Verenigingen willen gemeenschappelijk een aantal doelen realiseren
De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en de Surinaamse Juristen Vereniging (SJV) zijn een samenwerking aangegaan. Zij willen gemeenschappelijk een aantal doelen te realiseren. Juristen, werkzaam in het bedrijfsleven, zullen betrokken worden bij maatschappelijke vraagstukken, die om juridische aandacht vragen, alsook de ontwikkeling van voor het bedrijfsleven relevante wet- en regelgeving.
De verenigingen willen ook werken aan de verbetering van het ondernemers- en maatschappelijk klimaat in Suriname. Getracht zal worden om gezamenlijke projecten ter ondersteuning van de realisatie van de gestelde doelen uit te voeren.
De samenwerkingsovereenkomst werd getekend door de voorzitters van de SJV en VSB, respectievelijk Humphrey Schurman en Bryan Renten.
Schurman benadrukte na de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst het belang van passende wet- en regelgeving, vooral ook in het bedrijfsleven. Juristen dienen betrokken te zijn bij de totstandkoming van de wet- en regelgeving, omdat zij zich via hun studie en praktijkervaring de vaardigheden eigen hebben gemaakt hoe de formulering van de wet plaatsvindt en hoe deze geïnterpreteerd dient te worden.
Renten zei, dat de VSB samenwerking hoog in haar vaandel heeft en in dit kader in 2019 ook overeenkomsten is aangegaan met de Suriname Hospitality and Tourism Association en de ICT Associatie van Suriname.
Hij benadrukte, dat de samenwerking met SJV een heel bijzondere, maar tevens zeer noodzakelijke is, vanwege de vele juridische en maatschappelijke vraagstukken, die op het bedrijfsleven afkomen.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
zaterdag 21 december 2019
Hoge Raad stelt Curaçao Public Aquarium, Sub Station Curaçao en Lighthouse Realty in ongelijk in geschil met Lions Dive Hotel & Marina
Langdurig geschil Curaçao Public Aquarium en Lions Dive beslecht
De Hoge Raad heeft gisteren Curaçao Public Aquarium, Sub Station Curaçao en Lighthouse Realty in het ongelijk gesteld in een langlopend geschil met ‘buurman’ Lions Dive Hotel & Marina. Dat meldt het Antilliaans Dagblad zaterdag 21 december 2019.
Het gaat allemaal terug tot april 2000 toen Lions Dive en Curaçao Public Aquarium (CPA) waren overeengekomen dat het hotel afziet van het vorderen van schadevergoeding in verband met de aanleg van het schiereiland tegenover Lions Dive en afspraken waren gemaakt over onder meer de maximale uitbreiding van het schiereiland en over de daarop toegestane bebouwing. CPA en directeur Adriaan ‘Dutch’ Schrier hielden zich hier echter niet aan.
En zo kwam het tot een reeks rechtszaken: van Gerecht in eerste aanleg en Hof tot uiteindelijk de Hoge Raad in Den Haag. De ‘burenruzie’ is aldus ontstaan: bij het hotel Lions Dive hoort een stuk strand dat grenst aan een binnenwater. Aan de overkant van het strand - aan de andere kant van het binnenwater - is het schiereiland aangelegd.
Lighthouse heeft grond van het schiereiland in erfpacht en is de vastgoedmaatschappij van het daarop gelegen Royal Resort Hotel. CPA is ondererfpachter van een deel van het schiereiland en van (de bodem van) het binnenwater tussen het schiereiland en het hotel.
Op het terrein op het schiereiland heeft Sub Station een gebouw gerealiseerd waarin een onderzeeboot kan worden/wordt gestald. Het plan van Sub Station was verder om een schip in te zetten om de onderzeeboot en passagiers op zee te vervoeren.
De Hoge Raad heeft gisteren Curaçao Public Aquarium, Sub Station Curaçao en Lighthouse Realty in het ongelijk gesteld in een langlopend geschil met ‘buurman’ Lions Dive Hotel & Marina. Dat meldt het Antilliaans Dagblad zaterdag 21 december 2019.
Het gaat allemaal terug tot april 2000 toen Lions Dive en Curaçao Public Aquarium (CPA) waren overeengekomen dat het hotel afziet van het vorderen van schadevergoeding in verband met de aanleg van het schiereiland tegenover Lions Dive en afspraken waren gemaakt over onder meer de maximale uitbreiding van het schiereiland en over de daarop toegestane bebouwing. CPA en directeur Adriaan ‘Dutch’ Schrier hielden zich hier echter niet aan.
En zo kwam het tot een reeks rechtszaken: van Gerecht in eerste aanleg en Hof tot uiteindelijk de Hoge Raad in Den Haag. De ‘burenruzie’ is aldus ontstaan: bij het hotel Lions Dive hoort een stuk strand dat grenst aan een binnenwater. Aan de overkant van het strand - aan de andere kant van het binnenwater - is het schiereiland aangelegd.
Lighthouse heeft grond van het schiereiland in erfpacht en is de vastgoedmaatschappij van het daarop gelegen Royal Resort Hotel. CPA is ondererfpachter van een deel van het schiereiland en van (de bodem van) het binnenwater tussen het schiereiland en het hotel.
Op het terrein op het schiereiland heeft Sub Station een gebouw gerealiseerd waarin een onderzeeboot kan worden/wordt gestald. Het plan van Sub Station was verder om een schip in te zetten om de onderzeeboot en passagiers op zee te vervoeren.
Belangrijke handreiking Refineria di Kòrsou (RdK) aan Isla-bonden
RdK neemt betalingen in kader afvloeiingsregeling met PdVSA op zich
Overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) heeft de Isla-bonden gisteren een belangrijke handreiking gedaan door de betalingen die zij in het kader van de afvloeiingsregeling met PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.) zijn overeengekomen op zich te nemen en dit in natura met de Venezolaanse staatsoliemaatschappij te verrekenen. Dit kan worden afgeleid uit een brief van interim-directeur van RdK Marcelino de Lannoy, aan de vakbondsleiders van PWFC (werklieden raffinaderij) en Apri (stafpersoneel), aldus vandaag, zaterdag 21 december 2019, het Antilliaans Dagblad.
Het schrijven is ook gericht aan directeur Vanessa de las Nieves Flores Oisani van Refineria Isla Curaçao, dochter van Petróleos de Venezuela.
Met het aanbod van RdK wordt een obstakel weggenomen om de afvloeiingsregeling voor de circa duizend werknemers ten uitvoer te brengen. De Lannoy geeft aan, dat dit in principe verder losstaat van de overheids-nv RdK, die eigenaar is maar niet de operator van de raffinaderij, echter - zo schrijft de interim-directeur - ‘in het belang van de werknemers en de gemeenschap als geheel zijn wij altijd bereid te helpen’.
Hij wijst erop, dat de uitbreiding van de vrijwaring van de Amerikaanse sancties tegen Venezuela, zoals door RdK op 22 november van OFAC (Office of Foreign Assets Control) in Washington verkregen, mogelijkheden biedt om toch de nodige betalingen te doen aan het Isla-personeel.
RdK is bereid deze van OFAC verkregen faciliteiten in te zetten en daarvoor van Isla/PdVSA dezelfde waarde die de afvloeiingsregeling vertegenwoordigt in petroleum of petroleumproducten te ontvangen, deze vervolgens te commercialiseren en de opbrengsten hieruit op instructies van de bonden PWFC en Apri aan de werknemers uit te keren.
Overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) heeft de Isla-bonden gisteren een belangrijke handreiking gedaan door de betalingen die zij in het kader van de afvloeiingsregeling met PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.) zijn overeengekomen op zich te nemen en dit in natura met de Venezolaanse staatsoliemaatschappij te verrekenen. Dit kan worden afgeleid uit een brief van interim-directeur van RdK Marcelino de Lannoy, aan de vakbondsleiders van PWFC (werklieden raffinaderij) en Apri (stafpersoneel), aldus vandaag, zaterdag 21 december 2019, het Antilliaans Dagblad.
Het schrijven is ook gericht aan directeur Vanessa de las Nieves Flores Oisani van Refineria Isla Curaçao, dochter van Petróleos de Venezuela.
Met het aanbod van RdK wordt een obstakel weggenomen om de afvloeiingsregeling voor de circa duizend werknemers ten uitvoer te brengen. De Lannoy geeft aan, dat dit in principe verder losstaat van de overheids-nv RdK, die eigenaar is maar niet de operator van de raffinaderij, echter - zo schrijft de interim-directeur - ‘in het belang van de werknemers en de gemeenschap als geheel zijn wij altijd bereid te helpen’.
Hij wijst erop, dat de uitbreiding van de vrijwaring van de Amerikaanse sancties tegen Venezuela, zoals door RdK op 22 november van OFAC (Office of Foreign Assets Control) in Washington verkregen, mogelijkheden biedt om toch de nodige betalingen te doen aan het Isla-personeel.
RdK is bereid deze van OFAC verkregen faciliteiten in te zetten en daarvoor van Isla/PdVSA dezelfde waarde die de afvloeiingsregeling vertegenwoordigt in petroleum of petroleumproducten te ontvangen, deze vervolgens te commercialiseren en de opbrengsten hieruit op instructies van de bonden PWFC en Apri aan de werknemers uit te keren.
Loterijbaas Robbie dos Santos - Curaçao - weer op vrije voeten
(Bron: Extra) |
'Ik ben een onschuldig man, tegen mij hebben ze niets, mijn hart en geweten zijn schoon'
Na ruim een maand in hechtenis te hebben gezeten, is loterijbaas Robbie dos Santos - die van betrokkenheid bij de moord op politicus Helmin Wiels wordt verdacht - gisteren weer op vrije voeten gesteld. Dat besluit namen drie rechters gisterochtend, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, zaterdag 21 december 2019.
Met tranen in zijn ogen sprak Dos Santos na zijn vrijlating de pers toe: 'Het recht heeft eindelijk gezegevierd.'
Het is nog onbekend of Dos Santos verdachte blijft in de zaak. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in een korte reactie laten weten zich over de uitspraak van het Hof te gaan buigen.
Dos Santos is er zelf van overtuigd dat het OM geen poot heeft om op te staan. 'Ik ben een onschuldig man. Tegen mij hebben ze niets. Mijn hart en geweten zijn schoon', aldus de loterijbaas.
Bij zijn vrijlating uit gevangenis Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK) werd Dos Santos warm onthaald door zijn familie en personeelsleden.
'Dit is wat me op de been heeft gehouden, deze mensen. En God. Ik heb elke dag gebeden en God heeft naar me geluisterd. Het is ongelooflijk en onbegrijpelijk dat iemand zomaar kan worden opgesloten zonder enig bewijs. Dit betekent dat als het mij overkomt, het een ander ook kan overkomen. Dit is niet goed. Iemand wordt alleen opgepakt en de gevangenis ingegooid om druk uit te oefenen. Het OM beschuldigt mij ervan Wiels te hebben vermoorden, maar toen ik eenmaal opgepakt was, werd mij gevraagd wie Wiels heeft vermoord. Wat is dat? Waarom zat ik opgesloten? Begrijp jij het?'
8-Jarig begaafd meisje uit Mexico-Stad mag gaan studeren aan Universiteit van Arizona
Adhara Pérez Sánchez wil astronomie studeren en astronaut worden
De nu 8-jarige Adhara Pérez Sánchez uit Mexico-Stad is klaar met de middelbare school en is uitgenodigd om astrofysica aan de Universiteit van Arizona te gaan studeren. Met een IQ van 162 - twee punten hoger dan Albert Einstein en Stephen Hawking - studeert Adhara nu wiskunde en systeemtechniek aan online universiteiten.
Maar, om haar droom om astronaut te worden te verwezenlijken, hoopt ze te studeren aan de astronomie-afdeling van de Universiteit van Arizona (VS), die erkenning van NASA heeft gekregen voor zijn verkenning van de ruimte.
