woensdag 27 juni 2018

'Politieke macht inzetten om straffeloosheid te vestigen'

'Het 'verzoeningscomplot' onder leiding van Jeroe, Sandew Hira en Kabinet van de President'


28 Juni, de eenzijdig uitgeroepen nationale rouwdag door het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld zal weer zout in de diepe open wond doen van slachtoffers en nabestaanden van mensenrechtenschendingen. De onophoudelijke venijnige aanval zonder enige vorm van mildheid, door middel van een 'verzoeningscomplot' onder leiding van Jeroe, Sandew Hira en het Kabinet van de President wordt voortgezet. Een aanval die slechts dient om het bittere verraad gepleegd op 8 december 1982 te verhullen door een schijnheilig aandienend verzoeningsverhaal aan het volk van Suriname te verkopen, is verwerpelijk. 

De simplistische benadering van het comité van Jeroe, dat wordt aangestuurd door het Kabinet van de President, denkt een verzoening tot stand te brengen door daders, nabestaanden en slachtoffers te vragen de hand te schudden. Dit is niet alleen een grove bagatellisering van de ernst van de gepleegde misdaden en het ontzettend leed van de nabestaanden, maar tegelijkertijd is het misbruik van de daad en betekenis van verzoening. 

De kortzichtigheid van het comité in collaboratie met het Kabinet van de President alsof het alleen om nabestaanden van personen gaat is duidelijk. Wanneer dit alles wordt gadegeslagen, is het goed voor een juiste beoordeling van het geheel, je af te vragen in wiens belang het ontlopen van de rechtspraak is en welk belang en voor welke prijs Jeroe en de zijnen de samenleving bewust willen misleiden. 

In wiens belang is het, dat er geen schuldbekentenis wordt vastgelegd, dat er geen optekening en verslag van de feiten van plaatsvindt voor nu en toekomstige generaties, voor een juiste weergave van onze geschiedenis?
In wiens belang is het, dat er geen excuses aangeboden worden op basis van een dader vastgesteld als gevolg van feiten?
In wiens belang is het, dat er geen correctie van misdaden plaatsvindt door bevestiging van feiten en sancties opleggen aan de daders?
In wiens belang is de boodschap, dat straffeloosheid richtlijn moet zijn in onze samenleving. 

De betekenis van dit alles kan vertaald worden dat het alleen en alleen in het belang van de daders is. 

De politieke macht inzetten om straffeloosheid te vestigen, en slachtoffers van misdaden tegen de mensheid te willen forceren om door handje schudden jouw absolutie te verlenen. Dat is dubbele terreur. Deze strategie is op zichzelf is een nationale rouwdag waard. 

Sunil Oemrawsingh 
Voorzitter Stichting 8 december 1982

VHP-Assembleelid Asiskumar Gajadien: 'Vuilstortplaats Ornamibo is een tijdbom'

Oppositieleden vragen aandacht van regering voor explosieve situatie op Ornamibo


De situatie op en rond de vuilstortplaats Ornamibo kan volgens VHP-Assembleelid Asiskumar Gajadien simpelweg getypeerd worden als een tijdbom. 'Dagelijks worden miljoenen uitgegeven voor vuilverwerking, maar het vuil wordt gewoon in de Pararivier gedumpt. Dan praten wij hier over de bescherming van het milieu, maar er wordt niets gedaan om de mensen van Vredenburg Serie A, Serie B, Houttuin, Boxel en Domburg te beschermen. Mensen vissen in de Pararivier. Het is gewoon een tijdbom', zei de politicus dinsdag na de goedkeuring van het Parijs Akkoord in De Nationale Assemblee (DNA), aldus het Dagblad Suriname woensdag 27 juni 2018.

Ook zijn collega Krishna Mathoera vroeg aandacht voor het milieuvervuilingsaspect.

Het vuil wordt volgens buurtbewoners nu nauwelijks 200 meter vanuit de Martin Luther Kingweg gedumpt. De asfaltweg die naar binnen gaat, is ook helemaal kapot, doordat de bulldozer het vuil vanuit de straat wegkrabt. Het vuil wordt door de vrachtwagen op de asfaltweg gedumpt en vandaar uit verder verwerkt. De enorme stank en vliegenplaag blijven de ergste problemen hier.

Lees ook dit uitgebreid artikel van 20 maart 2013 (!): 'Suriname weet zich geen raad met afval - Vuilstort Ornamibo zorgt al vele jaren voor overlast - Regering komt omwonenden nauwelijks tegemoet'

De Parakreek is helemaal vervuild. Het vuil wordt door de bulldozer gewoon naar achteren gestoten, waarbij een deel in de kreek terechtkomt. Elk dag wordt aan de vooravond vuil verbrand op de stortplaats.

Minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken voerde tijdens de vergadering aan, dat Suriname een project uitvoert dat heeft uitgewezen dat het nadeliger voor Suriname zou zijn als Ornamibo wordt verplaatst of als de huidige dumpplaats wordt afgesloten om verdere verontreiniging van de omgeving te minimaliseren.

'Onderzoek heeft ook verder uitgewezen, dat er geen verontreiniging van dien aard is opgetreden. Hiervoor zijn bodem- en watermonsters genomen in het omliggend gebied. Vermeld moet worden, dat er verder onderzoek nodig is naar water- en bodemverontreiniging. In het vervolgtraject moet er een sanitairy landfill ontwikkeld worden die ons enkele miljoenen zal kosten', was de reactie van de bewindsvrouwe.

Promotors van sekstoerisme Peru worden met speciale wetgeving aangepakt

Onlangs goedgekeurde wet om 'de bescherming en integriteit van kinderen te garanderen'


Peru vecht terug tegen sekstoerisme door wetgeving tegen zijn promotors vast te stellen. De trend in Latijns-Amerikaanse landen om te strijden tegen de negatieve gevolgen van sekstoerisme wordt voortgezet, aangezien Peru's Congres onlangs een wet heeft aangenomen om diegenen te straffen die de industrie in het Andesland promoten. 

Volgens de onlangs goedgekeurde wet 30802, die is uitgevaardigd om 'de bescherming en integriteit van kinderen te garanderen', zal een artikel van genoemde wet erop gericht zijn diegenen te straffen die diensten verlenen die sekstoerisme bevorderen. Artikel 4 van de wet, die hier in het Spaans kan worden gelezen, verklaart expliciet, dat elk gebruik van minderjarige minderjarigen in bars of hotels die zich op sekstoeristen richten, door de wet zal worden bestraft.

'De aanbieders van toeristische diensten begaan een strafbaar feit door toeristische activiteiten die de seksuele uitbuiting van meisjes, jongens en kinderen in hun vestigingen bevorderen of toestaan te promoten, of wanneer zij de respectieve autoriteiten niet waarschuwen voor alle feiten met betrekking tot de commerciële seksuele uitbuiting van kinderen', stelt het artikel voor een deel.

In het volgende artikel staat, dat elke plaats van inwoning die in strijd is met het hebben van kinderen op zijn terrein voor prostitutie, zal zijn toerismelicentie binnen twee dagen verliezen.

Meestal genoemd als buitenlanders die het land binnenkomen om te profiteren van legale prostitutiewetten in deze landen, beweren critici en activisten dat de promotie van sekstoerisme direct leidt tot een toename van mensenhandel, vooral van minderjarigen. In combinatie met het feit dat staatshoofden meestal niet willen, dat het toerisme in hun land wordt geassocieerd met de negatieve perceptie van prostitutie, worden in de hele regio wetten en campagnes uitgevoerd in landen als Colombia, de Dominicaanse Republiek en Costa Rica om sekstoerisme bestrijden.


Het artikel lijkt sterk op recent aangenomen wetten in andere landen in Latijns-Amerika.

Onlangs testte het Midden-Amerikaanse land Costa Rica zijn zogenaamde Sex Tourism Law uit 2012, om een ​​populaire blogger voor sekstoerisme te veroordelen voor de misdaad van het promoten van de industrie in het land. De blogger David Strecker, algemeen bekend als 'Cuba Dave', zat bijna twee jaar gevangenisstraf uit voordat hij in hoger beroep werd vrijgelaten.

(Suriname Mirror/Peru Reports/YouTube)

Colombia zet drones in om glyfosaat te vernevelen boven illegale cocaplantages

Programma werd oktober 2015 stilgelegd wegens gevolgen voor gezondheid mens, dier en milieu


Colombia, ‘s werelds grootste producent van cocaïne, gaat opnieuw drones inzetten om glyfosaat te vernevelen boven illegale cocaplantages. Dat maakte president Juan Manuel Santos dinsdag 26 juni 2018 bekend.

In 2017 bereikte de cocateelt nog een recordniveau in het Zuid-Amerikaanse land. De verneveling van glyfosaat tegen illegale cocaplantages is omstreden. In oktober 2015 werd het programma na vijftien jaar stilgelegd wegens de gevolgen voor de gezondheid van mensen en dieren, en voor het milieu.

Dinsdag kondigde uittredend president Santos echter aan, dat het programma hervat zal worden. Hij benadrukte wel, dat de verneveling vanaf een lagere hoogte en met een concentratie pesticide die 50 procent lager is, zal gebeuren.



Santos’ beslissing komt daags na de publicatie van een rapport van het Amerikaanse drugsbestrijdingsbureau ONDCP (Office of National Drug Control Policy). Dat stelde, dat de cocateelt in Colombia in 2017 een nieuw record bereikte met 209.000 hectare, ruim 11 procent meer dan een jaar eerder.


