woensdag 21 september 2011

Guyana en Suriname bespreken moeizame aanpak piraterij in kustwateren

Vissers nog steeds leven niet zeker – Meest recente piraterij schudt Surinaamse autoriteiten wakker

21-09-2011 Door: Paul Kraaijer


Paramarbo – Vissers in de kustwateren van Suriname en Guyana en dan met name in het grensgebied, de monding van de grensrivier Corantijn, zijn hun leven nog steeds niet zeker. Ondanks verscherpte wetgeving inzake piraterij in Guyana blijven piraten vissersschepen aanvallen. Op woensdag 14 september werden maar liefst zeven Guyanese vissersschepen overvallen waarbij in totaal zo’n dertig bemanningsleden ernstig werden mishandeld. Zes van de schepen dreven stuurloos in de richting van de kust van het Surinaamse district Nickerie, terwijl vissers op de zevende boot hun schip eigenhandig huiswaarts wisten te varen. Naar aanleiding van deze meest recente aanval is 16 september een delegatie van van de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) en het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij naar Guyana afgereisd voor overleg.

Af en toe is de strijd tegen de piraterij – die lijkt op een kleinere uitvoering qua omvang en buit van de piraterij voor de kust van het Afrikaanse Somalië, maar niet minder ingrijpend voor de slachtoffers en hun familie - succesvol en worden een paar piraten opgepakt. Een van de meest beruchte en gevreesde piraten, Kevin Narine ‘Long Hair’ (32), zit een gevangenisstraf van negen jaar uit in de Guyanese New Amsterdam-gevangenis bij de grens met Suriname. Hij was opgepakt in Suriname, het land uitgezet en vervolgens in Guyana veroordeeld. Begin juli van dit jaar wist hij echter te ontsnappen. De man wordt in Guyana gezien als een gevaar voor de visserijsector. Hij week uit naar Suriname waar hij op 14 juli door de maritieme politie en het arrestatieteam van het Korps Politie Suriname kon worden opgepakt. ‘Long Hair’ werd al vijf jaar door de Surinaamse autoriteiten gezocht voor piraterij in de kustwaren. Hij zou woonachtig zijn geweest in het district Commewijne, maar week uit naar Guyana.

Eindelijk speciale Surinaamse politie-eenheid
De aanval van piraten op zeven Guyanese vissersschepen in de monding van de Corantijn op 14 september was voor het Surinaamse Korps Politie Suriname endelijk aanleiding een speciale eenheid samen te stellen met de uitdrukkelijke opdracht de piraten te arresteren. De eenheid zal nauw samewerken met Guyanese collega’s. Nu worden de activiteiten van piraten serieus genomen . Maar, al in de eerste week van juli 2008 bespraken Guyanese en Surinaamse autoriteiten de aanpak van piraten en werd de surveillance door politie-eenheden in grenswateren geïntensiveerd. In diezelfde week nam het Guyanese parlement een wet aan die voorziet in de mogelijkheid om levenslange gevangenisstraffen op te leggen aan mensen die schuldig worden bevonden aan piraterij en kidnapping. In een memorandum bij de wet werd onder andere opgenomen: ‘Als piraterij en kidnapping en gewapende overvallen niet worden gevolgd door strenge straffen, dan zullen de werkzaamheden van vissers reduceren, komt de voedselveiligheid van het land in gevaar en neemt de export drastisch af.’

Martieme Autoriteit Suriname weet niets van piraterij
Al jaren teisteren criminele piraten de kustwateren van Suriname en Guyana. Maar, de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) laat bij monde van mr. Annel Edenburg, Manager Maritime Operations, weten ‘helemaal geen info over piraterij in Suriname’ te hebben, zich daarbij tweemaal ‘verontschuldigend’ met een ‘sorry’. Op de vijf concreet gestelde vragen – waaronder de vraag hoe de samenwerking met de Guyanese autoriteiten is en de vraag wat de Surinaamse autoriteiten doen om vissers in de kustwateren te beschermen - komt geen enkel antwoord. Opmerkelijk, gelet op de zeer actieve piraterij in Suriname’s kustwateren en vanwege de wijze waarop de MAS zichzelf op haar website omschrijft: ‘De MAS is de organisatie die toezicht houdt op de naleving van wettelijke voorschriften van de Scheepvaart. De MAS garandeert een veilige en efficiënte doorvaart van zeeschepen van en naar Suriname op basis van internationaal aanvaarde normen, regels en door Suriname geratificeerde verdragen.’ Daarenboven werd 16 september bekend dat vertegenwoordigers van de MAS naar Guyana zijn vertrokken voor overleg naar aanleiding van recente piraterij op de Corantijnrivier. De Surinaamse minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Hendrik Setroredjo, en zijn Guyanese collega Robert Persaud waren niet bereikbaar voor commentaar.