De uitnodigingsbrief van president Robert C. Robbins brengt haar een stap dichter bij dat doel.
'Ik was heel blij om online over je ongelooflijke verhaal te lezen en erachter te komen dat jouw droomschool de Universiteit van Arizona is', schrijft Robbins in zijn brief aan Adhara. 'We hebben veel uitstekende ruimtewetenschappelijke programma's, je zou veel kansen hebben om samen te werken met 's werelds toonaangevende experts. Als je wilt, wil ik je graag in contact brengen met onze faculteit voor astronomie of het laboratorium voor maan- en planetaire wetenschappen. . . '
De moeder van Adhara zei, dat ze hoopt dat haar dochter dit jaar aanwezig kan zijn. 'Ze hebben ons de brief gestuurd, omdat ze willen dat ze aanwezig is, maar eerst moet ze een intensieve cursus Engels volgen', zei Nayeli Sánchez. 'We hebben nog steeds niet besloten wanneer. . . Ik hoop tegen de zomer. . . '
Zij en haar man hebben contact opgenomen met de universiteit en zoeken naar manieren om haar collegegeld te financieren. 'Ze geven me nu net informatie, ze moeten me de kosten en alles vertellen. . . We kunnen er niet veel over zeggen, omdat we op zoek zijn naar de ondersteuning van een stichting', zei ze.
Adhara werd gediagnosticeerd met het Asperger-syndroom op de leeftijd van 3, voordat haar ouders en leraren zich bewust werden van haar talent. Ze was het slachtoffer van pesten op school, waar haar leraren zeiden dat ze niet veel toekomst had.
De leraren van Adhara zeiden, dat het meisje in slaap viel in de klas en niet hard werkte, maar haar moeder merkte op dat ze algebra en het periodiek systeem bestudeerde. Ze nam haar dochter mee naar therapie en een psychiater raadde aan om naar het Centro de Asistencia de Talento (CEDAT) te gaan, een school voor hoogbegaafde kinderen. Ondanks problemen met het betalen van het CEDAT-onderwijs, beëindigde Adhara haar basisopleiding.
Adhara werd in 2019 door Forbes magazine vermeld als een van de 100 krachtigste vrouwen in Mexico. Ze heeft ook een boek geschreven, No te rindas, waarin ze hoopt dat haar ervaringen andere kinderen met autisme zullen helpen en de wetenschappen zullen aanmoedigen om meer meisjes op te nemen.
(Suriname Mirror/Mexico News Daily/PSN/Twitter)
De nu 8-jarige Adhara Pérez Sánchez uit Mexico-Stad is klaar met de middelbare school en is uitgenodigd om astrofysica aan de Universiteit van Arizona te gaan studeren. Met een IQ van 162 - twee punten hoger dan Albert Einstein en Stephen Hawking - studeert Adhara nu wiskunde en systeemtechniek aan online universiteiten.
Maar, om haar droom om astronaut te worden te verwezenlijken, hoopt ze te studeren aan de astronomie-afdeling van de Universiteit van Arizona (VS), die erkenning van NASA heeft gekregen voor zijn verkenning van de ruimte.
De uitnodigingsbrief van president Robert C. Robbins brengt haar een stap dichter bij dat doel.
SU CI SUPERA A HAWKING Y A EINSTEIN— LaHogueraMx (@LaHogueraMx) December 20, 2019
Adhara Pérez Sánchez, la niña veracruzana superdotada, fue invitada para estudiar en la Universidad de Arizona. Su familia deberá cubrir todos los gastos que implique
'Ik was heel blij om online over je ongelooflijke verhaal te lezen en erachter te komen dat jouw droomschool de Universiteit van Arizona is', schrijft Robbins in zijn brief aan Adhara. 'We hebben veel uitstekende ruimtewetenschappelijke programma's, je zou veel kansen hebben om samen te werken met 's werelds toonaangevende experts. Als je wilt, wil ik je graag in contact brengen met onze faculteit voor astronomie of het laboratorium voor maan- en planetaire wetenschappen. . . '
De moeder van Adhara zei, dat ze hoopt dat haar dochter dit jaar aanwezig kan zijn. 'Ze hebben ons de brief gestuurd, omdat ze willen dat ze aanwezig is, maar eerst moet ze een intensieve cursus Engels volgen', zei Nayeli Sánchez. 'We hebben nog steeds niet besloten wanneer. . . Ik hoop tegen de zomer. . . '
Zij en haar man hebben contact opgenomen met de universiteit en zoeken naar manieren om haar collegegeld te financieren. 'Ze geven me nu net informatie, ze moeten me de kosten en alles vertellen. . . We kunnen er niet veel over zeggen, omdat we op zoek zijn naar de ondersteuning van een stichting', zei ze.
Adhara werd gediagnosticeerd met het Asperger-syndroom op de leeftijd van 3, voordat haar ouders en leraren zich bewust werden van haar talent. Ze was het slachtoffer van pesten op school, waar haar leraren zeiden dat ze niet veel toekomst had.
De leraren van Adhara zeiden, dat het meisje in slaap viel in de klas en niet hard werkte, maar haar moeder merkte op dat ze algebra en het periodiek systeem bestudeerde. Ze nam haar dochter mee naar therapie en een psychiater raadde aan om naar het Centro de Asistencia de Talento (CEDAT) te gaan, een school voor hoogbegaafde kinderen. Ondanks problemen met het betalen van het CEDAT-onderwijs, beëindigde Adhara haar basisopleiding.
Adhara werd in 2019 door Forbes magazine vermeld als een van de 100 krachtigste vrouwen in Mexico. Ze heeft ook een boek geschreven, No te rindas, waarin ze hoopt dat haar ervaringen andere kinderen met autisme zullen helpen en de wetenschappen zullen aanmoedigen om meer meisjes op te nemen.
Adhara Pérez Sánchez cursa dos licenciaturas y proyecta desarrollar una pulsera inteligente capaz de identificar las emociones así como las convulsiones antes de que se presenten. https://t.co/CpG7EKAeCN— Yo También AC (@YoTambien) November 27, 2019
(Suriname Mirror/Mexico News Daily/PSN/Twitter)
Colombiaanse rechter: 'Uber moet per direct activiteiten beëindigen'
'Bedrijf heeft de mededingingsregels overtreden'
Colombia heeft Uber vrijdag 20 december 2019 opgedragen om zijn activiteiten in het Andes-land te beëindigen, onmiddellijk van kracht, nadat een rechter oordeelde dat het bedrijf de mededingingsregels had overtreden.
Na een rechtszaak die door COTECH SA tegen Uber werd aangespannen, zei de Superintendencia de Industria y Comercio (SIC) dat het Amerikaanse bedrijf de marktregels had overtreden.
Uber heeft meer dan 2,3 miljoen actieve gebruikers in Colombia en ongeveer 88.000 chauffeurspartners. De app bestaat echter in een niemandsland in Colombia.
Het ministerie van Technologie acht apps voor legaal, terwijl transportautoriteiten zeggen dat ze tegen de wet zijn. In een verklaring zei de SIC dat Uber 'een aanzienlijk voordeel op de markt' heeft gegenereerd door transportdiensten voor particulieren te leveren via de toepassing ervan.
De SIC zei, dat het na analyse de Uber's ride-hailing-diensten beval 'het gebruik van de Uber-applicatie onmiddellijk te beëindigen'. De order is van toepassing op Uber, Uber X en Uber VAN.
Uber zei in een verklaring, dat het de uitspraak verwerpt en ging onmiddellijk in beroep. 'Deze beslissing weerspiegelt een censuur en is in strijd met het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat pogingen om Uber te blokkeren al heeft veroordeeld wegens schending van de neutraliteit van het web, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van internet', zei Uber in een verklaring.
Andres Barreto, hoofd van de SIC, bevestigde dat andere Uber-diensten, zoals voedselbezorgservice Uber Eats, niet verboden waren door de uitspraak. In augustus werd Uber bestraft met een boete van meer dan $ 629.000 voor het blokkeren van een administratief bezoek en het niet naleven van SIC-bestellingen.
(Suriname Mirror/Reuters/Canal RCN/El Espectador/YouTube/Twitter)
Colombia heeft Uber vrijdag 20 december 2019 opgedragen om zijn activiteiten in het Andes-land te beëindigen, onmiddellijk van kracht, nadat een rechter oordeelde dat het bedrijf de mededingingsregels had overtreden.
#ATENCIÓN Superintendencia de Industria y Comercio suspende la prestación del servicio de Uber en Colombia.https://t.co/vd5HdrK4t1 pic.twitter.com/4PrJZc07s7— El Espectador (@elespectador) December 20, 2019
Na een rechtszaak die door COTECH SA tegen Uber werd aangespannen, zei de Superintendencia de Industria y Comercio (SIC) dat het Amerikaanse bedrijf de marktregels had overtreden.
Uber heeft meer dan 2,3 miljoen actieve gebruikers in Colombia en ongeveer 88.000 chauffeurspartners. De app bestaat echter in een niemandsland in Colombia.
Het ministerie van Technologie acht apps voor legaal, terwijl transportautoriteiten zeggen dat ze tegen de wet zijn. In een verklaring zei de SIC dat Uber 'een aanzienlijk voordeel op de markt' heeft gegenereerd door transportdiensten voor particulieren te leveren via de toepassing ervan.
De SIC zei, dat het na analyse de Uber's ride-hailing-diensten beval 'het gebruik van de Uber-applicatie onmiddellijk te beëindigen'. De order is van toepassing op Uber, Uber X en Uber VAN.
Uber zei in een verklaring, dat het de uitspraak verwerpt en ging onmiddellijk in beroep. 'Deze beslissing weerspiegelt een censuur en is in strijd met het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat pogingen om Uber te blokkeren al heeft veroordeeld wegens schending van de neutraliteit van het web, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van internet', zei Uber in een verklaring.
Andres Barreto, hoofd van de SIC, bevestigde dat andere Uber-diensten, zoals voedselbezorgservice Uber Eats, niet verboden waren door de uitspraak. In augustus werd Uber bestraft met een boete van meer dan $ 629.000 voor het blokkeren van een administratief bezoek en het niet naleven van SIC-bestellingen.
(Suriname Mirror/Reuters/Canal RCN/El Espectador/YouTube/Twitter)
Braziliaanse president Bolsonaro valt uit tegen journalist: ‘Jij hebt vreselijk gezicht van een homo’
(Bron foto: Twitter) |
Tegen Flavio loopt strafrechtelijk onderzoek wegens corruptie en witwassen
De extreemrechtse Braziliaanse president Jair Bolsonaro is vrijdag 20 december 2019 woedend uitgevallen tegen journalisten die hem vragen stelden over zijn zoon Flavio, tegen wie een onderzoek loopt wegens corruptie en witwassen. In gesprek met verslaggevers voor zijn werkpaleis Palácio da Alvorada verweet Bolsonaro de pers eenzijdig te berichten over het justitieel onderzoek naar een van zijn zoons, Flavio Bolsonaro, senator in het Braziliaanse hogerhuis.
Senhoras e senhores, o presidente do Brasil, Jair Bolsonaro:— William De Lucca (@delucca) December 20, 2019
"Você tem uma cara terrível de homossexual, nem por isso te acuso de ser homossexual"
"Pergunta pra sua mãe o recibo que ela deu pro seu pai"
"Você tem recibo desse relógio? NÃO!"
"Fica quieto que eu estou falando!" pic.twitter.com/dRZZGu46VU
Ook bekritiseerde hij het onderzoek van het Openbaar Ministerie. Dat verdenkt zijn zoon van het witwassen van zo'n 500.000 euro door middel van onroerendgoedtransacties en via een luxe chocoladewinkel die Flavio Bolsonaro drijft in Rio de Janeiro. Het geld zou onder meer afkomstig zijn van ‘spookmedewerkers’ die Bolsonaro junior als volksvertegenwoordiger van de deelstaat Rio de Janeiro tussen 2007 en 2018 zou hebben aangesteld. Het loon dat zij daarvoor kregen, vloeide geheel of gedeeltelijk terug naar Flavio Bolsonaro, aldus de aanklacht. Bolsonaro junior ontkent de beschuldigingen.
