Niet alle partijen zouden op topniveau aanwezig zijn
President Desi Bouterse heeft het geplande overleg van maandag, Tweede Paasdag, met politieke leiders, afgezegd. De reden hiervoor is niet bekend. De politieke top heeft te horen gekregen via app, dat het onderhoud niet doorgaat, zo bericht Starnieuws zondag 12 april 2020 aan het begin van de avond.
Bouterse had de politieke leiders uitgenodigd voor overleg rond de Covid-19 crisis. Er waren verder geen mededelingen gedaan over de inhoud van de vergadering. Intussen is bekend, dat DOE heeft afgezegd. Sommige anderen hadden nog niet bevestigd.
Volgens Starnieuws zouden niet alle partijen op topniveau aanwezig zijn.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
zondag 12 april 2020
Drie mannen aangehouden verdacht van diefstal of heling drie buitenboordmotoren in Albina
Verdachten hebben geen bewijs van de aankoop van de motoren
Leden van het Regio Bijstand Team Oost van het Korps Politie Suriname hebben afgelopen dinsdag een chauffeur en twee inzittenden van een auto aangehouden bij de controlepost te Stolkertsijver. Het gaat om de 32-jarige bestuurder O.W. en E.J. (33) en R.K.(23). Dit meldt het korps pas zondag 12 april 2020.
De mannen reden vanuit de richting Marowijne in de richting van Paramaribo. Bij controle in het voertuig stuitte de politie op drie buitenboordmotoren. Bij ondervraging verklaarde het trio de motoren te hebben gekocht in Albina. Zij hadden echter geen bewijs van de aankoop van de motoren.
De drie zijn aangehouden en na afstemming met het Openbaar Ministerie in verzekering gesteld door de politie. Het vermoeden bestaat dat de drie motoren van misdrijf afkomstig zijn. Deze zaak is in onderzoek bij de afdeling Recherche Oost.
De buitenboordmotoren zijn hangende het onderzoek door de politie in beslag genomen.
Leden van het Regio Bijstand Team Oost van het Korps Politie Suriname hebben afgelopen dinsdag een chauffeur en twee inzittenden van een auto aangehouden bij de controlepost te Stolkertsijver. Het gaat om de 32-jarige bestuurder O.W. en E.J. (33) en R.K.(23). Dit meldt het korps pas zondag 12 april 2020.
De mannen reden vanuit de richting Marowijne in de richting van Paramaribo. Bij controle in het voertuig stuitte de politie op drie buitenboordmotoren. Bij ondervraging verklaarde het trio de motoren te hebben gekocht in Albina. Zij hadden echter geen bewijs van de aankoop van de motoren.
De drie zijn aangehouden en na afstemming met het Openbaar Ministerie in verzekering gesteld door de politie. Het vermoeden bestaat dat de drie motoren van misdrijf afkomstig zijn. Deze zaak is in onderzoek bij de afdeling Recherche Oost.
De buitenboordmotoren zijn hangende het onderzoek door de politie in beslag genomen.
Bezoekers zondagmarkt aan Indira Gandhiweg negeren social distancing
Zeker 200 mensen aanwezig op de markt op Paaszondag
Waterkant.net meldt dat op deze drukke zondagmarkt aan de Indira Gandhiweg social distancing vanochtend vroeg, zondag 12 april 2020, ver te zoeken was. Anders dan de coronavirus-maatregelen voorschrijven, waren ruim 200 mensen aanwezig op de markt op Paaszondag.
Daarbij werd ook de minimale afstand van 1,5e meter niet in acht genomen.
Om negen uur werd een oproep gedaan om de markt zo snel als mogelijk te verlaten. Er werd opdracht gegeven om de markt onmiddellijk te sluiten. Maar, niet iedereen gaf gehoor aan de oproep, aldus Waterkant.net.
Een paar uur later waren de marktventers nog bezig hun groenten te verkopen. Ze hebben de oproep genegeerd. Ook kwamen er nog steeds klanten naar binnen.
Waterkant.net meldt dat op deze drukke zondagmarkt aan de Indira Gandhiweg social distancing vanochtend vroeg, zondag 12 april 2020, ver te zoeken was. Anders dan de coronavirus-maatregelen voorschrijven, waren ruim 200 mensen aanwezig op de markt op Paaszondag.
Daarbij werd ook de minimale afstand van 1,5e meter niet in acht genomen.
Om negen uur werd een oproep gedaan om de markt zo snel als mogelijk te verlaten. Er werd opdracht gegeven om de markt onmiddellijk te sluiten. Maar, niet iedereen gaf gehoor aan de oproep, aldus Waterkant.net.
Een paar uur later waren de marktventers nog bezig hun groenten te verkopen. Ze hebben de oproep genegeerd. Ook kwamen er nog steeds klanten naar binnen.
DOE niet naar coronavirus-overleg met president Bouterse - Partij haalt uit naar regeringspartijen die maatregelen negeren...
'Ons standpunt over de Covid-19 maatregelen is bekend bij regering'
- 'De president laat steeds verstek gaan door niet naar De Nationale Assemblee te komen'
- 'Vooral regeringspartijen tot op het hoogste niveau treden maatregelen met de voeten'...
De Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE) gaat niet naar het overleg met president Desi Bouterse morgen. Voorzitter Steven Alfaisi deelt mee, dat bij de behandeling van de Wet Uitzonderingstoestand de partij haar standpunt kenbaar heeft gemaakt aan de regering over de Covid-19 maatregelen.
'Wij betreuren het dat de president steeds verstek laat gaan door niet naar De Nationale Assemblee te komen. Wij hadden graag meer betrokkenheid van de eerstelijnszorg gezien in de aanpak van zaken, maar staan achter de meeste maatregelen zoals die in de Wet zijn opgenomen, zeker als het gaat om de veiligheidsmaatregelen', aldus DOE, zo bericht Starnieuws vanmiddag, zondag 12 april 2020.
Ook staat DOE achter de financiële maatregelen en ondersteuning aan de samenleving.
'Waar wij niet achter staan betreft de wijze van beheer van de fondsen en de onduidelijkheid over de wijze van financiering van de uitvoering van deze maatregelen. Verder de onduidelijkheid inzake grondrechten van Surinamers en andere ingezetenen. Wat ons ook is opgevallen is, dat vooral de regeringspartijen tot op het hoogste niveau de maatregelen zoals social distancing, beperking van samenkomsten in groepen van maximaal 10 personen en zich houden aan de partiële lockdown, met de voeten treden. Wij zijn van mening, dat de Covid-19 crisis op deze wijze misbruikt wordt en dat er op deze wijze dus geen sprake is van gelijkheid bij de campagnevoering en daardoor ook geen sprake kan zijn van eerlijke en transparante verkiezingen', zegt de partijleiding.
'Wij stellen ons daarom op het standpunt, dat indien er spoedmaatregelen noodzakelijk zijn zoals die zijn genoemd in de speech van de president op 10 april, weer in dit kader, hij dit dient te bespreken in de Assemblee, ook in relatie tot de verkiezingen van mei 2020. Wij zien ten slotte uit naar uw eventuele verdere communicatie in dit kader', zo laat de partijleiding de president weten.
- 'De president laat steeds verstek gaan door niet naar De Nationale Assemblee te komen'
- 'Vooral regeringspartijen tot op het hoogste niveau treden maatregelen met de voeten'...
De Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE) gaat niet naar het overleg met president Desi Bouterse morgen. Voorzitter Steven Alfaisi deelt mee, dat bij de behandeling van de Wet Uitzonderingstoestand de partij haar standpunt kenbaar heeft gemaakt aan de regering over de Covid-19 maatregelen.
'Wij betreuren het dat de president steeds verstek laat gaan door niet naar De Nationale Assemblee te komen. Wij hadden graag meer betrokkenheid van de eerstelijnszorg gezien in de aanpak van zaken, maar staan achter de meeste maatregelen zoals die in de Wet zijn opgenomen, zeker als het gaat om de veiligheidsmaatregelen', aldus DOE, zo bericht Starnieuws vanmiddag, zondag 12 april 2020.
Ook staat DOE achter de financiële maatregelen en ondersteuning aan de samenleving.
'Waar wij niet achter staan betreft de wijze van beheer van de fondsen en de onduidelijkheid over de wijze van financiering van de uitvoering van deze maatregelen. Verder de onduidelijkheid inzake grondrechten van Surinamers en andere ingezetenen. Wat ons ook is opgevallen is, dat vooral de regeringspartijen tot op het hoogste niveau de maatregelen zoals social distancing, beperking van samenkomsten in groepen van maximaal 10 personen en zich houden aan de partiële lockdown, met de voeten treden. Wij zijn van mening, dat de Covid-19 crisis op deze wijze misbruikt wordt en dat er op deze wijze dus geen sprake is van gelijkheid bij de campagnevoering en daardoor ook geen sprake kan zijn van eerlijke en transparante verkiezingen', zegt de partijleiding.
'Wij stellen ons daarom op het standpunt, dat indien er spoedmaatregelen noodzakelijk zijn zoals die zijn genoemd in de speech van de president op 10 april, weer in dit kader, hij dit dient te bespreken in de Assemblee, ook in relatie tot de verkiezingen van mei 2020. Wij zien ten slotte uit naar uw eventuele verdere communicatie in dit kader', zo laat de partijleiding de president weten.
Baithak Gana-zanger Kishen Bholasing in Amsterdam overleden aan gevolgen coronavirus
(Bron foto: Facebook-Bholasing) |
De Surinaams Nederlandse Baithak Gana-zanger Kishen Bholasing is vanochtend, zondag 12 april 2020, in het AMC in Amsterdam, verleden aan de gevolgen van het coronavirus. Bholasing was slechts 35 jaar.