Vissers zijn nauwelijks in staat om zich goed tegen piraten te kunnen verdedigen. Vaak gaat het om goed bewapende criminelen die vissersboten overvallen en van alles van waarde van boord halen. De autoriteiten zijn niet in staat om de kustwateren adequaat te kunnen beveiligen vanwege een tekort aan personeel en aan materieel. Bij de monding van de Corantijn wordt door de marine van het Surinaamse Nationaal Leger gepatrouilleerd. Toch worden al een aantal jaren vissers slachtoffers van de gewelddadige praktijken van piraten.

Piraten gewelddadig en uit op buit
Medio augustus van dit jaar verzochten de Guyanese autoriteiten Suriname nog om hulp bij het zoeken naar vijf vermiste vissers. De vijf verlieten 6 augustus Guyana met hun vissersboot ‘Reshma’. Toen de mannen echter niet terugkeerden werden familieleden achterdochtig, gingen zoeken en vonden de verlaten boot in Suriname. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de Guyanese vissers slachtoffers geworden van piraten. De kustwacht van Guyana kon geen zoektocht op touw zetten, omdat ‘het incident’ zich heeft voorgedaan in Surinaamse wateren. De vissers zijn nog steeds niet gevonden. Begin juni werden twee Guyanese vissers op de Atlantische Oceaan door piraten overvallen. Drie gemaskerde en gewapende mannen klommen aan boord en stalen twee tanks met benzine, de buitenboordmotor en een mobiele telefoon. Tijdens de overval werden de twee vissers door de piraten mishandeld.
Een enkele keer zijn er dodelijke slachtoffers onder vissers te betreuren bij een overval door piraten. Een 53-jarige Guyanese visser liet het leven bij een overval door piraten eind november 2009 in Surinaamse kustwateren. De man viel tijdens de overval overboord en raakte bekneld tussen zijn vissersboot en de boot van de twee met vuurwapens en machettes bewapende piraten. De piraten stalen brandstof, vis en visgerij.
- Naar aanleiding van deze overval adviseerde de Surinaamse overheid vissers om radio’s op hun schepen te installeren zodat zij in staat zouden zijn om politiediensten te alarmeren wanneer piraten aan boord zouden klimmen. Overigens werd al inseptember 2007 door de Guyanese autoriteiten een alarmerings radionetwerk in het leven geroepen voor vissers en ook werd overgegaan tot het plaatsen van special merktekens op motoren van vissersschepen om die motoren na diefstal eenvoudiger te kunnen traceren. De maatregelen waren het gevolg van meer dan twintig overvallen op schepen in twee maanden tijd. De Guyanese Landbouwminister Persaud liet weten dat de maatregelen moesten gaan bijdragen aan een afname van piraterij in de kustwateren en aan hulp voor de politie bij het opsporen van de piraten waarvan velen zouden uitwijken naar Suriname en Venezuela. -
Een maand eerder openden piraten het vuur op de bemanning van een Guyanese vissersboot op de Corantijnrivier tussen Guyana en Suriname op weg naar Suriname. Een 29-jarige en een 39-jarige visser, afkomstig uit East Coast Demerara, werden door respectievelijk zes en twintig kogels getroffen. De twee overige bemanningsleden werden met hun schip ontvoerd door de piraten. Het was al de derde keer dat de bemanning door piraten was overvallen.

