vrijdag 17 januari 2020

First Lady Ingrid Bouterse-Waldring schenkt ambulanceboot aan Atjoni en omgeving

(Bron foto: NII)
Bewoners Boven-Suriname kunnen nu sneller vervoerd worden naar medische posten


Bewoners van Boven-Suriname, die medische zorg behoeven, kunnen nu sneller vervoerd worden naar de medische posten in het gebied, dankzij het Bureau van First Lady Ingrid Bouterse-Waldring, dat namelijk een ambulanceboot ter beschikking heeft gesteld aan Atjoni en omgeving, een korjaal compleet met buitenboordmotor. 

De overhandiging vond dinsdag plaats door minister Antoine Elias van Volksgezondheid, die vergezeld werd door minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken, NDP-parlementariër Silvana Afonsoewa en districtscommissaris Humphrey Jeroe van Boven-Suriname, aldus het Nationaal Informatie Instituut (NII) donderdag 16 januari 2020.

Voorafgaand aan de overhandiging van het vaartuig werden verschillende toespraken gehouden.

De overhandiging van de ambulanceboot ging gepaard met de onthulling van het naambord van het vaartuig. Ook werd aan de vrouwen van de omliggende dorpen een geste gedaan in de vorm van benodigdheden, waaronder stof en garen.

Update: Brazilië is van plan mijnbouw in inheemse Amazone-reservaten toe te staan

Braziliaanse Grondwet staat winning van grondstoffen in de reservaten toe


Minister Bento Albuquerque: 'Een meerderheid van de 600 inheemse gemeenschappen wil dit'


Brazilië gaat door met plannen om mijnbouw toe te staan ​​in de inheemse reservaten van het Amazone-regenwoud en zal later deze maand een wet naar het Congres sturen om de activiteit te reguleren, aldus de minister van Mijnbouw en Energie. 


De Braziliaanse Grondwet staat de winning van grondstoffen in de reservaten toe, maar een gebrek aan regelgeving heeft geleid tot wijdverbreide illegale mijnbouw in de regio, vertelde minister Bento Albuquerque, een admiraal bij de Marine, vrijdag 10 januari 2020 in een interview met Bloomberg News in Brasilia. 'Een meerderheid van de 600 inheemse gemeenschappen wil dit', beweert hij, eraan toevoegend dat zij zouden worden gecompenseerd voor de economische exploitatie van hun land. 'Niets is schadelijker voor het milieu dan illegale activiteiten.' 

De minister heeft donderdag 12 Europese ambassadeurs ontmoet om het voorstel te bespreken, dat waarschijnlijk sterke weerstand van milieugroeperingen zal ondervinden.


De Braziliaanse regering is herhaaldelijk in botsing gekomen met Europese leiders die bezorgd zijn over het beleid van president Jair Bolsonaro ten opzichte van het Amazonegebied. Sommige parlementariërs in de Europese Unie dreigen een handelsovereenkomst met Mercosur, de Zuid-Amerikaanse douane-unie, te blokkeren.

Brazilië heeft meer dan 800 illegale goudmijnen in het Amazonegebied, zei minister van Milieu Ricardo Salles vorig jaar in interviews. Het Rede Amazônica de Informação Socioambiental, een NGO, stelt het aantal op 453, met meer dan 2.500 van dergelijke mijnen verspreid over de negen landen die deel uitmaken van het Amazonegebied.

Albuquerque zei ook, dat het niet nodig was om de mijnbouwcode van Brazilië te wijzigen, ondanks de rampzalige ineenstorting van twee stuwdammen in eigendom van of gedeeltelijk eigendom van Vale in de afgelopen vijf jaar. 'Wat er gebeurde in Brumadinho en Mariana kan niet worden gegeneraliseerd voor alle mijnbouwactiviteiten in het land', zei hij. 'Brazilië heeft de meest actuele wettelijke code ter wereld en het veranderen ervan zal het verleden niet veranderen.' 