Op social media stromen volgens de Ware Tijd de reacties op het overlijden van de artiest binnen. 'Wij hebben een topper van de Baithak Ganascene verloren. In het verleden hebben wij hem vaak mogen begeleiden en samen muziek mogen maken. R.I.P. Kishan Bholasing', reageert Sami Khusial van SS Promotions en manager van de band Xtenzz.
Setish Bindraban bandleider van Sabroso reageert geschokt op het heengaan van de artiest. 'Wauw Kish ik had dit zeker niet zien aankomen, omdat ik Niermala (jouw echtgenote) recentelijk nog had gesproken. We hebben in jouw een groot artiest verloren.'
Dj Zunils van Royal Dutch Entertainmenty zegt: 'We zullen je enorm missen. Bedankt voor je support, vriendschap, tips en die talloze gezellige momenten.'
Kishen Bholasingh was zoon van de bekende bekende Baithak gana-artiest en Rosie Bholasing Jiboth. De bekende Baithak ganazangeres Motimala Bholasing is zijn tante. Hij was in maart voor het laatst in Suriname voor het verzorgen van optredens in verband met Phagawa.
Transformatie zichtbaar op VHP kandidatenlijst verkiezingen 2020
VHP constateert feitelijke pluriformiteit in kandidatenlijst
'De VHP heeft een lange traditie als partij en is één van de heel weinige partijen van het eerste uur die nog bestaat. Van de 12 politieke partijen en organisaties die in 1949 aan de eerste verkiezingen deelnamen zullen slechts 2 als zelfstandige partij ook aan de verkiezingen van 2020 deelnemen,de VHP en de NPS.
De VHP is vooral begonnen om de voormalige contractarbeiders die zeer gemarginaliseerd waren in de samenleving te emanciperen en te doen integreren in de samenleving. Dat is volledig gelukt en het moet gezien worden als een grote verdienste van de VHP.
Al in een vroeg stadium had de VHP oog voor andere groepen in de samenleving en de partij heeft altijd het nationaal belang in de politiekvoering centraal gesteld. Dat blijkt ook uit de bekende verbroederingspolitiek. In de jaren na de militaire dictatuur is er samen met andere partijen hard gewerkt om de democratie weer vorm te geven, de economie op gang te krijgen en instituten te versterken. Ook dat is gelukt, maar helaas werd dit een taak die verschillende keren herhaald moest worden.
De afgelopen jaren is de VHP met een heroriëntatieproces bezig geweest onder leiding van de in 2011 gekozen voorzitter Chan Santokhi. Dat proces is begonnen met interne partijstructuren en regelgeving en daarna doorgevoerd naar verbreding van de partij.
Een transformatieproces is een gevoelig proces met name wanneer er veranderingen worden doorgevoerd in een partij met een lange traditie en gevestigde partijcultuur. De voorzitter moet daarom alle geledingen bij elkaar houden, terwijl hij de veranderingen doorvoert. Het belangrijkste doel van het transformatieproces is om de partij in de breedte uit te bouwen met name naar andere districten en niet-traditionele kiezers. De tussenstand van dat proces kan thans getoetst worden aan de Assemblee kandidatenlijst van 2020 met name door deze te vergelijken met de Assemblee kandidatenlijst van 2015.
De VHP doet thans mee in alle 10 kiesdistricten met 51 kandidaten, terwijl in 2015 slechts in 5 districten met 13 kandidaten werd meegedaan. Dit betekent dat de partij duidelijk een nationaal karakter uitstraalt. Op gebied van gender kan aangegeven worden dat thans 39% van de kandidaten een vrouw betreft, terwijl dit in 2015 slechts 15% was, het is meer dan verdubbeld. Hiermee voldoet de VHP ook aan het quotum van minimaal 30%, welke door vrouwenorganisaties is aangegeven en dat internationaal als norm wordt gehanteerd. In 2015 was geen enkele vrouw lijsttrekker, terwijl nu in vijf van de tien districten een vrouw lijsttrekker is.
In 2015 had 92% van de kandidaten een Hindostaanse achtergrond en slechts 8% een andere etnische achtergrond. Thans is het aantal kandidaten met een Hindostaanse achtergrond gehalveerd (45%), terwijl personen met een andere achtergrond zeer gevarieerd is en samen 55% uitmaakt, te weten marron (21%), Javaan (14%), creool (14%), en overig (6%). Ook naar religieuze achtergrond is er een grote diversiteit.
Het proces van kandidaatstelling is ook nieuw geweest, waarbij een ieder kon solliciteren naar een functie als kandidaat. Daarbij moest men een formulier invullen en een curriculum vitae overleggen. In eerste instantie werden deze personen dan aspirant kandidaten, waarna een selectieproces volgde, waarbij een selectiecommissie adviezen heeft uitgebracht. Het hoofdbestuur heeft op basis van de adviezen een selectie gepleegd, welke is voorgelegd aan de verkiezingscommissie van de partij ten behoeve van.het partijcongres. Alle voorbereidingen waren dus getroffen, maar vanwege het verbod op grote bijeenkomsten kon het partijcongres van 560 leden geen voortgang vinden en moest het hoofdbestuur de kandidaatstelling afwikkelen.
De VHP is de eerste partij waarbij een dergelijk transparant proces van kandidaatstelling heeft plaatsgevonden en ook de eerste partij die met haar kandidatenlijst naar buiten is gekomen. Het proces is nog niet perfect, maar we zijn een heel eind vooruitgekomen voor wat betreft de interne partijdemocratie. Transitie is een complex proces, waarbij je niet in één verkiezing een volledige omvorming van de partij kan krijgen. Je hebt een traditionele achterban, kader en werkers naast de nieuwe leden.
In geen enkele bestaande organisatie ga je meteen 100% nieuw personeel zien; er moet continuïteit zijn en niet iedereen zal tevreden zijn, maar conflicten moeten beheersbaar zijn.
Transitiemanagement is geen makkelijke taak en vergt goed leiderschap: bij veel organisaties lukt een transitie niet en valt de organisatie uit elkaar. Uiteraard is het wel makkelijker nu de VHP alleen de verkiezingen ingaat en 51 kandidaten heeft gesteld, terwijl er in combinatieverband in 2015 maar 13 VHP kandidaten op de V7 lijst konden worden geplaatst. Indien de VHP in combinatieverband was blijven werken was de transitie hoogstwaarschijnlijk een heel stuk lastiger geweest. In dat opzicht is het alleen gaan van de VHP bevrijdend geweest en heeft veel meer talent de gelegenheid gekregen om zich te profileren.
De leiding van de partij is al met al zeer tevreden met het transitieproces tot nu toe. De response vanuit de gemeenschap is heel positief geweest. Wij gaan daarom op de ingeslagen weg verder.
VHP voorzitter,
Chan Santokhi'
'De VHP heeft een lange traditie als partij en is één van de heel weinige partijen van het eerste uur die nog bestaat. Van de 12 politieke partijen en organisaties die in 1949 aan de eerste verkiezingen deelnamen zullen slechts 2 als zelfstandige partij ook aan de verkiezingen van 2020 deelnemen,de VHP en de NPS.
De VHP is vooral begonnen om de voormalige contractarbeiders die zeer gemarginaliseerd waren in de samenleving te emanciperen en te doen integreren in de samenleving. Dat is volledig gelukt en het moet gezien worden als een grote verdienste van de VHP.
Al in een vroeg stadium had de VHP oog voor andere groepen in de samenleving en de partij heeft altijd het nationaal belang in de politiekvoering centraal gesteld. Dat blijkt ook uit de bekende verbroederingspolitiek. In de jaren na de militaire dictatuur is er samen met andere partijen hard gewerkt om de democratie weer vorm te geven, de economie op gang te krijgen en instituten te versterken. Ook dat is gelukt, maar helaas werd dit een taak die verschillende keren herhaald moest worden.
De afgelopen jaren is de VHP met een heroriëntatieproces bezig geweest onder leiding van de in 2011 gekozen voorzitter Chan Santokhi. Dat proces is begonnen met interne partijstructuren en regelgeving en daarna doorgevoerd naar verbreding van de partij.
Een transformatieproces is een gevoelig proces met name wanneer er veranderingen worden doorgevoerd in een partij met een lange traditie en gevestigde partijcultuur. De voorzitter moet daarom alle geledingen bij elkaar houden, terwijl hij de veranderingen doorvoert. Het belangrijkste doel van het transformatieproces is om de partij in de breedte uit te bouwen met name naar andere districten en niet-traditionele kiezers. De tussenstand van dat proces kan thans getoetst worden aan de Assemblee kandidatenlijst van 2020 met name door deze te vergelijken met de Assemblee kandidatenlijst van 2015.
De VHP doet thans mee in alle 10 kiesdistricten met 51 kandidaten, terwijl in 2015 slechts in 5 districten met 13 kandidaten werd meegedaan. Dit betekent dat de partij duidelijk een nationaal karakter uitstraalt. Op gebied van gender kan aangegeven worden dat thans 39% van de kandidaten een vrouw betreft, terwijl dit in 2015 slechts 15% was, het is meer dan verdubbeld. Hiermee voldoet de VHP ook aan het quotum van minimaal 30%, welke door vrouwenorganisaties is aangegeven en dat internationaal als norm wordt gehanteerd. In 2015 was geen enkele vrouw lijsttrekker, terwijl nu in vijf van de tien districten een vrouw lijsttrekker is.
In 2015 had 92% van de kandidaten een Hindostaanse achtergrond en slechts 8% een andere etnische achtergrond. Thans is het aantal kandidaten met een Hindostaanse achtergrond gehalveerd (45%), terwijl personen met een andere achtergrond zeer gevarieerd is en samen 55% uitmaakt, te weten marron (21%), Javaan (14%), creool (14%), en overig (6%). Ook naar religieuze achtergrond is er een grote diversiteit.
