vrijdag 8 maart 2019

Totdat een definitieve grens is bepaald worden gezamenlijke acties Suriname-Frankrijk niet hervat

Gezamenlijke militaire patrouilles met Fransen in oostelijk grensgebied blijven opgeschort


Suriname houdt vast aan zijn standpunt om de gezamenlijke militaire patrouilles met de Fransen in het oostelijk grensgebied op te schorten. Totdat er een definitieve grens is bepaald worden de gezamenlijke acties niet hervat. Suriname en Frankrijk hebben vrijdagavond 8 maart 2019 een gezamenlijk communiqué uitgegeven (zie onderaan) naar aanleiding van acties van de Franse gendarmerie in het grensgebied waarbij bezittingen van burgers, voornamelijk gouddelvers, zijn vernield en in brand gestoken, zo schrijft de Ware Tijd.

In het communiqué wordt aangegeven, dat vanwege de onzekerheid over de afbakening van de grens in de Marowijnerivier en de incidenten die zich hebben voorgedaan, de regering van Suriname heeft besloten de gezamenlijke patrouilles op te schorten totdat zo snel als mogelijk de definitieve vaststelling van de grens heeft plaatsgevonden.

Partijen erkennen de noodzaak van samenwerking teneinde grensoverschrijdende criminaliteit, illegale goudmijnbouw en milieu-onvriendelijke activiteiten, met name het gebruik van kwik, tegen te gaan.

Ook wordt de noodzaak erkend om in samenspraak concrete projecten te identificeren op het gebied van gezondheidszorg, landbouw, handel, toerisme, onderwijs, sport, kunst en cultuur, die de lokale bewoners ten goede moeten komen.

De twee regeringen zijn ervan overtuigd dat 'een gezamenlijke benadering bij het aanpakken van de gebeurtenissen langs de Marowijnerivier zal bijdragen aan de bevordering en duurzame ontwikkeling van de twee landen en hun bevolkingen'.

In het communiqué wordt ook aangevoerd, dat partijen zich ervan bewust zijn dat de drie recente incidenten plaatsvonden in gebieden die vallen onder de Conventie van 1915 en momenteel onderwerp zijn van besprekingen tussen Suriname en Frankrijk om de definitieve grens in de Marowijnerivier vast te stellen. Het betreft in deze het gebied dat ligt tussen het eiland Portal en Stoelmanseiland. De vernielingen door de Franse militairen, op instructie van het Franse Openbaar Ministerie, hebben zich voorgedaan op 25 september en 23 oktober vorig jaar en onlangs op 27 februari.

De twee regeringen zeggen zich bewust te zijn van de economische activiteiten die er plaatsvinden, maar ook van illegale activiteiten, waaronder mensenhandel en grensoverschrijdende criminaliteit, die niet bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van het gebied, met inbegrip van het toerisme.

De tekst van het Communiqué:

Joint Communique

Between the Republic of Suriname and the French Republic related to the developments on the Marowijne River

March 8th, 2019

  • Having regard to the excellent relations that exist between the Republic of Suriname and the French Republic in various areas such as trade, health, security, education, tourism, movement of persons and goods;
  • Acknowledging the continued strengthening of this relationship through various mechanisms such as the River Council and other joint working groups, including recent high-level engagements;
  • Emphasizing that the Marowijne River brings together many generations of people from Surinamese and French nationality as well as other nationalities, providing in their means of subsistence and other necessities of life;
  • Recalling the two incidents on the Marowijne River that took place on September 25th, 2018 and October 23rd, 2018, during which various goods, assets and personal belongings, used for illegal mining have been destroyed by French military personnel, with the instruction of the French Prosecutor in Cayenne;
  • Conscious of the third incident that occurred on February 27th, 2019, whereby gold mining materials, including mercury, were seized and destroyed in the Marowijne River island “Akoti Kampou”, with the instruction of the French Prosecutor in Cayenne, which seemingly involved two foreign nationals;
  • Also conscious that the three incidents were in areas covered by the Convention of 1915, which are in the framework of the current discussions, on the demarcation of the borderline in the Marowijne River, by the Government of the Republic of Suriname and the Government of the French Republic;
  • Aware of the economic activities, but also of illegal activities, including human trafficking and transborder crime, which are not conducive to the development  of the region, including tourism, that are taking place on and around the Marowijne river;
The Government of the Republic of Suriname and the Government of the French Republic:
  1. Note that these incidents have caused great uncertainty regarding the borderline[1] and have resulted in an urgent need to find a durable solution through meaningful negotiations between both countries;
  2. Further note that both Governments have had several diplomatic demarches and two rounds of technical consultations regarding the demarcation of the border and the assignment of the occurring islands, based on the Convention of 1915 between the Netherlands and France, with the aim to provide clarity regarding the borderline in the Marowijne River;
  3. Emphasize that, based on the principle that border determination has to be agreed upon bilaterally, and taken into account article 1 of the Convention of 1915, have further agreed that both sides will show restraint in the areas under ongoing discussion, as this can disrupt peace and stability;
  4. Recall that, because of the uncertainty of the demarcation of the border in the Marowijne River and the ensuing incidents that occur, the Government of Suriname has decided to suspend the joint patrol operation until definitive settlement of the border, to be concluded as soon as possible;
  5. Acknowledge the need to cooperate in order to combat trans-border crime, illegal gold mining and the threat of environmentally unfriendly acts, in particular the use of mercury;
  6. Also acknowledge the need to work together to identify concrete projects benefiting the local communities in the areas of health, agriculture, trade, tourism, education, sports, arts and culture;
  7. Convinced that a joint approach in addressing the occurrences on the Marowijne River will work to the advancement and sustainable development of both countries and people;  


Republic of Suriname                                                  French Republic

[1] The reference to a border in the Marowijne River, for the purpose of this Joint Communique, speaks to the area between the South of the island of Portal and the North of Stoelmanseiland as defined by the Convention of 1915.

Regering Suriname droomt over aanleg diepzeehaven voor kust

Deskundigen vegen droom echter rigoureus van tafel: 'Het is een hardnekkig en heel dom verhaal'


Naast de jarenlange droom van de regering-Bouterse over het uitbaggeren van de Surinamerivier, heeft de regering al jaren een tweede grootse droom: de aanleg van een paar miljard Amerikaanse dollar kostende diepzeehaven zo'n vijftien kilometer voor de kust.

President Desiré Bouterse heeft het er vaak over gehad. Zo zei hij in september 2011 al in zijn Jaarrede over het te voeren regeringsbeleid voor 2012:

'(…) De Regering zal in het dienstjaar 2012 feasibility studies van de megaprojecten continueren. In dit kader kunnen wij, onder andere, noemen de vaste oeververbindingen met Frans Guyana, de vaste oeververbinding van de Surinamerivier en de diepzeehaven.(...)'