Irritado, Bolsonaro ataca repórter do @JornalOGlobo após perguntas sobre Flávio e Queiroz: 'Você tem uma cara de homossexual terrível'. Presidente ainda disse: 'Pergunta para a tua mãe o comprovante que ela deu para o teu pai, tá certo?' Leia mais https://t.co/V4UXPapY9A pic.twitter.com/w1y641PR7f— Folha de S.Paulo (@folha) December 20, 2019
Onderdeel van het onderzoek is ook een cash storting van zo’n 5.000 euro door Fabrício Queiroz, al decennialang een boezemvriend van de huidige Braziliaanse president, op de rekening van Michelle Bolsonaro, de vrouw van de president. Bolsonaro beweert dat dat zou gaan om een lening die hij aan Queiroz verstrekte.
Op een andere vraag van de verslaggever van O'Globo vrijdagmorgen of hij daarvan ook een kwitantie heeft, antwoordde Bolsonaro: 'Ach man, vraag je moeder naar de kwitantie die ze je vader heeft gegeven, oké? Jullie willen overal maar bonnetjes van zien.'
Maar de ‘homo-gezicht’-uitspraken wekten de woede van de homobeweging en andere critici van de president. Op social media plaatsten velen selfies met de tekst ‘een vreselijk hoofd als een homo’ als protest. Een van hen is de homoseksuele oud-parlementariër Jean Wyllys, die vaak in de clinch lag met Bolsonaro toen beiden nog lid waren van het parlement. ‘Met trots’, was de toevoeging van Wyllys, die Brazilië eerder dit jaar verliet na diverse doodsbedreigingen en momenteel doceert aan het Afro-Latijns Amerikaanse Onderzoeksinstituut van de Harvard Universiteit in de Verenigde Staten.
“Cara de homossexual terrível”. Com orgulho! pic.twitter.com/XkCeAiBauM— Jean Wyllys (@jeanwyllys_real) December 20, 2019
Het is niet voor het eerst dat Bolsonaro kwetsende teksten debiteert over homo’s. In 2011 zei hij als volksvertegenwoordiger 'niet in staat te zijn van een homoseksuele zoon te houden'. 'Ik zal niet hypocriet zijn. Ik heb liever dat mijn zoon omkomt bij een ongeluk dan dat hij thuiskomt met een snorreman.' Ook daarna verklaarde Bolsonaro 'homofoob te zijn ja, met heel veel trots'.
(Suriname Mirror/OTempo/Twitter/Folha de Sao Paulo/Correio24horas)
Zeker achttien doden bij oproer in gevangenis in Hondurese stad Tela
(Bron foto: Twitter) |
Bij gevechten tussen rivaliserende bendes in een gevangenis in de Hondurese stad Tela zijn vrijdag 20 december 2019 zeker achttien doden gevallen. Het is een van de heftigste uitbarstingen van gevangenisgeweld in het Midden-Amerikaanse land in jaren.
En horas de la madrugada, familiares esperaban noticias de los reos que sobrevivieron el amotinamiento #Honduras https://t.co/eiQMSoOvoG— Diario La Prensa (@DiarioLaPrensa) December 21, 2019
#RCVNoticias— Radio Cadena Voces (@RCVHonduras) December 21, 2019
Importante estos son los nombres de los privados de libertad asesinados y heridos, dentro del penal de Tela. pic.twitter.com/hoEjs9RS0h
Honduras heeft moeite om grip te krijgen op de gevangenissen, waarin de gedetineerden niet zelden de baas zijn. Twee dagen geleden riep de regering de noodtoestand uit, zodat het leger de orde kon herstellen in de gevangeniscomplexen.
Familiares de los presos exigen información clara sobre los acontecimientos sucedidos dentro del centro penal de Tela.#Noticiero30Minutos pic.twitter.com/hfYnPvAcJH— GO TV Honduras (@gotvhonduras) December 21, 2019
Een anonieme hoge militair zei tegen persbureau AP, dat de militairen nog niet de controle hadden overgenomen in de gevangenis in de noordelijke stad Tela, waar het bendegeweld uitbrak.
Honduras is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de gewelddadigste landen ter wereld. In 2015 voerde het land nog de wereldwijde ranglijst aan als het gaat om meeste moorden per hoofd van de bevolking. Daarnaast zitten de gevangenissen overvol. In 2012 vielen door een brand in een gevangenis zeker 270 doden.
Coalitie en oppositie stemmen in parlement voor aanname vier belastingwetten
Surinamers krijgen uniek Fiscaal Identificatienummer
'Heffing, inning en controle van belastingmiddelen moeten structureel worden verbeterd'
De Nationale Assemblee (DNA) heeft gisteren vier belastingwetten behandeld en met algemene dertig stemmen aangenomen. Ook leden van de oppositie hebben voor de nieuwe wetgeving gestemd. Het gaat om wijzigingen van de wet Inkomstenbelasting, de wet Loonbelasting en de wet Omzetbelasting en om een nieuwe wet die regels vaststelt voor toekenning van Fiscaal Identificatienummers (FIN). De vier wetten werden samen behandeld. Dit bericht vandaag, zaterdag 21 december 2019, de Ware Tijd.
Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons noemde de goedkeuring een belangrijke stap om de belastingwetgeving van het land te verbeteren. Minister van Financiën ad-interim.
Lekhram Soerdjan, wees erop dat zich wereldwijd ontwikkelingen voordoen waarop de overheid dient in te spelen. De Belastingdienst komt er niet onderuit om de hervormingen van de dienst ter hand te nemen en met die ontwikkelingen mee te gaan.
'De heffing, inning en controle van de verschillende belastingmiddelen moeten structureel worden verbeterd', aldus Soerdjan. De resultaten zullen volgens de minister leiden tot meer klantvriendelijkheid, 'maar, zeker ook tot inkomstenverhoging voor de Staat'.
Hij wees erop dat de Belastingdienst geconfronteerd wordt met verschillende uitdagingen waaraan de dienst het hoofd moet bieden. In dat kader passen modernisering van de verouderde belastingwetgeving en hervormingen van de organisatie van de dienst.
Soerdjan voerde aan, dat vooral de invoering van het FIN de belastinginning zal verbeteren. Misbruik van het FIN kan niet, legde hij uit. Elke belastingplichtige krijgt slechts één uniek nummer. Als onderdeel van de hervormingen zullen belastingplichtigen hun aangifte ook elektronisch kunnen doen. Met de FIN wordt het voor de belastingdienst gemakkelijker, zegt de minister, om informatie van de belastingplichtige te traceren, aangezien dat nummer voortaan gebruikt zal worden bij alle transacties die gekoppeld zijn aan belastingen. Dit zal ook het klantenbestand helpen actualiseren.
Intussen is er al een project gaande om de bestanden bij de belastingdienst op te schonen. Het huidige belastingsysteem wordt reeds vervangen door een moderner systeem, dat meer mogelijkheden biedt.
'Heffing, inning en controle van belastingmiddelen moeten structureel worden verbeterd'
De Nationale Assemblee (DNA) heeft gisteren vier belastingwetten behandeld en met algemene dertig stemmen aangenomen. Ook leden van de oppositie hebben voor de nieuwe wetgeving gestemd. Het gaat om wijzigingen van de wet Inkomstenbelasting, de wet Loonbelasting en de wet Omzetbelasting en om een nieuwe wet die regels vaststelt voor toekenning van Fiscaal Identificatienummers (FIN). De vier wetten werden samen behandeld. Dit bericht vandaag, zaterdag 21 december 2019, de Ware Tijd.
Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons noemde de goedkeuring een belangrijke stap om de belastingwetgeving van het land te verbeteren. Minister van Financiën ad-interim.
Lekhram Soerdjan, wees erop dat zich wereldwijd ontwikkelingen voordoen waarop de overheid dient in te spelen. De Belastingdienst komt er niet onderuit om de hervormingen van de dienst ter hand te nemen en met die ontwikkelingen mee te gaan.
'De heffing, inning en controle van de verschillende belastingmiddelen moeten structureel worden verbeterd', aldus Soerdjan. De resultaten zullen volgens de minister leiden tot meer klantvriendelijkheid, 'maar, zeker ook tot inkomstenverhoging voor de Staat'.
Hij wees erop dat de Belastingdienst geconfronteerd wordt met verschillende uitdagingen waaraan de dienst het hoofd moet bieden. In dat kader passen modernisering van de verouderde belastingwetgeving en hervormingen van de organisatie van de dienst.
Soerdjan voerde aan, dat vooral de invoering van het FIN de belastinginning zal verbeteren. Misbruik van het FIN kan niet, legde hij uit. Elke belastingplichtige krijgt slechts één uniek nummer. Als onderdeel van de hervormingen zullen belastingplichtigen hun aangifte ook elektronisch kunnen doen. Met de FIN wordt het voor de belastingdienst gemakkelijker, zegt de minister, om informatie van de belastingplichtige te traceren, aangezien dat nummer voortaan gebruikt zal worden bij alle transacties die gekoppeld zijn aan belastingen. Dit zal ook het klantenbestand helpen actualiseren.
Intussen is er al een project gaande om de bestanden bij de belastingdienst op te schonen. Het huidige belastingsysteem wordt reeds vervangen door een moderner systeem, dat meer mogelijkheden biedt.
Minister Elias:: 'Er is een kleine stagnatie bij het stationeren van de Cubaanse artsen'
'Cubanen moeten gezondheidssysteem van Suriname nog onder de knie krijgen'
Het plaatsen van vijftig Cubaanse artsen in verschillende delen van het land is vertraagd. De doktoren moeten het gezondheidssysteem van Suriname nog onder de knie krijgen. 'Elk land heeft zijn eigen systeem, namelijk welke verzekeraars en medicijnen er zijn en wat de artsen allemaal moeten invullen', zegt minister Antoine Elias van Volksgezondheid vandaag, zaterdag 21 december 2019, in de Ware Tijd.
De doktoren hebben volgens hem niet te maken met een taalbarrière. De bedoeling was om de Cubaanse artsen eind november in te zetten. Zij zijn in juni in Suriname gearriveerd. 'De eerste groep doktoren zal eind januari worden gestationeerd op de diverse posten', verzekert de minister.
Er zullen volgens hem 26 artsen worden geplaatst op posten van de Medische Zending, de rest gaat aan de slag bij de Regionale Gezondheidsdienst. Om hun vestiging in de gebieden te vergemakkelijken worden er woningen voor hen opgezet.
Elias informeerde donderdag aanwezigen tijdens de oplevering van de vuilverbrandingsoven van Snesi Kondre over wat hij noemt de kleine stagnatie bij het stationeren van de artsen. Hij reageerde op vragen van kapitein Asaf Hofwijks van Langatabiki die onder meer wilde weten wanneer artsen gestationeerd zullen zijn in Paramacca. 'Wacht maximaal zes weken dan gaan jullie de artsen hier zien', was daarop het antwoord. Hoeveel medici in Paramacca gevestigd zullen worden, kon de minister donderdag echter niet zeggen.
Hofwijks heeft de minister herinnerd aan diens toezegging bij een eerder bezoek, dat de Cubaanse artsen twee maanden daarna ingezet zouden worden. Nu de termijn is verstreken, rezen er vraagtekens over de werkelijke aankomst van de doktoren in de gebieden. 'Ik ben zeer tevreden met het antwoord dat de minister ons heeft gegeven', zegt Hofwijks. Hij wijst erop dat de mensen tijdens ziekte vaak worden bijgestaan door verpleegkundigen. Zij doen hun best om hulp te bieden en bellen in sommige gevallen de arts voor advies.