Tegelijk nam ook de cocaïneproductie in het Zuid-Amerikaanse land toe met bijna een vijfde, van 772 naar 921 ton, eveneens een record.

Wanneer de vernevelingen opnieuw zullen starten, maakte Santos niet bekend. Zijn minister van Defensie, Luis Carlos Villegas, hoopte dat die woensdag al hervat zouden worden.


(Suriname Mirror/AFP/Belga/Colombia Reports/LA FM/Twitter/El Colombiano/YouTube)

Dakloze zwarte universiteitsstudent filosofie (33) in Brasilia, Brazilië, met stenen doodgegooid

'Jiwago de Jesus is het slachtoffer van maatschappelijke vooroordelen en discriminatie'


Vrienden en familieleden van de 33-jarige Jiwago Henrique de Jesus, die dood werd aangetroffen met tekenen van fysiek geweld, spraken hun laatste afscheidsrede maandag 25 juni 2018 voor de dakloze universiteitsstudent filosofie aan de Universiteit van Brasilia, UnB. Hij werd begraven op Hope Cemetery Field.


Verenilda Pereira, een professor Communicatie, zei dat De Jezus, die ook leed aan schizofrenie en bipolaire stoornis, het slachtoffer was van maatschappelijke vooroordelen en discriminatie. 'Eerst was hij zwart. Ten tweede werd hij dakloos. En ten derde, hij leed aan een psychiatrisch probleem. Hij heeft nooit de nodige steun voor zijn toestand gekregen', zei Pereira met betrekking tot zijn mentale toestand. Ze voegde eraan toe, dat medestudenten en professoren vaak geld inzamelden om de medicijnen voor Jezus te kopen

'Ik was niet zijn professor. In tegendeel, hij was het die mij leerde. Hij hielp me bij verschillende gelegenheden terwijl ik promoveerde. Hij had een ongelooflijke kijk op de wereld.'

De twintig jaar oude Lubmila dos Reis Sales zei, dat De Jezus vorige week donderdag naar een klas was gekomen met een gezwollen rood oog en, zonder in details te treden over zijn toestand, om bescherming vroeg.

Estella Villar, een andere medeleerlinge, zei dat De Jezus 'van de ene instelling naar de andere ging. Niemand gaf hem hulp. Eerlijk gezegd, degenen die hem hadden moeten helpen hoopten dat hij zou sterven, op die manier, dan zou het een probleem minder zijn om mee om te gaan.'

De Jezus was een student filosofie aan de UnB. Nadat hij zijn Trabalho de Conclusão de Curso, oftewel TCC, met succes had gepresenteerd, was hij afgestudeerd.

Zijn lichaam werd afgelopen weekend gevonden in een struikgewas nabij de Colina, een universiteitswijk die hij bezocht. De afdeling Communicatie van de Civiele Politie zei dat er tekenen waren, dat stenen naar De Jezus waren gegooid. De daders van de aanval zijn niet geïdentificeerd.

De Jezus laat een 6-jarige tweeling achter bij zijn grootouders in de staat Bahia.

(Suriname Mirror/TeleSUR/Twitter/Metropoles)

Venezuela's rijken laten privé waterbronnen boren in strijd tegen watercrisis

Overheid levert geen water, bewoners van buurten Caracas laten hun eigen bron boren


Het opendraaien van de kraan voelde als een frustrerend kansspel voor Elizabeth Robles. In het begin stroomde er maar één of twee dagen per week water uit, dus huurde Robles, voorzitster van haar Vereniging van Huiseigenaren in Caracas, vrachtwagens in om de ondergrondse opslagtank van het gebouw te vullen. 

Met zelfopgelegde rantsoenen hadden de bewoners water - maar slechts voor een uur, drie keer per dag. 'Wanneer je 's middags om vijf uur helemaal zweterig thuiskomt, kun je niet douchen', zegt Robles, een kleine onderneemster en advocate. 'Het is als gestraft door water.'

Op den duur waren ze het beu. Omdat de overheid geen water kon leveren, besloten ze om hun eigen bron te boren, naast hun appartementencomplex in de wijk Campo Alegre, een steeds populairdere oplossing voor de welgestelden, terwijl het watersysteem van Venezuela ineen stort samen met zijn socialistische economie.


De teloorgang van Venezuela is aan het versnellen onder het bewind van president Nicolas Maduro, waardoor massa's mensen het land verlaten uit frustratie door de voedsel- en medicijnentekorten, straatsgeweld, ongebreidelde stroomuitval en nu, sputteren van kranen.

Robles zegt, dat zij en haar buren in februari een boorbedrijf inhuurden voor 7.000 dollar - ongeveer 280 dollar per gezin. Ten minste drie andere gebouwen aan hun met bomen omzoomde straat, in de buurt van de meest exclusieve countryclub van de stad, hebben hetzelfde bedrijf in de arm genomen. Het bedrijf verplaatst zijn medewerkers en torenhoge gele boor van de ene werkplek naar de volgende. De luidruchtige diesel-aangedreven machine klettert de hele dag rond de klok totdat de boor water raakt, over het algemeen ongeveer 80 meter diep.

Ondertussen, hebben de minder gelukkigen te kampen met met slinkende openbare watervoorzieningen, in de hoop dat sporadische waterstromen hun 560-liter plastic opslagtanks met zoemende elektrische pompen zullen vullen. Of ze staan ​​in de rij bij water druppelende hellingen om lege kannen gratis te vullen. 'Soms stapelen je vuile kleren zich op', zegt Carlos Garcia, een werkloze bouwvakker die op een dag acht uur bezig was met het vullen van containers bij een bron.

Watertekorten in de buurten hebben in de eerste vijf maanden van het jaar meer dan 400 protesten uitgelokt, volgens het Observatorio Venezolano de Conflictividad Social (OVCS).

Caracas had eens een watersysteem van wereldklasse, waarbij water uit verre reservoirs over torenhoge bergen het dal in stroomde, dat de stad omarmt. Nu barsten de pijpen, pompen begeven het en een kleine kudde koeien graast op de bodem van het Mariposa-reservoir buiten de stad, voedend op gras, dat diep onder water zou moeten liggen. Een tekort aan regen legt het gebrek aan onderhoud bloot, zeggen experts.

Jose Maria de Viana, voormalig president van Caracas staatswaterleidingbedrijf Hidrocapital, geeft incompetentie de schuld en verwerpt de verklaring van de regering dat het regenseizoen traag van start is gegaan om gedraineerde reservoirs aan te vullen. Het systeem is ontworpen om de stad door droge periodes te helpen, zegt hij. 'Zonder elke dag bovenop de problemen te blijven, zullen we steeds minder water in de stad hebben', aldus De Viana. 'We zullen alleen meer protesten en woede hebben.'

Fernando Gomez van de firma Venezuela Pump Engineering zegt, dat de oproepen de afgelopen twee maanden zijn gestegen van mensen die wanhopig naar water verlangen. De telefoon gaat vier of vijf keer per dag over in vergelijking met één of twee gesprekken per week een jaar geleden. Hij stelt, dat de enige boor van het bedrijf geen rust krijgt. 'Iedereen in de wereld wil het nu.' Zelfs de Amerikaanse ambassade heeft zijn eigen bron geboord voor het geval de stadsaanvoer mislukt.

(Suriname Mirror/The Associated Press/VOA News)  

'Dag van Nationale Rouw' donderdag 28 juni

Besluit van de regering op laatste moment pas bekendgemaakt...


Morgen, donderdag 28 juni 2018, is afgekondigd als 'Dag van Nationale Rouw' ter herdenking van alle slachtoffers en nabestaanden van politiek geweld. Minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken heeft het besluit van de regering woensdagmiddag 27 juni pas bekendgemaakt. 

De vlag zal ten teken van rouw vanaf zes uur 's ochtend tot zonsondergang halfstok worden gehesen. Dit geldt voor de staatsgebouwen, scholen en de ter rede aan de steiger liggende schepen.

Het ministerie vraagt burgers, bedrijfsleven, diplomatieke missies en vertegenwoordigers van internationale organisatie om hetzelfde te doen. Om 12.00 uur wordt landelijk een minuut stilte in acht genomen.

Op radio- en televisiestations wordt een dringend beroep gedaan om tussen 11.00 uur en 13.00 uur hun programmering aan te passen.

Zwaar materieel aangevoerd voor sloop Suralco-plant en raffinaderij

Nog geen overeenstemming met Surinaamse overheid over de ontmanteling

Geen ontmanteling zonder handtekening van minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen


De hoofdcontractor die de Suralco-plant inclusief de aluinaarderaffinaderij moet slopen, is al bezig zwaar materieel in Suriname aan te voeren. Vernomen wordt, volgens de Ware Tijd van vandaag, woensdag 27 juni 2018, dat gisteren lading aan land is gebracht bij de Suralco-steiger te Paranam. Naar verluidt heeft het aanvoeren van het materieel alles te maken met afspraken tussen Suralco/Alcoa en de ondernemer die gemaakt schijnen te zijn, er vanuit gaande dat met de Surinaamse overheid nu reeds overeenstemming zou zijn over de ontmanteling. Dit is echter nog niet het geval. 

Begin mei had de multinational een poging ondernomen om buiten de regering om toestemming van districtscommissaris Armand Jurel te krijgen om met de ontmanteling te beginnen. Jurel stelde zijn superieuren in Paramaribo echter op de hoogte van het verzoek.