En in het 'Ontwikkelingsplan 2012 – 2016 Suriname' van de regering is onder andere te lezen:

 '(…) De bouw van een diepzeehaven zal in deze beleidsperiode serieus in studie worden genomen. Goederen kunnen dan worden aangeleverd aan de diepzeehaven via Boa Vista, Guyana of Venezuela, terwijl een enorm spin-off effect voor Suriname zal worden gegenereerd. De levering van goederen aan de eventueel te bouwen diepzeehaven zal in grote volumes geschieden. (...)'

Inmiddels is het maart 2019 en van een diepzeehaven-plan, laat staan een studie, is nog steeds geen sprake. Maar, er is binnen regeringskringen wel weer hoopvol over gesproken. 'Het aanleggen van een diepzeehaven mag geen droom meer zijn', zei minister Stephen Tsang van Handel & Industrie in juli, 'het is het bittere noodzaak'.
De droom was en is, dat Suriname een regionale vracht- en doorvoerhub moet worden. Tsang: 'Met de beperkte diepgang van de Surinamerivier die geregeld gebaggerd moet worden en de langetermijndoelen van ons land om als handelshub voor de diverse landen in Azië te fungeren, is een diepzeehaven noodzakelijk.'

De huidige haven van Paramaribo:



Daarnaast acht de bewindsman een diepzeehaven noodzaak vanwege de mogelijk te verwachten grote olievondst voor de Surinaamse kust. Zo'n vondst vergt een goede infrastructuur tussen de boorlocatie en het vaste land en Tsang wil buurland Guyana, dat ook diepzeehaven-plannen heeft, de loef afsteken nu Guyana wel met groots succes olievondsten voor zijn kust heeft. Voor de financiering van de aanleg van een haven voor de kust kijkt Suriname vooral naar de Verenigde Arabische Emiraten met wie goede banden worden onderhouden.

Maar, hoe de regering ook moge dromen over een diepzeehaven, voor deskundigen blijven het niets meer dan natte dromen. Zij vegen de plannen rigoureus van tafel.

'Mededelingen vanuit de regering dat plannen bestudeerd worden om voor de kust een diepzeehaven aan te leggen is een hardnekkig en heel dom verhaal. De vertellers daarvan geven te kennen hoegenaamd niets over de geografie van Suriname te weten', zei wetenschapper en directeur van het Centrum voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek (CeSWO) Deryck Ferrier tijdens een presentatie op de eind oktober in Paramaribo gehouden United Business Fair. 'Het opspuiten van een eiland voor de kust en deze verbinden met het vasteland zou vanwege de bodemgesteldheid alleen al een astronomisch bedrag vergen, dat met de economische activiteiten in de regio nooit terugverdiend zou kunnen worden. Er is voor onze kust geen zand, alleen maar modder, vijftien tot twintig meter diep', aldus Ferrier.

Cijfers die hij heeft ingezien over deze plannen komen neer op een investering van 7 miljard Amerikaanse dollar voor een havenareaal van ongeveer honderd hectare, ruim 70.000 dollar per vierkante meter. Logistiek gezien is dit plan volgens hem ook moeilijk uit te voeren, omdat zand voor het opspuiten van het eiland tweehonderd kilometer verder uit Amapa in Brazilië gehaald zou moeten worden.

Daarenboven zijn volgens Ferrier de enige plekken die misschien geschikt zouden zijn voor een diepzeehaven de schelpritsen voor de kust. Daar een kunstmatig eiland bouwen zou echter een ramp voor de natuur betekenen, omdat in dat gebied Surinames garnalenpopulatie broedt en het hèt voedingsgebied is van het commerciële visbestand. Met de bouw van zo'n eiland zou de visserijsector in het land de das omgedaan worden, omdat de vis- en garnalenpopulatie zou verdwijnen, aldus de nestor onder de Surinaamse wetenschappers.
'Je creëert dus een geweldig ecologisch drama als je dat daar doet terwijl het nergens voor nodig is.'

Suriname is geen Dubai of Nederland waar kunstmatige eilanden mogelijk zijn en deskundigheid voorhanden is. De regering zal dat op den duur moeten gaan inzien en zich focussen op het uitbaggeren van de Surinamerivier, dat wèl mogelijk is.

(Suriname Mirror, 8 maart 2019)

Mysterieuze orka ('killer whale') gespot voor kust Chili kan nieuwe soort zijn

'Dit is de meest anders uitziende orka die ik ooit heb gezien'

Een type D-orka (top) ziet er heel anders uit dan de meer gebruikelijke orka.
(Bron foto's: AP: Paul Tixier / CEBC CNRS / MNHN Parijs, Robert Pitman / NOAA)

Tientallen jaren waren er verhalen van vissers en toeristen, zelfs foto's, van een mysterieuze orka die niet op de anderen leek, maar wetenschappers hadden het nog nooit gezien - tot nu. Een internationaal team van onderzoekers zegt, dat ze een paar dozijn van de duidelijk verschillende orka's heeft gevonden die door de oceanen rond het zuiden van Chili zwerven.

Sinds de ontdekking in januari wachten wetenschappers op resultaten van DNA-testen op een weefselmonster, maar denken dat het dier een aparte soort kan zijn.


De Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) voelde zich voldoende zelfverzekerd om de ontdekking van de lang door geruchten omringde orka donderdag 7 maart 2019 te bevestigen. Sommige externe deskundigen waren voorzichtiger en erkenden dat de walvissen anders waren, maar zeiden dat ze zouden wachten op de testresultaten om de soortvraag te beantwoorden.

'Dit is de meest anders uitziende orka die ik ooit heb gezien', zei Robert Pitman, een NOAA-zee-ecoloog in San Diego. Hij maakte deel uit van het team dat de orka's van Cape Horn op het puntje van Zuid-Amerika zag. Hoe anders? Het kenmerkende grote witte ooglapje van de walvis is klein op de nieuw gevonden dieren, nauwelijks merkbaar. Hun hoofden zijn iets meer afgerond en minder glad dan normale orka's, en hun rugvinnen zijn smaller en puntig. Ze eten waarschijnlijk vis, geen zeezoogdieren zoals zeehonden, zoals andere orka's doen, zei Pitman.


Vissers hebben geklaagd over hoe goed de verschillende orka's zijn om vislijnen leeg te stropen en 90 kilo vis weg te vangen.

Pitman zei, dat ze zo verschillend waren, dat ze waarschijnlijk niet met andere orka's konden paren en waarschijnlijk een nieuwe soort zijn. Met een lengte van 6-7,5 meter zijn ze iets kleiner dan de meeste orka's.