Het plaatsen van vijftig Cubaanse artsen in verschillende delen van het land is vertraagd. De doktoren moeten het gezondheidssysteem van Suriname nog onder de knie krijgen. 'Elk land heeft zijn eigen systeem, namelijk welke verzekeraars en medicijnen er zijn en wat de artsen allemaal moeten invullen', zegt minister Antoine Elias van Volksgezondheid vandaag, zaterdag 21 december 2019, in de Ware Tijd.
De doktoren hebben volgens hem niet te maken met een taalbarrière. De bedoeling was om de Cubaanse artsen eind november in te zetten. Zij zijn in juni in Suriname gearriveerd. 'De eerste groep doktoren zal eind januari worden gestationeerd op de diverse posten', verzekert de minister.
Er zullen volgens hem 26 artsen worden geplaatst op posten van de Medische Zending, de rest gaat aan de slag bij de Regionale Gezondheidsdienst. Om hun vestiging in de gebieden te vergemakkelijken worden er woningen voor hen opgezet.
Elias informeerde donderdag aanwezigen tijdens de oplevering van de vuilverbrandingsoven van Snesi Kondre over wat hij noemt de kleine stagnatie bij het stationeren van de artsen. Hij reageerde op vragen van kapitein Asaf Hofwijks van Langatabiki die onder meer wilde weten wanneer artsen gestationeerd zullen zijn in Paramacca. 'Wacht maximaal zes weken dan gaan jullie de artsen hier zien', was daarop het antwoord. Hoeveel medici in Paramacca gevestigd zullen worden, kon de minister donderdag echter niet zeggen.
Hofwijks heeft de minister herinnerd aan diens toezegging bij een eerder bezoek, dat de Cubaanse artsen twee maanden daarna ingezet zouden worden. Nu de termijn is verstreken, rezen er vraagtekens over de werkelijke aankomst van de doktoren in de gebieden. 'Ik ben zeer tevreden met het antwoord dat de minister ons heeft gegeven', zegt Hofwijks. Hij wijst erop dat de mensen tijdens ziekte vaak worden bijgestaan door verpleegkundigen. Zij doen hun best om hulp te bieden en bellen in sommige gevallen de arts voor advies.
Vonnis Krijgsraad: 'Bouterse speelde cruciale rol bij voorbereiding 8 decembermoorden'
'Bouterse heeft met overige leden militaire top, Horb en Bhagwan- das, het draaiboek uitgevoerd'
Ex-legerleider Desi Bouterse heeft volgens de Krijgsraad een cruciale rol gespeeld bij de voorbereiding om de 15 slachtoffers van 8 december 1982 van het leven te beroven. Dit onder het mom van het bezig zijn met het plegen van een coup om het militair gezag omver te werpen. Het draaiboek is samen met Roy Horb en Paul Bhagwandas zorgvuldig samengesteld. Bouterse heeft ook een wezenlijke bijdrage geleverd bij de uitvoering van het draaiboek.
De Krijgsraad oordeelde, dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere straf 'dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt'. De Krijgsraad acht de strafeis van de auditeur-militair passend en geboden.
Overeenkomstig de strafeis is Bouterse voor medeplegen van moord op vijftien personen veroordeeld tot 20 jaar celstraf.
Het 116-pagina's tellende vonnis is gisteren gepubliceerd, aldus Starnieuws vandaag, zaterdag 21 december 2019.
Uit het forensisch onderzoek na opgraving is gebleken, dat een groot deel van de verdachten vóór hun dood ernstig is mishandeld. Tevens heeft verdachte er niet voor geschroomd om zijn handelen als rechtvaardig te beschouwen, door kenbaar te maken dat de samenleving hem juist dankbaar zou moeten zijn dat hij onnodig bloedvergieten heeft voorkomen, middels het verijdelen van de zogenaamde coup die deze vermeende slachtoffers in zijn denkwereld met buitenlandse machten zouden plegen. Door te handelen zoals Bouterse heeft gedaan, heeft hij op grove wijze het hoogste rechtsgoed, te weten het recht op leven, geschonden.
'De dood van de vijftien slachtoffers heeft voor de nabestaanden tot op heden groot leed veroorzaakt en heeft grote delen in de samenleving tot op heden bezig gehouden. Brute afrekeningen zoals deze versterken verder gevoelens van vrees en onveiligheid in de samenleving als geheel. De strafwaardigheid van het feit is dan ook allerhoogst', stelt de Krijgsraad.
Bouterse had vanwege zijn machtige positie toentertijd ook kort na de gebeurtenis de bevoegdheid, alle middelen en diensten om de handelingen te plegen en zelf op te treden. Hij had hierdoor dus ook de bevoegdheid om degenen die als toen in het Fort Zeelandia aanwezig waren ter verantwoording op te roepen, een onderzoek naar het doodschieten op de slachtoffers te doen instellen en maatregelen tegen de verantwoordelijken voor het doodschieten te treffen, doch heeft hij dit zoals uit de diverse verklaringen van getuigen blijkt, nagelaten.
Bouterse heeft verklaard de politieke verantwoordelijkheid voor het doodschieten van de slachtoffers te willen dragen, doch is dit niet uit de hiervoor vermelde handelingen gebleken.
De feiten die met voldoende mate van zekerheid zijn vastgesteld, in onderling samenhang beschouwd en gelezen, brengen de Krijgsraad tot de slotsom dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met het oog op het doodschieten van de slachtoffers, welke zorgvuldig is voorbereid. Niets van de gebeurtenis heeft verdachte laten vastleggen.
Het mortuariumpersoneel mocht geen aantekening maken van de datum wanneer de lijken binnen zouden zijn gebracht. Verdachte heeft nimmer berouw getoond dan slechts aan te halen dat de slachtoffers tezamen met buitenlandse mogendheden bezig zouden zijn met subversieve activiteiten om de militaire regering omver te werpen, zonder enig verslag op welke wijze hij dat onderzoek zou hebben gepleegd.
Toentertijd was er in tegenstelling tot de huidige situatie geen internetverkeer en was er nog geen mobiel verkeer om contact te onderhouden met buitenlandse mogendheden. Om een buitenlands gesprek te kunnen voeren moest er zoals dat uit de verklaring van de toenmalige directeur blijkt, eerst een aanvraag hiervoor worden ingediend. Bouterse heeft tezamen met de overige leden die deel uitmaakten van de militaire top, Horb en Bhagwandas, het draaiboek uitgevoerd.
Uit de feiten en omstandigheden en hetgeen overigens in dit verband uit de bewijsmiddelen blijkt, leidt de Krijgsraad af dat verdachte een cruciale rol in het geheel heeft gespeeld bij het elimineren van de slachtoffers die overdracht van de regeermacht door de militairen eisten aan een burgerregering en hiervoor opkwamen, hetgeen hij als een grote struikelblok ervoer en de slachtoffers als coupplegers c.q. geweldplegers bestempelde.
Hij heeft niet gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, omdat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Tegen het verstekvonnis van de Krijgsraad is op 3 december verzet ingediend.
Ex-legerleider Desi Bouterse heeft volgens de Krijgsraad een cruciale rol gespeeld bij de voorbereiding om de 15 slachtoffers van 8 december 1982 van het leven te beroven. Dit onder het mom van het bezig zijn met het plegen van een coup om het militair gezag omver te werpen. Het draaiboek is samen met Roy Horb en Paul Bhagwandas zorgvuldig samengesteld. Bouterse heeft ook een wezenlijke bijdrage geleverd bij de uitvoering van het draaiboek.
De Krijgsraad oordeelde, dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere straf 'dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt'. De Krijgsraad acht de strafeis van de auditeur-militair passend en geboden.
Overeenkomstig de strafeis is Bouterse voor medeplegen van moord op vijftien personen veroordeeld tot 20 jaar celstraf.
Het 116-pagina's tellende vonnis is gisteren gepubliceerd, aldus Starnieuws vandaag, zaterdag 21 december 2019.
Uit het forensisch onderzoek na opgraving is gebleken, dat een groot deel van de verdachten vóór hun dood ernstig is mishandeld. Tevens heeft verdachte er niet voor geschroomd om zijn handelen als rechtvaardig te beschouwen, door kenbaar te maken dat de samenleving hem juist dankbaar zou moeten zijn dat hij onnodig bloedvergieten heeft voorkomen, middels het verijdelen van de zogenaamde coup die deze vermeende slachtoffers in zijn denkwereld met buitenlandse machten zouden plegen. Door te handelen zoals Bouterse heeft gedaan, heeft hij op grove wijze het hoogste rechtsgoed, te weten het recht op leven, geschonden.
'De dood van de vijftien slachtoffers heeft voor de nabestaanden tot op heden groot leed veroorzaakt en heeft grote delen in de samenleving tot op heden bezig gehouden. Brute afrekeningen zoals deze versterken verder gevoelens van vrees en onveiligheid in de samenleving als geheel. De strafwaardigheid van het feit is dan ook allerhoogst', stelt de Krijgsraad.
Bouterse had vanwege zijn machtige positie toentertijd ook kort na de gebeurtenis de bevoegdheid, alle middelen en diensten om de handelingen te plegen en zelf op te treden. Hij had hierdoor dus ook de bevoegdheid om degenen die als toen in het Fort Zeelandia aanwezig waren ter verantwoording op te roepen, een onderzoek naar het doodschieten op de slachtoffers te doen instellen en maatregelen tegen de verantwoordelijken voor het doodschieten te treffen, doch heeft hij dit zoals uit de diverse verklaringen van getuigen blijkt, nagelaten.
Bouterse heeft verklaard de politieke verantwoordelijkheid voor het doodschieten van de slachtoffers te willen dragen, doch is dit niet uit de hiervoor vermelde handelingen gebleken.
De feiten die met voldoende mate van zekerheid zijn vastgesteld, in onderling samenhang beschouwd en gelezen, brengen de Krijgsraad tot de slotsom dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met het oog op het doodschieten van de slachtoffers, welke zorgvuldig is voorbereid. Niets van de gebeurtenis heeft verdachte laten vastleggen.
Het mortuariumpersoneel mocht geen aantekening maken van de datum wanneer de lijken binnen zouden zijn gebracht. Verdachte heeft nimmer berouw getoond dan slechts aan te halen dat de slachtoffers tezamen met buitenlandse mogendheden bezig zouden zijn met subversieve activiteiten om de militaire regering omver te werpen, zonder enig verslag op welke wijze hij dat onderzoek zou hebben gepleegd.
Toentertijd was er in tegenstelling tot de huidige situatie geen internetverkeer en was er nog geen mobiel verkeer om contact te onderhouden met buitenlandse mogendheden. Om een buitenlands gesprek te kunnen voeren moest er zoals dat uit de verklaring van de toenmalige directeur blijkt, eerst een aanvraag hiervoor worden ingediend. Bouterse heeft tezamen met de overige leden die deel uitmaakten van de militaire top, Horb en Bhagwandas, het draaiboek uitgevoerd.
Uit de feiten en omstandigheden en hetgeen overigens in dit verband uit de bewijsmiddelen blijkt, leidt de Krijgsraad af dat verdachte een cruciale rol in het geheel heeft gespeeld bij het elimineren van de slachtoffers die overdracht van de regeermacht door de militairen eisten aan een burgerregering en hiervoor opkwamen, hetgeen hij als een grote struikelblok ervoer en de slachtoffers als coupplegers c.q. geweldplegers bestempelde.
Hij heeft niet gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, omdat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Tegen het verstekvonnis van de Krijgsraad is op 3 december verzet ingediend.
SPA-leider Castelen: 'Kies bij komende verkiezingen leiders die liefde hebben voor het land'
'De SPA staat wel open voor samenwerking'
De voorzitter van de Surinaamse Partij van de Arbeid (SPA), Guno Castelen, heeft donderdagavond in een bijeenkomst voor senioren burgers, het volk opgeroepen om bij de komende verkiezingen leiders te kiezen die liefde hebben voor het land. Ze moeten ook bereid zijn te werken aan verandering van de situatie.