De minister zei ook, dat de regering wil dat het Congres de privatisering van Eletrobras, het staatsbedrijf voor elektriciteit, in de eerste helft van dit jaar goedkeurt om het in de tweede helft te verkopen. De overheid is bereid enkele concessies te overwegen om de verkoop van het bedrijf te vergemakkelijken, omdat er enige weerstand is onder de wetgevers. 'Electrobras is in verval; het heeft bijna tien jaar lang niet aan veilingen deelgenomen. Het belangrijkste is dat het moet worden geprivatiseerd en dat het bedrijf op de markt moet komen, omdat dan de energiekosten zullen dalen.'

(Suriname Mirror/Mining Weekly/Twitter)

Vrouw (36) met vals Facebook-profiel en valse foto licht Facebook-'vriend' op

Facebookgebruikers herkennen vrouw van wie een foto werd misbruikt


De 36-jarige S.W. en de 33-jarige S.S. zijn dinsdag door de politie van Latour op hun woonadressen in het district Wanica aangehouden. Een man had woensdag 8 januari aangifte van oplichting gedaan tegen W., zo meldt het Korps Politie Suriname donderdag 16 januari 2020. 

Uit het onderzoek is naar voren gekomen, dat W. via Facebook een nep account had aangemaakt met een valse foto. De benadeelde, die in het binnenland werkzaam is, raakte verliefd op de persoon die hij op de foto op Facebook zag. W. wist de man zo ver te krijgen om enkele keren duizenden Surinaamse dollars voor haar over te maken. Zij heeft de gelden via de werkgever van de benadeelde in de stad ontvangen.

Dit kwam bij de politie aan het licht toen Facebookgebruikers de vrouw van wie een foto werd gebruikt, op de hoogte stelden dat er vermoedelijk een nep account met haar foto was aangemaakt. Deze vrouw kwam in contact met de benadeelde, waarop beiden naar de politie stapten voor het doen van aangifte.

Oplichtster W. kon in beeld worden gebracht, omdat zij met haar identiteitskaart de geldbedragen in ontvangst nam.

Tijdens het onderzoek kwam ook S. in beeld, een nicht van Sharon. Deze vrouw heeft ook enkele keren met haar identiteitskaart geld voor Sharon in ontvangst moeten nemen.

W. verklaarde aan de politie, dat zij iemand had geholpen, maar beweerde niet te weten wie de persoon is. Haar nichtjr gaf de politie te kennen, dat zij door W. misleid is geworden, omdat deze haar voorhield dat zij geld moest ontvangen, maar haar identiteitskaart kwijt was.

Beide vrouwen zijn na afstemming met het Openbaar Ministerie hangende het onderzoek in verzekering gesteld.

Groot deel bewoners binnenland heeft nieuwe ID-kaart kunnen aanvragen en ontvangen

Missies werkgroep Binnenland naar het binnenland afgesloten op 13 maart

(Bron foto: BiZa)

Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) bericht donderdag 16 januari 2020, dat een groot deel van de burgers van het binnenland de nieuwe identiteitskaart (ID-kaart) heeft kunnen aanvragen en ontvangen. Dit is gebeurd tijdens de missies van de werkgroep Binnenland in de verschillende gebieden. 

De eerste missies voor de aanmaak van nieuwe identiteitskaarten werden uitgevoerd in Tapanahoni en het Lawagebied, in de periode 27 juli tot en met 21 augustus 2019. Dit zegt Anastatia Pokie, coördinatrice van de werkgroep. De werkgroep Binnenland heeft het afgelopen jaar missies uitgevoerd in het Boven-Suriname gebied, Tapanahoni, het Paramaccaans gebied, Boven Coppename, dorpen in het district Marowijne en het ressort Coeroeni.

Behalve de aanmaak van ID-kaarten, is het controleren van persoonsgegevens en het in orde maken van burgerzaken in de gebieden van groot belang. Zo worden burgers die bijvoorbeeld geen aangifte van geboorte hadden gedaan, in de gelegenheid gesteld om dat alsnog te doen. Op deze manier wordt het Centrale Bevolkingsadministratiebestand geactualiseerd. Op 13 maart worden de missies naar het binnenland afgesloten.

De gebieden die nog moeten worden aangedaan zijn de dorpen Palumeu, Apetina en Tepu, Sarakreek, Brownsweg, Klaaskreek en Nieuw Koffiekamp en enkele dorpen in Para, in het Boven Saramaccagebied, Nieuw-Jacobkondre en Pusugrunu worden nog aangedaan.

De missies worden uitgevoerd in afstemming met de districtscommissariaten die ook waar nodig hun ondersteuning verlenen.

Tijdens het overleg met districtscommissarissen op 6 januari in de Ballroom van Torarica heeft Poki de stand van zaken gepresenteerd. Tijdens dit overleg zijn de voorbereidingswerkzaamheden van 2019 geëvalueerd en plannen voor dit jaar besproken.

BuZa reageert op opmerkingen ambasadrice Kanhai in India over 'grants' uit India

'Suriname maakt nuttig gebruik van financieel-economische mogelijkheden via India'


Suriname maakt nuttig gebruik van financieel-economische mogelijkheden via haar samenwerkingspartner India. Dit stelt het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) donderdag 16 januari 2020 via het Nationaal Informatie Instituut (NII) in reactie op opmerkingen van ambassadrice Aashna Kanhai in New Delhi, India. 

Zij zei woensdag niet te weten of Suriname al projectvoorstellen heeft ingediend bij India, die uit een Indiase schenking van US$ 1 miljoen bekostigd kunnen worden. India bood deze schenking aan op 25 september 2019, tijdens een India-Caricom Summit in New York. 'Het kan dat ik mij vergis, ik hoop het, maar ik ben onbekend met projectvoorstellen. Het is mij wel bekend dat de grant als een paal boven water overeind staat', zei Kanhai op Starnieuws.

Ter ondersteuning van de uitvoering van nationale ontwikkelingsprioriteiten, is het voor het ministerie van Buitenlandse Zaken van belang om potentiële en strategische samenwerkingspartners te identificeren. India heeft deze potentie en mede in het kader van de Zuid-Zuid samenwerking en het belang van donordiversificatie wordt optimaal gebruik gemaakt van de door India afgesproken mogelijkheden.

Belangrijke programma’s die Suriname nu gebruikt zijn onder andere de kredietlijnen en het Small Development Assistance Programme, ook bekend als schenkingsprogramma’s, grants, van India voor kleine gemeenschapsontwikkelingsprojecten van de overheid. Beide programma’s worden nuttig ingezet als financieringsinstrument voor duurzame ontwikkeling, getuige de projecten die afgerond, lopend en in voorbereiding zijn, aldus (BuZa).

Deze programma’s hebben evenwel hun voorwaarden en noodzakelijke processen. Hiermee dient rekening te worden gehouden, zodat duurzame uitvoering, uitkomst en doelen gegarandeerd zijn.

Voor wat de kredietlijnen van India betreft, zijn projecten in uitvoering via en in voorbereiding op diverse niveaus en samenwerkingsverbanden. De kredietlijnovereenkomsten worden via de Exim Bank van India uitgevoerd en getekend door de minister van Financiën. Voorts is een Stuurgroep Kredietlijn India inhpgesteld, die bestaat uit vertegenwoordigers van het Kabinet van de President, het Kabinet van de Vicepresident, de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken en het specifieke vakministerie, afhankelijk van de projectaanvraag. Een belangrijke voorwaarde is dat 75% van de projectwaarde dient te bestaan uit goederen en/of diensten afkomstig uit India.

Naast het feit dat de financieringsvoorwaarden concessioneel zijn, kan bij de voorbereiding en uitvoering van een project gebruik worden gemaakt van de technische kennis waarover India beschikt en die ondersteunend is voor de capaciteitsversterking van de projectaanvragen én Suriname.

Op dit moment zijn vier projecten in uitvoering en enkele in voorbereiding, te weten:
1. EBS-transmissieproject,
2. service en onderhoud van drie Indiase Chetak helikopters,
3. rehabilitatie en upgrading van de Melkcentrale en
4. elektrificatie door middel van zonne-energie voor 50 dorpen in het binnenland.

Op het gebied van het Small Development Assistance Programme Grants zijn projecten afgerond en recent is tijdens de Caricom-India Summit van 25 september 2019 met de premier van India afgesproken, dat elk soeverein lidland van de Caricom tot een bedrag van US$ 1 miljoen aan gemeenschapsontwikkelingsprojecten mag indienen. De uitvoeringsperiode is twee tot drie jaar en de schenkingswaarde per project is maximaal US$ 70.000. Verder is de financiering gefaseerd. De specifieke voorwaarden hierover zijn in oktober 2019 gecommuniceerd door India, op basis waarvan het ministerie een projectprofiel/format heeft voorbereid die is gecommuniceerd naar relevante stakeholders.

In samenspraak met relevante stakeholders (diverse ministeries en het Bureau van de First Lady) zijn circa 20 potentiële projectvoorstellen geïdentificeerd, die thans worden uitgewerkt en vervolgens zullen worden aangeboden aan de ambassade van India hier te landen en de Surinaamse ambassade in India.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken is in continue overleg met de aanvragers en de ambassade van India om te garanderen dat de projecten een duurzaam karakter hebben. Suriname heeft ook andere programma’s en samenwerkingen met India lopen, waarmee andere functionarissen belast zijn, die ook zeker bijdragen aan ontwikkelingsprioriteiten van Suriname.

Zogenaamd pretpark in Paramaribo Zoo moet in maart worden opgeleverd

(Bron foto: NII)
Waterpark met zwembad, glijbanen, heuvels en een Ark van Noah...


Het zogenaamde pretpark in de Paramaribo Zoo krijgt steeds meer gestalte. First lady Ingrid Bouterse-Waldring, vanuit wiens bureau het initiatief tot de bouw van deze accommodatie is genomen, is tevreden met de vorderingen. De vloer voor het zwembad werd woensdag gestort. De bedoeling is dat het project in maart wordt opgeleverd. 

De presidentsvrouwe zegt donderdag 16 januari 2020 in gesprek met het Nationaal Informatie Instituut (NII), dat vanwege de financiële crisis de overheid het moeilijk had om instanties te subsidiëren. Haar bureau liet toen de gedachten gaan over mogelijkheden waarmee de dierentuin meer inkomsten zou kunnen genereren. Zo ontstond het idee om een pretpark in de dierentuin op te zetten.

Het zwembad is vooral bedoeld om de kinderen tegemoet te komen. Het ontwerp van het pretpark is in handen van Hesdy Mertowirio, die gespecialiseerd is in het namaken van rotsformaties en boomstronken. Hij maakt bij het pretpark gebruik van het thema Werehpai, de rotsformaties te Kwamalasamutu en probeert deze zoveel mogelijk na te bootsen.

Behalve rotsformaties zal het waterpark ook voorzien worden van glijbanen en heuvels, terwijl er ook een namaak Ark van Noah komt.

Het ministerie van Openbare Werken, Transport & Communicatie (OWT&C) treedt op als directievoerder van het project. Eliene Marengo, junior technisch medewerkster van het ministerie, zegt dat de werkzaamheden vlot lopen. 'In het begin ging het wat stroef, maar daarna is het werk flink opgepakt', aldus Marengo.

Regering veegt downgrading door ratingbureau Fitch met achterdocht, irritatie en verdachtmakingen van tafel

'Downgrading draagt het karakter van een ongekende politieke manoeuvre'

-'Fitch analyse ging straal voorbij aan een aantal belangrijke verworvenheden'
- 'Het doel van de downgrading is om de oppositie in kaart te spelen'


De regering is van mening, dat de afgekondigde downgrading door ratingbureau Fitch onder zeer tegenstrijdige verklaringen plaatsvindt en het karakter draagt van een ongekende politieke manoeuvre. Het een-voor-laatste rating rapport van Fitch van begin 2019 was toen reeds omstreden. Dit schrijft donderdag 16 januari 2020 het Nationaal Informatie Instituut.