Financiële steun voor getroffen Guyanese visser
Minister Robert Persaud
Dat de Guyanese overheid in haar maag zit met de piraten bleek in de eerste week van januari dit jaar. Minister Robert Persaud van Landbouw overhandigde een cheque aan een visser die op 20 december 2010 met zijn bemanning was overvallen door piraten. Tijdens de overval liep het schip van de visser brandschade op. Bij de overhandiging van de cheque riep de minister op om veiligheidsmaatregelen voor vissers aan te scherpen, omdat volgens hem piraterij een serieuze bedreiging is voor vissers in zijn land. Het geld voor de cheque is afkomstig uit een begin maart 2008 speciaal door het ministerie van Landbouw opgericht anti-piraterij fonds om slachtoffers van piraten waar nodig financieel te ondersteunen. Bij de instelling van het fonds zei de minister dat piraterij een eeuwenoud probleem is in het Caribbisch gebied en piraten werden door hem omschreven als ‘bandieten van de hoge zeeën’.

Een lichtpunt in de strijd tegen de piraterij was de veroordeling in augustus 2009 door de Surinaamse justitie van zes Guyanese piraten in de leeftijd van 25 tot 35 jaar. De mannen werden in totaal tot 78 jaar celstraf veroordeeld. Drie van de piraten verdwenen veertien jaar de cel in en de overige drie twaalf jaar. De zes ontkenden overigens iedere betrokkenheid bij piraterij. Op 29 maart 2008 werden ze opgepakt, nadat vissers op de Surinaamse Coppenamerivier waren overvallen en hun boten werden gekaapt door de piraten. De overvallers bleken te werken voor Surinaamse eigenaren van trawlers.

Strijd tegen piraterij blijft moeizaam
De strijd tegen piraterij in de kustwateren van Suriname en buurland Guyana is nog niet gestreden. Piraten laten zich niet afschrikken door een paar patrouilleboten van de Surinaamse en Guyanese autoriteiten en ook niet door een aangescherpte wetgeving in Guyana. Dat nu en dan vertegenwoordigers van Surinaamse en Guyanese autoriteiten tesamen komen om over de aanpak van de ongebreidelde piraterij te praten, heeft vooralsnog niet kunnen leiden tot een meer effectieve bestrijding en aanpak van de met name Guyanese piraten.

Geraadpleegde bronnen o.a.:
http://www.demerarawaves.com/index.php/Latest/2011/09/14/pirates-attack-seven-fishing-boats-crew-members-badly-beaten.html
http://www.demerarawaves.com/index.php/Latest/2011/08/22/massive-search-for-missing-guyanese-fishermen.html
http://www.nospang.com/index.php?option=com_content&view=article&id=9986:vissers-opgelucht-door-aanhouding-guyanese-crimineel&catid=73:binnenland&Itemid=65
http://www.kaieteurnewsonline.com/2011/06/07/pirates-leave-corentyne-fishermen-to-drift-ashore/
http://www.kaieteurnewsonline.com/2011/01/05/guyanese-pirates-face-dutch-courts-for-countryman%E2%80%99s-murder/
http://www.foxnews.com/world/2009/11/30/guyana-fisherman-drowns-pirates-attack-boat/
http://www.mas.sr/
http://www.unuftp.is/static/fellows/document/dawn07prf.pdf
http://www.agriculture.gov.gy/Bulletins/January%202011/Minister%20Persaud%20hands%20over%20cheque%20to%20fisherman%20attacked%20by%20Pirates.html
http://go-jamaica.com/news/read_article.php?id=29843
http://www.stabroeknews.com/2009/archives/08/15/six-guyanese-pirates-jailed-in-suriname/
http://www.kaieteurnewsonline.com/2008/07/06/amidst-passing-of-piracy-law-pirates-attack-several-vessels-in-berbice-suriname/
http://www.kaieteurnewsonline.com/2008/06/10/pirates-steal-vessel-dump-crew-overboard/
http://articles.orlandosentinel.com/2007-09-08/news/WORLD08_16_1_guyana-persaud-pirate-attacks
http://www.dwtonline.com/website/nieuws.asp?menuid=37&id=41785
http://www.agriculture.gov.gy/Bulletins/March%202008/Continued%20efforts%20to%20tackle%20piracy.html

Noot Kraaijer:
Het volledige artikel is 21 september 2011 geplaatst op de Surinaamse nieuwswebsite NoSpang.

zondag 11 september 2011

Kleine Chinquapin vliegt jaarlijks van Canada naar Suriname

Regenwulp overleeft zware orkanen op weg naar overwintering

11-09-2011  Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Jaarlijks vliegen vele tienduizenden trekvogels wereldwijd naar hun vaste overwinteringsgebieden. Onder de massale hoeveelheid trekvogels bevindt zich de kleine Chinquapin. Het kleine Canadese vogeltje vliegt ieder jaar zo rond augustus en september naar Suriname om daar te overwinteren. Chinquapin overleefde in 2010 en 2011 op zijn barre en extreem lange reis vele zware winden en zelfs heuse orkanen. Dit klinkt als een sprookje, maar dat is het niet. Op dit moment rust het vogeltje uit op Eleuthera, één van de Bahamas eilanden.