Hij refereerde aan een tekst in de Bijbel over geloof, hoop en liefde. 'Het belangrijkste hierbij is liefde', onderstreepte hij, aldus de Ware Tijd zaterdag 21 december 2019.
Castelen stelde, dat er hard moet worden gewerkt naar de verkiezingen toe. 'Wacht niet op propagandamateriaal. Het komt nog. Ga alvast de boodschap verspreiden. Bid en werk. Je moet niet alleen bidden, maar ook werken.'
Besloten is dat de partij zelfstandig aan de verkiezingen deelneemt. Dat is een uitdaging voor een partij die bij de laatste twee verkiezingen steeds minder stemmen heeft binnengehaald. Castelen haastte zich te zeggen dat de SPA wel openstaat voor samenwerking.
Hij maakte gebruik van de gelegenheid om andere politici op te roepen te kiezen voor wat goed is voor het land. Suriname bevindt zich in een moeilijke situatie en er moet een ommekeer komen. Uiteindelijk beslist het volk. 'U bent hier vanavond en u hoort deze boodschap. Misschien wilt u niet op mij stemmen, stem dan op iemand die liefde heeft voor het land.'
Donderdag heeft de partij tientallen senioren burgers in de bloemetjes gezet. De partij wil met dit gebaar de senioren bedanken voor de ondersteuning die ze de partij hebben gegeven in de voorbije periode. Zonder hun bijdrage en geloof in de SPA zou de partij niet zijn waar ze nu is. Personen uit Paramaribo, Wanica en Commewijne en van de Esther Stichting waren aanwezig.
De voorzitter van de Surinaamse Partij van de Arbeid (SPA), Guno Castelen, heeft donderdagavond in een bijeenkomst voor senioren burgers, het volk opgeroepen om bij de komende verkiezingen leiders te kiezen die liefde hebben voor het land. Ze moeten ook bereid zijn te werken aan verandering van de situatie.
Hij refereerde aan een tekst in de Bijbel over geloof, hoop en liefde. 'Het belangrijkste hierbij is liefde', onderstreepte hij, aldus de Ware Tijd zaterdag 21 december 2019.
Castelen stelde, dat er hard moet worden gewerkt naar de verkiezingen toe. 'Wacht niet op propagandamateriaal. Het komt nog. Ga alvast de boodschap verspreiden. Bid en werk. Je moet niet alleen bidden, maar ook werken.'
Besloten is dat de partij zelfstandig aan de verkiezingen deelneemt. Dat is een uitdaging voor een partij die bij de laatste twee verkiezingen steeds minder stemmen heeft binnengehaald. Castelen haastte zich te zeggen dat de SPA wel openstaat voor samenwerking.
Hij maakte gebruik van de gelegenheid om andere politici op te roepen te kiezen voor wat goed is voor het land. Suriname bevindt zich in een moeilijke situatie en er moet een ommekeer komen. Uiteindelijk beslist het volk. 'U bent hier vanavond en u hoort deze boodschap. Misschien wilt u niet op mij stemmen, stem dan op iemand die liefde heeft voor het land.'
Donderdag heeft de partij tientallen senioren burgers in de bloemetjes gezet. De partij wil met dit gebaar de senioren bedanken voor de ondersteuning die ze de partij hebben gegeven in de voorbije periode. Zonder hun bijdrage en geloof in de SPA zou de partij niet zijn waar ze nu is. Personen uit Paramaribo, Wanica en Commewijne en van de Esther Stichting waren aanwezig.
Suriname krijgt geen uitstel op verbod export sopropo naar de EU
Verbod heeft ook gevolgen voor postzendingen en vertrekkende passagiers naar Nederland
Suriname krijgt geen uitstel op het verbod van export van sopropo naar de Europese Unie, EU. Vanuit de EU is gereageerd op een eerder gedaan verzoek van het Surinaamse ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), om het verbod met 6 maanden uit te stellen. De EU in Brussel heeft in haar antwoord aangegeven, dat niet positief op het verzoek kan worden gereageerd, omdat er geen wettelijke basis aanwezig is. Dit houdt in dat de export van sopropo naar de EU verboden blijft. Dit bericht het Nationaal Informatie Instituut vrijdag 20 december 2019.
Het verbod heeft niet alleen gevolgen voor commerciële zendingen, maar ook voor postzendingen en vertrekkende passagiers naar Nederland. De vertrekkende passagiers naar in het bijzonder Nederland wordt erop gewezen dat het verboden is om zonder een fytosanitair certificaat van het ministerie, planten en plantaardige producten te exporteren of mee te nemen naar de EU (Nederland).
Op de luchthaven bestaat de mogelijkheid om groenten en/of fruit te kopen die wel afkomstig zijn van een door LVV gecertificeerde landbouwer. 'Brengt u zichzelf, maar in het bijzonder ons land, niet in de problemen en houdt u zich aan de regels!', drukt LVV reizigers op het hart.
Controle van passagiers in Nederland vindt in de eerste lijn plaats door de douane en in de tweede lijn de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Wanneer goederen niet worden aangegeven en/of het fytocertificaat ontbreekt volgt in beslag name met eventueel een boete, meldt de NVWA aan de redactie van Waterkant.net.
Suriname krijgt geen uitstel op het verbod van export van sopropo naar de Europese Unie, EU. Vanuit de EU is gereageerd op een eerder gedaan verzoek van het Surinaamse ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), om het verbod met 6 maanden uit te stellen. De EU in Brussel heeft in haar antwoord aangegeven, dat niet positief op het verzoek kan worden gereageerd, omdat er geen wettelijke basis aanwezig is. Dit houdt in dat de export van sopropo naar de EU verboden blijft. Dit bericht het Nationaal Informatie Instituut vrijdag 20 december 2019.
Het verbod heeft niet alleen gevolgen voor commerciële zendingen, maar ook voor postzendingen en vertrekkende passagiers naar Nederland. De vertrekkende passagiers naar in het bijzonder Nederland wordt erop gewezen dat het verboden is om zonder een fytosanitair certificaat van het ministerie, planten en plantaardige producten te exporteren of mee te nemen naar de EU (Nederland).
Op de luchthaven bestaat de mogelijkheid om groenten en/of fruit te kopen die wel afkomstig zijn van een door LVV gecertificeerde landbouwer. 'Brengt u zichzelf, maar in het bijzonder ons land, niet in de problemen en houdt u zich aan de regels!', drukt LVV reizigers op het hart.
Controle van passagiers in Nederland vindt in de eerste lijn plaats door de douane en in de tweede lijn de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Wanneer goederen niet worden aangegeven en/of het fytocertificaat ontbreekt volgt in beslag name met eventueel een boete, meldt de NVWA aan de redactie van Waterkant.net.
Vrouwen in Surinaams leger mogen niet meer dan twee kinderen hebben
Deze regel geldt niet voor mannen...
Vrouwen die solliciteren bij het Nationaal Leger wordt gezegd dat ze niet meer dan twee kinderen mogen hebben. Is dat wel het geval, dan vallen ze al bij voorbaat buiten de selectieprocedure. Het wekt bevreemding bij de vrouwelijke sollicitanten, omdat deze regel niet geldt voor mannen, zo schrijft de Ware Tijd vandaag, zaterdag 21 december 2019.
Een sollicitant vertelt, dat ze heeft moeten jokken over hoeveel kinderen ze heeft.
Oud-minister Ronald Assen van Defensie zegt, dat hij deze regel niet kent, omdat de wervings- en selectieprocedure indertijd niet onder de minister vielen. 'Ik stond ver van het wervingsbeleid. Het enige dat ik weet is, dat sollicitanten onder andere een medisch en psychologisch onderzoek moesten ondergaan.' Hij weet wel, dat er reeds toen vrouwen met kinderen werden aangenomen, maar niet of het aantal kinderen een selectiecriterium is geweest. 'Als zou blijken dat het kindertal de taakuitoefening bemoeilijkt, is er bij weigering geen sprake van discriminatie.''
De organisatie mag zelf aangeven dat ze een bepaald aantal kinderen kan hebben. 'Ik ken een geval van een vrouwelijke militair met kinderen, die een overtreding had begaan en een straf in het kamp moest uitzitten. Ze zat toen met oppas voor de kinderen. Er is toen besloten dat de kinderen mee mochten terwijl ze haar weekendstraf uitzat in het kamp.' Het betrof een vrouw die eerder ook al een paar dagen straf had gehad en de kinderen toen alleen thuis had gelaten. Ze had de buren wel gevraagd om een oogje in het zeil te houden. In Suriname kennen we het verschijnsel van veel meer alleenstaande moeders dan alleenstaande vaders, reageert hij op de opmerking dat mannen ook kinderen verwekken. Het is doorgaans zo - niet alleen in Suriname - dat de kinderen zich hechten aan de moeder en minder aan de vader.'
Van iemand die nog actief in de dienst is verneemt de Ware Tijd, dat alleenstaande moeders die reeds in het leger zijn veelal te kampen hebben met oppasproblemen als ze op detachering moeten. Dit zou een reden kunnen zijn voor het beperken van het kindertal.
Ex-minister van Defensie Ivan Fernald kan evenmin met zekerheid zeggen of de regel bestond toen hij verantwoordelijk was voor het ministerie.
Vrouwen die solliciteren bij het Nationaal Leger wordt gezegd dat ze niet meer dan twee kinderen mogen hebben. Is dat wel het geval, dan vallen ze al bij voorbaat buiten de selectieprocedure. Het wekt bevreemding bij de vrouwelijke sollicitanten, omdat deze regel niet geldt voor mannen, zo schrijft de Ware Tijd vandaag, zaterdag 21 december 2019.
Een sollicitant vertelt, dat ze heeft moeten jokken over hoeveel kinderen ze heeft.
Oud-minister Ronald Assen van Defensie zegt, dat hij deze regel niet kent, omdat de wervings- en selectieprocedure indertijd niet onder de minister vielen. 'Ik stond ver van het wervingsbeleid. Het enige dat ik weet is, dat sollicitanten onder andere een medisch en psychologisch onderzoek moesten ondergaan.' Hij weet wel, dat er reeds toen vrouwen met kinderen werden aangenomen, maar niet of het aantal kinderen een selectiecriterium is geweest. 'Als zou blijken dat het kindertal de taakuitoefening bemoeilijkt, is er bij weigering geen sprake van discriminatie.''
De organisatie mag zelf aangeven dat ze een bepaald aantal kinderen kan hebben. 'Ik ken een geval van een vrouwelijke militair met kinderen, die een overtreding had begaan en een straf in het kamp moest uitzitten. Ze zat toen met oppas voor de kinderen. Er is toen besloten dat de kinderen mee mochten terwijl ze haar weekendstraf uitzat in het kamp.' Het betrof een vrouw die eerder ook al een paar dagen straf had gehad en de kinderen toen alleen thuis had gelaten. Ze had de buren wel gevraagd om een oogje in het zeil te houden. In Suriname kennen we het verschijnsel van veel meer alleenstaande moeders dan alleenstaande vaders, reageert hij op de opmerking dat mannen ook kinderen verwekken. Het is doorgaans zo - niet alleen in Suriname - dat de kinderen zich hechten aan de moeder en minder aan de vader.'
Van iemand die nog actief in de dienst is verneemt de Ware Tijd, dat alleenstaande moeders die reeds in het leger zijn veelal te kampen hebben met oppasproblemen als ze op detachering moeten. Dit zou een reden kunnen zijn voor het beperken van het kindertal.
Ex-minister van Defensie Ivan Fernald kan evenmin met zekerheid zeggen of de regel bestond toen hij verantwoordelijk was voor het ministerie.
Baggerwerkzaamheden Surinamerivier gegund aan een Chinese partij
(Bron foto's:: P.IJ. Kraaijer) |
- Chinese China Harbour Engineering mag gaan baggeren
- Nederlandse bedrijven Van Oord en Dutch Dreding zouden een bedankbrief hebben gehad
Het
zich al sinds 2006 voortslepende Surinamerivier baggerproject is
eindelijk aanbesteed
en inmiddels gegund aan het Chinese bedrijf
ChinaHarbour Engineering voor US$ 56 miljoen inclusief 5 jaar onderhoud.
De
Nederlandse bedrijven Van Oord en Dutch Dreding
zouden een bedankbrief hebben ontvangen.
Het Chinese bedrijf is al gevestigd in Paramaribo en gaat voor de
regering ook de uitbreiding van de nationale luchthaven Johan Adolf
Pengel ter hand nemen.
De
laatste mededeling vanuit de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) ten
aanzien van de planning van het project van enkele maanden geleden
is, dat het project in november 2019 had moeten starten. De
verwachting is echter dat de aanvang zal vertragen naar einde eerste
kwartaal of begin tweede kwartaal 2020.
Ten
aanzien van lading op de schepen naar Suriname zal na het baggeren
van de rivier meer lading vervoerd kunnen worden.
President Bouterse kondigt start baggerproject aan
De afgelopen jaren hebben achtereenvolgende regeringen vele malen gewezen op het belang van het uitbaggeren van de voor de economie belangrijke Surinamerivier. Maar, ondanks dat belang ziet het er nu dus pas naar uit, dat na zo'n 14 jaar van besluiteloosheid op regeringsniveau en diverse malen uitstel van het baggerproject, eindelijk toch gebaggerd gaat worden.
Dat bleek uit de Jaarrede van president Desi Bouterse waarin hij eind september globaal het beleid uiteenzette in het parlement voor de regeerperiode tot de algemene verkiezingen op 25 mei 2020. Bouterse: 'In het dienstjaar 2019-2020 zal de regering aanvangen met het uitbaggeren van de Surinamerivier. Dit project, dat samen met de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) is voorbereid in 2018 en 2019, zal starten nadat de geselecteerde aannemer het werkcontract heeft getekend. Vanwege de verminderde activiteiten op de Surinamerivier heeft dichtslibbing plaatsgevonden. Als gevolg hiervan kunnen met name de grote zeevrachtschepen de rivier niet opvaren voor het lossen en laden van goederen met als gevolg dat er enorme economische schade geleden wordt.' De aannemer die geselecteerd is op basis van aanbestedings- en milieuvoorwaarden is gedurende vijf jaar verantwoordelijk voor de onderhoudsbaggerwerkzaamheden van de vaargeul.
Terugblik op de lange we van een belangrijk baggerproject
Dat bleek uit de Jaarrede van president Desi Bouterse waarin hij eind september globaal het beleid uiteenzette in het parlement voor de regeerperiode tot de algemene verkiezingen op 25 mei 2020. Bouterse: 'In het dienstjaar 2019-2020 zal de regering aanvangen met het uitbaggeren van de Surinamerivier. Dit project, dat samen met de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) is voorbereid in 2018 en 2019, zal starten nadat de geselecteerde aannemer het werkcontract heeft getekend. Vanwege de verminderde activiteiten op de Surinamerivier heeft dichtslibbing plaatsgevonden. Als gevolg hiervan kunnen met name de grote zeevrachtschepen de rivier niet opvaren voor het lossen en laden van goederen met als gevolg dat er enorme economische schade geleden wordt.' De aannemer die geselecteerd is op basis van aanbestedings- en milieuvoorwaarden is gedurende vijf jaar verantwoordelijk voor de onderhoudsbaggerwerkzaamheden van de vaargeul.
Terugblik op de lange we van een belangrijk baggerproject
Al sinds zeker 2006 werd binnen regeringskringen gesproken over het uitbaggeren van de Surinamerivier. Vele malen werden toezeggingen gedaan over het moment waarop met de werkzaamheden zou worden begonnen.
2006
2006
Op 9 november 2006 werd gesteld dat medio 2007 begonnen kon worden met de baggerwerkzaamheden. Vervolgens werd het een lange periode stil, waarna op 4 augustus 2010 bekend werd gemaakt, dat in 2011 de rivier uitgebaggerd zou worden.
Een jaar later, 8 september 2011, kwam het bericht dat de werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2012 zouden starten en op 3 augustus van dat jaar werd gemeld, dat uiterlijk februari 2013 begonnen zou worden met de baggerwerkzaamheden.
De Maritieme Autoriteit Suriname maakte op 7 juni 2006 bekend, dat zij een onderzoek zou laten uitvoeren naar de economische en financiële haalbaarheid van een diepere vaargeul in de rivier. Dat onderzoek zou gefinancierd worden door Staatsolie en de bauxietbedrijven Suralco en het inmiddels uit Suriname vertrokken Billiton. De studie gold als voortraject van het project Modernisering Vaarweg Surinamerivier. Baggeren was noodzaak vanwege de smalle breedte, zeventig meter, van de rivier en onvoldoende diepgang bij de monding (ongeveer 4.5 meter bij laag water).
De berichten over plannen voor het uitbaggeren van de rivier leidde in november 2006 tot de eerste kritische geluiden. Kleine vissers zeiden te vrezen voor het verarmen van het visbestand. Zij baseerden zich op de ervaringen van vissers op de uitgebaggerde Berbicerivier in Guyana. Veel Guyanese vissers trokken vervolgens naar Surinaamse wateren om vis te vangen. Naast een aanslag op het visbestand, werden ook zorgen uitgesproken over overlast veroorzaakt door de snelheid van zeeschepen en loodsboten. De MAS trachtte de zorgen uit de lucht te halen door te stellen, dat er een milieueffectenonderzoek werd uitgevoerd. Eind december 2012 liet de MAS weten, dat een ‘Environmental and Social Impact Assessment’ was uitgevoerd, dat een uitgebreide analyse van de mogelijke gevolgen van het project was opgesteld en dat op basis van die analyse een plan was geschreven voor de uitvoering van het project. Het onderzoek werd gefinancierd door een consortium bestaande uit Staatsolie, Billiton en Suralco.
2007
Een jaar later, 8 september 2011, kwam het bericht dat de werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2012 zouden starten en op 3 augustus van dat jaar werd gemeld, dat uiterlijk februari 2013 begonnen zou worden met de baggerwerkzaamheden.
De Maritieme Autoriteit Suriname maakte op 7 juni 2006 bekend, dat zij een onderzoek zou laten uitvoeren naar de economische en financiële haalbaarheid van een diepere vaargeul in de rivier. Dat onderzoek zou gefinancierd worden door Staatsolie en de bauxietbedrijven Suralco en het inmiddels uit Suriname vertrokken Billiton. De studie gold als voortraject van het project Modernisering Vaarweg Surinamerivier. Baggeren was noodzaak vanwege de smalle breedte, zeventig meter, van de rivier en onvoldoende diepgang bij de monding (ongeveer 4.5 meter bij laag water).
De berichten over plannen voor het uitbaggeren van de rivier leidde in november 2006 tot de eerste kritische geluiden. Kleine vissers zeiden te vrezen voor het verarmen van het visbestand. Zij baseerden zich op de ervaringen van vissers op de uitgebaggerde Berbicerivier in Guyana. Veel Guyanese vissers trokken vervolgens naar Surinaamse wateren om vis te vangen. Naast een aanslag op het visbestand, werden ook zorgen uitgesproken over overlast veroorzaakt door de snelheid van zeeschepen en loodsboten. De MAS trachtte de zorgen uit de lucht te halen door te stellen, dat er een milieueffectenonderzoek werd uitgevoerd. Eind december 2012 liet de MAS weten, dat een ‘Environmental and Social Impact Assessment’ was uitgevoerd, dat een uitgebreide analyse van de mogelijke gevolgen van het project was opgesteld en dat op basis van die analyse een plan was geschreven voor de uitvoering van het project. Het onderzoek werd gefinancierd door een consortium bestaande uit Staatsolie, Billiton en Suralco.
2007
Opmerkelijk was het, dat begin november 2007 het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, NIMOS, al beweerde dat de milieueffecten minimaal zouden zijn bij het baggeren van de Surinamerivier.
Ook zou volgens dit instituut de vispopulatie weinig last ondervinden van de baggerwerkzaamheden. Een definitief besluit over het wel of niet baggeren van de rivier was toen nog niet door de regering genomen. Maar, een maand later, bleek uit de Jaarrede van president Desi Bouterse, over het regeringsbeleid voor het jaar 2008-2009, dat ‘de studies in verband met het uitdiepen van de vaargeul in de Surinamerivier reed zijn afgerond en de de inschrijving voor de werkzaamheden heeft plaatsgehad’.
Ook zou volgens dit instituut de vispopulatie weinig last ondervinden van de baggerwerkzaamheden. Een definitief besluit over het wel of niet baggeren van de rivier was toen nog niet door de regering genomen. Maar, een maand later, bleek uit de Jaarrede van president Desi Bouterse, over het regeringsbeleid voor het jaar 2008-2009, dat ‘de studies in verband met het uitdiepen van de vaargeul in de Surinamerivier reed zijn afgerond en de de inschrijving voor de werkzaamheden heeft plaatsgehad’.
Dat waren nagenoeg dezelfde woorden als in de Jaarrede, over het regeerjaar 2019-2020, van Bouterse op 30 september 2019...
2008
2008
Toenmalig vicepresident Ramdien Sardjoe verklaarde op 27 mei 2008 in gesprek met de krant de Ware Tijd, dat ‘het besluit om al of niet te baggeren’ afhing ‘van mogelijkheden om de milieugevolgen te beperken’. Hij benadrukte het economische belang van een uitgebaggerde rivier voor Suriname. Zo was de verwachting, dat het transport van bauxiet en aardolie efficiënter zou kunnen en dat cruisetoerisme van de grond zou kunnen komen. Om de vaargeul op de juiste diepte te houden, zou echter jaarlijks gebaggerd moeten worden, aldus Sardjoe in mei 2008.
In dezelfde maand organiseerde de MAS, van 26 tot en met 30 mei, een training met als titel ‘Monitoring Dredging Operations’ in Hotel Krasnapolsky in Paramaribo. De training werd verzorgd door Bart Graswinckel, een baggerexpert van het Shipping and Transport College Rotterdam. Tijdens deze training werden de meest gangbare baggermethoden besproken en ook de milieuaspecten. Volgens Graswinckel zou voor het baggeren van de Surinamerivier trailhoppercutterdredging in combinatie met waterinjectiondredging geschikt zijn, omdat deze methoden effectiever en relatief goedkoper zijn dan de andere methoden en minieme gevolgen zouden hebben voor het milieu. Deze methoden zouden voor de scheepvaart ook geen belemmering vormen.
Zes bedrijven uit Nederland, België en China hadden zich in augustus 2008 ingeschreven om het meer dan 30 miljoen Amerikaanse dollar kostend baggerproject van de Surinamerivier uit te voeren.
Uiterlijk 7 oktober 2008 zou de Maritieme Autoriteit Suriname beslissen welk bedrijf het werk gegund zou krijgen, aldus berichtte de Ware Tijd op 19 augustus 2008. Het ging om de bedrijven China Harbour, Jan de Nul NV en Dredging Internationale uit België en het Baggerbedrijf J. De Boer, MNO Vervat BV en een joint venture van Boskalis en Van Oord uit Nederland.
‘Bij de selectie zullen we nadrukkelijk letten op de kwaliteit (ISO 90001), de milieunormen en de capaciteit van de projectuitvoerder’, sprak MAS-directeur Michel Amafo.
Het contract dat zou worden getekend, zou twee jaren lopen. Eén jaar voor het baggeren zelf en een nieuwe vaargeul maken en één jaar voor onderhoudsbaggeren. De MAS maakte bekend, dat zeeschepen niet verder dan een diepte van 7.5 meter onder de hoogwaterlijn aan vrachtlading konden vervoeren. De bedoeling was om de vaargeul twee meter dieper te baggeren. De krant meldde, dat het besluit tot het baggeren van de Surinamerivier was versneld, omdat de monding dreigde dicht te slibben door de Wia Wia bank, een modderbank voor de kust van het oostelijk gelegen district Commewijne. Elk jaar verschuift deze zeventig kilometer lange en veertig kilometer lange bank een halve kilometer dichter naar de monding van de rivier.
2009
In dezelfde maand organiseerde de MAS, van 26 tot en met 30 mei, een training met als titel ‘Monitoring Dredging Operations’ in Hotel Krasnapolsky in Paramaribo. De training werd verzorgd door Bart Graswinckel, een baggerexpert van het Shipping and Transport College Rotterdam. Tijdens deze training werden de meest gangbare baggermethoden besproken en ook de milieuaspecten. Volgens Graswinckel zou voor het baggeren van de Surinamerivier trailhoppercutterdredging in combinatie met waterinjectiondredging geschikt zijn, omdat deze methoden effectiever en relatief goedkoper zijn dan de andere methoden en minieme gevolgen zouden hebben voor het milieu. Deze methoden zouden voor de scheepvaart ook geen belemmering vormen.
Zes bedrijven uit Nederland, België en China hadden zich in augustus 2008 ingeschreven om het meer dan 30 miljoen Amerikaanse dollar kostend baggerproject van de Surinamerivier uit te voeren.
Uiterlijk 7 oktober 2008 zou de Maritieme Autoriteit Suriname beslissen welk bedrijf het werk gegund zou krijgen, aldus berichtte de Ware Tijd op 19 augustus 2008. Het ging om de bedrijven China Harbour, Jan de Nul NV en Dredging Internationale uit België en het Baggerbedrijf J. De Boer, MNO Vervat BV en een joint venture van Boskalis en Van Oord uit Nederland.
‘Bij de selectie zullen we nadrukkelijk letten op de kwaliteit (ISO 90001), de milieunormen en de capaciteit van de projectuitvoerder’, sprak MAS-directeur Michel Amafo.
Het contract dat zou worden getekend, zou twee jaren lopen. Eén jaar voor het baggeren zelf en een nieuwe vaargeul maken en één jaar voor onderhoudsbaggeren. De MAS maakte bekend, dat zeeschepen niet verder dan een diepte van 7.5 meter onder de hoogwaterlijn aan vrachtlading konden vervoeren. De bedoeling was om de vaargeul twee meter dieper te baggeren. De krant meldde, dat het besluit tot het baggeren van de Surinamerivier was versneld, omdat de monding dreigde dicht te slibben door de Wia Wia bank, een modderbank voor de kust van het oostelijk gelegen district Commewijne. Elk jaar verschuift deze zeventig kilometer lange en veertig kilometer lange bank een halve kilometer dichter naar de monding van de rivier.
2009
Half februari 2009 was er nog steeds onduidelijkheid over de vraag wanneer begonnen kon worden met baggeren. De directeur van de MAS verklaarde op 17 februari tegenover het Dagblad Suriname te wachten op ‘nadere instructie van de minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) voor het baggeren van de Surinamerivier’. Ondertussen beraadde de MAS zich op de wijze waarop de rivier gebaggerd zou kunnen worden. Amafo: ‘Gaan wij de hele rivier doen? Gaan wij maar een deel van de rivier doen? Maar baggeren, dat staat vast. We hebben even de slag nodig om de terugkoppeling naar de regering te maken. Als wij de instructie hebben, dan kunnen wij een besluit nemen.’
De inmiddels nieuwe TCT-minister, Falisie Pinas, vond eind augustus 2010 dat het baggeren van de Surinamerivier prioriteit moest hebben in zijn beleidsdoelstellingen.
De inmiddels nieuwe TCT-minister, Falisie Pinas, vond eind augustus 2010 dat het baggeren van de Surinamerivier prioriteit moest hebben in zijn beleidsdoelstellingen.
Hij zei dat tijdens een kennismakingsontmoeting bij de MAS. ‘De Surinamerivier wordt volgend jaar uitgebaggerd’, aldus Pinas op 24 augustus 2010.
2011
2011
In april 2011 bleken er plotseling financiële hobbels te zijn voor de uitvoering van het baggerproject. De MAS stelde de regering voor om een zogenoemde baggerheffing in te voeren. Met de extra binnenkomende gelden zou de financiering rond moeten komen voor het baggeren van de Surinamerivier, maar een belangrijke financier was uitgevallen. Bauxietbedrijf Billiton had aanvankelijk steun toegezegd, maar het bedrijf was uit Suriname vertrokken. Staatsolie bleef wel meedoen en had al tien miljoen dollar ingebracht.
Lokale handelsbanken en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank waren eventueel bereid een lening te verstrekken. ‘Met de zogenaamde baggerheffing zullen we deze lening dan afbetalen’, zo liet MAS-directeur Amafo weten. De heffing moest voldaan worden bij het laden en lossen van schepen in de haven van Paramaribo. De aanbesteding van het baggerproject zou later dat jaar en de uitvoering zou in 2012 moeten plaatsvinden.
Dat werd 27 september 2011 nog eens benadrukt door minister Pinas van TCT. Bij de ingebruikname van de nieuwe steiger van de Nieuwe Haven in Paramaribo zei hij, dat voor 1 april 2012 een start zou worden gemaakt met het baggeren van de Surinamerivier. ‘Ik kan u zeggen dat we niet later dan eerste kwartaal van 2012 zullen beginnen met het baggeren van de Surinamerivier.’ Maar, nog steeds werd naarstig gezocht naar financiers. ‘Het komt goed’, aldus de TCT-minister.
2012
Lokale handelsbanken en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank waren eventueel bereid een lening te verstrekken. ‘Met de zogenaamde baggerheffing zullen we deze lening dan afbetalen’, zo liet MAS-directeur Amafo weten. De heffing moest voldaan worden bij het laden en lossen van schepen in de haven van Paramaribo. De aanbesteding van het baggerproject zou later dat jaar en de uitvoering zou in 2012 moeten plaatsvinden.
Dat werd 27 september 2011 nog eens benadrukt door minister Pinas van TCT. Bij de ingebruikname van de nieuwe steiger van de Nieuwe Haven in Paramaribo zei hij, dat voor 1 april 2012 een start zou worden gemaakt met het baggeren van de Surinamerivier. ‘Ik kan u zeggen dat we niet later dan eerste kwartaal van 2012 zullen beginnen met het baggeren van de Surinamerivier.’ Maar, nog steeds werd naarstig gezocht naar financiers. ‘Het komt goed’, aldus de TCT-minister.
2012
Pas begin augustus 2012 kwam er een ministeriële beschikking waarin de MAS door de regering werd aangesteld als uitvoerder van het baggerproject. Uiterlijk februari 2013 zou de vaargeul van de Surinamerivier uitgebaggerd worden. Gestreefd werd om per 1 oktober te beginnen met het aanbestedingsproces, zodat het baggeren van de vaargeul volgens plan zou kunnen beginnen. Het projectgebied reikt vanaf ongeveer 7 kilometer ten noorden van de eerste boei bij binnenkomst (Lichtschipboei, kilometer 0) tot Dijkveld (kilometer 66) in de Surinamerivier.
2014
2014
Maar, de MAS liet zaterdag 25 januari 2014 weten, dat dàt jaar gestart zou worden met de baggerwerkzaamheden. Maar, wie de werkzaamheden zou gaan uitvoeren was nog steeds niet bekend. Twee weken later werd bekend, dat de vaargeul in de Surinamerivier voorlopig niet zou worden uitgediept.
De regering had de MAS meegedeeld, dat het plan weer in de koelkast kon verdwijnen. Die koelkast werd begin 2019 pas weer geopend, op een kier.
De regering had de MAS meegedeeld, dat het plan weer in de koelkast kon verdwijnen. Die koelkast werd begin 2019 pas weer geopend, op een kier.
'De regering zal dit jaar met de meeste spoed beginnen met het baggeren van de Surinamerivier', zei president Desi Bouterse begin januari. 'Een van de directe voordelen hiervan is dat de tarieven voor het zeetransport van goederen verlaagd zullen worden, hetgeen verlaging van de consumentenprijzen als gevolg zal hebben.'
2019
2019
De regering maakte 26 april 2019 via haar voorlichtingsbureau, het Nationaal Informatie Instituut, bekend, dat een nog te kiezen bedrijf uiterlijk aan het begin van het derde kwartaal van dit jaar zou starten met het uitbaggeren van de vaargeul van de Surinamerivier. Maar, ook dat werd niet gehaald...
Nu is bekendgemaakt, door president Bouterse, dat binnenkort dan eindelijk gestart wordt met het baggeren, maar wanneer en door welk baggerbedrijf was eind november 2019 nog niet officieel bekendgemaakt...
(Suriname Mirror)
Nu is bekendgemaakt, door president Bouterse, dat binnenkort dan eindelijk gestart wordt met het baggeren, maar wanneer en door welk baggerbedrijf was eind november 2019 nog niet officieel bekendgemaakt...
(Suriname Mirror)
Jogi (VHP) vermoedt 'ernstig geknoei' bij mogelijk onderhandse gunning voor uitbaggeren Surinamerivier
'Nu zitten we op meer dan helft december en we zien nog niets gebeuren door China Harbour Engineering'
Assembleelid Mahinder Jogi (VHP) vermoedt dat er ernstig is geknoeid bij de mogelijk onderhandse gunning voor het uitbaggeren van de Surinamerivier. Dit project is gegund aan het Chinese bedrijf China Harbour Engineering voor ruim 56 miljoen Amerikaanse dollar.
Het Assembleelid vroeg donderdag bij de ingekomen stukken tijdens een openbare vergadering van De Nationale Assemblee, welk traject is gevolgd voor de gunning en of er een internationale aanbesteding is gehouden. Mocht de aanbesteding zijn gehouden, dan wil hij weten welke bedrijven eraan hebben meegedaan en hoe die zijn benaderd. Jogi wil ook de selectiecriteria weten.
'Het kan zijn dat er op papier wordt aangegeven dat er tien bedrijven gaan meedoen, maar in werkelijkheid slechts drie gevraagd zijn.' Jogi weet dat het bedrijf Boskalis ook heeft meegedongen, maar niet in aanmerking is gekomen omdat het pas in januari zou beginnen met het uitbaggeren, terwijl de regering een eerdere planning heeft. 'Nu zitten we op meer dan de helft van december en we zien nog niets gebeuren door China Harbour Engineering.'
Hij vermoedt dat de regering koste wat kost het project heeft willen geven aan dit bedrijf, zoals veel andere grote projecten aan Chinezen worden toegespeeld. De parlementariër noemt het onderhands gegunde Dalian 4-project voor 235 miljoen Amerikaanse dollar en het vervolg, Dalian 5, voor 205 miljoen dollar. 'Nu heb je alleen aan China voor bijna een half miljard Amerikaanse dollar gegund. Al dat geld gaat weg en blijft niet in Suriname. Wij zullen er niets van merken in de economie. Waar zijn de Surinaamse bedrijven en contractors die delen van het werk zouden kunnen uitvoeren?'
Het is volgens de politicus bekend, dat Chinese bedrijven minderwaardige kwaliteit leveren en het niet nauw nemen met wetten en regels. Jogi wil ook weten waar de bagger zal worden gedumpt. Hij stelt dat het vrijwel zeker is dat er veel soorten vuil voorkomen op de bodem van de rivier en dat bij zo'n groot project rekening moet worden gehouden met de milieuaspecten en eventuele schade voor de mens.