Waar de regering, maar ook het IMF, de overige multilaterale organisaties en de andere rating agencies, een verbetering in de economie en de vooruitzichten zagen, heeft Fitch de outlook van neutraal naar negatief bijgesteld.

De Fitch analyse ging straal voorbij aan een aantal belangrijke verworvenheden. De zeer lage inflatie;
de stabiele wisselkoers;
de oneigenlijke interruptie in de contante valutaverschepingen die een kunstmatige ingreep buiten Suriname inhield, maar die wel was opgevangen door de CBvS en de banken;
het leningenbeleid dat gericht is op groei en ontwikkeling en een draagbare terugbetaalcapaciteit herbergt;
het ruime sociale vangnet waarmee de ergste klappen van de crisis zijn opgevangen voor huishoudens en ook bedrijven.

De regering wees er bovendien op, dat dergelijk stabilisatiebeleid was uitgevoerd zonder verslechtering van de staatsfinanciën, terwijl het monetair kader was versterkt. Het tekort was teruggedrongen van 9% BBP naar onder 7% in 2018. Het traject van afnemende begrotingstekorten voor de periode 2019-2024 toont bovendien dat de schuldquote ook neerwaarts gaat.

'Fitch heeft ons commentaar en dat van de CBvS totaal niet willen meenemen, dat ging over de geïnstitutionaliseerde aanpak van de financieel-monetaire vraagstukken en de bereikte en verdere versterking van de financiële wetgeving. Frappant was dat de analyse van Fitch vrijwel het cliché was van de politieke analyse van de oppositie: alleen maar doem en onheil uitspreken over de toekomst van Suriname en haar huidige leiders. Fitch kondigde zelfs aan dat ze uit de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen hun intenties zou analyseren en een oordeel zou vellen over hun geschiktheid voor bestuur.'

De regering heeft toen protest aangetekend, omdat geen enkele rating organisatie dit ooit als doelstelling had. Zij worden geacht onafhankelijke deskundige analyses te maken en geen politieke. Bovendien worden de agentschappen door de zittende regeringen betaald voor dit onafhankelijk onderzoek. Het kan nooit de bedoeling zijn en mag niet worden toegestaan, dat er partij politieke favoritisme wordt begaan door Fitch.

Fact finding en begrip over de Surinaamse werkelijkheid kan niet eenzijdig tot stand komen en niet zonder een gevoerde dialoog met de beleidsmakers. Fitch is na januari 2019 niet meer op missie naar Suriname gekomen.

In het najaar stuurden zij een zogeheten medium-term analyse de ether in die wederom zeer negatief was. Suriname had totaal geen inbreng daarin aangezien Fitch stelde, dat het geen rating betrof en het stuk daardoor op afstand kon worden geschreven. 'Inderdaad werden ook nimmer onze boodschappen overbracht. Suriname wees op de positieve vooruitzichten van de Afobakadam en het voordeel van het kunnen laag houden van de subsidiekosten in de energie. Fitch argument dat enkel een rating besluit de inbreng van de beleidsmakers rechtvaardigt, verloochent zij door de recente werkwijze. Wederom opereert Fitch vanuit een afstand. Zij is niet ter plekke geweest en heeft geen gesprekken met de regeringsinstanties gevoerd.' 

Zij heeft afgelopen woensdag een concept rapport opgestuurd waarin het rating downgrade besluit staat en gezegd dat er voor vrijdag kan worden gereageerd. De reactie volgens haar kan echter alleen bestaan uit een protestaantekening tegen het besluit, maar het besluit zelf is een eigen prerogatief van Fitch. Fitch dringt haar besluit dus op als een faite acompli.

Het Fitch besluit om de ratingverlaging te bespoedigen zonder naar Suriname te komen en door te drukken volgt bovendien nadat de regering haar service contract reeds heeft opgezegd. Waarom zij doorzet op de rating downgrading is dus de vraag. Het vermoeden is niet ver te zoeken. Het doel is om de oppositie in kaart te spelen.