Chinquapin is een van een gps(satelliet)-zender voorziene ongeveer vier jaar oude regenwulp (Numenius phaeopus – Surinaams: krombek) die met tienduizenden soortgenoten jaarlijks Canada verlaat om te gaan overwinteren in de kuststrook van Suriname. Voor het eerst liet de kleine vogel van zich horen op 27 september 2010.  Amerikaanse media berichtten dat Chinquapin in vijf dagen nonstop ruim 5.687 kilometerl had gevlogen van de Amerikaanse staat Georgia naar de monding van de Coppenamerivier in Suriname. De reis van het vogeltje, niet groter dan een duif, werd als ‘verbazingwekkend’ omschreven.

Georgia
Chinquapin werd op 22 mei 2010 in Georgia voorzien van een gps-zender om informatie te verzamelen over de migratieroute van regenwulpen. Het onderzoek wordt verricht door biologen van het ‘Georgia Department of Natural Resources’ in samenwerking met het ‘Center for Conservation Biology’ van het ‘College of William & Mary’. Het eerste deel van de reis van de kleine regenwulp ging naar de Hudson Bay in Canada, iets ten zuiden van de noordelijke Poolcirkel. In de zomer verbleef Chinquapin op Coats Island in de Hudson Bay. Op 5 augustus 2010 vloog hij 965 kilometer naar het zuiden, naar Quebec en over de Amerikaanse staat Maine om vervolgens verder te vliegen boven de Atlantische Oceaan.  Rond 8 augustus raakte het vogeltje verzeild in de uitlopers van de orkaan Colin, ongeveer 483 kilometer ten oosten van Bermuda. Het gps-signaal van Chinquapin werd vervolgens weer opgevangen op 10 augustus. De regenwulp bleek zich te bevinden op een strand in het noordwesten van Puerto Rico, bij Playa de Isabela. Maar, Puerto Rico was niet de eindhalte voor de vogel. Na twee weken ‘vakantie’ vloog hij 2.100 kilometer over Grenada naar Suriname, de overwinteringslocatie voor vele duizenden vogels, ook regenwulpen.

Populatie regenwulpen in VS daalt
Tim Keyes, werkzaam bij het ‘Department of National Resources Wildlife Resources, Division’s Nongame Conservation Section’, laat in een reactie weten dat Chinquapin op dit moment de enige regenwulp is die in Georgia werd voorzien van een zender, maar dat er ook nog drie regenwulpen zijn die in de staat Virgina een zender hebben gekregen. Keyes: “Alle van een zender voorziene vogels uit Georgia en Virginia overwinteren op de noordoost kust van Zuid-Amerika – van Venezuela tot Brazilië. Ik weet dat Chinquapin heeft overwinterd in Suriname in gebieden met modderige gronden en mangroves. Alhoewel regenwulpen niet echt zeldzaam zijn, daalt hun aantal drastisch en dat leidt tot enige zorgen. Volgens mij bestaat de huidige populatie in Noord-Amerika uit ongeveer 60.000 vogels.”

Chinquapin overleeft Irene
Ook nu is de kleine Chinquapin onderweg naar Suriname en wist hij de gerenommeerde Amerikaanse krant USA Today zelfs te halen. De vogel heeft de orkaan Irene overleefd. Chinquapin verliet Southhampton Island in het hoge noorden van Canada op zaterdag 20 augustus, vloog over New England en vervolgens over de oceaan waar hij op 23 augustus verzeild raakte in uitlopers van Irene. Op dit moment komt Chinquapin bij op het eiland Eleuthera, Bahamas, om binnenkort door te vliegen naar de kuststrook van Suriname.