Op het zuidelijk halfrond worden orka's als één soort beschouwd, ingedeeld in de soorten A tot en met C. Deze soort wordt type D of subantarctische orka genoemd.

Michael McGowen, marine zoogdier curator bij het Smithsonian, zei dat het een nieuwe soort is zonder genetische gegevens die voorbarig kunnen zijn. Toch zei hij: 'Ik vind het behoorlijk opmerkelijk dat er nog steeds veel zaken in de oceaan zijn, als een enorme orka, waar we niets van weten. Na 14 jaar zoeken, heb ik ze eindelijk te zien gekregen.'

Wetenschappers hebben gehoord over deze kenmerkende walvissen sinds een massale stranding in Nieuw-Zeeland in 1955. Wetenschappers dachten aanvankelijk dat het een familie van orka's kon zijn met een specifieke mutatie, maar de ontdekking van januari en alle foto's ertussen wijzen naar een ander type, zei de heer Pitman. Hij erkende dat hij klonk als de wraakzuchtige kapitein in de klassieke roman Moby-Dick. Hij zei dat ze moeilijk te vinden zijn, omdat ze ver in het zuiden en ver van de kust leven, in tegenstelling tot de meeste orka's.

'De type D-killer-walvis leeft in de meest onherbergzame wateren op aarde, het is een goede plek om je te verstoppen.'

Pitman raakte geïnteresseerd in deze mysterieuze orka toen hem in 2005 een foto werd getoond. Toen hij en anderen besloten om ze te zoeken, volgden ze het advies en de aanwijzingen van Zuid-Amerikaanse vissers, die de walvissen hun vis hadden zien stropen. Na weken wachten kwamen ongeveer 25 van de walvissen naar de boot van de groep en zagen eruit alsof ze verwachtten dat ze gevoerd zouden worden.



Problemen met apparatuur verhinderden de wetenschappers genoeg van de walvissongs op te nemen, maar gebruikten een kruisboog om een ​​weefselmonster te krijgen.

Pitman zei, dat de walvissen zo groot waren en hun huid zo hard, dat het hen geen pijn deed.

Hij stelt, dat hij 21 januari nooit zou vergeten toen hij eindelijk zijn eerste en dan een stel van het type D orka's zag. 'Ik was 14 jaar lang op zoek naar deze jongens, ik heb ze eindelijk te zien gekregen', zei hij.

(Suriname Mirror/ABC News/The Associated Press/YouTube)

Directie van St.Vincentius Ziekenhuis en minister Elias vinden oplossing in kwestie betaling twk

Totale betalingsverplichting aan personeel wordt ingelopen in drie termijnen, totaal Srd 2,5 miljoen


Na intensief overleg van de directie van het St.Vincentius Ziekenhuis met minister Antoine Elias van Volksgezondheid is het gelukt om een oplossing te vinden voor het uitbetalen van de terugwerkende kracht (twk) van 2018. Het personeel heeft de werkzaamheden vanaf vrijdagmiddag 8 maart 2019 hervat, meldt algemeen directeur Manodj Hindori, aldus Starnieuws.

Na veel geschuif met beschikbare gelden heeft de minister, in samenspraak met de directeur van het Staatsziekenfonds, Rick Kromodihardjo, kunnen bewerkstelligen dat de totale betalingsverplichting aan het personeel van het ziekenhuis zal worden ingelopen in drie tranches. De eerste tranche zal volgende week worden uitgekeerd aan het ziekenhuis, de tweede tranche zal plaatsvinden begin mei en de derde betaling begin juli. Het gaat hierbij in totaal om Srd 2,5 miljoen.

De directie heeft het personeel vrijdagmiddag in een vergadering deze oplossing voorgehouden. Het personeel is akkoord gegaan en is gelijk aan het werk gegaan.

Vakbond en directie gaan maandag weer om de tafel om over andere gesprekspunten verder te overleggen.

Hindori is opgelucht dat de staking voorbij is. Hij is minister Elias dankbaar, dat hij zich met de weinige middelen die hij ter beschikking heeft, toch heeft ingezet om een oplossing te brengen voor het St. Vincentius Ziekenhuis. Hindori is ook blij dat zijn personeel de patiënten niet in de steek heeft gelaten. Hij benadrukt dat het een grote verantwoordelijkheid is om opgenomen patiënten van de benodigde medische zorg te voorzien.

Gelukkig hebben de personeelsleden er, ondanks de acties, voor gezorgd dat alle patiënten toch de zorg bleven krijgen die zij nodig hadden. Met deze oplossing is de rust wedergekeerd in het St. Vincentius Ziekenhuis.

Slachtoffer schietpartij in Alimoni-gebied in het AZP opgenomen met schotwond in derrière

Politie werkt aan de opsporing van de voortvluchtige, vermoedelijk Braziliaanse, verdachte


In het gebied Alimoni in het district Brokopondo heeft Luciano D. in de nacht van vrijdag 1 op zaterdag 2 maart een schotwond aan zijn zitvlak opgelopen. De schutter is een man van vermoedelijk Braziliaanse komaf, zo bericht het Korps Politie Suriname pas op vrijdag 8 maart 2019.

D. heeft verklaart dat hij de schutter niet kent. Het is vooralsnog niet duidelijk voor de politie waarom die man op D. geschoten heeft.

Na de schietpartij koos de verdachte het hazenpad en is nog steeds voortvluchtig.

D. werd in ambulance afgevoerd naar de Spoed Eisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) voor het verkrijgen van medische hulp. Hij is opgenomen in de ziekeninrichting en verkeert buiten levensgevaar.

De politie werkt aan de opsporing van de voortvluchtige verdachte. Deze zaak is overgedragen aan de recherche van Regio Midden.

Minister Soerdjan: 'Zes hek-trawlers uit China zijn nu illegaal in Surinaamse wateren'

Autoriteiten gaan stappen ondernemen om de schepen te verwijderen

- Karta-Bink (PL): 'Heeft ons Kustwacht geen benzine, wie controleert wie op onze wateren?'
- NDP-parlementariër Rajiv Ramsahai: 'Nog drie Chinese trawlers zijn op weg naar Suriname'


Er lijkt een einde te komen aan de paar maanden durende soap rond de zes hek-trawlers uit China die zich sinds november in Surinaamse wateren bevinden. ROS National Fisheries NV is formeel te kennen gegeven dat de vaartuigen niet voldoen aan de Surinaamse wetgeving. Op 1 maart is bekendgemaakt dat alle toestemmingen uitgegeven tot en met december 2018 vervallen zijn verklaard. Dit heeft minister Lekhram Soerdjan van Landbouw, Veeteelt en Visserij gisteren geantwoord op vragen tijdens de openbare vergadering van De Nationale Assemblee, aldus Starnieuws en Dagblad Suriname vandaag, vrijdag 8 maart 2019.