Het proces van kandidaatstelling is ook nieuw geweest, waarbij een ieder kon solliciteren naar een functie als kandidaat. Daarbij moest men een formulier invullen en een curriculum vitae overleggen. In eerste instantie werden deze personen dan aspirant kandidaten, waarna een selectieproces volgde, waarbij een selectiecommissie adviezen heeft uitgebracht. Het hoofdbestuur heeft op basis van de adviezen een selectie gepleegd, welke is voorgelegd aan de verkiezingscommissie van de partij ten behoeve van.het partijcongres. Alle voorbereidingen waren dus getroffen, maar vanwege het verbod op grote bijeenkomsten kon het partijcongres van 560 leden geen voortgang vinden en moest het hoofdbestuur de kandidaatstelling afwikkelen.
De VHP is de eerste partij waarbij een dergelijk transparant proces van kandidaatstelling heeft plaatsgevonden en ook de eerste partij die met haar kandidatenlijst naar buiten is gekomen. Het proces is nog niet perfect, maar we zijn een heel eind vooruitgekomen voor wat betreft de interne partijdemocratie. Transitie is een complex proces, waarbij je niet in één verkiezing een volledige omvorming van de partij kan krijgen. Je hebt een traditionele achterban, kader en werkers naast de nieuwe leden.
In geen enkele bestaande organisatie ga je meteen 100% nieuw personeel zien; er moet continuïteit zijn en niet iedereen zal tevreden zijn, maar conflicten moeten beheersbaar zijn.
Transitiemanagement is geen makkelijke taak en vergt goed leiderschap: bij veel organisaties lukt een transitie niet en valt de organisatie uit elkaar. Uiteraard is het wel makkelijker nu de VHP alleen de verkiezingen ingaat en 51 kandidaten heeft gesteld, terwijl er in combinatieverband in 2015 maar 13 VHP kandidaten op de V7 lijst konden worden geplaatst. Indien de VHP in combinatieverband was blijven werken was de transitie hoogstwaarschijnlijk een heel stuk lastiger geweest. In dat opzicht is het alleen gaan van de VHP bevrijdend geweest en heeft veel meer talent de gelegenheid gekregen om zich te profileren.
De leiding van de partij is al met al zeer tevreden met het transitieproces tot nu toe. De response vanuit de gemeenschap is heel positief geweest. Wij gaan daarom op de ingeslagen weg verder.
VHP voorzitter,
Chan Santokhi'
Ministerie van LVV reageert uitgebreid op klagende kleine vissers
'Ordening sector houdt ook in dat vergunninghouders zich dienen te houden aan de vastgestelde regels'
Naar aanleiding van het artikel dat gisteren verschenen is in De Ware Tijd, 'Kleine vissers smeken om hulp', reageert het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij vandaag, zondag 12 april 2020, uitgebreid via het Nationaal Informatie Instituut, NII.
'Sinds het aantreden van minister Rabindre Parmessar op het ministerie van LVV is er aandacht besteed aan de visserijsector. In het kader van de ordening van de visserijsector zijn er tal van besprekingen geweest met de verschillende stakeholders van de visserijsector, met name de vissers, de vangst- en verwerkingsbedrijven, de vissersorganisatie, de MAS (Maritieme Autoriteit Suriname)en de patrouillerende autoriteiten. Tijdens deze overlegmomenten zijn de vissers in de gelegenheid gesteld de knelpunten onder de aandacht van de minister te brengen. Er is breedvoerig gediscussieerd inzake overbevissing, de noodzaak voor opvoering van de controle op het water in de strijd tegen Illegale Ongemelde en Ongerapporteerde visserij (IOO- visserij), de inspecties op naleving van de vergunningsvoorwaarden en het vergunningenbeleid.
Suriname is een gezegend land met rijke natuurlijke visserijbronnen en het is onze taak erop toe te zien dat de exploitatie van de visserijbronnen op een duurzame wijze plaatsvindt. Het ministerie is zich bewust van de belangrijke bijdrage die deze sector levert aan de lokale eiwitvoorziening en de export van vis. Om de toegang tot de exportmarkten te garanderen dienen wij ons te houden aan de internationale regels ter behoud en instandhouding van de visserijbronnen, waaraan wij ons gecommitteerd hebben.
In het kader van de ordening van de sector zijn er tal van maatregelen genomen door het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij.
Om de verdere druk op onze visbestanden te voorkomen heeft de minister publiekelijk aangegeven, dat hij geen enkel nieuwe visvergunning zal uitgeven. In navolging hiervan zijn er voor het nieuwe vergunningsjaar 2020 geen nieuwe vergunningsaanvragen aangenomen. Het ministerie heeft vervolgens op zeer transparante wijze het daadwerkelijk uitgegeven aantal vergunningen per categorie gepresenteerd aan de sector. Conform de vergunningsvoorwaarden was het maximumaantal vergunningen vastgesteld op 350, terwijl in de praktijk 543 visvergunningen zijn verstrekt voor de SK-categorie. Momenteel wordt door het ministerie modaliteiten bekeken om dit aantal terug te brengen naar een verantwoord aantal. Dit geldt ook voor de categorie bodemtrawlvisserij.
Het was meer regel dan uitzondering dat het ministerie niet tijdig de nieuwe vergunningen kon verstrekken, omdat de vergunningsvoorwaarden beschikking niet voor 20 januari van elk jaar kon worden gepubliceerd. Met veel inspanning zijn de vergunningsvoorwaarden voor het jaar 2020 sinds oktober 2019 gefinaliseerd en gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Suriname. In overleg met de sector zijn de vissers ruim voldoende in de gelegenheid gesteld om hun vergunningsaanvraag compleet met de bijbehorende bijlagen in de te dienen, van begin november 2019 tot en met 15 januari 2020.
Er zijn nieuwe visserij-inspecteurs aangetrokken om de inspecties bij de verschillende aanmeer- en aanlandingsplaatsen op te voeren. Hierdoor zijn de jaarlijkse inspecties van het vissersvaartuig en het vistuig tijdig afgerond, zodat zij die voldoen tijdig voorzien kunnen worden van een geldige vergunning. De opvoering van de controles hebben ertoe geleid dat verschillende vistrawlers aan de ketting zijn gelegd door het ministerie voor langere periode, tot dat niet werd voldaan aan de vergunningsvoorwaarden mochten zij niet uitvaren.
Er zijn maatregelen aangekondigd voor de industriële vissersvaartuigen bij overtreding van de vergunningsvoorwaarden in het bijzonder inzake, het vistuig en het Vessel Monitoring Systeem(VMS). Hetgeen inhoudt dat bij de eerste overtreding het vaartuig voor 2 maanden aan de ketting wordt gelegd, bij de tweede overtreding wordt het vaartuig 4 maanden aan de ketting gelegd en bij de derde overtreding wordt de vergunning permanent ingetrokken. Tevens zijn deze vergunninghouders erop gewezen dat bij het bereiken van het maximale aantal toegestane zeedagen het vaartuig ook voor de rest van het vergunningsjaar geen visserijactiviteiten mag ontplooien.
De vissers zijn in de loop van de jaren overgegaan tot vergroting van hun boten in strijd met het Kustvisserijbesluit 1980. Het ministerie is meegegaan met het voorstel van de vissers om de bootvolume, die volgens het Kustvisserijbesluit 1980 vastgesteld is op maximaal 50 m3, in het belang van de veiligheid van de vissers te verhogen en is samen met de vissersorganisatie de maximale bootvolume per visserijtype vastgesteld. De maximale toegestane inhoud van de visopslagruimte is ook in overleg met de vissersorganisaties vastgesteld.
Het ministerie is sinds 2014 begonnen met de installatie van het Vessel Monitoring System (VMS) op de Surinaamse Zee- en Kustvaartuigen (SK). De vissersorganisatie’s zijn ook in de gelegenheid gesteld met alternatieven te komen. Het VMS is sinds 2007 verplicht gesteld voor de industriële visserij. Met het VMS kan de positie van het vaartuig op elk moment van de dag worden gevolgd. Tevens is het apparaat voorzien van een noodknop. Het ministerie heeft middels verschillende bekendmakingen de vissers opgeroepen om de kosten voor VMS te betalen, zodat zij hun vergunning in ontvangst kunnen nemen. Tevens is bekendgemaakt dat indien hun zaken niet orde zijn gemaakt, er geen visserijactiviteiten ontplooit kunnen worden.
Indien men toch zal kiezen om met een vervallen vergunning visserijactiviteiten te ontplooien zijn de consequenties voor hun. Het ligt in de bedoeling de gehele vissersvloot, zowel de industrie als de Surinaamse Kust vissersvaartuigen onder één VMS platform te plaatsen. Ook voor de industrie geldt dat, indien zij niet hebben betaald voor het nieuw VMS zij niet in aanmerking komen voor een vergunning 2020, desondanks zij bij een andere provider zijn aangesloten. Tot op heden is er voor zo'n 400 vaartuigen VMS betaald.
Volgens de vergunningsvoorwaarden zijn voor elke visserijcategorie viszones vastgesteld. Zo ook voor de SK-visserij. Door de vergroting van hun vissersvaartuigen zijn de SK-vissers in staat veel dieper in zee te gaan vissen en komen zo terecht in de visgronden van de overige categorieën in het bijzonder de Seabob-trawlvisserij. Vermeldenswaard is dat de Surinaamse seabob-garnaaltrawl visserij de eerste tropische garnaal is in de wereld die gecertificeerd is door de Marine Stewardship Council (MSC). Deze mijlpaal heeft een enorme inspanning gevergd van de sector als de overheid. Om dit te behouden zijn er strikte voorwaarden aan verbonden en vindt er jaarlijks een audit plaats om erop toe te zien dat de strikte voorwaarden worden nageleefd. Een andere visserij kan dan ook niet toegelaten worden in hun zone zonder een gedegen onderzoek en goed overleg met de belanghebbenden.
Het ministerie benadrukt dat niet het ministerie boetes oplegt, maar het Openbaar ministerie op grond van de Wet Economische Delicten, indien blijkt dat in strijd wordt gehandeld met de Zeevisserijwet en aanverwante regelgeving.