Gps-zender geen last
Fletcher Smith, onderzoeksbioloog verbonden aan het ‘Center for Conservation Biology.
The College of William and Mary/Virginia Commonwealth University’ in het Amerikaanse Williamsburg (Virginia), is een van de onderzoekers die Chinquapin van een zender heeft voorzien. Volgens hem zijn tussenstops, als op de Bahamas, zeer belangrijk voor regenwulpen. “Ook Suriname. Daar hadden we acht regenwulpen met een gps-zender die allemaal verschillende periodes in het land bleven uitrusten om vervolgens verder zuidwaarts te vliegen. Ze kunnen zich in de drassige kuststrook van Suriname te goed doen aan krabben. Alleen Chinquapin bleef overigens in Suriname om te overwinteren. Vorig jaar overwinterde Chinquapin in het Coppename Natuurreservaat, zo’n vijftig kilometer ten westen van Paramaribo”, aldus Smith.
Smith: “Alle regenwulpen vliegen jaarlijks de route van Canada  naar Zuid-Amerika. Het merendeel overwintert in Brazilië en eenderde van de populatie overwintert in Suriname, Guyana en Frans Guyana. De meeste regenwulpen met een zender arriveren in Suriname en Guyana, verblijven daar een maand om bij te komen en vliegen dan door naar het kustgebied van Brazilië om definitief te overwinteren. We hebben slechts twee ‘zender-vogels’ gehad die overwinterden in Suriname en eentje in Guyana.  Op een speciale website is de trek van regenwulpen te volgen.” Op de vraag of Chinquapin geen hinder ondervindt van de zender op zijn rug antwoordt Smith: “Nee hoor, de zender vorm geen last voor de vogel. De op zonne-energie werkende zender weegt 9,5 gram en dat is minder dan drie procent van het gewicht van de vogel. Een van een zender voorziene regenwulp vliegt, eet en gedraagt zich zoals al zijn soortgenoten.”

Arie Spaans ‘vogel-autoriteit’
Volgens Fletcher Smith is er in Suriname één iemand met zeer veel kennis over vogels in het land en ook specifiek over de regenwulp: bioloog Arie Spaans. Spaans wordt door de Amerikaan zelfs als een ‘autoriteit’ op dat gebied omschreven.
Natuurlijk vraagt dit om een persoonlijke reactie van Arie Spaans. “Ik wil niet beweren dat ik de autoriteit ben wat betreft de vogels van Suriname, maar dat geldt zeker wel voor de Amerikaanse steltlopers of snippen zoals we die in Suriname noemen. Daar doe ik al meer dan 40 jaar onderzoek naar.” 
Maar wie is Arie Spaans? Zelf zegt de Nederlander in Suriname ‘wel eens gekscherend te zijn aangeduid als een Surinamer met het verkeerde paspoort’. “ Ik ben beroepshalve in de vogels en dan met name de kustvogels van Suriname geïnteresseerd. In april 1970 kwam ik in Suriname aan om, voor wat nu de afdeling Natuurbeheer van de Dienst 's Lands Bosbeheer (LBB) heet, een inventarisatie te maken van alle kustvogels van Suriname  en een antwoord te geven op de  vraag ‘zitten alle belangrijke kustvogels in de tot dan toe aangewezen natuurreservaten langs de kust, en zo niet wat is daarvan de reden’. Dat betekende niet alleen eindeloos vogels zoeken en tellen - te voet, vanaf boten en vanuit de lucht- , maar ook ecologisch onderzoek starten naar de belangrijkste groepen kustvogels en dat zijn ibissen, reigers, eenden en steltlopers.” Spaans vertrok terug naar Nederland toen in 1973 zijn contract was afgelopen. Maar, twee jaar later kwam hij weer terug in Suriname om voor LBB veldonderzoek te doen ten behoeve van een nieuwe Jachtwet en Jachtbesluit. In 1977, na afloop van het contract,  keerde hij terug naar Nederland, omdat hij daar een baan als ornitholoog kon krijgen bij het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer  in Arnhem, het huidige Alterra in Wageningen. Tot 1990 keerde Spaans jaarlijks op verzoek van Natuurbeheer voor kleine missies terug naar Suriname. Daarna pas weer in 2000. Spaans: “Toen heeft de toenmalige directeur van STINASU, Harrold Sijlbing, mij gevraagd een vertegenwoordiging van STINASU in Nederland op te zetten. Dat werd de Stichting Vrienden van STINASU. Onze missie is tenslotte geworden fondswerving voor concrete natuurbeschermingsprojecten van STINASU en organisaties waarmee zij samenwerkt. Vandaar onze relatie met Natuurbeheer nu. In 2003 publiceerde ik bij STINASU de Kustvogels van Suriname, in 2009 - met Otte Ottema en Jan Hein Ribot als co-auteurs -  voor het WWF Guianas een ‘Annotated Checklist of the Birds of Suriname’ en nu schrijf ik met die twee co-auteurs  een ‘Field Guide to the Birds of Suriname’.