Soerdjan deelde mee dat hij ervan uitgaat dat de trawlers nu illegaal zijn in Surinaamse wateren. Hij zal nagaan met de bevoegde autoriteiten welke stappen gezet moeten worden om de schepen te verwijderen uit de Surinaamse wateren.

De bewindsman legde uit, dat de fabrieksschepen niet al die tijd illegaal hier zijn. Zij hadden toestemming om het land binnen te varen voor inspectie. De boten zijn geïnspecteerd.

Op 3 januari heeft het bedrijf een schrijven ontvangen dat de boten niet voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan vistrawlers. De advocaten van ROS National Fisheries hebben een schrijven gericht aan het ministerie om ontvangen te worden.

'Ik heb het bedrijf via de vertegenwoordigers en hun advocaten ontvangen. Ik heb hen voorgehouden wat de regelgeving zegt. Zij hebben hun interpretatie gegeven en zij zouden nog natrekken wat de vervolgstappen zullen zijn. Wat mij betreft en wat het ministerie betreft, is het overduidelijk dat de vistrawlers niet voldoen aan de voorwaarden zoals die gesteld zijn in de beschikking', deelde Soerdjan mee.

Pertjajah Luhur-parlementariër Ingrid Karta-Bink vindt het verfoeilijk van de regering, dat de trawlers ondertussen al vijf maanden op Surinaamse wateren zijn, terwijl autoriteiten geen beweging maken om op te treden. 'Heeft ons Kustwacht geen benzine? Wie controleert wie op onze wateren?', stelde zij. De politica hoopt niet dat de regering wederom het spelletje speelt, zoals bij de illegale scalians die zogenaamd eerst verdreven waren van het stuwmeer, maar later weer rustig daar zijn geaccommodeerd. 'Alstublieft regering, efu deng trawler illegaal ini unu kondre, wegwezen!', aldus Bink.

Ook NDP-parlementariër Rajiv Ramsahai vindt dat de regering erop moet toezien dat deze schepen zo snel als mogelijk uit Surinaamse wateren worden verdreven. Daarnaast onthulde hij over informatie te beschikken, dat nog drie trawlers op weg zijn naar Suriname. 'Het zorgt ook voor belemmering van visserijactiviteiten in dat gebied. Momenteel is het onstuimig op zee, dus de vissers willen niet ver gaan om te vissen. Maar, de schepen belemmeren hen', aldus de politicus, die  belangen heeft in de visserijsector.

In zuiden Mexico zijn 25 Centraal-Amerikaanse migranten omgekomen toen vrachtwagen omsloeg

29 Migranten gewond geraakt - Chauffeur verliest controle over besturing truck


In het zuiden van Mexico zijn donderdag 7 maart 2019 25 Centraal-Amerikaanse migranten omgekomen en 29 anderen gewond geraakt toen de vrachtwagen waarin ze zaten, omsloeg op de autosnelweg. Dat meldde het openbaar ministerie van de staat Chiapas. 

Over de nationaliteiten van de slachtoffers en de reden waarom de bestuurder de controle verloor over zijn vrachtwagen, zijn geen details bekend.



Het ongeval gebeurde op ruim 40 kilometer ten noordoosten van Tuxtla Gutiérrez, de hoofdstad van Chiapas.

De deelstaat grenst aan Guatemala en ligt op de route van migranten uit vooral Guatemala, Honduras and El Salvador die via Mexico de grens met de Verenigde Staten willen bereiken.



(Suriname Mirror/El Sol de Mexico/Knack.be/Excelsior/Twitter/YouTube)

Huiszoeking in aartsbisdom in Costa Rica

Onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen door twee priesters van het aartsbisdom


De Costa Ricaanse politie is binnengevallen de kantoren van het aartsbisdom San José in het raam van een onderzoek naar seksueel misbruik. De Costa Ricaanse politie heeft donderdagmorgen 7 maart 2019 een huiszoeking gehouden in de kantoren van het aartsbisdom en de kerkelijke rechtbank van San José de Costa Rica. Dat gebeurde op bevel van een onderzoeksrechter in het raam van een onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen door twee priesters van het aartsbisdom. Bij de inval werden computers en dossiers in beslag genomen. 

Volgens Costa Ricaanse media stormde de politie op hetzelfde moment ook met veel machtsvertoon de kathedraal van San José binnen terwijl daar een eucharistieviering plaatsvond.

Een van de verdachte geestelijken, Mauricio Víquez Lizanon, is intussen uit het priesterambt gezet. Hij zou minstens negen minderjarigen seksueel misbruikt hebben en is voortvluchtig. Tegen de 54-jarige man is ondertussen ook een internationaal aanhoudingsmandaat uitgevaardigd.

De andere priester, Manuel Antonio Guevara, wordt beschuldigd van het misbruik van een minderjarige. Hij mag in afwachting van de afronding van het onderzoek geen priestertaken meer uitoefenen.

Het aartsbisdom San José de Costa Rica verleent zijn volle medewerking aan het gerecht. Het zegt dat het in de laatste 10 jaar slechts 19 klachten in verband met seksueel misbruik door priesters heeft ontvangen.

(Suriname Mirror/Costa Rica News/Kerknet/notimerica.com)

Latijns-Amerika is nog mijlenver verwijderd van gelijk loon voor mannen en vrouwen voor hetzelfde werk

Latijns-Amerikaanse vrouwen verdienen gemiddeld 1/5 minder dan mannen voor hetzelfde werk

Inheemse vrouwen verkopen handwerk op een straatmarkt in de toeristische stad Antigua, Guatemala (Bron foto's:
Mariela Jara/IPS)


Latijns-Amerika is nog mijlenver verwijderd van de doelstelling om in 2030 mannen en vrouwen een gelijk loon te betalen voor hetzelfde werk. Overheden kunnen niet alles veranderen, 'maar overheidsbeleid kan wel de kiemen van verandering leggen'. Latijns-Amerikaanse vrouwen verdienen gemiddeld een vijfde minder dan mannen voor hetzelfde werk. De arbeidsparticipatie van vrouwen is ook lager, de werkloosheid hoger en het aantal gewerkte uren per week minder. 

'Die ongelijkheid loopt zo sterk op, dat wanneer je kijkt naar de totale inkomsten van een bedrijf, twee derde door mannen wordt gegenereerd en slechts een derde door vrouwen', zegt de Peruaan Hugo Ñopo, econoom bij de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Volgens het Global Wage-rapport dat de ILO eind vorig jaar publiceerde, kan de loonkloof tussen mannen en vrouwen niet alleen worden verklaard door variabelen zoals onderwijs en ervaring, maar spelen er ook culturele factoren.