Het ministerie heeft een faciliterende rol en zorgt ervoor dat in goed overleg met de verschillende belanghebbenden besluiten worden genomen ter instandhouding van onze natuurlijke visserijbronnen en het voortbestaan van de sector te garanderen. Echter houdt ordening van de sector ook in dat de vergunninghouders zich dienen te houden aan de vastgestelde regels.
Naar aanleiding van het artikel dat gisteren verschenen is in De Ware Tijd, 'Kleine vissers smeken om hulp', reageert het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij vandaag, zondag 12 april 2020, uitgebreid via het Nationaal Informatie Instituut, NII.
'Sinds het aantreden van minister Rabindre Parmessar op het ministerie van LVV is er aandacht besteed aan de visserijsector. In het kader van de ordening van de visserijsector zijn er tal van besprekingen geweest met de verschillende stakeholders van de visserijsector, met name de vissers, de vangst- en verwerkingsbedrijven, de vissersorganisatie, de MAS (Maritieme Autoriteit Suriname)en de patrouillerende autoriteiten. Tijdens deze overlegmomenten zijn de vissers in de gelegenheid gesteld de knelpunten onder de aandacht van de minister te brengen. Er is breedvoerig gediscussieerd inzake overbevissing, de noodzaak voor opvoering van de controle op het water in de strijd tegen Illegale Ongemelde en Ongerapporteerde visserij (IOO- visserij), de inspecties op naleving van de vergunningsvoorwaarden en het vergunningenbeleid.
Suriname is een gezegend land met rijke natuurlijke visserijbronnen en het is onze taak erop toe te zien dat de exploitatie van de visserijbronnen op een duurzame wijze plaatsvindt. Het ministerie is zich bewust van de belangrijke bijdrage die deze sector levert aan de lokale eiwitvoorziening en de export van vis. Om de toegang tot de exportmarkten te garanderen dienen wij ons te houden aan de internationale regels ter behoud en instandhouding van de visserijbronnen, waaraan wij ons gecommitteerd hebben.
In het kader van de ordening van de sector zijn er tal van maatregelen genomen door het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij.
Om de verdere druk op onze visbestanden te voorkomen heeft de minister publiekelijk aangegeven, dat hij geen enkel nieuwe visvergunning zal uitgeven. In navolging hiervan zijn er voor het nieuwe vergunningsjaar 2020 geen nieuwe vergunningsaanvragen aangenomen. Het ministerie heeft vervolgens op zeer transparante wijze het daadwerkelijk uitgegeven aantal vergunningen per categorie gepresenteerd aan de sector. Conform de vergunningsvoorwaarden was het maximumaantal vergunningen vastgesteld op 350, terwijl in de praktijk 543 visvergunningen zijn verstrekt voor de SK-categorie. Momenteel wordt door het ministerie modaliteiten bekeken om dit aantal terug te brengen naar een verantwoord aantal. Dit geldt ook voor de categorie bodemtrawlvisserij.
Het was meer regel dan uitzondering dat het ministerie niet tijdig de nieuwe vergunningen kon verstrekken, omdat de vergunningsvoorwaarden beschikking niet voor 20 januari van elk jaar kon worden gepubliceerd. Met veel inspanning zijn de vergunningsvoorwaarden voor het jaar 2020 sinds oktober 2019 gefinaliseerd en gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Suriname. In overleg met de sector zijn de vissers ruim voldoende in de gelegenheid gesteld om hun vergunningsaanvraag compleet met de bijbehorende bijlagen in de te dienen, van begin november 2019 tot en met 15 januari 2020.
Er zijn nieuwe visserij-inspecteurs aangetrokken om de inspecties bij de verschillende aanmeer- en aanlandingsplaatsen op te voeren. Hierdoor zijn de jaarlijkse inspecties van het vissersvaartuig en het vistuig tijdig afgerond, zodat zij die voldoen tijdig voorzien kunnen worden van een geldige vergunning. De opvoering van de controles hebben ertoe geleid dat verschillende vistrawlers aan de ketting zijn gelegd door het ministerie voor langere periode, tot dat niet werd voldaan aan de vergunningsvoorwaarden mochten zij niet uitvaren.
Er zijn maatregelen aangekondigd voor de industriële vissersvaartuigen bij overtreding van de vergunningsvoorwaarden in het bijzonder inzake, het vistuig en het Vessel Monitoring Systeem(VMS). Hetgeen inhoudt dat bij de eerste overtreding het vaartuig voor 2 maanden aan de ketting wordt gelegd, bij de tweede overtreding wordt het vaartuig 4 maanden aan de ketting gelegd en bij de derde overtreding wordt de vergunning permanent ingetrokken. Tevens zijn deze vergunninghouders erop gewezen dat bij het bereiken van het maximale aantal toegestane zeedagen het vaartuig ook voor de rest van het vergunningsjaar geen visserijactiviteiten mag ontplooien.
De vissers zijn in de loop van de jaren overgegaan tot vergroting van hun boten in strijd met het Kustvisserijbesluit 1980. Het ministerie is meegegaan met het voorstel van de vissers om de bootvolume, die volgens het Kustvisserijbesluit 1980 vastgesteld is op maximaal 50 m3, in het belang van de veiligheid van de vissers te verhogen en is samen met de vissersorganisatie de maximale bootvolume per visserijtype vastgesteld. De maximale toegestane inhoud van de visopslagruimte is ook in overleg met de vissersorganisaties vastgesteld.
Het ministerie is sinds 2014 begonnen met de installatie van het Vessel Monitoring System (VMS) op de Surinaamse Zee- en Kustvaartuigen (SK). De vissersorganisatie’s zijn ook in de gelegenheid gesteld met alternatieven te komen. Het VMS is sinds 2007 verplicht gesteld voor de industriële visserij. Met het VMS kan de positie van het vaartuig op elk moment van de dag worden gevolgd. Tevens is het apparaat voorzien van een noodknop. Het ministerie heeft middels verschillende bekendmakingen de vissers opgeroepen om de kosten voor VMS te betalen, zodat zij hun vergunning in ontvangst kunnen nemen. Tevens is bekendgemaakt dat indien hun zaken niet orde zijn gemaakt, er geen visserijactiviteiten ontplooit kunnen worden.
Indien men toch zal kiezen om met een vervallen vergunning visserijactiviteiten te ontplooien zijn de consequenties voor hun. Het ligt in de bedoeling de gehele vissersvloot, zowel de industrie als de Surinaamse Kust vissersvaartuigen onder één VMS platform te plaatsen. Ook voor de industrie geldt dat, indien zij niet hebben betaald voor het nieuw VMS zij niet in aanmerking komen voor een vergunning 2020, desondanks zij bij een andere provider zijn aangesloten. Tot op heden is er voor zo'n 400 vaartuigen VMS betaald.
Volgens de vergunningsvoorwaarden zijn voor elke visserijcategorie viszones vastgesteld. Zo ook voor de SK-visserij. Door de vergroting van hun vissersvaartuigen zijn de SK-vissers in staat veel dieper in zee te gaan vissen en komen zo terecht in de visgronden van de overige categorieën in het bijzonder de Seabob-trawlvisserij. Vermeldenswaard is dat de Surinaamse seabob-garnaaltrawl visserij de eerste tropische garnaal is in de wereld die gecertificeerd is door de Marine Stewardship Council (MSC). Deze mijlpaal heeft een enorme inspanning gevergd van de sector als de overheid. Om dit te behouden zijn er strikte voorwaarden aan verbonden en vindt er jaarlijks een audit plaats om erop toe te zien dat de strikte voorwaarden worden nageleefd. Een andere visserij kan dan ook niet toegelaten worden in hun zone zonder een gedegen onderzoek en goed overleg met de belanghebbenden.
Het ministerie benadrukt dat niet het ministerie boetes oplegt, maar het Openbaar ministerie op grond van de Wet Economische Delicten, indien blijkt dat in strijd wordt gehandeld met de Zeevisserijwet en aanverwante regelgeving.
Het ministerie heeft een faciliterende rol en zorgt ervoor dat in goed overleg met de verschillende belanghebbenden besluiten worden genomen ter instandhouding van onze natuurlijke visserijbronnen en het voortbestaan van de sector te garanderen. Echter houdt ordening van de sector ook in dat de vergunninghouders zich dienen te houden aan de vastgestelde regels.
Weer plaat onder Coppenamebrug losgeraakt - Gedeelte van de rijbaan afgesloten voor verkeer
Losgeraakte plaat wordt dinsdag 13 april weer vastgemaakt
Er is weer een plaat onder de Coppenamebrug losgeraakt. Gezien de ontstane onveilige situatie, hebben de autoriteiten een gedeelte van de rijbaan aan de zijde van de losgeraakte plaat afgesloten. Hoe de plaat los is geraakt is nog onduidelijk.
Leroy Doorson, coördinator bij het ministerie van Openbare Werken, Transport & Communicatie Coronie, zegt vandaag, zondag 12 april 2020, op Waterkant.net, dat dinsdag de losgeraakte plaat weer vastgemaakt zal worden. Hij heeft donderdag met zijn medewerkers poolshoogte genomen op de brug. Besloten is om dinsdag de zaak aan te pakken vanwege de feestdagen.
De vorige keer dat een plaat losraakte was in juli 2018. Toen werd de brug door de autoriteiten tot nader order gesloten voor zwaar materieel. Slechts vrachtwagens, geladen of niet, met rijst en bacove bestemd voor de export, mochten normaal gebruik maken van de brug.
De Coppenamebrug is een brug over de Coppenamerivier, die deel uitmaakt van de Oost-Westverbinding. De brug verbindt de plaatsen Jenny in het district Coronie en Boskamp in het district Saramacca en werd in 1999 geopend, een jaar voor de opening van de Jules Wijdenboschbrug over de Surinamerivier in
Paramaribo.