Vandaar dat de regering aan Fitch heeft laten weten, dat zij transparant over hun doelstelling moeten zijn. Fitch is aangegeven om hun rapport van een publieke disclaimer te voorzien dat er geen relatie meer met de Surinaamse overheid bestaat waardoor noch de overheid betrokken is geweest, noch betrokken heeft hoeven te zijn. Fitch dient verantwoordelijkheid te nemen voor wat ze zelf schrijven en wiens doel zij dient.


https://www.fitchratings.com/site/pr/10107790

Fitch Downgrades Suriname's Ratings to 'CCC'






Fitch Ratings - New York - 16 January 2020:
Fitch Ratings has downgraded Suriname's Long-Term Foreign Currency Issuer Default Rating (IDR) to 'CCC' from 'B-'.
Fitch typically does not assign Outlooks or apply +/- modifiers for sovereigns with a rating of 'CCC' or below.


Key Rating Drivers
The downgrade of Suriname's rating reflects a sharp increase in government debt, reduced financing flexibility evident in the stressed terms of recent external sovereign borrowing and declining external liquidity, which increase risks to the government's capacity to service its foreign-currency (FC) liabilities. The large government deficit coupled with the widening current account deficit, in advance of May 2020 parliamentary elections, are inconsistent with the stabilized exchange rate, increasing risk of macro instability. 

Public debt sustainability risks have risen. Suriname's general government (GG) debt/GDP is now estimated by Fitch to have risen to 80.9% at YE 2019 (up from 72.1% in 2018) well above the current 'B' median of 49.7%. The parliament increased the debt limit to 95% of GDP from 60% in November 2019. Three-quarters of government debt is FC-denominated, underscoring public debt sensitivity to exchange-rate adjustments. Banking system vulnerabilities (low capitalization and high financial dollarization) are a contingent liability to the sovereign.

Suriname's government deficit has remained structurally large during 2015-1H2019, averaging 8.5% of GDP on a cash basis. Fitch forecasts the deficit at 10% of GDP (cash basis) for 2019 and 2020 (in line with our view at August 2019). We expect that election-related spending will offset declining recorded net government arrears in 2H19-2020. The 3Q19 government operations results scheduled for release Dec. 20, 2019 have not been published.

A fiscal adjustment is unlikely until 2H20 or 2021 following the elections. The outcome of the elections is uncertain. Whether there is a win for the incumbent NDP or a (potential coalition) VHP or ABOP-led government, prospects for reducing the large structural deficit are uncertain (the commitment deficit exceeded 7% of GDP in 2018). Our baseline projects the 2020 deficit (cash basis) to narrow to 8.7% of GDP as election-related spending ebbs. Prospects for any IMF program are equally uncertain. The current NDP government rescinded electricity subsidy reduction measures (2016, amid public protests and macro instability) and introduction of a value-added tax (2018).

The government's financing gap is difficult to assess reflecting the weak budget credibility, statistical lags, history of arrears (although the incurrence of new reported arrears declined 2017-2018, a backlog of electricity payments was disclosed during 2H19), and uncertain timing of China's disbursements. The central bank increased monetary financing by 1.3% of GDP in October 2019 (a total of 4% of GDP during 2019). Our baseline makes a key assumption that greater project-financing in 4Q19-2020 reduces part of Suriname's fiscal and external financing gap. In late November 2019, China announced USD300 million new project-finance lines during President Bouterse's visit to China. For the government's net financing requirement of 13.4% of GDP in 2019 and 11.1% of GDP in 2020, our baseline assumes China net disbursements and one-off capital market issuances provide net foreign financing near 6% of GDP per year and the domestic market provides 7.3% of GDP in 2019 and 4.4% of GDP in 2020. 

A recent sovereign external bond issue demonstrated worsening terms of access to financing and adds to the debt burden. The government issued USD125 million 2023 notes (3.4% of GDP) in December 2019 to refinance electricity arrears and acquired a hydroelectric facility (a presidential campaign pledge). However, the terms convey stressed market access conditions. The four-year bond amortizes semi-annually, was discounted to offer a 12.5% yield while containing the coupon at 9.875%, and contains mandatory redemption covenants in most instances of future government foreign issuance. The yield on Suriname's other USD550 million 2026 notes breached 16% temporarily on subordination concerns. As a result, investors agreed to the depositing of certain gold royalties, proceeds from electricity sales to a gold company, and dividends of Staatsolie, if any, into the same escrow account for servicing the 2023 and 2026 bonds, supporting pari passu treatment among the bondholders. The 2023 coupon rises to 12.875% if the gold and oil companies generating these FC streams fail to agree the depositing of these funds to a collection account.