(Bron foto: ILO)
'Een groot deel van de arbeidskloof is het resultaat van variabelen die te maken hebben met zaken als discriminatie, stereotypering, onbewuste vooroordelen of de tijd die vrouwen en mannen aan huishoudelijke taken besteden, vaak een beperkende factor voor de prestaties op het werk', zegt Ñopo.

De Peruaanse Clara Rivas (46) is boekhoudster. Tot 2017 werkte ze voor een openbaar bestuur, maar de moeilijkheden om werk en gezin te combineren dwongen haar ontslag te nemen. 'Het hoofd van mijn afdeling stuurde me regelmatig op inspectiereis naar het binnenland. Ik legde hem uit dat ik maar een keer per maand kon reizen, omdat ik twee kleine dochters had. Maar, hij zei dat hij mij geen voorkeursbehandeling wilde geven, omdat ik een vrouw was. Ik vroeg de verplaatsingen om beurten met mijn collega’s te doen, maar hij wees ze altijd aan mij toe.'

De bijdrage van Latijns-Amerikaanse vrouwen aan de economie via hun werk thuis, in de zorg en in hun gemeenschap wordt niet erkend, zegt Eva Machado, de Peruaanse woordvoerster van de wereldwijde beweging Internationale Vrouwenstaking, die tijdens de Internationale Vrouwendag op 8 maart plaatsvindt. 'Als een formele werkneemster met arbeidsvoordelen bevind ik mij in een bevoorrechte positie, ook al maak ik alleen maar gebruik van mijn rechten. Helaas bevinden de meeste vrouwen in Peru zich niet in zo’n positie', zegt Machado.

Gemiddeld werkt 60 procent van de vrouwen in Latijns-Amerika in de informele economie, volgens gegevens van VN Vrouwen, een percentage dat in Peru 10 procentpunten hoger ligt, aldus Machado. Bovendien komen er voor werkneemsters nog de huishoudelijke taken bij, en nemen ze ook de zorg op zich voor gezin en gemeenschap, waardoor ze eigenlijk drie banen hebben. 'We werken meer en we verdienen minder, daarom zullen we op 8 maart, Internationale Vrouwendag, opnieuw ons motto volgen: 'Als onze levens er niet toe doen, produceer dan zonder ons.'

De campagne Internationale Vrouwenstaking roept vrouwen wereldwijd op om op vrijdag 8 maart minstens een uur het werk neer leggen en zo de impact van hun betaalde en onbetaalde werk duidelijk te maken. De Latijns-Amerikaanse regeringen hebben zich ertoe verbonden om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te halen tegen 2030. SDG8, de agenda voor eerlijk werk, heeft als doelstelling 5 een gelijke vergoeding voor hetzelfde werk. Dat doel is nog ver weg. In deze regio met 646 miljoen mensen zijn 117 miljoen vrouwen economisch actief, schat de ILO. Maar, op de arbeidsmarkt kampen ze met problemen die niet alleen met wetten voor meer gelijkheid kunnen worden opgelost.

Het rapport Vrouwen, bedrijfsleven en wetgeving, dat de Wereldbank vorige maand presenteerde, somt de veranderingen op die de laatste tien jaar in 187 landen zijn gebeurd om de genderkloof op de arbeidsmarkt te verkleinen. Het rapport werkt met een index op basis van acht criteria, waaronder lonen, pensioenen, toegang tot de arbeidsmarkt en moederschap. De Latijns-Amerikaanse landen stijgen van een gemiddelde van 75,4 naar 79,09 (op een maximum van 100) op deze index, dankzij 39 wetswijzigingen die gendergelijkheid op het werk bevorderen. Het gaat onder meer om maatregelen tegen pesterijen op het werk, een verbeterde toegang tot de arbeidsmarkt, een ontslagverbod voor zwangere werkneemsters en een verlenging van het zwangerschapsverlof. Maar het probleem is dat de wetgeving niet goed wordt toegepast.

Wanneer vrouwen naar een baan solliciteren, mag de werkgever geen vragen stellen over moederschap. Toch gebeurt dit nog steeds, zegt Ñopo. 'We wentelen de kosten van het moederschap, van onze sociale reproductieve rol, op vrouwen af, terwijl het, gezien het belang ervan, eerlijker zou moeten worden verdeeld tussen mannen en vrouwen.' Overheden kunnen wetgeving aanpassen, maar ook in de huishoudens moeten taken gelijk verdeeld zijn, zegt Ñopo. Die culturele verandering 'vindt niet van de ene dag op de andere plaats, het kost tijd, maar overheidsbeleid kan wel de kiemen van verandering leggen.'

In machistische samenlevingen als de Latijns-Amerikaanse worden de huishoudelijke verantwoordelijkheden generatie na generatie gedragen door de vrouw, of een huishoudster, die ook nog eens wordt uitgebuit.

Blanca García, die van landelijk Andesgebied naar Lima kwam, is daar een voorbeeld van. Ze is huishoudster bij verschillende gezinnen in de hoofdstad, met werkdagen die veel langer duren dan de wettelijke acht uur. Ze heeft twee kinderen en is enige kostwinner. 'Soms heb je geluk en heb je een werkgever die je correct betaalt en de acht uur respecteert, maar in het algemeen begin ik om zeven uur ‘s ochtends en eindig ik om zeven uur’ s avonds. Het is moeilijk, maar ik vind geen andere manier om mijn brood te verdienen', zegt de vijftigjarige vrouw.

'De ongelijkheid is te groot om ze te kunnen –tussen aanhalingstekens– verantwoorden', zegt Ñopo. 'We hebben een wereld met wat meer gelijkheid nodig, zodat iedereen, vrouw of man, zich kan ontwikkelen.'

(Suriname Mirror/IPS/Mo.be)

Eerste inheemse radiosoap van Peru vertelt verhalen over 'onzichtbare' slavernij

Nieuwe soap tracht op creatieve manier te waarschuwen voor gevaren van mensenhandel

Leden van een inheemse groep uit Amazonegebied wonen ontmoeting bij met paus Franciscus in de Coliseo Regional Madre de Dios in Puerto Maldonado, Peru, 19 januari 2018.)

Verhalen over gevaren van mensenhandel worden verteld in Quechua - Peru's meest voorkomende inheemse taal


Gelokt door valse beloften van goede banen voor toeristen of het schoonmaken van stadsappartementen, worden Peruaanse inheemse vrouwen en meisjes vaak uiteindelijk verkocht voor seks - een lot dat de regering donderdag 7 maart 2019 zei hoopt af te wenden door een nieuwe radiosoap. 