Er is weer een plaat onder de Coppenamebrug losgeraakt. Gezien de ontstane onveilige situatie, hebben de autoriteiten een gedeelte van de rijbaan aan de zijde van de losgeraakte plaat afgesloten. Hoe de plaat los is geraakt is nog onduidelijk.
Leroy Doorson, coördinator bij het ministerie van Openbare Werken, Transport & Communicatie Coronie, zegt vandaag, zondag 12 april 2020, op Waterkant.net, dat dinsdag de losgeraakte plaat weer vastgemaakt zal worden. Hij heeft donderdag met zijn medewerkers poolshoogte genomen op de brug. Besloten is om dinsdag de zaak aan te pakken vanwege de feestdagen.
De vorige keer dat een plaat losraakte was in juli 2018. Toen werd de brug door de autoriteiten tot nader order gesloten voor zwaar materieel. Slechts vrachtwagens, geladen of niet, met rijst en bacove bestemd voor de export, mochten normaal gebruik maken van de brug.
De Coppenamebrug is een brug over de Coppenamerivier, die deel uitmaakt van de Oost-Westverbinding. De brug verbindt de plaatsen Jenny in het district Coronie en Boskamp in het district Saramacca en werd in 1999 geopend, een jaar voor de opening van de Jules Wijdenboschbrug over de Surinamerivier in
Paramaribo.
Dagblad Suriname zaagt door over haar gecreëerde 'kwestie' Gentle
'Gemeenschap wil welke instantie onderzoek naar inspecteur Gentle verricht'
Volgens het Dagblad Suriname van zaterdag 11 april 2020 wil de gemeenschap weten welke instantie het onderzoek naar inspecteur van politie Sergio Gentle heeft verricht en op basis waarvan de politie heeft aangegeven, dat Gentle geen bezoek heeft gebracht aan de aangehouden politieman A.
De instanties die interne politiezaken onderzoeken zijn OPZ en ITZ. Geen van deze afdelingen heeft enig onderzoek verricht waaruit moest blijken, dat Gentle niet naar het cellenhuis van Uitvlugt is geweest om de aangehouden politieman in de 6 kilo cocaïnezaak te bezoeken.
De PR-afdeling van het Korps Politie Surinane, KPS, heeft op woensdag 8 april een bericht doen uitgaan waaruit blijkt ,dat uit ‘een’ onderzoek is gebleken dat Dagblad Suriname de plank mis heeft geslagen en dat de informatie die op de voorpagina verschenen is over inspecteur Gentle niet op waarheid berust. De PR-afdeling schrijft verder, dat de politie graag die onderliggende stukken wil zien waaruit blijkt dat inspecteur Gentle wel op bezoek is geweest bij de in verzekering gestelde politieman.
Als commentaar op hun artikel schrijft men het volgende: 'Nou we weten dat KPS hun kopstukken vooral de hand boven het hoofd houdt. Zaken zijn, sinds Gentle en anderen binnen zijn gekomen op bepaalde posities, verergerd.'
Een andere persoon reageert als volgt: 'Het Korps Politie Suriname moet niet op de stoel van de rechter zitten. Als het KPS het niet eens is met hetgeen geschreven is in Dagblad Suriname, dient KPS naar de rechter te stappen en geen eigen rechter spelen. KPS, geef een goed voorbeeld. We leven nog steeds in een democratische rechtsstaat en laat het recht zegevieren. Ik hoop niet dat de instituten van KPS verzwakt zijn en dat bepaalde personen de dienst uitmaken.'
Niet duidelijk is overigens waar de twee hiervoor geschreven commentaren vandaan komen....
Volgens het Dagblad Suriname van zaterdag 11 april 2020 wil de gemeenschap weten welke instantie het onderzoek naar inspecteur van politie Sergio Gentle heeft verricht en op basis waarvan de politie heeft aangegeven, dat Gentle geen bezoek heeft gebracht aan de aangehouden politieman A.
De instanties die interne politiezaken onderzoeken zijn OPZ en ITZ. Geen van deze afdelingen heeft enig onderzoek verricht waaruit moest blijken, dat Gentle niet naar het cellenhuis van Uitvlugt is geweest om de aangehouden politieman in de 6 kilo cocaïnezaak te bezoeken.
De PR-afdeling van het Korps Politie Surinane, KPS, heeft op woensdag 8 april een bericht doen uitgaan waaruit blijkt ,dat uit ‘een’ onderzoek is gebleken dat Dagblad Suriname de plank mis heeft geslagen en dat de informatie die op de voorpagina verschenen is over inspecteur Gentle niet op waarheid berust. De PR-afdeling schrijft verder, dat de politie graag die onderliggende stukken wil zien waaruit blijkt dat inspecteur Gentle wel op bezoek is geweest bij de in verzekering gestelde politieman.
Als commentaar op hun artikel schrijft men het volgende: 'Nou we weten dat KPS hun kopstukken vooral de hand boven het hoofd houdt. Zaken zijn, sinds Gentle en anderen binnen zijn gekomen op bepaalde posities, verergerd.'
Een andere persoon reageert als volgt: 'Het Korps Politie Suriname moet niet op de stoel van de rechter zitten. Als het KPS het niet eens is met hetgeen geschreven is in Dagblad Suriname, dient KPS naar de rechter te stappen en geen eigen rechter spelen. KPS, geef een goed voorbeeld. We leven nog steeds in een democratische rechtsstaat en laat het recht zegevieren. Ik hoop niet dat de instituten van KPS verzwakt zijn en dat bepaalde personen de dienst uitmaken.'
Niet duidelijk is overigens waar de twee hiervoor geschreven commentaren vandaan komen....
Politieke partijen jammeren over niet uniforme werkwijze van verschillende hoofdstembureaus
Partijen willen dat foutieve zaken worden rechtgetrokken
Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) heeft ook geconstateerd dat er basisfouten zijn gemaakt
Diverse politieke partijen hebben bij de indiening van de kandidatenlijsten en de verdere procedure ervaren dat er geen eenduidigheid is bij de verschillende hoofdstembureaus. Er werden ook documenten gevraagd, die helemaal niet vereist zijn. Partijen willen dat zaken worden rechtgetrokken.
Starnieuws schrijft vandaag, zondag 12 april 2020, dat er ook een gesprek is aangevraagd via Binnenlandse Zaken met alle betrokken organisaties bij de verkiezingen.
Zo werd geëist bij een hoofdstembureau dat de kandidatenlijst getekend moest worden door 2/3 van het bestuur, terwijl bij wetswijziging is bepaald dat het dagelijks bestuur voldoende is.
Een hoofdstembureau wilde de statuten van de partijen.
In Brokopondo werd geëist dat zelfs de inschrijving van de partij in het openbaar register bij het Onafhankelijk Kiesbureau overgelegd moest worden.
In Commewijne wilde het hoofdstembureau een digitale versie van de kandidatenlijsten.
Sommige stembureaus hadden twee pasfoto's van kandidaten gevraagd en andere weer één. De ter inzagelegging van de kandidatenlijsten was niet overal gemeld aan de deelnemende politieke partijen. Adressen van kandidaten vormden ook een probleem.
De werkwijze van verschillende hoofdstembureaus die niet uniform waren en niet altijd volgens de vereisten van de wet, hebben voor behoorlijk wat frustraties en stress gezorgd.
De voorzitster van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), Jennifer van Dijk-Silos, zegt dat veel klachten binnen zijn gekomen. Het OKB had waarnemers bij alle hoofdstembureaus en heeft ook kunnen constateren dat er basisfouten zijn gemaakt.
Het is bij verschillende hoofdstembureaus gelukt om gelijk correcties te plegen. Zo is er helemaal geen bewijs van inschrijving van het OKB nodig bij de indiening van de kandidatenlijsten. Dit is al ingediend bij het Centraal Hoofdstembureau. Deze kwestie is intussen besproken met de voorzitster van het hoofdstembureau en gecorrigeerd.
Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) heeft ook geconstateerd dat er basisfouten zijn gemaakt
Diverse politieke partijen hebben bij de indiening van de kandidatenlijsten en de verdere procedure ervaren dat er geen eenduidigheid is bij de verschillende hoofdstembureaus. Er werden ook documenten gevraagd, die helemaal niet vereist zijn. Partijen willen dat zaken worden rechtgetrokken.
Starnieuws schrijft vandaag, zondag 12 april 2020, dat er ook een gesprek is aangevraagd via Binnenlandse Zaken met alle betrokken organisaties bij de verkiezingen.
Zo werd geëist bij een hoofdstembureau dat de kandidatenlijst getekend moest worden door 2/3 van het bestuur, terwijl bij wetswijziging is bepaald dat het dagelijks bestuur voldoende is.
Een hoofdstembureau wilde de statuten van de partijen.
In Brokopondo werd geëist dat zelfs de inschrijving van de partij in het openbaar register bij het Onafhankelijk Kiesbureau overgelegd moest worden.
In Commewijne wilde het hoofdstembureau een digitale versie van de kandidatenlijsten.
Sommige stembureaus hadden twee pasfoto's van kandidaten gevraagd en andere weer één. De ter inzagelegging van de kandidatenlijsten was niet overal gemeld aan de deelnemende politieke partijen. Adressen van kandidaten vormden ook een probleem.
De werkwijze van verschillende hoofdstembureaus die niet uniform waren en niet altijd volgens de vereisten van de wet, hebben voor behoorlijk wat frustraties en stress gezorgd.
De voorzitster van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), Jennifer van Dijk-Silos, zegt dat veel klachten binnen zijn gekomen. Het OKB had waarnemers bij alle hoofdstembureaus en heeft ook kunnen constateren dat er basisfouten zijn gemaakt.
Het is bij verschillende hoofdstembureaus gelukt om gelijk correcties te plegen. Zo is er helemaal geen bewijs van inschrijving van het OKB nodig bij de indiening van de kandidatenlijsten. Dit is al ingediend bij het Centraal Hoofdstembureau. Deze kwestie is intussen besproken met de voorzitster van het hoofdstembureau en gecorrigeerd.
