vrijdag 4 januari 2013

Weer Brits transport kernafval door Caribisch gebied - Kernafval uit Japan via Frankrijk, Caribisch gebied en Panamakanaal terug naar Japan

Transporteur verstrekt geen informatie over route en data transport

Brits transportbedrijf vervoert veertig jaar kernafval zonder incidenten

04-01-2013  Door: Paul Kraaijer


Paramaribo - De Caricom heeft zich eind december 2012 uitgesproken tegen een transport van hoog radioactief afval vanuit Groot-Brittannië naar Japan door het Caribisch gebied. Volgens Caricom-voorzitter en premier van het eiland St. Lucia Kenny Anthony, zou het transport grote risico’s met zich meebrengen voor de bevolking van het gebied in geval van een calamiteit.

Anthony heeft de Britse regering in Londen opgeroepen het transport niet door te laten gaan. Volgens de voorzitter van de Caricom is het al het vijftiende transport dat via het Caribisch gebied gaat en alle keren hebben Caricom-voorzitters geprotesteerd tegen de transporten, ook nog in januari 2012. Onduidelijk is wanneer het transport in het gebied wordt verwacht.

Het steekt Anthony dat telkenmale het Verenigd Koninkrijk protesten uit het Caribisch gebied negeert, terwijl de regio en Groot-Brittannië een lange historische band hebben.

De transporten worden verzorgd door het Britse bedrijf Pacific Nuclear Transport Limited. Het zou ’s wereld meest ervaren en deskundige transporteur zijn van nucleaire ladingen. In de afgelopen veertig jaren heeft het bedrijf rond de 200 transporten verzorgd, waaronder kernafval vanuit Frankrijk naar Japan, via het Caribisch gebied. Het nucleaire materiaal wordt in speciale containers vervoerd.

Al in februari 1995 was Caribisch protest te horen. Dertien Caribische landen protesteerden toen tegen een eerste transport van kernafval door het Panamakanaal, van Frankrijk naar Japan. Tijdens een Caricom-bijeenkomst in Belize zei toenmalig premier Patrick Manning van Trinidad & Tobago, dat het transport een bedreiging zou betekenen voor het milieu en de toerismesector in het gebied. ‘Het Caribisch gebied moet een nucleaire vrije zone blijven’, sprak Manning. Het afval zou worden vervoerd in glazen blokken in een zware container.

Ondanks protesten kon drie jaar later, op 3 februari 1998, een transport van kernafval tussen de Dominicaanse Republiek en Puerto Rico doorvaren om drie dagen later te arriveren bij het Panamakanaal. Het afval was aan boord van de Pacific Swan van het Britse bedrijf Pacific Nuclear Transport Limited. De protesten vanuit de Caricom vonden echter weer geen gehoor. Ook de internationale milieuorganisatie Greenpeace liet zich horen. ‘Als het publiek niets te vrezen heeft van het transport, waarom wordt het transport dan zo geheim gehouden door Japan, Frankrijk en Groot-Brittannië?’, vroeg Damon Moglen van Greenpeace zich af. 
Het schip vervoerde 60 vaten met hoogradioactief afval uit Frankrijk dat eerst als afval uit Japanse kerncentrales naar Frankrijk was getransporteerd voor verwerking. Nu ging het terug naar Japan, naar een opslaglocatie in Rokkasho, een dorp in de regio Aomori in het noordoosten van het land. Het transport maakte onderdeel uit, volgens Greenpeace, van een programma om zo’n 3.000 vaten kernafval in totaal van Frankrijk en Groot-Brittannië naar Japan te vervoeren. Deze landen zijn nooit bereid geweest een milieueffectrapportage te laten uitvoeren, om de risico’s van dergelijke rapporten goed in kaart te kunnen brengen.

Ruim een jaar later, in de eerste week van juli 1999, bespraken regeringsleiders van de Caricom-landen in Port-of-Spain, de hoofdstad van Trinidad en Tobago, rapporten over een te verwachten transport van 450 kilo plutonium door twee Britse schepen vanuit havens in Groot-Brittannië en Frankrijk naar Japan, door de Caribische Zee. De regeringsleiders waren woedend, dat hun protesten tegen dergelijke transporten niet serieus genomen werden door de regeringen van Frankrijk, Groot-Brittannië en Japan. Ook waren zij teleurgesteld in Amerika, dat weigert zulke transporten toegang te verlenen tot het Panamakanaal, dat door Amerika wordt gecontroleerd. Verzoeken daartoe vanuit de Caricom waren aan dovemansoren gericht.

Ook in juli 2011 was de Caricom genoodzaakt om voor de zoveelste keer te protesteren tegen een gepland transport van uit Japan afkomstig kernafval door het Caribisch gebied.
De Caribische gemeenschap, Caricom, riep in een verklaring op tot een onmiddellijke stop van transport van radioactieve materialen door het gebied.
Volgens de toenmalig voorzitter van de Caricom, Denzil Douglas, die ook premier was van St. Kitts en Nevis, zijn de transporten ‘onacceptabel en schadelijk’. Hij zei verder dat de transporten het bestaansrecht van de bewoners in de regio op het spel zetten. Daarnaast benadrukte Douglas dat de Caribische Zee door de Verenigde Naties is erkend als een speciaal gebied in het kader van duurzame ontwikkeling.

En nu, begin 2013, zou er weer sprake zijn van een transport van kernafval door het Caribisch Gebied en weer ageert de Caricom hier tegen. Of de landen die deze keer betrokken zijn bij het transport wel zullen reageren op de protesten uit het Caribisch Gebied is nog de vraag.

In een reactie laat woordvoerder Ben Todd van Pacific Nuclear Transport Limited mij op 2 januari weten dat de wijze van transport van kernafval over zee veilig en getest is. ‘Het afval wordt opgeslagen in een vaste glazen vorm die immobiel is, ondoordringbaar en onoplosbaar en is verpakt in een roestvrijstalen vat. Zo’n 28 van dergelijke vaten worden vervoerd in een 120 ton zware stalen omhulsel, een fles. Slechts 10 procent van het gewicht daarvan is afvalmateriaal, de rest bestaat uit beschermende materialen. Het schip dat het kernafval vervoert heeft een dubbele wand, is gebouwd in 2009 en in dienst sinds 2010. Daarenboven bestaat het personeel uit de meest ervaren zeelieden ter wereld op het gebied van nucleair transport.’

Het schip dat binnenkort door Caribische wateren vaart met kernafval is waarschijnlijk, afgaande op de woorden van Todd, de Pacific Grebe (foto top).

Met betrekking tot de Caricom-lidstaten zegt Todd dat zijn bedrijf alle betrokkenen zeer serieus neemt en dat het een lange geschiedenis heeft in het onderhouden van goede contacten met landen langs de transportroutes. ‘Wij horen de zorgen over onze transporten aan en verzekeren die landen, dat ons vervoer veilig is en dat geldt ook voor de Caricom-landen.’ 

Op de vraag hoe ver verwijderd van de Surinaamse kust het eerstvolgende transport van kernafval  - en wanneer - plaatsvindt, werd geen antwoord gegeven. Dat valt waarschijnlijk onder de noemer ‘geheim’. Overigens heeft het Britse bedrijf het Amerikaanse public relations bureau Gavin Carter and Associates, in Alexandria, Virginia, ingehuurd om media te woord te staan.