In Latijns-Amerika lopen inheemse vrouwen en meisjes uit arme plattelandsgemeenschappen met weinig scholing het grootste risico te worden verhandeld naar gedwongen prostitutie, bedelen en huishoudelijke dienstbaarheid en worden ze aan het werk gezet om hun schulden af ​​te betalen. 'Het zijn geen mensen die daar willen werken, er zijn omstandigheden en kanalen waardoor ze hiertoe zijn gekomen', zei generaal Oscar Gonzales, hoofd van de afdeling Mensenhandel en Migrantensmokkel van de Nationale Politie van Peru.


'Mensenhandelaars maken misbruik van hun kwetsbare situatie', zei hij in de hoofdstad Lima bij de lancering van de radiosoap, die nieuwe wegen inslaat door verhalen te vertellen over de gevaren van mensenhandel in Quechua - Peru's meest voorkomende inheemse taal.

Ongeveer 1.000 gevallen van mensenhandel werden vorig jaar gemeld in Peru, volgens de politie, voornamelijk meisjes die worden verkocht aan de seksindustrie. De cijfers zijn niet onderverdeeld in etnische groepen, maar inheemsen vormen een zacht doelwit voor mensenhandelaars die gemakkelijk hun dromen van goed betaald werk en een beter leven kunnen exploiteren.

Ongeveer een op de acht van de 32 miljoen inwoners van Peru is inheems, met ongeveer 50 verschillende gemeenschappen en 47 verschillende talen, van het Amazone-oerwoud tot de Andes-hooglanden. Ze spreken vaak standaard Spaans of helemaal geen taal, wat betekent dat ze hulp missen die wordt aangeboden door hotlines en campagnes voor het smokkelen van mensenhandel in het Spaans, een van de nationale talen van Peru.

De nieuwe soap - verteld in acht verhalen van vijf minuten - probeert op een meer creatieve manier te waarschuwen voor de gevaren van mensenhandel en door de misdaad te beschrijven op een manier die de inheemse bevolking in hun eigen taal begrijpt. De woorden voor mensenhandel bestaan ​​niet in veel inheemse talen.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken van Peru lanceerde in 2017 ook talkshows in Quechua en de inheemse taal Aymara, waarin wordt ingegaan op de grote risico's van mensenhandel waarmee de inheemse gemeenschappen worden geconfronteerd. 'Dit is een clandestiene misdaad ... het is onzichtbaar in de ogen van de algemene bevolking', zei Cristian Solis, een coördinator van de Anti-Mensenhandeleenheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Mexico heeft ook taalgidsen om mensenhandel te herkennen en te rapporteren in 21 inheemse talen, samen met toneelstukken gericht op jongeren met berichten over de risico's van seksuele- en arbeidsuitbuiting.

(Suriname Mirror/VoA News/Twitter)

Colombiaanse regering vraagt Constitutionele Hof ​​verbod op glyfosaat-verstuiving op te heffen om illegale cocateelt te bestrijden

(Bron foto: verdadabierta.com)
'Tussen 2013 en 1 augustus 2018 kende het land snelste groei in zijn geschiedenis van illegale teelt'


De Colombiaanse regering heeft het Constitutionele Hof van het land gevraagd om een ​​verbod op glyfosaat-verstuiving op te heffen om illegale cocateelt te bestrijden, maar staat vrijwel alleen. De praktijk werd in 2015 verboden, nadat onderzoek door de Wereldgezondheidsorganisatie en het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek concludeerde, dat het waarschijnlijk kanker bij de mens veroorzaakt. 

Glyfosaat is een van de actieve ingrediënten in de controversiële pesticide 'Roundup' en is onderwerp van debat in het Constitutionele Hof, dat ambtenaren en deskundigen opriep om te getuigen over het gebruik van de chemische stof geproduceerd door het Amerikaanse agrochemische bedrijf Monsanto.

President Ivan Duque, samen met andere toppolitici zoals de hoofdaanklager, riep op tot vernieuwing van het sproeien vanuit de lucht, ondanks tegenstand van wetenschappers en burgers, en hun onvermogen om door de rechtbank gestelde kritische vragen te beantwoorden. 'Tussen 2013 en 1 augustus 2018 kende het land de snelste groei in zijn geschiedenis van illegale teelt, het is bijna vervijfvoudigd', zei Duque.



In 2017 bereikte Colombia 209.000 hectare aan cocaboerderijen en produceerde meer cocaïne dan ooit, volgens de Verenigde Naties. Duque beschreef de toename van de cocateelt als een bedreiging voor de nationale veiligheid en voerde aan, dat het stoppen met besproeiing een van de belangrijkste redenen was waarom de cocateelt toenam.

Hij wees ook op de milieuschade veroorzaakt door cocaïneproductie en de correlatie tussen de gebieden met gerichte moorden op sociale leiders en de heropleving van de cocateelt. Terwijl de effectiviteit van de besproeiing in het terugdringen van de cocateelt diepgaand is besproken, heeft het onwrikbare steun en financiering ontvangen van de Verenigde Staten.


Voormalig president Juan Manuel Santos, een uitstekende criticus van een harde aanpak, sprak zich uit tegen het programma. 'Het is niet mogelijk om een ​​verband te leggen tussen sproeien en productie. De grootste vijand van spuiten is herbeplanting. De boeren hebben eenvoudigweg geen alternatief dan te herplanten.' De bewering van Santos wordt gesteund door de Verenigde Naties die heeft vastgesteld dat 80% van de besproeide gewassen opnieuw is beplant.

De overheid heeft vaak niet voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van een vrijwillig programma voor gewasvervanging, dat wordt ondersteund door de internationale organisatie, maar dat wordt tegengewerkt door de VS. Er is voldoende documentatie over de negatieve effecten die glyfosaat heeft gehad op landelijke gemeenschappen, zelfs degenen die geen coca verbouwen.

Naast een hoeveelheid onderzoek dat glyfosaat aan kanker koppelde, raakten besproeiingsvliegtuigjes in Colombia vaak per ongeluk akkers met legale gewassen, waardoor boeren hun inkomstenbron verloren.

Minister van Volksgezondheid Juan Pablo Uribe was dubbelzinnig over glyfosaat, met het argument dat wetenschappers nog geen consensus hebben bereikt over de mogelijke negatieve effecten van de chemische stof. Vertegenwoordigers uit de getroffen regio's kwamen tijdens de hoorzitting uit voor beroking.

Camilo Romero, een leider uit de lang verwaarloosde provincie Nariño in het zuidwesten, was tegen het voorstel. Volgens Romero kwam de regering niet met een robuust en holistisch plan, ze zouden 3,8 miljoen liter in Narino alleen moeten dumpen - 'Daar zijn we niet mee akkoord.'

