overleggroep heeft voor de veiligheid van feestvierders maatregelen genomen. Het podium dat traditioneel elk jaar op de hoek van de Dominee- en Jodenbreestraat staat, wordt verplaatst naar de hoek van de Jodenbree- en Keizerstraat. 'We willen hierdoor dat de massa zich gaat verspreiden. Mocht zich een calamiteit voordoen in de Domineestraat, dan moeten de mensen gemakkelijk uit de drukte kunnen komen', zegt Issa.
De andere podia, zoals op de hoek van de Dominee- en Steenbakkerijstraat, worden gehandhaafd. De soundtruck van South South West, die traditiegetrouw door de Domineestraat reed, krijgt een andere route. Wanneer de truck in de straat is, drukken feestgangers zich tegen elkaar aan en soms raken mensen - vooral ook kinderen - bekneld of komen in ademnood. 'Er zijn genoeg incidenten die de maatregel rechtvaardigen, maar ik vind het jammer voor de soundtruck, omdat de band behoort tot de mensen van het eerste uur die elk jaar de feestsfeer verhogen', zegt Issa.
Cedric Menig, communicatiemedewerker van het Rode Kruis, wil niet ingaan op de vraag of de veiligheidsmaatregelen terecht zijn. Er zullen medewerkers van zijn organisatie tijdens het oudejaarsfestival op diverse plekken in de binnenstad zijn. 'Op de eerste plaats, moet iedereen zorgen voor zijn eigen veiligheid', aldus Menig.
Abonneren op:
Posts (Atom)