Debt service on the 2023 and 2026 bonds totalling USD94 million in 2020 exceeds the 2017-2018 levels of relevant gold royalties (USD22 million average) and Staatsolie dividends (USD41 million average). According to the 2023 bond terms, the government is responsible for supplying any residual FX and debt service requirements.

Restructuring risks have risen for Suriname's creditors since our August review. Opposition members of parliament protested the transaction financing law approved along party lines in September 2019 and the increase of the government debt limit, citing public debt sustainability concerns. The pledging of the government's more robust FC revenue streams to foreign bondholders in December subordinates other FC debt. The accrual of large electricity payment arrears during a related negotiation with a foreign investor sends a negative signal for creditor rights.

Suriname's current account deficit ballooned during April-September registering an 8.3% of annual GDP (USD308 million) deficit for 1Q-3Q19, driven by increased goods and services imports. Proceeds from gold and oil exports were stable in 2019 (expected to continue through 2020). At this pace we expect the current account deficit/GDP to rise to 11.0% in 2019, sharply up from the deficits of 3.4% in 2018 and above the 8.1% we initially expected for 2019. The wider deficit and net FX sales have been financed by central bank purchases of gold from artisanal miners and commercial banks' repatriation of USD387 million foreign assets during January-October 2019 in response to a central bank directive to centralize a larger share of their required reserves on FC deposits at the monetary authority. 

Suriname's unencumbered international reserves (IR) are declining. The central bank reports USD662 million in gross international reserves. By Fitch's calculation, unencumbered international reserves are far lower at USD331 million including monetary gold at November 2019, down from USD510 million in December 2018. Unencumbered IR exclude deposits of commercial banks, mainly required reserves on FC deposits held at the central bank, which Fitch does not expect would be available to defend the exchange rate. Restricted government accounts for foreign debt service totalled USD2.8 million at November 2019. Suriname's net external debt is estimated by Fitch to have jumped to 59.6% of GDP at YE 2019 (up from 42.5% in 2018) more than triple the current 'B' median (17.6%), driven by rising public external indebtedness.
Fitch forecasts Suriname has USD316 million external debt service in 2020, including USD230 million scheduled government liabilities (excluding state-oil-and-gold company, Staatsolie) plus an estimated USD86 million private-sector debt service. Domestic FC government debt to private creditors represents a further USD337 million (9.1% of GDP) at September 2019 having risen from 5.4% of GDP in 2017. The amount of domestic FC maturities in 2020 is not publicly disclosed but we estimate 55% of non-concessional domestic government debt is short-term. 

Pressure on the stabilized exchange rate has increased. The parallel market premium on the SRD-USD exchange rate rose to 16% in January 2020 from 12% in August 2019. In response, the authorities have rationed FX. The central bank sold net USD236 million IR during January-October 2019 (excluding one-time measures). In view of declining reserves, the central bank has limited policy tools to maintain exchange-rate stability through the May 2020 parliamentary elections. Authorities could however draw on a China swap line of RMB1 billion (USD144 million equivalent, tested in 2015) or demand commercial banks' repatriation of the remainder (Fitch estimates USD285 million at November 2019) of their required reserves on FC deposits. 

Suriname's IDRs also reflect:
GDP per capita is above the 'B' range median. However, Suriname is a small undiversified economy, with a high dependence on commodity exports. Five-year average inflation is high (19.2%) and growth has been relatively volatile.
Suriname's governance indicators - ranking at the 44th percentile (2018) are above the current 'B' median (38th percentile, 2018). A domestic military court convicted President Bouterse in November 2019 for the execution of 15 political dissidents under the military government in 1982. The decision can be appealed. Social protests have not resulted, the president remains in office, and the result of the long-running case may not diminish his NDP party's election prospects.
Fitch affirmed the LT Local Currency IDR at 'B-'. The current one notch uplift above the LT FC IDR reflects Fitch's view of lower restructuring and default risk for Suriname's SRD-denominated debt than government's FC-denominated liabilities. This reflects the reduced weight of external finance constraints, the smaller 25% share of SRD-denominated debt and the central bank's demonstrated willingness to monetize government obligations.