Victor Luna, gemeenschapsvertegenwoordiger van Novita in Choco, een ander gebied met een hoge concentratie coca en een lange geschiedenis van verwaarlozing, veroordeelde de ernstige gezondheidseffecten van glyfosaatblootstelling en het gebrek aan sociale steun voor plattelandsgebieden die afhankelijk zijn van het illegale gewas.

'Wij zijn geen criminelen, het is ons erfgoed. Corruptie doet meer schade aan het land. In Novita hebben we geen gezondheid, het ziekenhuis beschikt niet over voldoende middelen om een ​​noodsituatie te behandelen. We zijn een vergeten regio.'

(Suriname Mirror/Colombia Reports/bbc.com/mundo/WRadio/YouTube)

Vijay Kirpalani wordt nieuuwe president-commissaris bij de Centrale Bank van Suriname

President Bouterse kiest iemand die niet gelieerd is aan zijn politieke partij


Tijdens een ontmoeting vanmiddag, vrijdag 8 maart 2019, tussen president Desi Bouterse en de Surinaamse Bankiersvereniging is bekendgemaakt, dat de regering van plan is ondernemer Vijay Kirpalani te benoemen als president-commissaris bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), zo meldt de Ware Tijd.

Behalve directieleden van de verschillende commerciële banken waren ook minister van Financiën  Gillmore Hoefdraad en CBvS-governor Robert van Trikt, aanwezig bij het onderhoud, dat ongeveer een half uur heeft geduurd.

Kirpalani, directeur van warenhuis Kirpalani, komt in de plaats van Van Trikt die is teruggetreden als regeringscommissaris na zijn benoeming als topman bij de Centrale Bank. Er is geen bezwaar geopperd tegen de aanstelling van Kirpalani. 'Het is goed overgekomen bij de bankiers', verneemt de Ware Tijd.

Aangegeven is, dat de regering voor Kirpalani heeft gekozen vanwege bewezen goede staat van dienst zowel nationaal als internationaal. Ook gaf de president aan niet te hebben gekozen voor iemand die gelieerd is aan zijn politieke partij. Hij koos daarom voor een prominent lid van een andere politieke partij.

Het is niet de eerste keer dat de regering deze ondernemer, die volgens president Bouterse een 'fanatieke VHP'er' is, bij monetair-financiële zaken betrekt. In 2016 heeft hij ook een zekere rol gespeeld bij het binnenhalen van de obligatielening van 550 miljoen Amerikaanse dollar.

Groot deel van vijftien verdachten opgepakt bij grootschalige actie in Den Haag heeft Surinaamse achtergrond

(Bron foto: Omroep West)
Verdachten zouden betrokken zijn bij internationaal opererende drugsorganisatie met lijnen naar Suriname


Het directielid van de politie dat dinsdag werd opgepakt bij een grote actie tegen spookwoningen in Den Haag is Donovan A. (36). Hij is beleidsadviseur die regelmatig aan tafel zat met korpschef Erik Akerboom. Dat blijkt uit eigen onderzoek van De Telegraaf en wordt bevestigd door meerdere bronnen, zo schrijft deze krant vandaag, vrijdag 8 maart 2019. Donovan A. zit in de directie van Facility Management, de organisatie die gaat over vastgoed binnen de politie-organisatie. A. (36) wordt verdacht van witwassen. Hij zou hebben bemiddeld tussen criminele bewoners van peperdure huurwoningen die niet stonden ingeschreven en vastgoedbazen. 

Bij de grote politieactie naar spookbewoning heeft de politie miljoenen euro's aan contant geld gevonden. Tijdens de actie dinsdagochtend werden 35 locaties in Den Haag, Rijswijk, Zoetermeer, Nootdorp en Rotterdam doorzocht en zeventien personen aangehouden. Ook nam de politie in verschillende woningen vijf vuurwapens, verdovende middelen en veertien auto's in beslag.

De aangehouden adviseur van de korpsleiding heeft een Surinaamse achtergrond, net als een groot deel van de vijftien verdachten die dinsdag werden opgepakt bij de grootschalige actie in Den Haag. Ze zouden volgens meerdere opsporingsbronnen van deze krant deel uitmaken van een zeer omvangrijke, internationaal opererende drugsorganisatie met lijnen naar Suriname.

De verdachte uit Rijswijk zou toegang hebben tot gevoelige informatie over panden die door de politie worden gebruikt.


De interne zorgen zijn erg groot. De impact van de aanhouding van A. is enorm. Nagegaan wordt nu of en welke schade hij de politie-organisatie heeft berokkend.





Een bericht gedeeld door Donovan Atmopawiro (@donovan_atmopawiro) op





Een bericht gedeeld door Donovan Atmopawiro (@donovan_atmopawiro) op


(Suriname Mirror/De Telegraaf/Omroep West/Instagram/Twitter/GeenStijl)

Minister Alcalá-Wallé wil weten waaraan scholen op Curacao vergoeding voor additionele kosten en lesmateriaal uitgeven

Minister ontvangt vele klachten, met name wat betreft gebrek aan goed lesmateriaal


Onderwijsminister Marilyn Alcalá-Wallé (PAR) wil weten waaraan de scholen op Curacao de vergoeding voor additionele kosten en lesmateriaal precies uitgeven. De schoolbesturen hebben tot 1 april de tijd om de minister te informeren. Een brief van het ministerie, gedateerd 6 maart 2019, is naar alle schoolbesturen gestuurd. 

De Onderwijsminister vraagt de verschillende schoolbesturen gedetailleerd aan te geven waaraan de vergoeding voor additionele kosten en lesmateriaal, die de scholen ‘in het kader van Enseñansa Liber ontvangen’, is besteed.

Alcalá-Wallé zegt vandaag, vrijdag 8 maart 2019, in het Antilliaans Dagblad, een antwoord te willen geven op de vele klachten die bij haar ministerie binnenkomen, met name wat betreft het gebrek aan goed lesmateriaal. 'We weten wat we geven, maar niet wat we daarvoor terug krijgen. Het plaatje binnen het ministerie is blanco.'

De schoolbesturen moeten in hun jaarrekening verantwoording afleggen wat betreft de uitgaven aan additionele kosten - het gaat dan om bijvoorbeeld uitstapjes, introductiedagen, vieringen en een schoolkrant - maar dat geldt niet voor de besteding van de vergoeding voor lesmateriaal, omdat die ‘geen onderdeel is van de bekostiging’, zo blijkt uit de brief. Beide zijn ‘in het kader van Enseñansa Liber ontvangen’ zo benadrukt Alcalá-Wallé tot drie keer toe in de brief.

Zij wil uiterlijk 1 april in detail weten waaraan het geld per school sinds augustus 2018 is uitgegeven.