Over de regenwulp laat Spaans weten dat die het hele jaar door aanwezig is in Suriname. “De grootste aantallen zijn er te vinden van augustus tot oktober , maar een deel  trekt door naar meer zuidelijker gebieden. Die maximumaantallen bedragen enige duizenden. Een extrapolatie gebaseerd op verschillende tellingen langs de kust leverde in de  jaren zeventig een schatting op van enkele duizenden voor de hele kust. Een recente schatting gaat uit van 7.000 tot 10.000 krombekken. De soort lijkt redelijk stabiel in aantal sinds de jaren zeventig, in tegenstelling tot verschillende andere snipsoorten. Jonge vogels vliegen aan het einde van hun eerste levensjaar niet of niet allemaal terug naar hun geboortegebied, vandaar dat er het hele jaar krombekken langs de kust van Suriname worden gezien.”

Illegale jacht op kustvogels
Bekend is, dat in het Surinaamse kustgebied veel illegaal wordt gejaagd. Jagers weten dat ’s Lands Bosbeheer niet optimaal is bemand en dat er constant een gebrek is aan goed materieel.  In hoeverre is de regenwulp het slachtoffer van verboden jachtpraktijken? Arie Spaans blijkt ook hierover veel kennis in huis te hebben. Spaans: “Ja, de krombek was altijd een gewilde jachtbuit voor kustjagers. De soort is daarom lang als jachtwild aangemerkt, evenals de watersnip ofwel gras- of rijstsnip. Daar is met de wijziging van het Jachtbesluit in 2002 een einde aan gekomen. Vanaf die tijds zijn àlle snipsoorten beschermd, ook de krombek/regenwulp. Er wordt echter nog steeds illegaal op gejaagd. Inderdaad kampt LBB met een tekort aan materiaal en gasoline om voldoende  controles uit te voeren. Er loopt echter sinds 2006 een zogenoemd ‘conservation awareness project’ voor een betere bescherming van vogels in het kustgebied. De Stichting Vrienden van STINASU,waarvan ik voorzitter ben, heeft daarvoor vanaf 2006 met succes fondsen in Nederland geworven. Daardoor heeft Natuurbeheer van LBB extra jachtopzieners kunnen opleiden, extra boten en buitenboordmotoren en extra gasoline kunnen kopen. Er is daardoor wel enige verbetering in de situatie gekomen, maar er wordt nog steeds illegaal gejaagd op allerlei kustvogels. Daarnaast loopt er een educatieproject in de hoogste klassen van veel scholen van het gewoon lager onderwijs langs de kust in de districten. In het begin is de educatie gezamenlijk uitgevoerd door STINASU en Natuurbeheer, nu geheel door Natuurbeheer, een situatie die in de loop der tijd zo is gegroeid.”

Binnenkort zal de kleine Canadese Chinquapin ongetwijfeld weer ergens neerstrijken in het Surinaamse kustgebied om te overwinteren. Hopelijk blijft het vogeltje met gps-zender onopgemerkt voor de nog altijd actieve stropers en illegale jagersactiviteiten in de kuststrook van Suriname.

Geraadpleegde bronnen o.a.:
Bron foto’s: het Georgia Department of Natural Resources (www.gadnr.org)

Noot Kraaijer:
Het volledige artikel is op 21 september 2011 gepubliceerd op de Surinaamse nieuwswebsite NoSpang en op zaterdag 8 oktober 2011 in de rubriek Groen van de Nederlandse krant het Reformatorisch Dagblad.)