Fitch's affirmation of the Country Ceiling at 'B-', opening up a one notch uplift above the LT FC IDR, reflects our view that the probability of the sovereign imposing capital or exchange controls that impede the private sector's ability to access foreign exchange and make debt service payments is less than the sovereign's probability of restructuring or default. The sovereign did not block private external debt service during the 2015-2016 balance-of-payments crisis.
Sovereign Rating Model (SRM) and Qualitative Overlay (QO)
In accordance with its rating criteria for ratings of 'CCC+' and below, Fitch's sovereign rating committee has not utilized the SRM and QO to explain the ratings, which are instead guided by the relevant ratings definitions for the 'CCC'-'D' categories.

Fitch's SRM is the agency's proprietary multiple regression rating model that employs 18 variables based on three-year centered averages, including one year of forecasts, to produce a score equivalent to a LT FC IDR. Fitch's QO is a forward-looking qualitative framework designed to allow for adjustment to the SRM output to assign the final rating, reflecting factors within our criteria that are not fully quantifiable and/or not fully reflected in the SRM.
RATING SENSITIVITIES
The main factors that could lead to a positive rating action, individually or collectively include:
--Marked reduction of the government deficit and financing needs that reduce risks to government debt sustainability, for example due to substantial fiscal consolidation after the elections that is consistent with a stabilization of government debt/GDP.
--Improved external liquidity, for example a build-up in net foreign exchange reserves, and strengthening of the current account balance.
The main factor that could lead to a negative rating action is:
--Increased likelihood of a probable default event or restructuring of sovereign market debt, for example due to a critical weakening in the external liquidity position or capacity of the government to access financing.
Key Assumptions
--Fitch assumes global economic growth and international oil prices evolve according to our quarterly Global Economic Outlook forecasts and that international gold prices remain near current levels during 2020-2021.
--Fitch's baseline forecasts excludes the impact of Apache Corp. and Total S.A.'s find of significant, but as yet unquantified, oil reserves in Suriname waters on Suriname's balance of payments (given the discovery's early nature) as well as the first oil production (which has a roughly three to five year development timeline).
Summary of Data Adjustments
--Fitch analyses government operations on a cash basis (which includes net payments of supplier arrears) using published Ministry of Finance statistics on arrears flows because this treatment better explains the scale of the government's financing needs and change in government debt/GDP during 2015-2019, in our view, than the government commitment balance also published by the Ministry of Finance.
--Fitch values government debt at reference period-end market exchange rates; this differs from valuation according to Suriname's National Debt Law.

--The stock of government arrears to suppliers is not publicly disclosed. However, the flows of arrears incurred and payments thereof are publicly disclosed.
--Financial soundness indicators of the banking system are released periodically for the IMF Article IV reports, but not published on a regular basis.
ESG Considerations
Suriname has an ESG Relevance Score of 5 for Political Stability and Rights as World Bank Governance Indicators have the highest weight in Fitch's Sovereign Rating Model and is therefore highly relevant to the rating and a key rating driver with a high weight.
Suriname has an ESG Relevance Score of 5 for Rule of Law, Institutional and Regulatory Quality and Control of Corruption as World Bank Governance Indicators have the highest weight in the Sovereign Rating Model and are therefore highly relevant to the rating and a key rating driver with a high weight.
Suriname has an ESG Relevance Score of 4 for Human Rights and Political Freedoms as the Voice and Accountability pillar of the World Bank Governance Indicators is relevant to the rating and a rating driver.
Suriname has an ESG Relevance Score of 4 for Creditor Rights as willingness to service and repay debt is relevant to the rating and is a rating driver for Suriname, as for all sovereigns.