zaterdag 10 februari 2018

Minister van Buitenlandse Zaken van Servië brengt ééndaags officieel bezoek aan Suriname....

Vriendschappelijke banden tussen beide landen verstevigd


De minister van Buitenlandse Zaken van Servië Ivica Daĉić heeft zaterdag 10 februari 2018 een ééndaags officieel bezoek gebracht aan Suriname. Tijdens dit bezoek werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om de vriendschappelijke banden tussen de beide landen te verstevigen, aldus het Nationaal Informatie Instituut, NII.

Minister Yldiz Pollack-Beighle heeft samen met haar Servische ambtsgenoot besprekingen gevoerd over een raamwerk voor nauwere samenwerking op diverse beleidsgebieden. Tijdens deze gelegenheid hebben de ministers van Handel, Industrie & Toerisme, Binnenlandse Zaken, Landbouw, Veeteelt & Visserij, alsook vertegenwoordigers van de ministeries van Defensie en Natuurlijke Hupbronnen hun prioriteitsgebieden belicht.

Het bezoek heeft geresulteerd in de ondertekening van een drietal overeenkomsten, 'Vriendschap en Samenwerking', 'Visum Afschaffing' en een Memorandum of Understanding (MoU) voor politieke consultaties tussen de respectieve ministeries van Buitenlandse Zaken. Daarnaast werd een Road Map ondertekend waarin concreet de verschillende geïdentificeerde samenwerkingsgebieden zijn uitgewerkt.

De Servische bewindsman bracht een beleefdheidsbezoek aan president Bouterse en de voorzitster van De Nationale Assemblee Jennifer Geerlings-Simons.

Een dag eerder was Daĉić nog in Washington, VS, bij zijn collega Rex Tillerson:

(Suriname Mirror/Nationaal Informatie Instituut)

Rebellen ELN plegen aanslagen op wegen in Colombia

Brug en deel snelweg verwoest die midden van het land met  Caribische gebied verbindt



Veronderstelde elementen van het Nationale Bevrijdingsleger (ELN, Ejército de Liberación Nacional) hebben zaterdag 10 februari 2018 twee aanslagen gepleegd in het noorden van Colombia, waarbij een brug en een deel van de snelweg werden verwoest die het midden van het land met het Caribische gebied verbindt. 

Het leger zei, dat deze acties plaatsvonden nadat het ELN een driedaags staakt-het-vuren had aangekondigd, omdat president Juan Manuel Santos de vredesbesprekingen met de guerrillabeweging stopzette.


Militaire autoriteiten gaven de schuld aan de gebeurtenissen op de Camile Torres Restrepo aan het ELN.


De aanval in Curumaní, Cesar, beschadigde een belangrijke autosnelweg die de Caribische kust met het binnenland van het land verbindt. Een lege vrachtwagen werd gevonden met ELN-graffiti  geparkeerd op meters van de aanval (zie foto top).

Een tweede aanval op Pelaya vernietigde gedeeltelijk een brug over de snelweg tussen Bogota en de kuststreek.



Een staakt-het-vuren werd vorig jaar tussen de regering en het ELN overeengekomen tijdens vredesbesprekingen in Ecuador eindigde in januari, waardoor de guerrillagroep haar campagnes van geweld hervatte.

President Santos stopte de vredesbesprekingen op 29 januari nadat de rebellengroep een reeks aanvallen tegen de politie uitvoerde, waardoor zeven officieren gedood werden en meer dan 40 gewonden raakten.

Het ELN heeft echter verklaard, dat het klaar is om terug te keren naar de onderhandelingstafel.



(Suriname Mirror/Colombia Reports/Xinhua/Twitter/YouTube)

Suriname belangrijke speler op Latijns-Amerikaans continent in lucratieve handel in wild

Vanuit Suriname zijn in 2016 7.258 wildvang dieren legaal geëxporteerd

- Twee bedreigde reuzen miereneters geëxporteerd naar Shanghai Zoo, China 
- Suriname exporteert in 2016 1.402 exemplaren (!) van de oranjevleugel amazone


Suriname is een belangrijke speler in Latijns-Amerika op het gebied van de handel in en export van in het wild gevangen dieren. Dat blijkt uit de handelsdatabase van CITES, de Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora, en uit het eind 2017 op basis van CITES-informatie, door het Amazon Regional Program Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) GmbH en het UN Environment - World Conservation Monitoring Centre uitgebrachte rapport 'Wildife Trade in the Amazon Countries: An Analysis of Trade in CITES Listed Species' (zie hieerna).

Het rapport geeft een uitgebreid overzicht van de internationale handel van in de CITES-lijst opgenomen dieren in het wild tijdens de periode 2005-2014 door Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Venezuela en Suriname.



De export van levende papegaaien uit het Amazonegebied bedroeg gemiddeld 12.000 vogels per jaar. Bijna alle papegaaien waren afkomstig uit Guyana, Peru en Suriname. Na een verbod van de Europese Unie op de import van wilde vogels vanaf 2005, om gezondheidsredenen, werden de meeste papegaaien geïmporteerd door landen in Azië, maar ook door Mexico en Rusland. Meer dan 50 papegaaiensoorten werden geëxporteerd, met de oranjevleugel amazone (Amazona amazonica) als de meest verhandelde soort, ook in 2016. Dat jaar werden er door Suriname 1.402 exemplaren geëxporteerd, de meest geëxporteerde soort (species) in 2016 uit Suriname.

Suriname exporteerde tussen 2005-2014 voornamelijk naar Singapore, de Russische Federatie en Thailand. Terwijl het merendeel van de export voor commerciële doeleinden bestemd was, was een aanzienlijk deel (7%) voor fokdoeleinden. Papegaaien voor fokdoeleinden werden voornamelijk geïmporteerd door Singapore, Thailand en de Filippijnen.
Tussen 2005 en 2014 werd de totale financiële waarde van de export van papegaaien geschat op 5,2 miljoen Amerikaanse dollar per jaar. Het land met de hoogste waarde aan papegaaienexporten was Guyana (43%: 2,2 miljoen Amerikaanse dollar per jaar), gevolgd door Suriname (37%: 1,9 miljoen per jaar). In termen van volume exporteerde Guyana 48% en Suriname 34%, suggererend dat Suriname lagere volumes van hogere waarde levende papegaaien exporteerde.

De handel in levende reptielen uit de Amazone-landen bestond voornamelijk uit de uitvoer van schildpadden uit Peru, leguanen en boa's uit Colombia en Suriname, en schildpadden uit Brazilië en Venezuela, met kleinere hoeveelheden kaaimannen uit Guyana en tegu hagedissen uit Colombia en Guyana. Vrijwel alle handel van in gevangenschap gefokte hagedissen was afkomstig uit Colombia, terwijl de export van wilde hagedissen afkomstig was van Suriname (Iguana iguana) en Guyana (Tupinambis teguixin).

De overgrote meerderheid van de handel in op de CITES-lijst vermelde amfibieën uit de regio was in levende Dendrobatidae-kikkers. Gemiddeld werden in de periode 2005-2014 ongeveer 2.500 levende kikkers per jaar uit de regio geëxporteerd. De meeste kikkers die uit de regio werden geëxporteerd waren afkomstig uit het wild in Suriname en Guyana. De overgrote meerderheid ging naar Europa en Noord-Amerika.

Tussen 2005 en 2014 werd de totale financiële waarde van de export van levende kikkers zoals gerapporteerd door exporteurs geraamd op 90 000 Amerikaanse dollar per jaar. Het land met de hoogste waarde aan export van levende kikkers was Suriname (47%: 0,4 miljoen Amerikaanse dollar per jaar) gevolgd door Peru (38%: 0,3 miljoen per jaar). Qua volume exporteerde Suriname 63% en Peru 15%, wat suggereert dat Peru kleinere volumes van hogere waarde levende kikkers exporteerde.

Uit Suriname werden tussen 1981 en 2011 in totaal ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren geëxporteerd. De (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt gereguleerd met CITES-vergunningen en -certificaten. Daar hebben verschillende landen in 1973 afspraken over gemaakt. Inmiddels hebben bijna 180 landen deze zogenaamde CITES-overeenkomst ondertekend. Ook Suriname.

In 1981 werden 14.612 dieren en in 2010 10.826 dieren (de meeste dieren in 2010, 3.921, naar de Verenigde Staten en 2.082 naar Nederland) geëxporteerd. De meeste dieren werden in 1995 Suriname uit getransporteerd, 60.108, en het kleinste aantal, 7.740, in 1984.
Het dier dat het meest is/wordt geëxporteerd is de groene legaan (Iguana iguana), vooral naar Amerika. In totaal werden de afgelopen dertig jaren 503.201 exemplaren het land uit vervoerd. In 1993 werden de meeste groene leguanen (40.715) geëxporteerd en het kleinste aantal, 1.227, in 2004. (https://suriname-tribune.blogspot.com/2012/03/levendige-handel-in-export-dieren-uit.html)

Export uit Suriname in 2016
De meest recente CITES-gegevens over de export van wildvang uit Suriname dateren van 2016. Daaruit blijkt dat dat jaar in totaal 7.258 dieren Suriname hebben verlaten (zie hierna):







Opmerkelijk is, dat geen enkele leguaan in 2016 is geëxporteerd, maar dat er ook een paar bedreigde soorten zijn uitgevoerd, waaronder twee reuzen miereneters naar een dierentuin in China en een paar papegaaiensoorten en toekans.

Sophie Banks, 'Associate Programme Officer, Species Programme', van het in het Britse Camebridge gevestigde 'UN Evironment World Conservation Monitoring Centre', laat in een reactie weten, dat de export uit Suriname van reuzen miereneters is toegestaan – conform CITES-regelgeving (https://www.speciesplus.net/#/taxon_concepts/4631/legal / https://cites.org/eng/app/index.php) – na verkregen toestemming van de autoriteiten.
De reuzen miereneters zijn beland in de dierentuin van Shanghai, zo blijkt uit eigen onderzoek door de Suriname Mirror. De website van het bestuur van Shanghai bericht 7 november 2017 onder andere, dat '(…) A pair of giant anteaters from Surinam in South America have also made the zoo their home. They are fed with a mixture of banana, apple, egg, milk, yoghurt, kiwi fruit — and ants. Because giant anteaters love swimming in the wild, the zoo has installed a private pool for them. (...)'

Opvallende nieuwkomer onder de importerende landen is Oman (http://mvc-oman.com/index.html) (een sultanaat in West-Azië, aan de zuidoostkust van het Arabische Schiereiland. Het grenst aan de Verenigde Arabische Emiraten in het noordwesten, Saoedi-Arabië in het westen, en Jemen in het zuidwesten):

(Klik op document voor groot, leesbaar exemplaar)

De Surinaamse CITES-contactpersoon, Romeo Lala, heeft onderstaande vragen van de Suriname Mirror niet inhoudelijk beantwoord:

'1) Voor het eerst laat het register zien, dat geen leguanen zijn geëxporteerd.
Welke reden ligt daaraan ten grondslag, de leguaan was toch een van de qua aantal meest uitgevoerde species de afgelopen jaren, vooral naar de VS?

2) Voor het eerst is Oman bestemming voor veel en diverse soorten. Vanwaar die interesse uit Oman en wie is/zijn de importeur(s)?

3) In 2016 blijkt een bedreigde diersoort te zijn geëxporteerd - 2 reuzen miereneters zijn naar China vervoerd. Waarom is dat toegestaan en wie is de exporteur en wie is de importeur?

Tot slot, heeft u enig zicht op/vermoeden van de illegale handel in wild vanuit Suriname?'

'Ik zal uw verzoek doorgeleiden naar het Hoofd van de Dienst 's Lands Bosbeheer, voor verdere instructies hieromtrent', was de reactie van Lala, die kennelijk niet zelf bevoegd is om inhoudelijk te reageren.

Vervolgens bleef het stil en de vragen onbeantwoord. En, dàt is kenmerkend voor de hele legale handel in wild in – en export uit – Suriname. Een veelzeggende, zwijgende stilte. Wekelijks verlaten in het wild gevangen dieren, waaronder beschermde soorten, het land op lange vluchten naar verre oorden veelal ter vermaak van de mens en ter vulling van de al goed gevulde portemonnees van de handelaren in Suriname. Let wel, legaal (!), maar waarom dan dat zwijgen, waarom kent die lucratieve handel geen transparantie? En dan rijst de vraag meteen: Maar, hoe is het gesteld met de illegale handel in en export van in het wild gevangen dieren in en uit Suriname...??... 


(Suriname Mirror)

Suriname belangrijke speler op Latijns-Amerikaans continent in lucratieve handel in wild

Vanuit Suriname zijn in 2016 7.258 wildvang dieren legaal geëxporteerd

- Twee bedreigde reuzen miereneters geëxporteerd naar Shanghai Zoo, China 
- Suriname exporteert in 2016 1.402 exemplaren (!) van de oranjevleugel amazone


Suriname is een belangrijke speler in Latijns-Amerika op het gebied van de handel in en export van in het wild gevangen dieren. Dat blijkt uit de handelsdatabase van CITES, de Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora, en uit het eind 2017 op basis van CITES-informatie, door het Amazon Regional Program Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) GmbH en het UN Environment - World Conservation Monitoring Centre uitgebrachte rapport 'Wildife Trade in the Amazon Countries: An Analysis of Trade in CITES Listed Species' (zie hieerna).

Het rapport geeft een uitgebreid overzicht van de internationale handel van in de CITES-lijst opgenomen dieren in het wild tijdens de periode 2005-2014 door Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Venezuela en Suriname.



De export van levende papegaaien uit het Amazonegebied bedroeg gemiddeld 12.000 vogels per jaar. Bijna alle papegaaien waren afkomstig uit Guyana, Peru en Suriname. Na een verbod van de Europese Unie op de import van wilde vogels vanaf 2005, om gezondheidsredenen, werden de meeste papegaaien geïmporteerd door landen in Azië, maar ook door Mexico en Rusland. Meer dan 50 papegaaiensoorten werden geëxporteerd, met de oranjevleugel amazone (Amazona amazonica) als de meest verhandelde soort, ook in 2016. Dat jaar werden er door Suriname 1.402 exemplaren geëxporteerd, de meest geëxporteerde soort (species) in 2016 uit Suriname.

Suriname exporteerde tussen 2005-2014 voornamelijk naar Singapore, de Russische Federatie en Thailand. Terwijl het merendeel van de export voor commerciële doeleinden bestemd was, was een aanzienlijk deel (7%) voor fokdoeleinden. Papegaaien voor fokdoeleinden werden voornamelijk geïmporteerd door Singapore, Thailand en de Filippijnen.
Tussen 2005 en 2014 werd de totale financiële waarde van de export van papegaaien geschat op 5,2 miljoen Amerikaanse dollar per jaar. Het land met de hoogste waarde aan papegaaienexporten was Guyana (43%: 2,2 miljoen Amerikaanse dollar per jaar), gevolgd door Suriname (37%: 1,9 miljoen per jaar). In termen van volume exporteerde Guyana 48% en Suriname 34%, suggererend dat Suriname lagere volumes van hogere waarde levende papegaaien exporteerde.

De handel in levende reptielen uit de Amazone-landen bestond voornamelijk uit de uitvoer van schildpadden uit Peru, leguanen en boa's uit Colombia en Suriname, en schildpadden uit Brazilië en Venezuela, met kleinere hoeveelheden kaaimannen uit Guyana en tegu hagedissen uit Colombia en Guyana. Vrijwel alle handel van in gevangenschap gefokte hagedissen was afkomstig uit Colombia, terwijl de export van wilde hagedissen afkomstig was van Suriname (Iguana iguana) en Guyana (Tupinambis teguixin).

De overgrote meerderheid van de handel in op de CITES-lijst vermelde amfibieën uit de regio was in levende Dendrobatidae-kikkers. Gemiddeld werden in de periode 2005-2014 ongeveer 2.500 levende kikkers per jaar uit de regio geëxporteerd. De meeste kikkers die uit de regio werden geëxporteerd waren afkomstig uit het wild in Suriname en Guyana. De overgrote meerderheid ging naar Europa en Noord-Amerika.

Tussen 2005 en 2014 werd de totale financiële waarde van de export van levende kikkers zoals gerapporteerd door exporteurs geraamd op 90 000 Amerikaanse dollar per jaar. Het land met de hoogste waarde aan export van levende kikkers was Suriname (47%: 0,4 miljoen Amerikaanse dollar per jaar) gevolgd door Peru (38%: 0,3 miljoen per jaar). Qua volume exporteerde Suriname 63% en Peru 15%, wat suggereert dat Peru kleinere volumes van hogere waarde levende kikkers exporteerde.

Uit Suriname werden tussen 1981 en 2011 in totaal ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren geëxporteerd. De (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt gereguleerd met CITES-vergunningen en -certificaten. Daar hebben verschillende landen in 1973 afspraken over gemaakt. Inmiddels hebben bijna 180 landen deze zogenaamde CITES-overeenkomst ondertekend. Ook Suriname.

In 1981 werden 14.612 dieren en in 2010 10.826 dieren (de meeste dieren in 2010, 3.921, naar de Verenigde Staten en 2.082 naar Nederland) geëxporteerd. De meeste dieren werden in 1995 Suriname uit getransporteerd, 60.108, en het kleinste aantal, 7.740, in 1984.
Het dier dat het meest is/wordt geëxporteerd is de groene legaan (Iguana iguana), vooral naar Amerika. In totaal werden de afgelopen dertig jaren 503.201 exemplaren het land uit vervoerd. In 1993 werden de meeste groene leguanen (40.715) geëxporteerd en het kleinste aantal, 1.227, in 2004. (https://suriname-tribune.blogspot.com/2012/03/levendige-handel-in-export-dieren-uit.html)

Export uit Suriname in 2016
De meest recente CITES-gegevens over de export van wildvang uit Suriname dateren van 2016. Daaruit blijkt dat dat jaar in totaal 7.258 dieren Suriname hebben verlaten (zie hierna):







Opmerkelijk is, dat geen enkele leguaan in 2016 is geëxporteerd, maar dat er ook een paar bedreigde soorten zijn uitgevoerd, waaronder twee reuzen miereneters naar een dierentuin in China en een paar papegaaiensoorten en toekans.

Sophie Banks, 'Associate Programme Officer, Species Programme', van het in het Britse Camebridge gevestigde 'UN Evironment World Conservation Monitoring Centre', laat in een reactie weten, dat de export uit Suriname van reuzen miereneters is toegestaan – conform CITES-regelgeving (https://www.speciesplus.net/#/taxon_concepts/4631/legal / https://cites.org/eng/app/index.php) – na verkregen toestemming van de autoriteiten.
De reuzen miereneters zijn beland in de dierentuin van Shanghai, zo blijkt uit eigen onderzoek door de Suriname Mirror. De website van het bestuur van Shanghai bericht 7 november 2017 onder andere, dat '(…) A pair of giant anteaters from Surinam in South America have also made the zoo their home. They are fed with a mixture of banana, apple, egg, milk, yoghurt, kiwi fruit — and ants. Because giant anteaters love swimming in the wild, the zoo has installed a private pool for them. (...)'

Opvallende nieuwkomer onder de importerende landen is Oman (http://mvc-oman.com/index.html) (een sultanaat in West-Azië, aan de zuidoostkust van het Arabische Schiereiland. Het grenst aan de Verenigde Arabische Emiraten in het noordwesten, Saoedi-Arabië in het westen, en Jemen in het zuidwesten):

(Klik op document voor groot, leesbaar exemplaar)

De Surinaamse CITES-contactpersoon, Romeo Lala, heeft onderstaande vragen van de Suriname Mirror niet inhoudelijk beantwoord:

'1) Voor het eerst laat het register zien, dat geen leguanen zijn geëxporteerd.
Welke reden ligt daaraan ten grondslag, de leguaan was toch een van de qua aantal meest uitgevoerde species de afgelopen jaren, vooral naar de VS?

2) Voor het eerst is Oman bestemming voor veel en diverse soorten. Vanwaar die interesse uit Oman en wie is/zijn de importeur(s)?

3) In 2016 blijkt een bedreigde diersoort te zijn geëxporteerd - 2 reuzen miereneters zijn naar China vervoerd. Waarom is dat toegestaan en wie is de exporteur en wie is de importeur?

Tot slot, heeft u enig zicht op/vermoeden van de illegale handel in wild vanuit Suriname?'

'Ik zal uw verzoek doorgeleiden naar het Hoofd van de Dienst 's Lands Bosbeheer, voor verdere instructies hieromtrent', was de reactie van Lala, die kennelijk niet zelf bevoegd is om inhoudelijk te reageren.

Vervolgens bleef het stil en de vragen onbeantwoord. En, dàt is kenmerkend voor de hele legale handel in wild in – en export uit – Suriname. Een veelzeggende, zwijgende stilte. Wekelijks verlaten in het wild gevangen dieren, waaronder beschermde soorten, het land op lange vluchten naar verre oorden veelal ter vermaak van de mens en ter vulling van de al goed gevulde portemonnees van de handelaren in Suriname. Let wel, legaal (!), maar waarom dan dat zwijgen, waarom kent die lucratieve handel geen transparantie? En dan rijst de vraag meteen: Maar, hoe is het gesteld met de illegale handel in en export van in het wild gevangen dieren in en uit Suriname...??... 


(Suriname Mirror/Suriname Tribune)

Nederlandse recherche gaat in Colombia, Panama en Spanje samenwerken met autoriteiten om cocaïnehandel tegen te gaan

(Bron foto:EPA)
In Colombia gaat in Cartagena worden samengewerkt met de DEA 


De Nederlandse recherche gaat in Colombia, Panama en Spanje samenwerken met plaatselijke autoriteiten om cocaïnehandel tegen te gaan. Dat zegt Wilbert Paulissen, hoofd van de landelijke recherche, zaterdag 10 februari 2018 in De Telegraaf.

Achtergrond van het plan is de aanhoudende en waarschijnlijk groeiende stroom cocaïne die door Nederlanders in Antwerpen en Rotterdam wordt ingevoerd.

Paulissen zegt dat in Colombia zal worden samengewerkt met de de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA). Nederlandse rechercheurs zullen in de Colombiaanse stad Cartagena worden gestationeerd om daar met Amerikaanse collega’s te werken. Hoe de samenwerking er precies uit gaat zien zegt Paulissen niet.

Om verder te gaan dan wat informatie uitwisselen zal ook met de Colombiaanse autoriteiten moeten worden samengewerkt. In Colombia zal de aandacht uitgaan naar verkopers van cocaïne, in Spanje zal worden samengewerkt door financiële recherche, omdat Nederlandse criminelen veel in Spanje in onroerend goed investeren.

Panama noemt Paulissen ‘interessant vanwege financiële criminele stromen.’

De politie wil ook in Dubai samenwerking met de plaatselijke autoriteiten zoeken. Een aantal grote Nederlandse drugshandelaren opereert momenteel vanuit Dubai. Er is geen uitleveringsverdrag met dat land.

Paulissen zei ook, dat momenteel alle grote partijen waar de politie bij binnenkomst zicht op heeft 'gecontroleerd' worden afgeleverd. Dat betekent dat de de cocaïne niet in de havens in beslag wordt genomen maar doorgelaten wordt tot de bestemming is bereikt. Daar worden dan de ontvangers aangehouden en kan tot die tijd onderzoek plaatsvinden naar andere betrokkenen.

(Suriname Mirror/Crimesite.nl/De Telegraaf)

'Hier gaan binnenkort doden vallen'

Rapport over technische staat Isla is vernietigend

'Ze gebruiken installaties gewoon tot deze kapot gaan, beginnen te lekken of ontploffen'


'De staat van vele installaties op het Isla-terrein is zodanig dat het onverantwoord is om werknemers en omwonenden bloot te blijven stellen aan de risico’s van voortgezette ongewijzigde bedrijfsvoering.' Die conclusie trekt de stichting Schoon Milieu op Curaçao (SMOC) op basis van het rapport van de technische audit door E&D Texas (zie onderaan), zo schrijft vandaag, zaterdag 10 februari 2018, het Antilliaans Dagblad.

Expert op het gebied van olie en raffinaderijen Paul Deelen – die SMOC bijstaat – zegt na het zien van de audit dat de staat van de Isla ‘diep triest’ is. 'Ze gebruiken installaties gewoon tot deze kapot gaan (‘run to failure’), beginnen te lekken of ontploffen. Hier gaan binnenkort doden vallen', luidt zijn keiharde oordeel.


Aanleiding voor de stichting om premier Eugene Rhuggenaath en minister van Gezondheid, Milieu en Natuur Suzy Camelia-Römer in een brief (zie onderaan) te verzoeken de raffinaderij zo snel mogelijk stil te leggen, om vervolgens oplossingen te zoeken en te implementeren.

SMOC-voorzitter Peter van Leeuwen schrijft namens het bestuur, dat de stichting heeft vernomen dat de premier al in november 2017 op de hoogte is gebracht van de audit. 'Maar, wij vragen ons af of u zich bewust bent van de uiterst schokkende bevindingen in het rapport en door wie u bent geadviseerd.'

Het rapport legt volgens SMOC niet alleen de ‘volstrekt te veroordelen praktijk van run to failure’ bloot, maar ook de acute gevaren door de gebezigde – ‘of beter gezegd: afwezige’ – inspecties en controles van de installaties op het Isla-terrein.


Refineria Isla treft schikking over de geleden schade en kosten na olielek in 2012 bij Jan Kok

'Claims van Monumentenzorg en SSP vervallen en hoger beroep in deze zaak wordt ingetrokken'


Refineria Isla heeft na een lange juridische strijd, die in 2013 begon, een schikking getroffen met Stichting Monumentenzorg en Sea Shore Properties (SSP) over de geleden schade en vooral de kosten die zij hebben gemaakt na het olielek in 2012 bij Jan Kok. Dat zegt adjunct-directeur Karel van Haren van de Isla vandaag, zaterdag 10 februari 2018, in het Antilliaans Dagblad

'Partijen zijn het met elkaar eens geworden dat er een schikking komt. Het houdt in dat de claims van Monumentenzorg en SSP komen te vervallen. En dat het hoger beroep in deze zaak wordt ingetrokken. Dat is allemaal in een vaststellingsovereenkomst opgenomen', aldus Van Haren.

Bij de schikking hebben Stichting Monumentenzorg Curaçao (eigenaar van de zoutpannen bij Jan Kok) en Sea Shore Properties (eigenaar van de gronden bij Rif Sint Marie) een bedrag toegewezen gekregen van de Isla. Van Haren wil niets kwijt over de hoogte van het bedrag. Naar verluidt zou het om circa een klein half miljoen gaan dat over de twee partijen verdeeld moet worden.

EBS: 'Niet alleen de gascilinder controleren, maar ook de gasregulator'

(Bron foto: Facebook)
'Gasregulator regelmatig controleren op lekkages'


De NV Energiebedrijven Suriname (EBS) stelt in een vrijdag 9 februari 2018 uitgebracht persbericht, dat burgers niet alleen de gascilinder moeten controleren, maar dat ook de gasregulator regelmatig gecontroleerd moet worden op lekkages. Dat kan door zeepschuim te gebruiken. Bij een geconstateerde lekkage moet de gasregulator verwisseld worden, aldus het bedrijf. 

Het advies is naar aanleiding van een recente Facebook-berichten over de vervaldatum van gasregulators. Er werd een link gelegd met mogelijke branden als gevolg van het verstrijken van de vervaldatum op het gascomponent.

Gasregulators blijven niet eeuwig bestaan, stelt de EBS. Zoals met alle mechanische componenten zijn ze ook onderhevig aan slijtage. Zij hebben daarom ook een zekere mate van zorg en onderhoud nodig om steeds in een veilige en bruikbare staat te blijven.

Over het algemeen bepalen fabrikanten zelf een gemiddelde levensduur, meestal vijf jaar, voor hun product. Sommige fabrikanten stellen geen vaste levensduur vast, maar hanteren een 'vervangen-na-inspectie' beleid. Dit houdt in, dat op gezette tijden de regulator geïnspecteerd wordt. Zo lang hij goed functioneert, mag hij gebruikt worden.

De EBS is echter geen vertegenwoordiger van fabrikanten van gasregulatoren, benadrukt zij. De expiratiedatum blijft belangrijk. Indien er op de gasregulator een vervaldatum staat, is het verstandig een nieuwe te kopen of door een gasinstallateur te laten controleren, adviseert de EBS.

Van Dijk-Silos beëdigd door president Bouterse als voorzitster Onafhankelijk Kiesbureau

'Mr. dr. Van Dijk-Silos wordt zowel nationaal als internationaal beschouwd als één van de top election officers van de regio'



'De regering is er van overtuigd dat Jennifer van Dijk-Silos wederom plichtbewust, eerlijk, transparant, objectief en evenwichtig de veeleisende taak van voorzitster van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) zal vervullen.' Dit zei president Desi Bouterse bij haar beëdiging vrijdag 9 februari 2018. Van Dijk-Silos zal voor de vierde keer toezicht houden op de landelijke verkiezingen die in 2020 gehouden worden. 

Na de beëdiging zei de OKB-voorzitter dat zij belooft heel plichtbewust haar taak te zullen vervullen. Zij bedankte de regering voor het vertrouwen in haar gesteld. Van Dijk-Silos was ook voorzitster tijdens de verkiezingen in 2005, 2010 en 2015.

'Mr. dr. Van Dijk-Silos wordt zowel nationaal als internationaal beschouwd als één van de top election officers van de regio,' zei de president.


Bouterse wees op de kritische houding van Van Dijk-Silos bij elke verkiezing, die niet zonder meer bindend wordt verklaard. Het gaat niet om een routinematige handeling.

Het OKB heeft Suriname ook de reputatie in de wereld bezorgd van het houden van eerlijke en betrouwbare verkiezingen. aldus de president. En in alle verkiezingen is het OKB de stabiliserende factor gebleken bij de rivaliserende deelnemende politieke partijen, voerde Bouterse aan.

'Mijn regering gaat voor transparante en eerlijke verkiezingen, omdat de democratie daarmee gediend is. Een sterke en volwassen democratie is essentieel voor de nationale ontwikkeling van een land, omdat het kiezersvolk een gelijkwaardige inspraak heeft in de keuze van zijn vertegenwoordigers in De Nationale Assemblee.'

Venezolaanse oppositieleidster María Corina Machado zou president Maduro bij verkiezingen kunnen verslaan

Machado scoort in opiniepeiling beter dan bekende oppositieleiders López en Cardiles

Populariteit belangrijkste oppositiepartijen zwaar onder vuur  door controversieel besluit om deel te nemen aan mislukte regeringsbesprekingen


María Corina Machado, een van de oppositieleiders van Venezuela, die het meest afkerig is van de plannen van president Nicolás Maduro om presidentsverkiezingen te houden in april, zou waarschijnlijk de grootste kans hebben hem te verslaan, volgens een recente peiling die een aanzienlijke stijging in haar populariteit liet zien. 

De peiling, die in november werd gehouden, bevestigt ook dat de populariteit van de belangrijkste oppositiepartijen zwaar werd getroffen na hun controversiële besluit om deel te nemen aan mislukte regeringsbesprekingen in de Dominicaanse Republiek, waarbij onder meer werd gestreefd naar aanvaardbare voorwaarden voor de verkiezingen.



Volgens de peiling van Pronósticos Marketing Consultants zou Machado eenvoudig een primaire stem winnen tegen andere oppositiekandidaten, met 26 procent van de stemmen en daarmee de gevangen gezette Voluntad Popular leider Leopoldo López en voormalig presidentskandidaat Henrique Capriles, die elk 18 procent zouden behalen, verslaand.

Voormalig congresvoorzitter Henry Ramos Allup zou 9 procent krijgen, gevolgd door de verbannen voormalige burgemeester van Caracas Antonio Ledezma op 5 procent, voormalig Lara-gouverneur Henry Falcón met 4 procent en voormalig presidentskandidaat Manuel Rosales, 2 procent.


Machado was sterk gekant tegen de verkiezingen en beweerde dat de oppositie een fatale fout zou maken als ze besloot deel te nemen aan een proces, dat specifiek was toegesneden op het geven van legitimiteit aan de heerser door een frauduleuze overwinning.

Het is onzeker of de oppositie zal deelnemen aan de verkiezingen van 22 april, die al zijn afgewezen door een groeiende lijst van landen die hebben gezegd dat het illegaal is en dat er onvoldoende controles en internationaal toezicht zijn om fraude te voorkomen.

De Nationale Constituerende Vergadering kondigde de verkiezing aan terwijl spanningen in het Zuid-Amerikaanse land te midden van een instortende economie toenemen. De resultaten van de peiling zijn op het eerste gezicht verrassend, vooral omdat andere peilingen van oudsher Machado veel bescheidener cijfers hebben gegeven en de leiders van de politieke partijen die de oppositiecoalitie controleren, bekend als Mesa de la Unidad Democratica (MUD), bevoordelen.


Maar de piek is logisch, zegt Diego Moya-Ocampos, die Venezuela en andere Latijns-Amerikaanse landen in zijn portefeuille voor IHS Markit, een leverancier van gegevens en informatie aan overheden en bedrijven. 'De rol die de MUD heeft gespeeld door mee te werken aan een dialoogproces met de regering, die erg onpopulair was onder de bevolking, heeft de Mesa opzij geschoven en de positie van leiders als Maria Corina Machado en de coalitie van Soy Venezuela versterkt, die de dialoog hebben afgewezen', zei Moya-Ocampos.

De impopulariteit van de MUD werd ook opgepikt door de peiling, met slechts 12 procent van de respondenten die zeiden dat ze nog steeds achter de coalitie stonden. De groeiende vertrouwenscrisis tussen de traditionele politieke partijen was ook duidelijk: 63 procent zei zich niet te identificeren met een van de partijen, een stijging van acht procent ten opzichte van de vorige maand.

(Suriname Mirror/Miami Herald/YouTube/Twitter)

FARC in Colombia stopt tijdelijk campagne voor parlements- en presidentsverkiezingen

Partij vreest agressie tegen haar leden en vraagt garanties voor hun veiligheid


De vroegere Colombiaanse guerrillabeweging FARC heeft haar campagne voor de parlements- en presidentsverkiezingen tijdelijk stopgezet. De partij vreest agressie tegen haar leden en vraagt garanties voor hun veiligheid.

De FARC mag intussen dan wel een politieke partij zijn in plaats van een guerrillabeweging, toch is ze nog steeds niet zo populair in Colombia. Veel Colombianen linken de partij nog altijd aan de ontvoeringen en de aanslagen die de rebellen vroeger pleegden.


Na 50 jaar strijd, ondertekende de FARC in november 2016 een vredesakkoord met de Colombiaanse regering. De beweging hervormde zich tot een politieke partij. Toch is die vrede niet zo absoluut: sinds het akkoord zijn er al minstens 40 mensen gedood, die banden hadden met de FARC.


De partij wil deelnemen aan de parlementsverkiezingen in maart en de presidentsverkiezingen in mei. Maar, de campagne voor die verkiezingen is nu dus tijdelijk stopgezet om veiligheidsredenen. Verschillende partijleden hebben al verplaatsingen moeten afzeggen, uit vrees voor agressie.

Het grootste slachtoffer van de kwade bevolking lijkt de vroegere rebellenleider Rodrigo Londoño. Die man, vooral bekend onder zijn strijdnaam "Timochenko" is de presidentskandidaat voor de FARC.


Hij werd op een campagne-evenement vorig weekend nog uitgejouwd voor moordenaar en terrorist, en werd bekogeld met eieren en tomaten. Daarop heeft de partij besloten om haar campagne tijdelijk op te schorten. Ze vragen de regering om veiligheidsgaranties.

(Suriname Mirror/The New York Times/VRT/Twitter./TeleSUR/YouTube)

PL-voorzitter Somohardjo: 'Misschien wil Noersalim aandacht trekken'

'Misschien was de minister dronken en wil hij dat nu goedpraten'


Paul Somohardjo, voorzitter van de Pertjajah Luhur (PL), spreekt vrijdag 9 februari 2018 in het Dagblad Suriname met klem tegen, dat zijn partij enige betrokkenheid heeft gehad bij het incident waar Binnenlandse Zaken-minister Mike Noersalim tijdens de owru yari-viering van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) op 29 december 2017 is gedrogeerd. De bewindsman kreeg gebak geserveerd waarin, naar achteraf is gebleken, een drug was verwerkt. 

Nadat Noersalim en anderen in het gezelschap van het gebak hadden gegeten, vertoonde de bewindsman op een gegeven moment afwijkend gedrag en maakte hij aanstalten zich te ontkleden. Ondertussen hebben justitiële autoriteiten een onderzoek gelast. Het wordt niet uitgesloten dat de ‘aanval’ met het geprepareerde gebak uit een politieke hoek komt.

Noersalim is voorzitter van de onlangs geproclameerde politieke partij Hervormings- en Vernieuwingsbeweging (HVB), die ontstaan is na de splitsing in 2015 binnen de PL. 'Die attitude hebben wij niet. Misschien wil Noersalim aandacht trekken', zegt de PL-leider.

Somohardjo voert aan, dat hij al meer dan 50 jaar in de actieve politiek zit en zoiets voor het eerst hoort in Suriname. Hij denkt daarom eerder in de richting van een verzonnen verhaal van de PL-overloper. 'Misschien was de minister dronken en wil hij dat nu goedpraten', aldus Somohardjo.

De PL-voorzitter benadrukt, dat hij geen enkel gevaar ziet in de HVB. 'Wij hebben al duizend keren gezegd, dat HVB geen tegenstander van ons is, maar een eigendom van de NDP van Desi Bouterse. De HVB is enkel en alleen geplaatst om onze mensen uit te lokken, want als je een picolet wil zoeken, ga je een picolet plaatsen.'

Momenteel zit de PL samen met de VHP, NPS en ABOP in de oppositiebanken. Volgens de politicus zijn er geen problemen binnen deze samenwerking, waardoor een toekomstige samenwerking ook geen probleem hoeft te zijn. 'Wij kijken nog naar de situatie, want er zijn stemmen in Nickerie dat men graag alleen de verkiezingen wil ingaan. Dat hoeft ook geen probleem te zijn, want de PL is in 2010 ook alleen de verkiezingen ingegaan en heeft toch 6 zetels binnengehaald', aldus Somohardjo.

Noersalim heeft tijdens de verkiezingen op nummer 14 van de V7-lijst van Paramaribo gestaan en wist 3.743 stemmen te vergaren op stemadvies van zijn partij. Echter, was dit nog net niet genoeg om met voorkeursstemmen binnen te komen. