donderdag 31 december 2015

Contract IJmuidens sleep- en bergingsbedrijf Iskes in Frans Guyana biedt ook mogelijkheden voor Suriname

Directeur Van de Graaf van Iskes' partner Baggerbedrijf de Boer: 'Wij zijn er klaar voor en gaan liever vandaag dan morgen aan de slag in Suriname'

31-12-2015  De Surinaamse Krant/Paul Kraaijer


Het IJmuidense sleep- en bergingsbedrijf Iskes Towage & Salvage gaat aan de slag in Zuid-Amerika. In Frans Guyana start het bedrijf sleepdiensten in de havensteden Cayenne en Kourou, in een joint-venture met het Nederlandse baggerbedrijf De Boer (Foto:Delta Queen, zelfvarend kraanponton - Bron: baggerbedrijf De Boer). Dat berichtte gisteren het Haarlems Dagblad.

Het gaat om een project van twaalf jaar met een totale waarde van honderd miljoen euro, aldus Iskes-directeur Ronald Vergouwen. Beide havens liggen aan rivieren.

Probleem is echter, dat deze rivieren dichtslibben met modder uit de regenwouden en daarom moet er continu gebaggerd worden. Het baggeren gaat baggerbedrijf De Boer doen.

De sleepdiensten in Frans Guyana zijn nieuw, op verzoek van de lokale autoriteiten, omdat steeds grotere schepen de haven aandoen, maar de baggerwerkzaamheden worden al jaren op continue basis verricht, waarbij Baggerbedrijf de Boer, gevestigd in Sliedrecht, de laatste 12 jaar de haven van Cayenne (Degrad des Cannes) op diepte heeft kunnen houden en nu komt Kourou er dus bij, zo laat Hugo van de Graaf, directeur van het baggerbedrijf, vandaag, donderdag 31 december 2015, de redactie van De Surinaamse Krant weten.

Maar, waarom hebben Iskes/De Boer niet gekozen voor Suriname en activiteiten in de in de regio zeer goed bekend staande haven van Paramaribo en een rivier, de Surinamerivier, die ook nog deels moet worden uitgebaggerd?
'Vanuit onze aanwezigheid in Cayenne hebben we al verschillende kleinere baggerprojecten in Suriname gedaan en zijn we ook regelmatig in gesprek geweest met verschillende instanties over het uitbaggeren van de Surinamerivier', aldus Van de Graaf.

'Tweemaal is er zelfs een tender geweest om de werkzaamheden uit te laten voeren waar ons bedrijf aan mee heeft gedaan. De eerste in 2008, die echter vanwege het vertrek van een grote financier, Billiton, indertijd is afgezegd. Wij hebben toen voorgesteld om een gereduceerdere verdieping te realiseren om het project alsnog betaalbaar te maken. Hiermee is de MAS (Maritieme Autoriteit Suriname) aan de slag gegaan en heeft in 2013 een nieuwe tender uitgeschreven op basis van die kleinere verdieping. Ons bedrijf heeft die tender toen ook gewonnen. Helaas vond het project echter weer geen doorgang, omdat er enkele – met name technische, niet eens zozeer financiële - problemen waren met de financiering.'

Van de Graaf zegt te hebben begrepen dat momenteel nog steeds, zij het op een wat laag pitje, gekeken wordt of het project alsnog gerealiseerd zou kunnen worden. 'Uiteraard hopen wij daar dan bij te kunnen zijn.'
Door de combinatie van bagger- en sleepwerk- zaamheden enerzijds en de combinatie van Cayene en Kourou anderzijds, krijgt, aldus Van de Graaf, de Joint Venture De Boer-Iskes straks een aanzienlijke vloot in de regio, bestaande uit twee grote sleepboten, twee baggerschepen, een  baggerponton (Foto: baggermolen Zeearend - Bron: baggerbedrijf De Boer) en drie meet/assistentievaartuigen, waarvan drie  volledig nieuwe innovatieve en zeer milieuvriendelijke ontwerpen zijn. 'Aardig detail, een voorontwerp is in het verleden zelfs gemaakt met het project Surinamerivier in gedachten en heet op tekening nog steeds 'Paramaribo'.'

Van de Graaf ziet in de nabije toekomst zeker mogelijkheden om in Suriname aan de slag te gaan. Voor hem en zijn bedrijf is het buurland van Frans Guyana niet vreemd.
'Niet alle schepen zijn continue nodig, maar hierdoor hebben we straks wel een overcapaciteit en kunnen we ook voor sleep- en of baggerprojecten elders, zoals in Suriname, een compleet en hopelijk financieel aantrekkelijk pakket aanbieden. Mogelijk brengt het contract in Cayenne dus in Suriname ook sleep- en/of baggerwerken weer iets dichterbij.'

'In het verleden zijn er door de MAS en andere instanties studies gedaan naar de haalbaarheid van het baggerproject en naar wat wij begrepen hebben, zou het project zichzelf moeten kunnen terugbetalen, zelfs in financieel wat mindere tijden. Indien er daarom een gedegen financiering/lening kan worden gevonden bij Surinaamse en/of buitenlandse banken hoeft de overheid hier nu zelf geen geld in te steken en zal het juist activiteit, werkgelegenheid en dus geld op moeten/kunnen leveren. Indien er daarom van alle kanten goede wil is en iemand neemt actief het voortouw, kan het dan ook ineens erg snel gaan. Kortom, aan ons zal het niet liggen, wij zijn er klaar voor en gaan liever vandaag dan morgen aan de slag in Suriname.'