Het contract voor de sloopwerkzaamheden is gegund aan het Nederlandse Koole BV. Er zou naar verluidt een boete voor Suralco/Alcoa kleven aan het contract indien de aannemer niet zoals afgesproken kan beginnen met de werkzaamheden. Doorgaans is bij dergelijke grote projecten een tijdsafspraak tussen opdrachtgever en uitvoerder over de aanvang van het werk, aangezien de contractor zowel menskracht als machines vrij moet maken en mobiliseren om de werken uit te voeren. Het werkloos liggen van materieel resulteert in claims. Het zou onder andere om deze reden zijn dat Suralco alles in het werk stelt om toestemming te krijgen de sloop aan te vangen.

Zoals de stand van zaken nu is zal de ontmanteling niet kunnen plaatsvinden zonder handtekening van minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen (NH).

Voor zover bekend is Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons nog steeds van oordeel dat zonder het parlement er geen einde komt aan de Brokopondo-overeenkomst. Tijdens een overleg tussen de parlementsvoorzitster en de fractievoorzitters gisteren is over de Suralco-kwestie gesproken. Aan de fractieleiders is gevraagd concrete vragen hierover in te dienen. De bedoeling is dat tijdens een openbare vergadering van De Nationale Assemblee komende week de regering op deze vragen zal moeten antwoorden.

Intussen circuleert informatie dat er pogingen worden ondernomen om de volksvertegenwoordiging zo ver te krijgen, dat het College de regering mandaat geeft naar goedvinden deze kwestie af te handelen.

Ruim twee weken geleden zou in Paramaribo geheim overleg zijn gevoerd met VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi om te peilen in hoeverre de regering op zijn steun mag rekenen in het parlement. Een doorgaans goed ingevoerde bron geeft aan, aldus de Ware Tijd, dat indien het parlement de regering groen licht geeft, het de bedoeling is dat hoofdonderhandelaar Dilip Sardjoe mandaat van de president krijgt om de zaak met Acoa/Suralco zo snel als mogelijk af te wikkelen.

De ontmanteling van de raffinaderij zou naar verluidt al zijn verdeeld onder bevriende ondernemers 'die gaan verdienen'.

Schotse Cairn Energy nieuwe partner van Staatsolie

Cairn start exploratieactiviteiten met tweedimensionaal seismisch onderzoek in Blok 61

(Bron foto's: Staatsolie)

Staatsolie heeft met Cairn Energy uit Schotland, een nieuwe partner, dinsdag 26 juni 2018 een productiedelingscontract gesloten voor het offshore-Blok 61. Dit bedrijf gaat olie zoeken in het Surinaamse zeegebied. Cairn start exploratieactiviteiten met 2D (tweedimensionaal) seismisch onderzoek. In een later stadium zullen exploratieputten worden geboord.

Cairn toonde belangstelling voor een offshore-blok binnen de 'Open door invitation', die loopt van 15 september 2017 tot 14 september 2018, aldus Staatsolie in een persbericht. In deze periode kunnen belangstellende bedrijven een bod uitbrengen op een blok in het vrije zeeareaal van Suriname. Cairn bracht een bod uit op het gebied dat nu Blok 61 wordt genoemd. Op basis van vooraf vastgestelde criteria is het blok aan Cairn toegewezen.

Het gebied is ongeveer 13.000 vierkante kilometer groot, ligt op het Demerara Plateau en heeft waterdieptes van 60 tot 1.100 meter.

Wim Dwarkasing, waarnemend Managing Director van Staatsolie, en Richard Ember, Regional Director International van Cairn, ondertekenden namens de bedrijven het contract. 

De overeenkomst geldt voor dertig jaar. De contractduur is opgedeeld in een exploratie-, ontwikkelings- en productieperiode. Voor de exploratieperiode is een minimumwerkprogramma overeengekomen, waarbij Cairn onder meer geologisch onderzoek, seismische datavergaring en exploratieboringen zal verrichten. Alle kosten in de exploratiefase zijn voor rekening van Cairn en worden pas terugbetaald nadat een commerciële ontdekking is gedaan en die ook in productie is gebracht.

Staatsolie heeft de mogelijkheid om tot maximaal twintig procent mee te doen in de ontwikkelings- en productiefasen. In het productiedelingscontract is nadrukkelijk aandacht besteed aan inspectie, veiligheid en het milieu.

Ook zijn er voorzieningen opgenomen voor werkgelegenheid voor lokaal kader, trainingen, sociale programma’s en de wijze waarop de ontmanteling van faciliteiten aan het einde van de werkzaamheden zal plaatsvinden.

Cairn Energy is opgericht in 1980 en het bedrijf focust zich op olie- en gasexploratie en -productie. Het bedrijf heeft activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Senegal, Mexico en de Ierse Republiek.

De Surinamerivier baggerdroom komt plotseling weer boven water

MAS vermindert kaartdiepte met 30 centimeter: baggeren is enige oplossing

Baggerproject Surinamerivier kent lange uitstel-geschiedenis


Al vele jaren duikt een natte baggerdroom op uit de Surinamerivier. De wens om die rivier deels uit te baggeren  is er – vooral bij de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) –, immers na het uitbaggeren kunnen grotere zeeschepen de haven van Paramaribo bereiken. Maar, telkenmale werden gronden gevonden om de baggerplannen op te schorten.

En nu is hij er weer, de baggerdroom, zij het indirect, met een slinkse omweg. De MAS heeft namelijk de kaartdiepte van de Surinamerivier bijgesteld, met 30 centimeter verminderd. Vorig jaar was de aanpassing 20 centimeter. Het gevolg van deze maatregel is, dat er véél minder tonnage geladen kan worden op schepen. Sommige scheepvaartmaatschappijen hebben nu zelfs besloten, om zo min mogelijk schade te lijden, om hun schepen eerst Georgetown, Guyana, aan te laten doen en vervolgens Paramaribo. Op die manier kan toch meer lading worden meegenomen, dan wanneer het schip vol beladen binnenkomt.

Cornels Amafo, directeur van de MAS, zei, dat wanneer de maatregel niet was genomen, schepen aan de grond zouden lopen. Het is al geruime tijd bekend dat de vaargeul aan het dichtslibben is en dat baggeren de enige oplossing is.
Volgens minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie is het baggeren in voorbereiding, maar kan nog niet aangeven wanneer het project zal worden uitgevoerd. En dat is niet voor het eerst, zo blijkt uit onderstaand overzicht, dat boekdelen spreekt.

Meest recent is, dat Amafo in de laatste week van december 2012 bekendmaakte, dat het uitbaggeren van de Surinamerivier in juni 2013 zou beginnen. De periode waarin bedrijven een bod konden doen op de aanbesteding liep 14 februari 2013 af. Vanaf de monding van de rivier tot Paranam zou een nieuwe vaargeul gebaggerd worden. De directie van het baggerproject, dat naar verwachting zes maanden zou duren, was in handen van het Raadgevend Ingenieursbureau Lievense B.V. in het Nederlandse Breda.
Maar, de MAS liet zaterdag 25 januari 2014 weten, dat dat jaar gestart zou worden met de baggerwerkzaamheden. Maar, wie de werkzaamheden zou gaan uitvoeren was nog steeds niet bekend. Twee weken later werd bekend, dat de vaargeul in de Surinamerivier voorlopig zou worden uitgediept. De regering heeft de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), die belast is met dit project, meegedeeld dat het plan weer in de koelkast kon verdwijnen.

Al sinds 2004 wordt gesproken over het uitbaggeren van de Surinamerivier. Vele malen zijn toezeggingen gedaan over het moment waarop met de werkzaamheden zou worden begonnen. Op 9 november 2006 werd gesteld dat medio 2007 begonnen kon worden met de baggerwerkzaamheden. Vervolgens werd het een lange periode stil, waarna op 24 augustus 2010 bekend werd gemaakt dat in 2011 de rivier uitgebaggerd zou worden. Een jaar later, 28 september 2011, kwam het bericht dat de werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2012 zouden starten en op 3 augustus van dat jaar werd gemeld, dat uiterlijk februari 2013 begonnen zou worden met de baggerwerkzaamheden.

De MAS maakte op 7 juni 2006 bekend, dat zij een onderzoek zou laten uitvoeren naar de economische en financiële haalbaarheid van een diepere vaargeul in de rivier. Dat onderzoek zou gefinancierd worden door Staatsolie en de bauxietbedrijven Suralco en het inmiddels uit Suriname vertrokken Billiton. De studie gold als voortraject van het project Modernisering Vaarweg Surinamerivier. Vijf maanden later benadrukte de MAS ,dat het project vooral economisch gericht zou zijn. Baggeren was noodzaak vanwege de smalle breedte, zeventig meter, van de rivier en onvoldoende diepgang bij de monding (ongeveer 4.5 meter bij laag water).

Milieueffecten
De berichten over plannen voor het uitbaggeren van de rivier leidde in november 2006 tot de eerste kritische geluiden. Kleine vissers zeiden te vrezen voor het verarmen van het visbestand. Zij baseerden zich op de ervaringen van vissers op de uitgebaggerde Berbicerivier in Guyana. Veel Guyanese vissers trokken vervolgens naar Surinaamse wateren om vis te vangen. Naast een aanslag op het visbestand, werden ook zorgen uitgesproken over overlast veroorzaakt door de snelheid van zeeschepen en loodsboten. De MAS trachtte de zorgen uit de lucht te halen door te stellen dat er een milieueffectenonderzoek werd uitgevoerd. Eind december 2012 liet de MAS weten dat inmiddels een ‘Environmental and Social Impact Assessment’ was uitgevoerd, dat een uitgebreide analyse van de mogelijke gevolgen van het project was opgesteld en dat op basis van die analyse een plan is geschreven voor de uitvoering van het project. Het onderzoek werd gefinancierd door een consortium bestaande uit Staatsolie, Billition en Suralco.

Opmerkelijk was het, dat begin november 2007 het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, NIMOS, al beweerde dat de milieueffecten minimaal zouden zijn bij het baggeren van de Surinamerivier. Ook zou volgens dit instituut de vispopulatie weinig last ondervinden van de baggerwerkzaamheden. Een definitief besluit over het wel of niet baggeren van de rivier was toen nog niet door de regering genomen. Maar, een maand later, bleek uit de Jaarrede van president Bouterse, over het regeringsbeleid voor het jaar 2008-2009, dat ‘de studies in verband met het uitdiepen van de vaargeul in de Surinamerivier reed zijn afgerond en de de inschrijving voor de werkzaamheden heeft plaatsgehad’.

Toenmalig vicepresident Ramdien Sardjoe verklaarde op 27 mei 2008 in gesprek met de Ware Tijd, dat ‘het besluit om al of niet te baggeren’ afhing ‘van mogelijkheden de milieugevolgen te beperken’. Hij benadrukte het economische belang van een uitgebaggerde rivier voor Suriname. Zo was de verwachting dat het transport van bauxiet en aardolie efficiënter zou kunnen en dat cruisetoerisme van de grond zou kunnen komen. Om de vaargeul op de juiste diepte te houden, zou echter jaarlijks gebaggerd moeten worden, aldus Sardjoe in mei 2008.
In dezelfde maand organiseerde de MAS, van 26 tot en met 30 mei, een training met als titel ‘Monitoring Dredging Operations’ in Hotel Krasnapolsky in Paramaribo. De training werd verzorgd door Bart Graswinckel, een baggerexpert van het Shipping and Transport College Rotterdam. Tijdens deze training werden de meest gangbare baggermethoden besproken en ook de milieuaspecten. Volgens Graswinckel zou voor het baggeren van de Surinamerivier trailhoppercutterdredging in combinatie met waterinjectiondredging geschikt zijn, omdat deze methoden effectiever en relatief goedkoper zijn dan de andere methoden en minieme gevolgen zouden hebben voor het milieu. Deze methoden zouden voor de scheepvaart ook geen belemmering vormen.

Inschrijvingen
Zes bedrijven uit Nederland, België en China hadden zich in augustus 2008 ingeschreven om het meer dan 30 miljoen Amerikaanse dollar kostend baggerproject van de Surinamerivier uit te voeren. Uiterlijk 7 oktober 2008 zou de Maritieme Autoriteit Suriname beslissen welk bedrijf het werk gegund zou krijgen, aldus berichtte de Ware Tijd op 19 augustus 2008. Het ging om de bedrijven China Harbour, Jan de Nul NV en Dredging Internationale uit België en het Baggerbedrijf J. De Boer, MNO Vervat BV en een jointventure van Boskalis en Van Oord uit Nederland.
‘Bij de selectie zullen we nadrukkelijk letten op de kwaliteit (ISO 90001), de milieunormen en de capaciteit van de projectuitvoerder’, sprak directeur Michel Amafo. Het contract dat zou worden getekend, zou twee jaren lopen. Eén jaar voor het baggeren zelf en een nieuwe vaargeul maken en één jaar voor onderhoudsbaggeren. De MAS maakte bekend, dat zeeschepen niet verder dan een diepte van 7.5 meter onder de hoogwaterlijn aan vrachtlading konden vervoeren. De bedoeling was om de vaargeul twee meter dieper te baggeren. De krant meldde dat het besluit tot het baggeren van de Surinamerivier was versneld, omdat de monding dreigde dicht te slibben door de Wia Wia bank, een modderbank voor de kust van Commewijne. Elk jaar verschuift deze zeventig kilometer lange en veertig kilometer lange bank een halve kilometer dichter bij de monding van de rivier.

Wachten op instructie van TCT-minister om te mogen beginnen
Half februari 2009 was er nog steeds onduidelijkheid over de vraag wanneer begonnen kon worden met baggeren. De directeur van de MAS verklaarde op 17 februari tegenover het Dagblad Suriname te wachten op ‘nadere instructie van de minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) voor het baggeren van de Surinamerivier’. Ondertussen beraadde de MAS zich over de wijze waarop de rivier gebaggerd zou kunnen worden. Amafo: ‘Gaan wij de hele rivier doen? Gaan wij maar een deel van de rivier doen? Maar baggeren, dat staat vast. We hebben even de slag nodig om de terugkoppeling naar de regering te maken. Als wij de instructie hebben, dan kunnen wij een besluit nemen.’

De inmiddels nieuwe TCT-minister, Falisie Pinas, vond eind augustus 2010 dat het baggeren van de Surinamerivier prioriteit moest hebben in zijn beleidsdoelstellingen. Hij zei dat tijdens een kennismakingsontmoeting bij de MAS. ‘De Surinamerivier wordt volgend jaar uitgebaggerd’, aldus Pinas op 24 augustus 2010.

In april 2011 bleken er plotseling financiële hobbels te zijn voor de uitvoering van het baggerproject. De Mas stelde de regering voor om een zogenoemde baggerheffing in te voeren. Met de extra binnenkomende gelden zou de financiering rond moeten komen voor het baggeren van de Surinamerivier, maar een belangrijke financier was uitgevallen. Bauxietbedrijf Billiton had aanvankelijk steun toegezegd, maar het bedrijf was uit Suriname vertrokken. Staatsolie bleef wel meedoen en had al tien miljoen dollar ingebracht. Lokale handelsbanken en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank waren eventueel bereid een lening te verstrekken. ‘Met de zogenaamde baggerheffing zullen we deze lening dan afbetalen’, zo liet MAS-directeur Amafo weten. De heffing moest voldaan worden bij het laden en lossen van schepen in de haven van Paramaribo. De aanbesteding van het baggerproject zou later dat jaar en de uitvoering zou in 2012 moeten plaatsvinden.
Dat werd 27 september 2011 nog eens benadrukt door minister Falisi Pinas van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT). Bij de ingebruikname van de nieuwe steiger van de Nieuwe Haven zei hij, dat voor 1 april 2012 een start zou worden gemaakt met het baggeren van de Surinamerivier. ‘Ik kan u zeggen dat we niet later dan eerste kwartaal van 2012 zullen beginnen met het baggeren van de Surinamerivier.’ Maar, nog steeds werd naarstig gezocht naar financiers. ‘Het komt goed’, aldus de TCT-minister.

Het kwam niet goed
Pas begin augustus 2012 kwam er een ministeriële beschikking waarin de MAS door de regering werd aangesteld als uitvoerder van het baggerproject. Uiterlijk februari 2013 zou de vaargeul van de Surinamerivier uitgebaggerd worden. Gestreefd werd om per 1 oktober te beginnen met het aanbestedingsproces, zodat het baggeren van de vaargeul volgens plan zou kunnen beginnen. Het projectgebied reikt vanaf ongeveer 7 kilometer ten noorden van de eerste boei bij binnenkomst (Lichtschipboei, kilometer 0) tot Dijkveld (kilometer 66) in de Surinamerivier. Ondiepe plekken bevinden zich voor de monding van de Surinamerivier, Jagtlust en en Dijkveld.

Terwijl al jaren gesproken werd over het baggerproject, reageerde het Green Heritage Fund Suriname (GHFS) pas op 17 november 2012. Volgens het GHFS zou het uitbaggeren van de rivier een negatieve impact hebben op het milieu. Zo zou het negatieve gevolgen kunnen hebben op de visstand en in navolging daarvan zou de voedselvoorziening van vissers en dolfijnen verstoord kunnen gaan worden. Het fonds pleitte voor een nieuwe milieueffectenrapportage.

De MAS maakte op 20 december 2012 bekend, dat bedrijven zich voor 14 februari 2013 konden inschrijven voor het Suriname rivier Dredging Project. Opmerkelijk, omdat in augustus 2008 zich al zes bedrijven hadden ingeschreven. Wat is er met die inschrijvingen gebeurd?

En maandag 26 juni 2018 liet minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie weten, dat het baggeren in voorbereiding, maar kan nog niet aangeven wanneer het project zal worden uitgevoerd.

Baggerproject Surinamerivier: eerst zien, dan geloven?

(Suriname Mirror, woensdag 27 juni 2018)

De Surinamerivier baggerdroom komt plotseling weer boven water

MAS vermindert kaartdiepte met 30 centimeter: baggeren is enige oplossing

Baggerproject Surinamerivier kent lange uitstel-geschiedenis


Al vele jaren duikt een natte baggerdroom op uit de Surinamerivier. De wens om die rivier deels uit te baggeren  is er – vooral bij de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) –, immers na het uitbaggeren kunnen grotere zeeschepen de haven van Paramaribo bereiken. Maar, telkenmale werden gronden gevonden om de baggerplannen op te schorten.

En nu is hij er weer, de baggerdroom, zij het indirect, met een slinkse omweg. De MAS heeft namelijk de kaartdiepte van de Surinamerivier bijgesteld, met 30 centimeter verminderd. Vorig jaar was de aanpassing 20 centimeter. Het gevolg van deze maatregel is, dat er véél minder tonnage geladen kan worden op schepen. Sommige scheepvaartmaatschappijen hebben nu zelfs besloten, om zo min mogelijk schade te lijden, om hun schepen eerst Georgetown, Guyana, aan te laten doen en vervolgens Paramaribo. Op die manier kan toch meer lading worden meegenomen, dan wanneer het schip vol beladen binnenkomt.

Cornels Amafo, directeur van de MAS, zei, dat wanneer de maatregel niet was genomen, schepen aan de grond zouden lopen. Het is al geruime tijd bekend dat de vaargeul aan het dichtslibben is en dat baggeren de enige oplossing is.
Volgens minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie is het baggeren in voorbereiding, maar kan nog niet aangeven wanneer het project zal worden uitgevoerd. En dat is niet voor het eerst, zo blijkt uit onderstaand overzicht, dat boekdelen spreekt.

Meest recent is, dat Amafo in de laatste week van december 2012 bekendmaakte, dat het uitbaggeren van de Surinamerivier in juni 2013 zou beginnen. De periode waarin bedrijven een bod konden doen op de aanbesteding liep 14 februari 2013 af. Vanaf de monding van de rivier tot Paranam zou een nieuwe vaargeul gebaggerd worden. De directie van het baggerproject, dat naar verwachting zes maanden zou duren, was in handen van het Raadgevend Ingenieursbureau Lievense B.V. in het Nederlandse Breda.
Maar, de MAS liet zaterdag 25 januari 2014 weten, dat dat jaar gestart zou worden met de baggerwerkzaamheden. Maar, wie de werkzaamheden zou gaan uitvoeren was nog steeds niet bekend. Twee weken later werd bekend, dat de vaargeul in de Surinamerivier voorlopig zou worden uitgediept. De regering heeft de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), die belast is met dit project, meegedeeld dat het plan weer in de koelkast kon verdwijnen.

Al sinds 2004 wordt gesproken over het uitbaggeren van de Surinamerivier. Vele malen zijn toezeggingen gedaan over het moment waarop met de werkzaamheden zou worden begonnen. Op 9 november 2006 werd gesteld dat medio 2007 begonnen kon worden met de baggerwerkzaamheden. Vervolgens werd het een lange periode stil, waarna op 24 augustus 2010 bekend werd gemaakt dat in 2011 de rivier uitgebaggerd zou worden. Een jaar later, 28 september 2011, kwam het bericht dat de werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2012 zouden starten en op 3 augustus van dat jaar werd gemeld, dat uiterlijk februari 2013 begonnen zou worden met de baggerwerkzaamheden.

De MAS maakte op 7 juni 2006 bekend, dat zij een onderzoek zou laten uitvoeren naar de economische en financiële haalbaarheid van een diepere vaargeul in de rivier. Dat onderzoek zou gefinancierd worden door Staatsolie en de bauxietbedrijven Suralco en het inmiddels uit Suriname vertrokken Billiton. De studie gold als voortraject van het project Modernisering Vaarweg Surinamerivier. Vijf maanden later benadrukte de MAS ,dat het project vooral economisch gericht zou zijn. Baggeren was noodzaak vanwege de smalle breedte, zeventig meter, van de rivier en onvoldoende diepgang bij de monding (ongeveer 4.5 meter bij laag water).

Milieueffecten
De berichten over plannen voor het uitbaggeren van de rivier leidde in november 2006 tot de eerste kritische geluiden. Kleine vissers zeiden te vrezen voor het verarmen van het visbestand. Zij baseerden zich op de ervaringen van vissers op de uitgebaggerde Berbicerivier in Guyana. Veel Guyanese vissers trokken vervolgens naar Surinaamse wateren om vis te vangen. Naast een aanslag op het visbestand, werden ook zorgen uitgesproken over overlast veroorzaakt door de snelheid van zeeschepen en loodsboten. De MAS trachtte de zorgen uit de lucht te halen door te stellen dat er een milieueffectenonderzoek werd uitgevoerd. Eind december 2012 liet de MAS weten dat inmiddels een ‘Environmental and Social Impact Assessment’ was uitgevoerd, dat een uitgebreide analyse van de mogelijke gevolgen van het project was opgesteld en dat op basis van die analyse een plan is geschreven voor de uitvoering van het project. Het onderzoek werd gefinancierd door een consortium bestaande uit Staatsolie, Billition en Suralco.

Opmerkelijk was het, dat begin november 2007 het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, NIMOS, al beweerde dat de milieueffecten minimaal zouden zijn bij het baggeren van de Surinamerivier. Ook zou volgens dit instituut de vispopulatie weinig last ondervinden van de baggerwerkzaamheden. Een definitief besluit over het wel of niet baggeren van de rivier was toen nog niet door de regering genomen. Maar, een maand later, bleek uit de Jaarrede van president Bouterse, over het regeringsbeleid voor het jaar 2008-2009, dat ‘de studies in verband met het uitdiepen van de vaargeul in de Surinamerivier reed zijn afgerond en de de inschrijving voor de werkzaamheden heeft plaatsgehad’.

Toenmalig vicepresident Ramdien Sardjoe verklaarde op 27 mei 2008 in gesprek met de Ware Tijd, dat ‘het besluit om al of niet te baggeren’ afhing ‘van mogelijkheden de milieugevolgen te beperken’. Hij benadrukte het economische belang van een uitgebaggerde rivier voor Suriname. Zo was de verwachting dat het transport van bauxiet en aardolie efficiënter zou kunnen en dat cruisetoerisme van de grond zou kunnen komen. Om de vaargeul op de juiste diepte te houden, zou echter jaarlijks gebaggerd moeten worden, aldus Sardjoe in mei 2008.
In dezelfde maand organiseerde de MAS, van 26 tot en met 30 mei, een training met als titel ‘Monitoring Dredging Operations’ in Hotel Krasnapolsky in Paramaribo. De training werd verzorgd door Bart Graswinckel, een baggerexpert van het Shipping and Transport College Rotterdam. Tijdens deze training werden de meest gangbare baggermethoden besproken en ook de milieuaspecten. Volgens Graswinckel zou voor het baggeren van de Surinamerivier trailhoppercutterdredging in combinatie met waterinjectiondredging geschikt zijn, omdat deze methoden effectiever en relatief goedkoper zijn dan de andere methoden en minieme gevolgen zouden hebben voor het milieu. Deze methoden zouden voor de scheepvaart ook geen belemmering vormen.

Inschrijvingen
Zes bedrijven uit Nederland, België en China hadden zich in augustus 2008 ingeschreven om het meer dan 30 miljoen Amerikaanse dollar kostend baggerproject van de Surinamerivier uit te voeren. Uiterlijk 7 oktober 2008 zou de Maritieme Autoriteit Suriname beslissen welk bedrijf het werk gegund zou krijgen, aldus berichtte de Ware Tijd op 19 augustus 2008. Het ging om de bedrijven China Harbour, Jan de Nul NV en Dredging Internationale uit België en het Baggerbedrijf J. De Boer, MNO Vervat BV en een jointventure van Boskalis en Van Oord uit Nederland.
‘Bij de selectie zullen we nadrukkelijk letten op de kwaliteit (ISO 90001), de milieunormen en de capaciteit van de projectuitvoerder’, sprak directeur Michel Amafo. Het contract dat zou worden getekend, zou twee jaren lopen. Eén jaar voor het baggeren zelf en een nieuwe vaargeul maken en één jaar voor onderhoudsbaggeren. De MAS maakte bekend, dat zeeschepen niet verder dan een diepte van 7.5 meter onder de hoogwaterlijn aan vrachtlading konden vervoeren. De bedoeling was om de vaargeul twee meter dieper te baggeren. De krant meldde dat het besluit tot het baggeren van de Surinamerivier was versneld, omdat de monding dreigde dicht te slibben door de Wia Wia bank, een modderbank voor de kust van Commewijne. Elk jaar verschuift deze zeventig kilometer lange en veertig kilometer lange bank een halve kilometer dichter bij de monding van de rivier.

Wachten op instructie van TCT-minister om te mogen beginnen
Half februari 2009 was er nog steeds onduidelijkheid over de vraag wanneer begonnen kon worden met baggeren. De directeur van de MAS verklaarde op 17 februari tegenover het Dagblad Suriname te wachten op ‘nadere instructie van de minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) voor het baggeren van de Surinamerivier’. Ondertussen beraadde de MAS zich over de wijze waarop de rivier gebaggerd zou kunnen worden. Amafo: ‘Gaan wij de hele rivier doen? Gaan wij maar een deel van de rivier doen? Maar baggeren, dat staat vast. We hebben even de slag nodig om de terugkoppeling naar de regering te maken. Als wij de instructie hebben, dan kunnen wij een besluit nemen.’

De inmiddels nieuwe TCT-minister, Falisie Pinas, vond eind augustus 2010 dat het baggeren van de Surinamerivier prioriteit moest hebben in zijn beleidsdoelstellingen. Hij zei dat tijdens een kennismakingsontmoeting bij de MAS. ‘De Surinamerivier wordt volgend jaar uitgebaggerd’, aldus Pinas op 24 augustus 2010.