InterCaribbean Airways hoeft van Hof van Justitie, Curaçao, dwangsom van 500.000 dollar niet te betalen

Insel Air veroordeeld tot betaling van de proceskosten


InterCaribbean Airways, de luchtvaartmaatschappij die Insel Air zou overnemen, heeft in Hoger Beroep ‘ex tunc’ (zoals de situatie toen was), gelijk gekregen en hoeft de dwangsom van 500.000 dollar niet te betalen. Sterker nog, Insel Air wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, wat neerkomt op een bedrag van 9.764 gulden. Dit meldt vandaag, vrijdag 8 maart 2019, het Antilliaans Dagblad.

Het belangrijkste argument van het Hof is, dat er ook voor interCaribbean te veel onzekerheden waren, zoals de concernstructuur. Ook de bewindvoerder van Insel Air was zich hiervan bewust en ging om deze reden ervan uit, dat het gerecht akkoord zou gaan met een soepelere kredietstelling voor het verlenen van de homologatie (de goedkeuring van de rechter-commissaris) van belang voor het crediteurenakkoord. Dit was echter niet het geval.

In een Kort Gedingvonnis van 28 december 2018 werd beslist, dat interCaribbean onder bepaalde voorwaarden een dwangsom van 500.000 dollar moest betalen als het bedrijf niet de zekerheid stelde aan Insel Air die nodig was om het crediteurenakkoord van Insel te homologeren. Tegen dit vonnis ging interCaribbean, zo blijkt nu met succes, in beroep.

Overigens stelt het Hof erbij dat de kwestie met het faillissement van Insel Air eigenlijk niet meer aan de orde is. De vraag of interCaribbean zich moest houden aan het zekerheidsbeding zoals vastgelegd in de Heads of Agreement (HoA) wordt dan ook ‘ex tunc’ beantwoord.

Premier Rhuggenaath, Curaçao: 'Groeistrategie komt voort uit druk vanuit Cft om steeds te bezuinigen'

'We moeten 127 miljoen gulden bezuinigen, dat is onrealistisch, daar is het idee uit ontsproten'


De Groeistrategie - waarvoor in januari met Nederland een convenant is getekend - is voortgekomen uit de druk vanuit het College financieel toezicht (Cft) om almaar te bezuinigen. Dat liet premier Eugene Rhuggenaath (PAR) gisteren in de Staten weten, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, vrijdag 8 maart 2019. 

'We moeten 127 miljoen gulden bezuinigen. Dat is onrealistisch. Daar is het idee uit ontsproten. Niet bezuinigen, bezuinigen en bezuinigen, maar groeien, inkomsten verhogen en de economie aanzwengelen.'


De Groeistrategie geeft de richting aan die Curaçao wil bewandelen naar economische groei en daarmee samenhangend ook sociale groei. 'En dan kunnen we pas spreken van autonoom zijn in het Koninkrijk', zo pareerde Ruggenaath Statenopmerkingen als zou de regering alleen maar de invloed van Nederland vergroten en de autonomie te grabbel gooien. 'Ik zie het als een overwinning dat premier Rutte onze gedachtegang volgt en akkoord is gegaan met ons verzoek om hulp.'

In de Groeistrategie zijn keuzes gemaakt van zaken die het snelst impact zullen hebben, zoals het verlagen van de ‘cost of doing business’, het verhogen van de productiviteit en het wekken van vertrouwen onder lokale en internationale investeerders. 'Ik zie niet in wat hier verkeerd aan is', aldus Rhuggenaath in reactie op de kritiek uit de hoek van de oppositie. 'Niets doen of op de oude voet doorgaan is ook geen optie en levert altijd dezelfde resultaten op die niet erg hoopgevend zijn. Nederland is akkoord gegaan met óns Groeistrategieplan.'

Venezuela gehuld in duisternis na grote landelijke stroomuitval

(Bron foto: Twitter)
President Maduro: 'Elektriciteitsstoring door sabotage van de voornaamste energiecentrale'

'Het is een elektriciteitsoorlog, georganiseerd door de Verenigde Staten’


De grootste stroomuitval van de laatste jaren heeft donderdagavond 7 maart 2019 grote delen van de Venezolaanse hoofdstad Caracas en de rest van het land in het donker gezet. Het regime van president Nicolás Maduro weet de elektriciteitsstoring aan ‘sabotage’ van de voornaamste energiecentrale van het land. 

Volgens lokale media heeft de stroomuitval bijna het hele land getroffen, met storingen in de hoofdstad en vijftien van de 23 staten. Een verslaggever van de staatstelevisie sprak van ‘een nationale uitval’.


De straten van Caracas veranderden snel in een chaotische mierenhoop van mensen, toen de stroom tegen vijf uur ‘s middags lokale tijd, kort voor het vallen van de avondschemer, uitviel. Omdat ook de metro was uitgevallen, verzamelden duizenden mensen zich op straat.


Bussen waren schaars en overvol, waardoor velen uren moesten lopen om thuis te komen. Stoplichten, telefoon en internet vielen eveneens uit.


'De man die hiervoor verantwoordelijk is, heet Nicolás Maduro’, zei Pedro Fernandez, een 44-jarige systeem-ingenieur in de wijk Altamira van Caracas, te voet onderweg naar de andere kant van de stad. 'Dit is slechts het puntje van de ijsberg, als je ziet onder wat voor dingen we verder allemaal te lijden hebben.

Maduro noemde de uitval op Twitter een gevolg van de ‘elektriciteitsoorlog, georganiseerd door de Verenigde Staten’.


Energie-minister majoor-generaal Luis Motta liet zich in eenzelfde soort bewoordingen uit. 'We zijn weer aangevallen in de elektriciteitsoorlog. Ze hebben de generator en stroomverdeling van de Guri (een waterkrachtcentrale) aangevallen, de ruggegraat van het elektriciteitssysteem’, zei hij op de staatstelevisie, zonder daarvoor overigens bewijs of daders te noemen.


Minister van Informatie Jorge Rodriguez noemde de ‘blackout’ een daad van rechtsextremisten die chaos willen veroorzaken in Venezuela.

Stroomstoringen komen frequent voor in het door een economische en humanitaire crisis geteisterde Venezuela. Critici zeggen dat het stroomnetwerk door corruptie en te weinig onderhoud is verzwakt, terwijl de regering van Maduro beweert dat de problemen doelbewust worden veroorzaakt door zijn politieke tegenstanders.

Oppositieleider Guaidó twitterde: 'Hoe vertel je een moeder die moet koken, een ziek persoon die afhankelijk is van een machine of een arbeider die moet werken dat we in een machtig land leven dat geen elektriciteit heeft?'


(Suriname Mirror/TeleSurtv/AD/panorama.com.ve/Twitter/Prensa Latina/NOS)