Voor dit project heeft de regering het ingenieursbureau Lievense Engineering Contracting in de arm genomen om het werk te beoordelen. Maar, volgens Jogi is niet bekend wie de mensen achter het bedrijf zijn. Dit bureau zou verantwoordelijk zijn geweest voor het opstellen en mede organiseren van de aanbesteding en gunning. 'Maar, we hebben ook een situatie gehad bij het Academisch Medisch Centrum dat in Wanica moest komen. Toen was er ook al een bureau in de arm genomen voor vier miljoen Amerikaanse dollar, maar het ziekenhuis staat nergens', zegt Jogi.
Volgens hem heeft de regering een slecht trackrecord waardoor het nodig is om alles wat ze doet onder een vergrootglas te plaatsen.
Assembleelid Mahinder Jogi (VHP) vermoedt dat er ernstig is geknoeid bij de mogelijk onderhandse gunning voor het uitbaggeren van de Surinamerivier. Dit project is gegund aan het Chinese bedrijf China Harbour Engineering voor ruim 56 miljoen Amerikaanse dollar.
Het Assembleelid vroeg donderdag bij de ingekomen stukken tijdens een openbare vergadering van De Nationale Assemblee, welk traject is gevolgd voor de gunning en of er een internationale aanbesteding is gehouden. Mocht de aanbesteding zijn gehouden, dan wil hij weten welke bedrijven eraan hebben meegedaan en hoe die zijn benaderd. Jogi wil ook de selectiecriteria weten.
'Het kan zijn dat er op papier wordt aangegeven dat er tien bedrijven gaan meedoen, maar in werkelijkheid slechts drie gevraagd zijn.' Jogi weet dat het bedrijf Boskalis ook heeft meegedongen, maar niet in aanmerking is gekomen omdat het pas in januari zou beginnen met het uitbaggeren, terwijl de regering een eerdere planning heeft. 'Nu zitten we op meer dan de helft van december en we zien nog niets gebeuren door China Harbour Engineering.'
Hij vermoedt dat de regering koste wat kost het project heeft willen geven aan dit bedrijf, zoals veel andere grote projecten aan Chinezen worden toegespeeld. De parlementariër noemt het onderhands gegunde Dalian 4-project voor 235 miljoen Amerikaanse dollar en het vervolg, Dalian 5, voor 205 miljoen dollar. 'Nu heb je alleen aan China voor bijna een half miljard Amerikaanse dollar gegund. Al dat geld gaat weg en blijft niet in Suriname. Wij zullen er niets van merken in de economie. Waar zijn de Surinaamse bedrijven en contractors die delen van het werk zouden kunnen uitvoeren?'
Het is volgens de politicus bekend, dat Chinese bedrijven minderwaardige kwaliteit leveren en het niet nauw nemen met wetten en regels. Jogi wil ook weten waar de bagger zal worden gedumpt. Hij stelt dat het vrijwel zeker is dat er veel soorten vuil voorkomen op de bodem van de rivier en dat bij zo'n groot project rekening moet worden gehouden met de milieuaspecten en eventuele schade voor de mens.
Voor dit project heeft de regering het ingenieursbureau Lievense Engineering Contracting in de arm genomen om het werk te beoordelen. Maar, volgens Jogi is niet bekend wie de mensen achter het bedrijf zijn. Dit bureau zou verantwoordelijk zijn geweest voor het opstellen en mede organiseren van de aanbesteding en gunning. 'Maar, we hebben ook een situatie gehad bij het Academisch Medisch Centrum dat in Wanica moest komen. Toen was er ook al een bureau in de arm genomen voor vier miljoen Amerikaanse dollar, maar het ziekenhuis staat nergens', zegt Jogi.
Volgens hem heeft de regering een slecht trackrecord waardoor het nodig is om alles wat ze doet onder een vergrootglas te plaatsen.
Rusland (NPS) wil van regering weten hoe forse schuld bij Oppenheimer betaald wordt
'Ik voorzie een groot probleem, dit komt ook nog bij alle schulden die we maken bij China'
De fractievoorzitter van de NPS, Gregory Rusland, heeft donderdag zijn bezorgdheid uitgesproken in De Nationale Assemblee over de toegenomen schuld van Suriname bij het Amerikaanse Oppenheimer. Die schuld zou, samen met de recente lening van 125 miljoen Amerikaanse dollar, nu 675 miljoen Amerikaanse dollar bedragen, zo schrijft de Ware Tijd vrijdag 20 december 2019.
Eerder in 2016 heeft de regering via deze financiële instelling al een obligatielening genomen van 550 miljoen Amerikaanse dollar. Bij Rusland gaat het er vooral om, dat de lening van 125 miljoen dollar totaal niet nodig is geweest, had de regering maar geluisterd naar eerdere waarschuwingen over haar beleid ten aanzien van Alcoa. De onlangs gesloten lening had al in 2015 voorkomen kunnen worden. Toen heeft de regering op basis van een Alcoa-deal uit 1999 nieuwe tarieven afgesproken met de onderneming, die eerst stopte met aluinaardeproductie en later ook de bauxietproductie staakte en aankondigde uit Suriname te zullen vertrekken.
Suriname heeft sinds 2015 echter geen betalingen verricht aan Alcoa en moet nu dus met de geleende 125 miljoen Amerikaanse dollar die achterstand wegwerken, voordat het de Afobaka stuwdam in handen krijgt.
Rusland zegt, dat de op opeenvolgende deals en afspraken met Alcoa in het nadeel zijn van Suriname. Gebleken is, dat de nieuwe tarieven zijn gebaseerd op energieproductie met fossiele brandstof, terwijl die op waterkracht berekend hadden moeten worden. 'We betalen nu dus om meerdere verkeerde besluiten een zeer hoge prijs voor de geleverde elektriciteit', zegt Rusland. Volgens hem had Suriname in 2015 nieuwe voorwaarden moeten stellen aan Alcoa. De multinational heeft toen namelijk aangegeven de volledige productie te stoppen en te willen vertrekken.
Vanaf 2015 was er dus geen basis meer voor de Brokopondo overeenkomst en de stuwdam had toen al aan Suriname overgedragen moeten worden. 'We hadden kunnen afdwingen dat Alcoa voor een periode van drie jaar de dam zou onderhouden. Dat hebben we niet gedaan en we hebben het nog gepresteerd een nodeloze schuld op te bouwen van 125 miljoen', legt Rusland uit.
Hij wil daarom van de regering weten hoe de schuld bij Oppenheimer betaald zal worden. 'Als we ervan uitgaan, dat de economie er anders en beter uit zal zien tot en met 2026, het jaar waarop de eerste obligatielening moet zijn afbetaald, is er hoop, maar bij een ongewijzigde situatie zal Suriname helemaal niet in staat zijn beide schulden te betalen.'
'De nieuwe lening heeft een looptijd van achttien maanden, rente van 10 procent en moet in 24 maanden zijn afbetaald. We moeten ons ernstige zorgen maken hoe we dat gaan doen. In deze periode kan het niet dus gaan we het bij de vorige schuld moeten optellen en als we zo doorgaan zal het totale bedrag tegen 2026 in één keer betaald moeten worden. Ik voorzie een groot probleem. Dit komt ook nog bij alle schulden die we intussen maken bij China', zegt Rusland.
De fractievoorzitter van de NPS, Gregory Rusland, heeft donderdag zijn bezorgdheid uitgesproken in De Nationale Assemblee over de toegenomen schuld van Suriname bij het Amerikaanse Oppenheimer. Die schuld zou, samen met de recente lening van 125 miljoen Amerikaanse dollar, nu 675 miljoen Amerikaanse dollar bedragen, zo schrijft de Ware Tijd vrijdag 20 december 2019.
Eerder in 2016 heeft de regering via deze financiële instelling al een obligatielening genomen van 550 miljoen Amerikaanse dollar. Bij Rusland gaat het er vooral om, dat de lening van 125 miljoen dollar totaal niet nodig is geweest, had de regering maar geluisterd naar eerdere waarschuwingen over haar beleid ten aanzien van Alcoa. De onlangs gesloten lening had al in 2015 voorkomen kunnen worden. Toen heeft de regering op basis van een Alcoa-deal uit 1999 nieuwe tarieven afgesproken met de onderneming, die eerst stopte met aluinaardeproductie en later ook de bauxietproductie staakte en aankondigde uit Suriname te zullen vertrekken.
Suriname heeft sinds 2015 echter geen betalingen verricht aan Alcoa en moet nu dus met de geleende 125 miljoen Amerikaanse dollar die achterstand wegwerken, voordat het de Afobaka stuwdam in handen krijgt.
Rusland zegt, dat de op opeenvolgende deals en afspraken met Alcoa in het nadeel zijn van Suriname. Gebleken is, dat de nieuwe tarieven zijn gebaseerd op energieproductie met fossiele brandstof, terwijl die op waterkracht berekend hadden moeten worden. 'We betalen nu dus om meerdere verkeerde besluiten een zeer hoge prijs voor de geleverde elektriciteit', zegt Rusland. Volgens hem had Suriname in 2015 nieuwe voorwaarden moeten stellen aan Alcoa. De multinational heeft toen namelijk aangegeven de volledige productie te stoppen en te willen vertrekken.
Vanaf 2015 was er dus geen basis meer voor de Brokopondo overeenkomst en de stuwdam had toen al aan Suriname overgedragen moeten worden. 'We hadden kunnen afdwingen dat Alcoa voor een periode van drie jaar de dam zou onderhouden. Dat hebben we niet gedaan en we hebben het nog gepresteerd een nodeloze schuld op te bouwen van 125 miljoen', legt Rusland uit.
Hij wil daarom van de regering weten hoe de schuld bij Oppenheimer betaald zal worden. 'Als we ervan uitgaan, dat de economie er anders en beter uit zal zien tot en met 2026, het jaar waarop de eerste obligatielening moet zijn afbetaald, is er hoop, maar bij een ongewijzigde situatie zal Suriname helemaal niet in staat zijn beide schulden te betalen.'
'De nieuwe lening heeft een looptijd van achttien maanden, rente van 10 procent en moet in 24 maanden zijn afbetaald. We moeten ons ernstige zorgen maken hoe we dat gaan doen. In deze periode kan het niet dus gaan we het bij de vorige schuld moeten optellen en als we zo doorgaan zal het totale bedrag tegen 2026 in één keer betaald moeten worden. Ik voorzie een groot probleem. Dit komt ook nog bij alle schulden die we intussen maken bij China', zegt Rusland.
Nieuwe SLM Boeing 777-200ER op Johan Adolf Pengelluchthaven geland
(Bron foto: skyliner-aviation) |
De nieuwste aanwinst binnen de SLM -vloot, de Boeing 777-200ER, is vrijdagavond 20 december 2019 op de Johan Adolf Pengelluchthaven geland, zo bericht Waterkant.net.
Het vliegtuig was 's morgens vanuit Frankfurt (Duitsland) opgestegen en landde om half negen 's avonds lokale tijd in Suriname.
De cockpitbemanning bestond uit de Duitse captain Shannon Wayne, de Britse captain Sharrocks Richard en de Nederlandse captain Theodoorvan Hoorn,
Op de luchthaven werd het vliegtuig door een een kleine delegatie verwelkomd. In de komende periode zal verder gewerkt worden aan het afronden van het certificeringsproces. Na de afronding zal het vliegtuig commercieel worden ingezet.
Het streven van de SLM om het toestel dit jaar nog in te zetten zal echter niet worden gehaald, omdat er nog problemen zijn met de certificering door de Civil Aviation & Safety Authority Suriname (CASAS).
De SLM had in oktober aangegeven, mede door de vele problemen met de Airbus, vanaf eind van dit jaar met een Boeing te willen gaan vliegen. De afgelopen maanden is alles in het werk gesteld om de intrede van een Boeing 777 voor de route Paramaribo – Amsterdam voor het einde van het jaar mogelijk te maken.
Met nog 10 dagen te gaan in december zal deze doelstelling niet gehaald worden. Uit onofficiële bronnen is vernomen dat het toestel pas in februari 2020 ingezet kan worden
Abonneren op:
Posts (Atom)