President Bouterse Tweede Paasdag in overleg met politieke partijen over coronavirus crisis
Bouterse wil ontwikkelingen rond de coronavirus crisis bespreken
President Desi Bouterse heeft diverse politieke partijen uitgenodigd voor een onderhoud morgen, Tweede Paasdag, om 12.00 uur. Volgens Starnieuws vandaag, zondag 12 april 2020, wil de president ontwikkelingen rond de coronavirus crisis bespreken.
Bouterse had vrijdag meegedeeld, dat de maatregelen met twee weken zijn verlengd. Hij had aangekondigd dit weekend spoedoverleg te voeren met de virologen en ordediensten. Hij gaat na welke noodinterventies er nodig zijn qua gezondheidszorg en veiligheid.
Bouterse zei onder andere in een televisietoespraak, dat het binnenland in acuut gevaar is. 'En daarmee zijn wij allen in gevaar', benadrukte hij. Indien mensen zich niet zullen houden aan de regels, wordt overwogen om de noodtoestand aan te kondigen in de grensgebieden.
President Desi Bouterse heeft diverse politieke partijen uitgenodigd voor een onderhoud morgen, Tweede Paasdag, om 12.00 uur. Volgens Starnieuws vandaag, zondag 12 april 2020, wil de president ontwikkelingen rond de coronavirus crisis bespreken.
Bouterse had vrijdag meegedeeld, dat de maatregelen met twee weken zijn verlengd. Hij had aangekondigd dit weekend spoedoverleg te voeren met de virologen en ordediensten. Hij gaat na welke noodinterventies er nodig zijn qua gezondheidszorg en veiligheid.
Bouterse zei onder andere in een televisietoespraak, dat het binnenland in acuut gevaar is. 'En daarmee zijn wij allen in gevaar', benadrukte hij. Indien mensen zich niet zullen houden aan de regels, wordt overwogen om de noodtoestand aan te kondigen in de grensgebieden.
Hof van Justitie licht vonnis inzake terugroeping Sapoen en Chitan toe
Hof wil eventuele onduidelijkheid over vonnis wegnemen
In verband met de beslissing in hoger beroep gegeven door het Hof van Justitie in kort geding d.d. 20 maart 2020, GR no 15190 in de zaak van de politieke organisaties de Vooruitstrevende Hervormingspartij, de Nationale Partij Suriname, Pertjajah Luhur, en de personen van Mohammad Barkatoellah Mohabali en Prim Koemar Sardjoe tegen Raymond Sapoen, Dipakkoemar Chitan, en Jennifer Geerlings-Simons in haar hoedanigheid van voorzitter van De Nationale Assemblee, en naar aanleiding van de in de media weergegeven meningen over de uitleg van deze beslissing, acht het Hof het aangewezen om het navolgende toe te lichten:
De daarna ontstane disputen zijn voorgelegd aan de voorzieningenrechter ter beoordeling. Er ontbreekt dus sedertdien een schakel in de keten van te verrichten wettelijke handelingen waardoor in de visie van het Hof, de DNA-Voorzitter niet kon worden verboden om Sapoen en Chitan nog langer uit te nodigen voor vergaderingen van DNA en zij ook niet kan worden gelast hen de toegang tot het assembleegebouw te ontzeggen. De geadresseerden van de beslissing van het Hof zijn vanaf het vonnis dus slechts de 2 DNA-leden aan wie als voorlopige voorziening een verbod is opgelegd op straffe van een dwangsom.
Uiteindelijk heeft in hoger beroep op 20 maart 2020 de terugroepende politieke organisatie Pertjajah Luhur gelijk gekregen in het dispuut dat vanaf de terugroeping heeft bestaan tussen Pertjajah Luhur en haar 2 DNA-leden over de rechtsgeldigheid van die terugroeping. Tot dat moment hadden derden (DNA, CHS, OKB, Hoofdstembureau) geen boodschap aan de betwiste terugroeping.
Aangetekend wordt dat geboden en verboden (beslissingen van condemnatoire aard) die bij vonnis in kort geding (in eerste aanleg of in hoger beroep) worden opgelegd, slechts gelden voor de toekomst (ex-nunc) en wel na betekening van het vonnis aan de veroordeelde partij. Deze beslissingen hebben in beginsel alleen betrekking op en gevolgen voor de procespartijen.
Derden (die dus geen partij zijn bij dat geding), zijn niet rechtstreeks geadresseerden van die beslissing. Indien die beslissing bijkomende rechtsgevolgen heeft (voor derden), zullen conform de in dat verband geldende regelingen en de daarin aangegeven procedures, vervolgens die stappen gezet dienen te worden om die rechtsgevolgen voor de toekomst te implementeren en te sorteren.
Ten overvloede wordt vermeld dat – aangezien het Hof bij wege van voorlopige voorziening slechts veroordelend heeft beslist dat de 2 DNA leden zich niet mogen uitgeven, handelen of gedragen als DNA leden vanwege de rechtsgeldig geachte terugroeping door hun politieke partij Pertjajah Luhur en deze beslissing raakvlakken heeft met andere constitutionele regelgeving, die in het onderhavig geding geen punt van geschil waren (te weten artikel 68 lid 1 sub c van de Grondwet en artikel 137, leden 1 en 2 van de Kiesregeling) – verdere gevolgtrekkingen naar aanleiding van deze beslissing, slechts in het kader van deze wet- en regelgeving, in onderling verband en samenhang beschouwd, gemaakt zullen dienen te worden door de daartoe in die regelingen genoemde instituten.
Als voorlopig oordeel heeft de restrechter met zoveel woorden aan Sapoen en Chitan slechts bevolen om als DNA-leden een pas op te plaats te maken, omdat naar het voorlopig oordeel van die rechter, zij rechtsgeldig zijn teruggeroepen. De formalisering en implementatie van dit voorlopig oordeel is een kwestie van de genoemde regelgeving verder conform toe te passen door de daartoe aangewezen instituten! Deze instituten zijn daartoe niet bevolen door de rechters; immers, zij waren geen partij in dit geding. Een verbod om in die hoedanigheid op te treden is geadresseerd aan betrokkenen. Dit impliceert geenszins dat zij die hoedanigheid niet bezitten. De formalisering om hen uit die hoedanigheid te halen moet nog plaatsvinden aan de hand van de genoemde regelgeving door de daartoe aangewezen instituten.
Voor de volledigheid worden de relevante bepalingen van genoemde regelgeving die van toepassing zijn op een terugroeping die – zoals in kwestie – door de voorzieningenrechter voorlopig rechtsgeldig is geacht, hieronder geciteerd:
Artikel 68, lid 1 van de Grondwet:
Het lidmaatschap van De Nationale Assemblée eindigt door:
a. overlijden;
b. ontslag op eigen verzoek;
c. terugroeping van het lid op de wijze bij wet te bepalen;
d. het ontstaan van omstandigheden, die de verkiesbaarheid uitsluiten;
e. benoeming tot minister of onderminister;
f. afwezigheid gedurende een aaneengesloten periode van vijf maanden;
g. veroordeling wegens misdrijf bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak tot een vrijheidsstraf van tenminste vijf maanden.
Artikel 137 van de Kiesregeling:
Paramaribo, 10 april 2020,
De Waarnemend President van het Hof van Justitie
Mr. I.H.M.H. Rasoelbaks
In verband met de beslissing in hoger beroep gegeven door het Hof van Justitie in kort geding d.d. 20 maart 2020, GR no 15190 in de zaak van de politieke organisaties de Vooruitstrevende Hervormingspartij, de Nationale Partij Suriname, Pertjajah Luhur, en de personen van Mohammad Barkatoellah Mohabali en Prim Koemar Sardjoe tegen Raymond Sapoen, Dipakkoemar Chitan, en Jennifer Geerlings-Simons in haar hoedanigheid van voorzitter van De Nationale Assemblee, en naar aanleiding van de in de media weergegeven meningen over de uitleg van deze beslissing, acht het Hof het aangewezen om het navolgende toe te lichten:
De eis en de beslissing in eerste aanleg
De politieke organisatie VHP e.a. hebben bij verzoekschrift in kort geding d.d. 12 juli 2016, een vordering aanhangig gemaakt tegen Sapoen, Chitan en de voorzitter van de DNA. Eisers hebben de kortgedingrechter daarbij gevraagd de volgende voorlopige voorzieningen toe te wijzen:- Eisers hebben – kort gezegd – primair gevorderd dat de DNA-voorzitter zal worden verboden om de in hun hoedanigheid van volksvertegenwoordigers teruggeroepen personen Sapoen en Chitan, uit te nodigen voor vergaderingen van de DNA en haar te gebieden om hen de toegang tot het assembleegebouw te ontzeggen, onder verbeurte van een dwangsom van SRD. 1.000.000,- voor iedere keer waarop de DNA-voorzitter in strijd met het te wijzen vonnis mocht handelen.
- Tevens hebben zij veroordeling van Sapoen en Chitan gevorderd om het hiervoor gevorderde, indien uitgesproken bij vonnis, te gehengen en te gedogen, onder verbeurte van een dwangsom van SRD. 1.000.000,- per keer.
- Subsidiair hebben zij gevorderd dat Sapoen en Chitan zullen worden verboden om zich als lid van DNA uit te geven casu quo als lid van DNA te handelen casu quo zich als zodanig te gedragen, onder verbeurte van een dwangsom van SRD. 1.000.000,- per keer.