In april 2011 bleken er plotseling financiële hobbels te zijn voor de uitvoering van het baggerproject. De Mas stelde de regering voor om een zogenoemde baggerheffing in te voeren. Met de extra binnenkomende gelden zou de financiering rond moeten komen voor het baggeren van de Surinamerivier, maar een belangrijke financier was uitgevallen. Bauxietbedrijf Billiton had aanvankelijk steun toegezegd, maar het bedrijf was uit Suriname vertrokken. Staatsolie bleef wel meedoen en had al tien miljoen dollar ingebracht. Lokale handelsbanken en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank waren eventueel bereid een lening te verstrekken. ‘Met de zogenaamde baggerheffing zullen we deze lening dan afbetalen’, zo liet MAS-directeur Amafo weten. De heffing moest voldaan worden bij het laden en lossen van schepen in de haven van Paramaribo. De aanbesteding van het baggerproject zou later dat jaar en de uitvoering zou in 2012 moeten plaatsvinden.
Dat werd 27 september 2011 nog eens benadrukt door minister Falisi Pinas van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT). Bij de ingebruikname van de nieuwe steiger van de Nieuwe Haven zei hij, dat voor 1 april 2012 een start zou worden gemaakt met het baggeren van de Surinamerivier. ‘Ik kan u zeggen dat we niet later dan eerste kwartaal van 2012 zullen beginnen met het baggeren van de Surinamerivier.’ Maar, nog steeds werd naarstig gezocht naar financiers. ‘Het komt goed’, aldus de TCT-minister.

Het kwam niet goed
Pas begin augustus 2012 kwam er een ministeriële beschikking waarin de MAS door de regering werd aangesteld als uitvoerder van het baggerproject. Uiterlijk februari 2013 zou de vaargeul van de Surinamerivier uitgebaggerd worden. Gestreefd werd om per 1 oktober te beginnen met het aanbestedingsproces, zodat het baggeren van de vaargeul volgens plan zou kunnen beginnen. Het projectgebied reikt vanaf ongeveer 7 kilometer ten noorden van de eerste boei bij binnenkomst (Lichtschipboei, kilometer 0) tot Dijkveld (kilometer 66) in de Surinamerivier. Ondiepe plekken bevinden zich voor de monding van de Surinamerivier, Jagtlust en en Dijkveld.

Terwijl al jaren gesproken werd over het baggerproject, reageerde het Green Heritage Fund Suriname (GHFS) pas op 17 november 2012. Volgens het GHFS zou het uitbaggeren van de rivier een negatieve impact hebben op het milieu. Zo zou het negatieve gevolgen kunnen hebben op de visstand en in navolging daarvan zou de voedselvoorziening van vissers en dolfijnen verstoord kunnen gaan worden. Het fonds pleitte voor een nieuwe milieueffectenrapportage.

De MAS maakte op 20 december 2012 bekend, dat bedrijven zich voor 14 februari 2013 konden inschrijven voor het Suriname rivier Dredging Project. Opmerkelijk, omdat in augustus 2008 zich al zes bedrijven hadden ingeschreven. Wat is er met die inschrijvingen gebeurd?

En maandag 26 juni 2018 liet minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie weten, dat het baggeren in voorbereiding is, maar kan nog niet aangeven wanneer het project zal worden uitgevoerd.

Baggerproject Surinamerivier: eerst zien, dan geloven?

(Suriname Mirror, woensdag 27 juni 2018)

Mogelijk binnenkort arrestaties in zaak 'fake' terreurdreiging via Facebook

'In alle stilte wordt gewerkt aan het onderzoek'


'Als de tekenen niet bedriegen, zal de politie op korte termijn arrestaties verrichten in de zaak van de terreurdreiging enkele weken terug op Facebook', zegt korpschef Roberto Prade vandaag, woensdag 27 juni 2018, in de Ware Tijd. Zonder al te veel in details te willen treden, zegt hij dat er al een paar personen in beeld zijn gebracht. Nagegaan moet worden in hoeverre zij betrokken zijn geweest bij het dreigement. 

De korpschef zegt, dat er in alle stilte wordt gewerkt aan het onderzoek. De afdeling Kapitale Delicten en de Centrale Inlichtingen en Veiligheidsdienst zijn hier nauw bij betrokken.

Vorige maand dook een een Facebook-post op met het dreigement, dat er aanslagen gepleegd zouden worden, als de twee van terrorisme verdachte broers niet zouden worden vrijgelaten. De persoon, ene Mohammed Ahmed Al-Mehdi, dreigde dat er zeker vijftig slachtoffers gemaakt zouden worden en noemde als locaties de Anton de Kom Universiteit van Suriname, de gevangenis te Santo Boma en Lyceum 1.

De samensteller van de post dreigde met meer slachtoffers als er geen gehoor gegeven zou worden aan de oproep.

Het dreigement volgde kort nadat de zaak van de twee terrorismeverdachten weer door de rechter was behandeld. Toen werd beslist, dat het tweetal in hechtenis blijft.

De politie en andere veiligheidsdiensten hebben na het dreigement niets aan het toeval overgelaten om de veiligheid, bij in het bijzonder de genoemde locaties, te garanderen. Ook de scholen die in de post waren genoemd, troffen voorzorgsmaatregelen. Prade verwacht dat het onderzoek niet al te lang meer zal duren.

Onhygiënische restauranthouders en exploitanten van eettentjes gaan fikse boetes krijgen, Srd 20-30.000

Restaurant aan de Verlengde Gemenelandsweg, eind mei 2018
'Je geeft de ondernemers soms een boete en later tref je dezelfde situatie aan'

'Ze moeten beseffen dat het gaat om voeding van klanten'


Restauranthouders en exploitanten van eettentjes zullen voortaan een flinke boete krijgen als zij de vergunningsvoorschriften voor hygiëne niet in acht nemen. Bij herhaling kan de exploitatievergunning worden ingetrokken. Dit zegt districtscommissaris Mike Nerkust van Paramaribo-Zuidwest vandaag, woensdag 27 juni 2018, in de Ware Tijd.

Binnenkort worden volgens hem wetten goedgekeurd om harde maatregelen tegen de groep ondernemers te treffen die het niet nauw nemen met de regels. Nerkust zegt, dat ambtenaren bij controle vaak stuiten op onhygiënische situaties in eetgelegenheden.

'Je geeft de ondernemers soms een boete en later tref je dezelfde situatie aan. Het lijkt alsof de mensen niet snappen dat het zo niet hoort. Ze moeten beseffen dat het gaat om voeding van klanten. Men wil geld verdienen maar houdt zich niet aan de regels.'

Nerkust zegt, dat een boete van bijvoorbeeld Srd 1.500 de mensen niet deert. Die betalen ze met gemak. Daarom moet de boete fors verhoogd worden, want dan zal men beseffen dat het de overheid ernst is. 'De boetes zullen oplopen tot twintig en dertigduizend Surinaamse dollar.'

Nerkust zegt, dat de gemeenschap via beelden die verspreid worden door de bestuursdienst op sociale media weet van de onhygiënische situaties in restaurants en eettentjes. In geval de hoge boetes toch niet blijken te helpen, zal de uiterste maatregel worden genomen: het intrekken van de exploitatievergunning.

'Als wij dat doen krijg je nooit meer de gelegenheid deze terug te krijgen. Wij zullen dan in ons registratiesysteem opnemen dat zo een vergunninghouder landelijk een verbod heeft om een zaak te draaien. In dit geval zou een andere persoon wel een vergunning mogen aanvragen om de onderneming te draaien, maar dan zal die een screening moeten ondergaan.'

NPS-Jongeren stellen zoveelste corruptieschandaal met schoolonderzoeken en examens aan de kaak

'Het is elk jaar weer raak dat op een of andere manier schoolwerk uitlekt'

'Maar eens zal dit corruptieschandaal nader worden onderzocht en de daders gegarandeerd worden gestraft'


Op vrijdag 25 mei werd oppervlakkig via de media vernomen, dat er wederom een schoolonderzoek (SO)-werk op het havo is uitgelekt. Het enige wat duidelijk naar voren is gekomen, is dat de politie deze zaak heeft onderzocht en de leerling die hierbij betrokken was, is afgeschreven. Doordat in het politierapport geen details zijn genoemd, tasten de leerlingen nog steeds in het duister wat er precies is gebeurd. Ook de leiding van het ministerie doet geen nadere uitlatingen en denkt dat hiermee de kous is afgedaan.

Leerlingen die de dupe zijn geworden van dit onethisch handelen, moesten het schoolonderzoek noodgedwongen opnieuw maken zonder dat er enige details daartoe werden gegeven. 

Hoe lang kan en zal onze samenleving dit gedrag van corrupte mensen accepteren zonder dat zij hun verdiende straf krijgen? Nader onderzoek in deze kwestie door burgers uit de samenleving heeft uitgewezen, dat het schoolonderzoek Economie is uitgelekt op een der havo-scholen. De studenten werden door de desbetreffende klassevoogden erop geattendeerd dat zij zich moesten voorbereiden om een nieuw opgesteld werk te maken, dat uiteindelijk op 1 juni plaatsvond. Het enige dat de studenten te weten zijn gekomen, is dat vermoedelijk het werk voor een bedrag van US$ 4.000,00 is verkocht aan een vrouwelijke leerling van het havo, bij wie ook het correctiemodel is aangetroffen.

De leerlingen vragen zich af wanneer er een eind zal komen aan de corrupte handelingen van deze individuen en wanneer men uiteindelijk zal overgaan tot bestraffen van deze asocialen. Want het is elk jaar weer raak dat op een of andere manier schoolwerk uitlekt. 

Enkele benadeelde leerlingen besloten op donderdag 31 mei naar het ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur te gaan. De jongelingen voelden zich in de steek gelaten en wilden niet langer passief blijven, dus was de minister van Onderwijs nog hun enige strohalm. Zij wisten dat deze minister zich voor het belang van het kind zou inzetten, iets dat zij expliciet had aangegeven bij haar intrede. Bij het binnenkomen op het ministerie werd de groep leerlingen direct door de minister ontvangen en niet als gebruikelijk door een subalterne ambtenaar. Dit maakte hen heel blij en enthousiast. Maar, hoe groot was de teleurstelling toen bleek dat de minister totaal geen belangstelling had de problemen aan te horen, laat staan een oplossing aan te dragen. De ware aard van de minister was voor hun duidelijk geworden. Ze wilden over de kwestie met de minister praten en haar vragen om hen wat meer ruimte te geven om zich voor te bereiden op het maken van een nieuw SO, omdat er ook nooit overleg met hen is geweest omtrent het vaststellen van een datum en ook nog dit alles buiten hun schuld om. 

Bedoelde groep leerlingen is op een minder elegante wijze meegedeeld, dat een discussie hierover niet mogelijk was en verder leek het alsof ze het gewoon voor zoete koek moesten aannemen. 

Na deze ontgoocheling bleef er voor de benadeelde leerlingen niets over dan zich erbij neer te leggen het schoolonderzoek de volgende dag maar opnieuw te maken. Voor hun is het echter duidelijk geworden, dat je in ons Suriname van vandaag nergens met je problemen hoeft te gaan, omdat mensen die je een hand moeten toereiken, er zitten voor hun eigen belang. 

Als eerder vermeld, is de leerling die betrokken was bij het corruptieschandaal afgeschreven. Maar, wat gebeurt er met degene die het werk heeft doen uitlekken? Die gaat volgens de studenten ongestoord verder met de corrupte handelingen! 

Maar eens zal dit corruptieschandaal nader worden onderzocht en de daders gegarandeerd worden gestraft. In elk geval blijven de NPS-jongeren en overige structuren zich inzetten voor de rechtvaardige zaak van deze en alle leerlingen in Suriname. 

Het recht zal altijd zegevieren. 

De jongeren van de Nationale Partij Suriname

Coca-Cola doneert 200.000 dollar aan twee Curaçaose milieuorganisaties

GreenKidz Foundation ontvangt 50.000 dollar en Green Force 150.000 dollar



Coca-Cola heeft gisteren 200.000 dollar gedoneerd aan twee Curaçaose milieuorganisaties. De GreenKidz Foundation heeft 50.000 dollar gekregen en Green Force kreeg een bedrag van 150.000 dollar toegekend. Dit meldt het Antilliaans Dagblad vandaag, woensdag 27 juni 2018.

De Curaçao Beverage Bottling Company (CBBC) - dat samen met The Coca-Cola Company het Coca-Colasysteem vormt - viert dit jaar zijn 80-jarig jubileum op Curaçao. De donatie van gisteren wordt de grootste in de geschiedenis van de organisatie op Curaçao genoemd en is onderdeel van de wereldwijde campagne ‘World without Waste’ van Coca-Cola waarmee het bedrijf de strijd tegen plasticafval aanbindt.


In het bijzijn van premier Eugene Rhuggenaath, minister Steven Martina van Economische Ontwikkeling en andere genodigden vond gisteren de donatie aan de genoemde milieuorganisaties plaats.

Coca-Cola lanceerde onlangs de internationale campagne ‘World without Waste’, omdat het bedrijf zijn verantwoordelijkheid wil nemen voor het afvalprobleem dat is ontstaan in de wereld.

James Quincey, de voorzitter en ceo van The Coca-Cola Company zei hier onlangs het volgende over: 'Verpakkingen zijn wereldwijd een probleem voor het milieu. En net als alle andere bedrijven op de wereld die hieraan bijdragen hebben wij van Coca-Cola de verantwoordelijkheid om naar een betere oplossing te zoeken en die te implementeren. Met onze World without Waste-visie investeren we in de toekomst van onze planeet en kunnen we een bijdrage leveren om het verpakkingsprobleem voor eens en voor altijd op te lossen.'

Ministerie van SOAW, Curaçao, per direct op zoek naar een tijdelijke werkplek

Huidige panden veroorzaken gezondheidsproblemen bij personeel


Het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) gaat in afwachting van een besluit over de huidige panden die gezondheidsproblemen bij het personeel veroorzaken, per direct op zoek naar een tijdelijke werkplek. Dat zegt minister Hensley Koeiman (MAN) van SOAW vandaag, woensdag 27 juni 2018, in het Antilliaans Dagblad.

Het plan voor de tijdelijke huisvesting vloeit voort uit het overleg gisteren tussen de bewindsman, een delegatie die het personeel vertegenwoordigt en de ambtenarenvakbond ABVO (Algemene Bond van Overheidspersoneel).

'Het plan is dat de ambtenaren die nu niet aan het werk zijn vanwege de gezondheidsklachten die het gebouw veroorzaakt, zo snel mogelijk worden ingezet om cliënten te helpen bij de Kasnan di Bario in Brievengat, Otrobanda en Santa Maria', aldus Koeiman.

De bewindsman heeft de architect die de situatie van de panden onderzoekt gevraagd om zo snel mogelijk, dat wil zeggen binnen drie weken, verslag uit te brengen. Afgelopen maandag sprak de bewindsman nog over vier weken, maar die periode is nu ingekort.

Volgens vakbondsman Gregory Wilson van de ABVO willen de ambtenaren van SOAW best wel werken maar niet in de huidige twee panden van het ministerie.

Regering Curaçao stelt fondsen beschikbaar voor onderhoud vier sportfaciliteiten beheerd door FDDK

Voor de vier sportfaciliteiten van FDDK is een onderhoudsplan opgesteld


De regering heeft fondsen beschikbaar gesteld voor het onderhoud van de vier sportfaciliteiten die worden beheerd door Fundashon Desaroyo Deportivo Kòrsou (FDDK). Het gaat om Sentro Deportivo Kòrsou (SDK) in Brievengat, het zwembad bij het Rifstadion, het multifunctioneel centrum in Barber en het sportcomplex te Suffisant. 

Dat laat het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS) in een persbericht weten naar aanleiding van de openbare vergadering in de Staten afgelopen maandag, waarin Sportminister Marilyn Alcalá-Wallé (PAR) de parlementariërs informeerde over het sportbeleid en de aandacht die er is voor onderhoud van de sportvelden op het eiland, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, woensdag 27 juni 2018.

Het beleid van de regering is gericht op drie prioriteiten, aldus het persbericht: sport en beweging op scholen, verbetering en onderhoud van de infrastructuur en het bevorderen van sporttoerisme. FDDK heeft extra subsidie gekregen voor het opleiden van zeven sportleiders die op de scholen worden ingezet. Daarnaast wordt het curriculum van het funderend onderwijs geëvalueerd om meer aandacht te geven aan lichamelijke opvoeding en een gezonde levensstijl.

Voor elk van de vier sportfaciliteiten van FDDK is een onderhoudsplan opgesteld.  

'De overheid heeft nog eens 700.000 gulden geïnvesteerd in herstelwerkzaamheden aan het veld van SDK.' Dat raakte na een concert in 2016 ernstig beschadigd, maar kan sinds april dit jaar weer worden gebruikt. Het zwembad in het SDK werd vernieuwd en nadat vandalen een groot deel van het hekwerk hadden vernield werd dat vervangen door een stevigere constructie. Daarnaast liet de overheid bewakingscamera’s plaatsen bij het sportcentrum en wordt nog gewerkt aan de plaatsing van zonnepanelen.

Assembleeleden vragen aandacht regering voor specifieke wateroverlastproblemen in stad en districten

Wateroverlast blijft gemoederen al jarenlang bezighouden, maar structurele oplossing blijft uit

 
Verschillende leden van De Nationale Assemblee (DNA) hebben gisteren tijdens het agendapunt 'Rondvraag' aandacht gevraagd voor de wateroverlast, waar veel gebieden mee te kampen hebben. Door de aanhoudende regen lopen erven onder en raken wegen ontoegankelijk. Niet alleen Paramaribo, maar ook in de districten zijn de problemen van wateroverlast te merken, zo schrijft vandaag, woensdag 27 juni 2018, Starnieuws.

'De Richard van Geenenweg is onbegaanbaar, auto’s zitten vast, vuil wordt niet opgehaald', zei Krishna Mathoera (VHP). Op pogingen van de bewoners om hulp te zoeken, krijgen zij volgens Mathoera te horen, dat er geen geld is en dat er geen middelen zijn. 'Dit is heel veel schade en overlast. Wat gaat de regering concreet doen en waarom wordt het niet op tijd onderhouden?'

Patrick Kensenhuis (NDP) vroeg serieuze aandacht van het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie voor een aantal van de zandwegen in het district Para dat door de regen in een zeer deplorabele staat verkeert. 'Ik mis in feite die aandacht van het ministerie van Openbare Werken voor een aantal belangrijke wegen in het district Para.'

Fractiegenote Joan Wielzen vroeg om hulp voor Coronie, omdat in dit district erven onder water staan. 'Ik vraag graag hulp van de ministeries van Openbare Werken, Transport en Communicatie, Landbouw, Veeteelt en Visserij en Regionale Ontwikkeling, die over het waterbeheer in het district gaan om meer deskundigheid te sturen naar het district.'

In het district Brokopondo verkeert de weg naar Phedra volgens Wendell Asadang (NDP) in een zodanige slechte staat door de aanhoudende regens, dat de schoolkinderen niet vervoerd kunnen worden naar school. Ook de weg naar Compagniekreek, die pas geasfalteerd is, heeft te verduren. 'Als de regering niet snel ingrijpt, gaan wij weer miljoenen erin stoppen, want die weg wordt gewoon ondermijnd door de regen. We hebben al geen geld om weer erin te stoppen om de weg te herstellen', zei Asadang.

Naomi Samidin (NDP) vroeg extra aandacht voor de weg naar Creola, de Tawajariepolderweg in het district Wanica. Of het nou regentijd is of droge tijd, die weg is altijd bar slecht, zei Samidin. 'Ik denk dat ook de mensen daar recht hebben, vooral de kinderen die daar wonen, op veilig verkeer. Het lijkt een vergeten hoek. We hebben het Dalian 4 project goedgekeurd en ik hoop dat ook deze weg meegenomen wordt in het project.'

De coördinator van de regering, minister Soewarto Moestadja van Arbeid, heeft de vragen opgetekend en aangegeven dat bij de eerstvolgende Assembleevergadering, de vragen zullen worden beantwoord.

Bezorgdheid bij oppositie over de vele drugsvangsten in het buitenland

'Wat heeft regering afgelopen jaren gedaan om te voorkomen dat zoveel drugs in het land komt en weer uitgaat'


De bezorgdheid over de vele drugsvangsten in het buitenland, afkomstig van schepen die Suriname hebben aangedaan, is gisteren aan de orde gesteld tijdens het agendapunt 'Rondvraag' in De Nationale Assemblee. Dat meldt Starnieuws vandaag, woensdag 27 juni 2018.

De Assembleeleden Krishna Mathoera (VHP), Carl Breeveld (DOE) en Mahinder Jogi (VHP) hebben hierover vragen gesteld aan de regering. Er is nog geen antwoord gegeven.

Mathoera voerde aan, dat er zoveel berichten zijn over grote hoeveelheden drugs die in beslag worden genomen. Zij wil weten of de regering bekend is met deze berichten. Hoeveel rechtshulpverzoeken zijn verzonden, wil zij weten. 'Wat heeft de regering de afgelopen jaren gedaan om te voorkomen dat zoveel drugs in het land komt en weer uitgaat', vroeg Mathoera.

'Ik maak mij ook zorgen over de drugsvangsten uit Suriname. Ik vind het niet goed. Iedere keer wanneer wij horen, dat er vangsten zijn van drugshoeveelheden uit dit land, krijgt Suriname een hele slecht reputatie daardoor en we kunnen dat niet blijven aanzien. Dus we vragen de regering om ons daar concreet en duidelijk antwoord op te geven', sprak Breeveld.

'Kan de regering aangeven of het juist is dat er drugs is geladen voor de kust van Suriname? En wat doen al de instituten welke in leven zijn geroepen om drugscriminaliteit te bestrijden?', vroeg Jogi.

In de afgelopen vier maanden is in verschillende landen ongeveer 6.200 kilo cocaïne onderschept, waarbij Suriname is genoemd. Enkele van de schepen hebben de haven van Paramaribo aangedaan. Op zee is vanuit schepen ook drugs op jachten overgeladen.

De Spaanse politie maakte maandag bekend dat op een jacht 1.850 kilo cocaïne is onderschept. De drugs zouden via een schip dat in de haven van Paramaribo was, op zee zijn overgeladen. Verder hebben de douanediensten van België eerder deze maand een lading van 317.8 kilo cocaïne in beslag genomen in de haven van Antwerpen aan boord van een schip afkomstig uit Suriname.

Assemblee stemt met kanttekeningen voor ratificering Parijs Akkoord

Oppositie en coalitie blijven kritisch over door regering gevoerd milieubeleid

Minister Pollack-Beighle: 'Waarom beginnen we niet gewoon minder plastic te gebruiken en minder met onze troep te gaan gooien?'


De Nationale Assemblee (DNA) heeft gisteren met 38 algemene stemmen voor ratificering van het Parijs Akkoord gestemd. 'Er zal veel moeten gebeuren. Het besef, dat wij het milieu zijn en dat wij ervoor moeten zorgen dat we het milieu zo veilig mogelijk moeten houden, is nog ver weg in Suriname', zei de voorzitter van de commissie van rapporteurs André Misiekaba (NDP) nadrukkelijk, voordat hij de overige leden van De Nationale Assemblee opriep om te stemmen voor het Parijs Akkoord, aldus Starnieuws vandaag, woensdag 27 juni 2018.

'26 Jaar na de grote milieuconferentie in Brazilië zijn wij verder van huis',  merkte Misiekaba op, 'maar, hoop doet leven en ik heb die hoop dat de wereldgemeenschap het beter zal doen, anders wordt het heel moeilijk leven op aarde'.


Misiekaba vroeg ook of de uitvoering van het Parijs Akkoord alleen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken zit, aangezien hij van mening is, evenals andere leden van DNA, dat het ook een aangelegenheid is van onder andere de ministeries van Natuurlijke Hulpbronnen en Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer.

Minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken zei, dat de hele regering zich zou moeten buigen over de zaken die het milieu aangaan. 'Het is ook belangrijk dat de samenleving weet dat zij een rol daarin hebben, waarom beginnen we bijvoorbeeld niet gewoon minder plastic te gebruiken en minder met onze troep gaan gooien.'

Ook commissielid Riad Nurmohamed (VHP) sprak de hoop uit, dat de regering goed invulling zal geven aan het verdrag. 'Er zijn instanties die onderzoek op het gebied van klimaat voortzetten. Ik weet dat de overheid en het bedrijfsleven initiatieven ondersteunen en dat zijn allemaal goede signalen.' Hij maakte van de gelegenheid nogmaals gebruik om zijn bezorgdheid te uiten over het kwikgebruik in Suriname. Nurmohamed vroeg daarom wat het standpunt is van de regering hieromtrent en welke acties zij heeft ondernomen of van plan is te ondernemen. Hij riep op tot een actieplan voor het rehabiliteren van de uitgemijnde gebieden.

Volgens minister Pollack-Beighle is de kwestie van kwikvervuiling echter al uitgebreid behandeld tijdens behandeling van het Minamata Verdrag in DNA. Zij voegde daaraan toe, dat indien meer behoefte bestaat om te praten over het kwikprobleem, dit te bespreken in een andere setting. 'Suriname heeft zich inderdaad gecommitteerd aan 93% bosbedekking en het behoud daarvan, maar niet zonder voorwaarden', zei de minister. De voorwaarde daarbij is, dat Suriname de internationale gemeenschap vraagt om haar te ondersteunen, maar het is geen steun door mondelinge toezegging, legde ze uit. 'Daarvoor is het Parijs Akkoord nodig. Het gaat om een compensatie die wij graag tegemoetzien bij het toegeven dat dit bos behouden zal worden. Door de toetreding tot het Parijs Akkoord is er meteen een batterij aan landen die gereed staan om ons te helpen, mocht bijvoorbeeld een overstroming zich voordoen in Suriname.'

Pollack-Beighle benadrukte, dat 60-80% van de Surinaamse economie afhankelijk is van activiteiten in de laaggelegen gebieden. 'Het is belangrijk dat de ratificatie van dit verdrag meteen ingaat en de mogelijkheden die daaruit voortvloeien. Een van deze mogelijkheden is het weerbaar maken van onze bedrijven en economische activiteiten in het kader van klimaatverandering te garanderen.'

https://nl.wikipedia.org/wiki/Akkoord_van_Parijs

Het akkoord van Parijs (ook Parijs-akkoord of klimaatakkoord), een onderdeel van het Klimaatverdrag, is een internationaal verdrag om de opwarming van de aarde te beteugelen. Het akkoord is op 12 december 2015 gepresenteerd op de klimaatconferentie van Parijs 2015.
In het akkoord wordt de bovengrens van 2 graden opwarming ten opzichte van het pre-industriële tijdperk voor het eerst in een juridisch instrument vastgelegd. Bovendien wordt het streven vastgelegd om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graad. Verder moet er nu snel een eind komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen, aangezien dit een belangrijke oorzaak is van de overmatige CO2-uitstoot. 

Het verdrag vereist lidstaten om nationale klimaatplannen (nationaal vastgestelde bijdragen, National Determined Contributions, NDC's, of Intended National Determined Contributions, INDC's, als het over intenties gaat) op te stellen die ambitieus zijn en waarvan het ambitieniveau bij ieder nieuw plan moet toenemen. Bovendien werd opgenomen dat van de rijke landen wordt verwacht dat zij ontwikkelingslanden financieel zullen steunen bij het terugbrengen van hun eigen uitstoot. De Amerikaanse president Barack Obama had deze twee laatste zaken als voorwaarde voor het akkoord gesteld. 

Het akkoord betreft de periode na 2020 en zou pas in werking treden na ratificatie door 55 landen, die gezamenlijk meer dan 55% van de broeikasgassen uitstoten. Het Akkoord werd ongewoon snel geratificeerd: reeds op 5 oktober 2016 werd de drempel bereikt, zodat het Akkoord op 4 november 2016 in werking kon treden, vlak voor de klimaatconferentie van Marrakesh 2016.