De beslissing in Hoger Beroep
Eisers, die het oneens waren met de beslissing van de kortgedingrechter, hebben tegen dat vonnis hoger beroep aangetekend bij het Hof van Justitie. Het Hof heeft bij vonnis in kort geding in hoger beroep d.d. 20 maart 2020, GR 15190, het vonnis van de kortgedingrechter in eerste aanleg vernietigd. Het Hof heeft daarbij geoordeeld dat de kortgedingrechter, als restrechter, wel degelijk rechtsmacht toekomt in de onderhavige procedure, aangezien een daartoe speciaal aan te wijzen rechtsprekend instituut (bestuursrechter) ontbreekt. Voorts heeft het Hof het subsidiair gevorderde toegewezen en Sapoen en Chitan verboden om zich uit te geven als leden van DNA. Ook mogen zij niet handelen als leden van DNA of zich als zodanig gedragen. Aan dit verbod is er een dwangsom van SRD. 100.000,– per keer gekoppeld, voor iedere keer dat zij dat toch mochten doen.De beantwoording van de rechtsvraag
De rechtsvraag die zowel in eerste aanleg als in hoger beroep aan de voorzieningenrechter was voorgelegd, is of Sapoen en Chitan indertijd rechtsgeldig zijn teruggeroepen door hun politieke partij op basis van de terugroepwet van 22 februari 2005 (Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers). Deze vraag is in hoger beroep, voorlopig, bevestigend beantwoord, en wel in rechtsoverweging 3.7 e.v. van het vonnis. Vandaar dat het Hof, zoals gevorderd, bij wege van voorlopige voorziening, Sapoen en Chitan heeft verboden om zich als lid van DNA uit te geven, dan wel als lid van DNA te handelen, dan wel zich als zodanig te gedragen.Weigering voorziening tegen de Voorzitter van DNA
In het verlengde daarvan is overwogen dat, hoewel de terugroeping van Sapoen en Chitan een feit is, er in de visie van het Hof voor gewaakt dient te worden dat er daardoor een vacuüm ontstaat. Het Hof stelt in rechtsoverweging 3.8 dat de wetgever er daarom kennelijk voor gekozen heeft om ingevolge het bepaalde in artikel 5 lid 1 van de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers, te bepalen dat het Centraal Hoofdstembureau (CHS) binnen veertien dagen nadat op 23 december 2015 exploten van de terugroeping door Pertjajah Luhur aan haar betekend waren, bijeen diende te komen om volgens de in de Kiesregeling bepaalde wijze te voorzien in de vacatures van DNA die als gevolg van de voormelde terugroepingen zijn opengevallen. Die procedure is evenwel niet gecompleteerd, aangezien het CHS wel bij elkaar is geweest maar er toen niet is voorzien in de vacatures van DNA conform de Kiesregeling.De daarna ontstane disputen zijn voorgelegd aan de voorzieningenrechter ter beoordeling. Er ontbreekt dus sedertdien een schakel in de keten van te verrichten wettelijke handelingen waardoor in de visie van het Hof, de DNA-Voorzitter niet kon worden verboden om Sapoen en Chitan nog langer uit te nodigen voor vergaderingen van DNA en zij ook niet kan worden gelast hen de toegang tot het assembleegebouw te ontzeggen. De geadresseerden van de beslissing van het Hof zijn vanaf het vonnis dus slechts de 2 DNA-leden aan wie als voorlopige voorziening een verbod is opgelegd op straffe van een dwangsom.
De rechtsgevolgen van het vonnis in hoger beroep
In de beslissing in hoger beroep is met zoveel woorden aangegeven dat de terugroepwet aan een politieke partij, in deze Pertjajah Luhur, de bevoegdheid geeft om een eigen DNA-lid terug te roepen op de wijze zoals in die wet is aangegeven en dat op het moment dat die politieke partij conform de bepalingen van die wet, het DNA-lid rechtsgeldig heeft teruggeroepen, die terugroeping rechtsgevolgen sorteert. Een dergelijk proces tot terugroeping door een politieke partij kan – zoals in onderhavig geval – aanleiding geven tot disputen over de vraag of de terugroeping rechtsgeldig is. Deze disputen kunnen worden voorgelegd aan de onafhankelijke rechter, zoals in kwestie is gebeurd.Uiteindelijk heeft in hoger beroep op 20 maart 2020 de terugroepende politieke organisatie Pertjajah Luhur gelijk gekregen in het dispuut dat vanaf de terugroeping heeft bestaan tussen Pertjajah Luhur en haar 2 DNA-leden over de rechtsgeldigheid van die terugroeping. Tot dat moment hadden derden (DNA, CHS, OKB, Hoofdstembureau) geen boodschap aan de betwiste terugroeping.
Aangetekend wordt dat geboden en verboden (beslissingen van condemnatoire aard) die bij vonnis in kort geding (in eerste aanleg of in hoger beroep) worden opgelegd, slechts gelden voor de toekomst (ex-nunc) en wel na betekening van het vonnis aan de veroordeelde partij. Deze beslissingen hebben in beginsel alleen betrekking op en gevolgen voor de procespartijen.
Derden (die dus geen partij zijn bij dat geding), zijn niet rechtstreeks geadresseerden van die beslissing. Indien die beslissing bijkomende rechtsgevolgen heeft (voor derden), zullen conform de in dat verband geldende regelingen en de daarin aangegeven procedures, vervolgens die stappen gezet dienen te worden om die rechtsgevolgen voor de toekomst te implementeren en te sorteren.
Ten overvloede wordt vermeld dat – aangezien het Hof bij wege van voorlopige voorziening slechts veroordelend heeft beslist dat de 2 DNA leden zich niet mogen uitgeven, handelen of gedragen als DNA leden vanwege de rechtsgeldig geachte terugroeping door hun politieke partij Pertjajah Luhur en deze beslissing raakvlakken heeft met andere constitutionele regelgeving, die in het onderhavig geding geen punt van geschil waren (te weten artikel 68 lid 1 sub c van de Grondwet en artikel 137, leden 1 en 2 van de Kiesregeling) – verdere gevolgtrekkingen naar aanleiding van deze beslissing, slechts in het kader van deze wet- en regelgeving, in onderling verband en samenhang beschouwd, gemaakt zullen dienen te worden door de daartoe in die regelingen genoemde instituten.
Als voorlopig oordeel heeft de restrechter met zoveel woorden aan Sapoen en Chitan slechts bevolen om als DNA-leden een pas op te plaats te maken, omdat naar het voorlopig oordeel van die rechter, zij rechtsgeldig zijn teruggeroepen. De formalisering en implementatie van dit voorlopig oordeel is een kwestie van de genoemde regelgeving verder conform toe te passen door de daartoe aangewezen instituten! Deze instituten zijn daartoe niet bevolen door de rechters; immers, zij waren geen partij in dit geding. Een verbod om in die hoedanigheid op te treden is geadresseerd aan betrokkenen. Dit impliceert geenszins dat zij die hoedanigheid niet bezitten. De formalisering om hen uit die hoedanigheid te halen moet nog plaatsvinden aan de hand van de genoemde regelgeving door de daartoe aangewezen instituten.
Voor de volledigheid worden de relevante bepalingen van genoemde regelgeving die van toepassing zijn op een terugroeping die – zoals in kwestie – door de voorzieningenrechter voorlopig rechtsgeldig is geacht, hieronder geciteerd:
Artikel 68, lid 1 van de Grondwet:
Het lidmaatschap van De Nationale Assemblée eindigt door:
a. overlijden;
b. ontslag op eigen verzoek;
c. terugroeping van het lid op de wijze bij wet te bepalen;
d. het ontstaan van omstandigheden, die de verkiesbaarheid uitsluiten;
e. benoeming tot minister of onderminister;
f. afwezigheid gedurende een aaneengesloten periode van vijf maanden;
g. veroordeling wegens misdrijf bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak tot een vrijheidsstraf van tenminste vijf maanden.
Artikel 137 van de Kiesregeling:
- De voorzitter van het hoofdstembureau van het betrokken kiesdistrict geeft onmiddellijk kennis aan de President, het Onafhankelijk Kiesbureau, het Centraal Hoofdstembureau, wanneer een gekozene zijn verkiezing heeft aanvaard.
- Gelijke kennisgeving geschiedt wanneer een kandidaat vóór de stemming komt te overlijden, wanneer een gekozene zijn verkiezing niet heeft aanvaard of de in artikel 136 lid 1 genoemde termijn heeft laten verstrijken, alsmede bij het openvallen van plaatsen van gekozen leden door ontslag, overlijden, terugroeping of om een andere reden.
- Ter voorziening in de vacatures bedoeld in het vorige lid treden in de plaats, indien het De Nationale Assemblee betreft, de in de volgorde hoogst geplaatste niet-gekozen kandidaten van de lijst, waarop de plaats is opengevallen. Komen er op de lijst geen kandidaten meer voor, dan treedt in de opengevallen plaats, de in de volgorde hoogst geplaatste kandidaat-plaatsvervanger.
- Indien het een Districtsraad betreft, wordt in de opengevallen plaats voorzien door de in de volgorde hoogst geplaatste niet-aangewezen kandidaten van de lijst, waarop de plaats is opengevallen.
- Ter voorziening in de vacatures, bedoeld in lid 2, wordt, indien het een Ressortraad betreft, in een tussentijds opengevallen plaats voorzien door: a. de kandidaat, die in rangorde op de kandidatenlijst direct volgt na het lid, wiens lidmaatschap is beëindigd, verkozen te verklaren; b. het uitschrijven van nieuwe verkiezingen, indien het lid, wiens lidmaatschap is beëindigd, de enige of de laatste kandidaat is op zijn kandidatenlijst.
Paramaribo, 10 april 2020,
De Waarnemend President van het Hof van Justitie
Mr. I.H.M.H. Rasoelbaks
Wayne Telgt weer aan de slag bij Apintie Radio en TV
'Ik kan niet doen alsof niets is gebeurd, ben niet trots op wat zich heeft voorgedaan'
'Ik heb in detentie gezien dat het resocialisatiebeleid van de overheid soep met balletjes is'
Radio- en televisiepresentator en NPS-politicus Wayne Telgt is weer in de running bij Apintie Radio en TV en treedt weer op als interviewer van het tv-programma 'To the Point', zo bericht de Ware Tijd vandaag, zondag 12 april 2020.
In december raakte hij in opspraak toen hij door de politie werd aangehouden op verdenking van seksueel misbruik van een 16-jarig meisje. Na elf dagen voorarrest werd Telgt op last van het Hof van Justitie in vrijheid gesteld. Het lag aan het Openbaar Ministerie (OM) of het door wilde gaan met de strafvervolging. Het Hof sprak in zijn beschikking van een zogenoemd 'grensgeval' waarbij onduidelijk is of er enig seksueel contact is geweest tussen Telgt en de minderjarige toen ze nog geen zestien jaar was.
Telgt ontkent dat er seksueel contact met het meisje is geweest. Hij zegt zich slechts te willen verontschuldigen tegenover de samenleving voor het feit, dat hij zich in deze positie heeft gemanoeuvreerd waardoor hij in opspraak is gekomen. 'Ik moet mijn leven weer oppakken, dus moet ik eerst in het reine komen met de mensen die zijn teleurgesteld. Ik kan niet doen alsof er niets is gebeurd. Ik ben niet trots op wat zich heeft voorgedaan.'
Telgt vindt dat hij beter had moeten weten en zich niet had moeten begeven op de grens van wat wel en niet mag. 'Ik zou me afzijdig hebben moeten houden van any zaak waardoor ik in opspraak kon komen. I don't blame anybody. Niet dat meisje, niet haar moeder, niet de mensen op Facebook. Wat is gebeurd kan ik niet in de schoenen van anderen schuiven. The person to blame is Wayne Telgt. Ook al zou de rechter niet gunstig in mijn zaak beslissen.'
'Je kunt niet langs alle spiegels in je huis lopen zonder daarin naar jezelf te kijken, om vervolgens buitenshuis naar schuldigen te zoeken.' Telgt zegt in de periode na zijn vrijlating veel aan zelfreflectie te hebben gedaan. Hij is dankbaar dat hij weer mag werken bij Apintie. 'Want je moet de draad weer oppakken, er moet brood op de plank.'
De bijna twee weken in detentie hebben hem ook een harde les geleerd. Daar was er geen voorkeursbehandeling en hij moest evenals alle andere arrestanten slapen op koude slaapplaatsen, van steen: met twaalf man in een cel. Urineren moest 's avonds in een fles. Hij zegt nimmer onheus te zijn behandeld door politieagenten of arrestanten. De radeloosheid en uitzichtloosheid bij tal van gedetineerden heeft hij wel ervaren.
'Ik heb daar mannen ontmoet die gewoon niemand buiten hebben en geen bezoek krijgen of geen advocaat hebben. Jongens die niet kunnen lezen en begrijpen wat staat in de papieren die ze van het OM (Openbaar Ministerie) krijgen. Daar heb ik gezien dat het resocialisatiebeleid van de overheid soep met balletjes is.'
Telgt legt verder uit, dat sommige gedetineerden zodanig vervreemd zijn van de samenleving dat ze na hun vrijlating opzettelijk weer een strafbaar feit plegen om aangehouden te kunnen worden. 'Want daar hebben ze een dak boven het hoofd en krijgen ze eten.' Door de ervaring die hij heeft opgedaan kijkt Telgt nu anders aan tegen gedetineerden.
'Ik heb in detentie gezien dat het resocialisatiebeleid van de overheid soep met balletjes is'
Radio- en televisiepresentator en NPS-politicus Wayne Telgt is weer in de running bij Apintie Radio en TV en treedt weer op als interviewer van het tv-programma 'To the Point', zo bericht de Ware Tijd vandaag, zondag 12 april 2020.
In december raakte hij in opspraak toen hij door de politie werd aangehouden op verdenking van seksueel misbruik van een 16-jarig meisje. Na elf dagen voorarrest werd Telgt op last van het Hof van Justitie in vrijheid gesteld. Het lag aan het Openbaar Ministerie (OM) of het door wilde gaan met de strafvervolging. Het Hof sprak in zijn beschikking van een zogenoemd 'grensgeval' waarbij onduidelijk is of er enig seksueel contact is geweest tussen Telgt en de minderjarige toen ze nog geen zestien jaar was.
Telgt ontkent dat er seksueel contact met het meisje is geweest. Hij zegt zich slechts te willen verontschuldigen tegenover de samenleving voor het feit, dat hij zich in deze positie heeft gemanoeuvreerd waardoor hij in opspraak is gekomen. 'Ik moet mijn leven weer oppakken, dus moet ik eerst in het reine komen met de mensen die zijn teleurgesteld. Ik kan niet doen alsof er niets is gebeurd. Ik ben niet trots op wat zich heeft voorgedaan.'
Telgt vindt dat hij beter had moeten weten en zich niet had moeten begeven op de grens van wat wel en niet mag. 'Ik zou me afzijdig hebben moeten houden van any zaak waardoor ik in opspraak kon komen. I don't blame anybody. Niet dat meisje, niet haar moeder, niet de mensen op Facebook. Wat is gebeurd kan ik niet in de schoenen van anderen schuiven. The person to blame is Wayne Telgt. Ook al zou de rechter niet gunstig in mijn zaak beslissen.'
'Je kunt niet langs alle spiegels in je huis lopen zonder daarin naar jezelf te kijken, om vervolgens buitenshuis naar schuldigen te zoeken.' Telgt zegt in de periode na zijn vrijlating veel aan zelfreflectie te hebben gedaan. Hij is dankbaar dat hij weer mag werken bij Apintie. 'Want je moet de draad weer oppakken, er moet brood op de plank.'
De bijna twee weken in detentie hebben hem ook een harde les geleerd. Daar was er geen voorkeursbehandeling en hij moest evenals alle andere arrestanten slapen op koude slaapplaatsen, van steen: met twaalf man in een cel. Urineren moest 's avonds in een fles. Hij zegt nimmer onheus te zijn behandeld door politieagenten of arrestanten. De radeloosheid en uitzichtloosheid bij tal van gedetineerden heeft hij wel ervaren.
'Ik heb daar mannen ontmoet die gewoon niemand buiten hebben en geen bezoek krijgen of geen advocaat hebben. Jongens die niet kunnen lezen en begrijpen wat staat in de papieren die ze van het OM (Openbaar Ministerie) krijgen. Daar heb ik gezien dat het resocialisatiebeleid van de overheid soep met balletjes is.'
Telgt legt verder uit, dat sommige gedetineerden zodanig vervreemd zijn van de samenleving dat ze na hun vrijlating opzettelijk weer een strafbaar feit plegen om aangehouden te kunnen worden. 'Want daar hebben ze een dak boven het hoofd en krijgen ze eten.' Door de ervaring die hij heeft opgedaan kijkt Telgt nu anders aan tegen gedetineerden.
ABOP houdt eerste alternatieve online massameeting
Bijeenkomst live te volgen op social media en bij Asosiye en Koyeba
De ABOP houdt komende zaterdag op een alternatieve manier haar eerste massameeting. Deze bijeenkomst zal zowel online als via social media en live worden uitgezonden bij Asosiye, Koyeba en mogelijk Apintie televisie. Partijvoorzitter Ronnie Brunswijk gaat ook alle Assemblee-kandidaten presenteren aan de samenleving, aldus hoofdbestuurslid Marinus Bee vandaag, zondag 12 april 2020, op Starnieuws.
'Door de corona-crisis is het niet meer mogelijk om massa mensen op de been te brengen, maar we gaan wel ervoor zorgen dat Surinamers de boodschap hoe het land uit de crisis te halen van de ABOP gaat krijgen', zegt Bee.
Het doet de partij bijzonder goed dat de kandidaten op de verschillende lijsten heel goed zijn aangekomen. Er is balans tussen jong, oud, deskundigheid en gender te vinden op de lijsten, stelt de politicus.
Brunswijk zal uitleg geven over de lijstverbindingen met de Pertjajah Luhur.
Op weg naar de verkiezingen gaat ABOP een aantal van deze online meetings houden. De opzet blijft hetzelfde met speeches van partijtoppers en entertainment. 'We beloven de samenleving dat we ons gaan houden aan alle Covid-19 regels zoals voorgeschreven door de regering en de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Gezondheid komt op de eerste plaats maar a boskopu musu prati go doro', stelt Bee.
De online massameeting wordt gehouden van 17.00 tot 19.00 uur.
De ABOP houdt komende zaterdag op een alternatieve manier haar eerste massameeting. Deze bijeenkomst zal zowel online als via social media en live worden uitgezonden bij Asosiye, Koyeba en mogelijk Apintie televisie. Partijvoorzitter Ronnie Brunswijk gaat ook alle Assemblee-kandidaten presenteren aan de samenleving, aldus hoofdbestuurslid Marinus Bee vandaag, zondag 12 april 2020, op Starnieuws.
'Door de corona-crisis is het niet meer mogelijk om massa mensen op de been te brengen, maar we gaan wel ervoor zorgen dat Surinamers de boodschap hoe het land uit de crisis te halen van de ABOP gaat krijgen', zegt Bee.
Het doet de partij bijzonder goed dat de kandidaten op de verschillende lijsten heel goed zijn aangekomen. Er is balans tussen jong, oud, deskundigheid en gender te vinden op de lijsten, stelt de politicus.
Brunswijk zal uitleg geven over de lijstverbindingen met de Pertjajah Luhur.
Op weg naar de verkiezingen gaat ABOP een aantal van deze online meetings houden. De opzet blijft hetzelfde met speeches van partijtoppers en entertainment. 'We beloven de samenleving dat we ons gaan houden aan alle Covid-19 regels zoals voorgeschreven door de regering en de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Gezondheid komt op de eerste plaats maar a boskopu musu prati go doro', stelt Bee.
De online massameeting wordt gehouden van 17.00 tot 19.00 uur.
Abonneren op:
Posts (Atom)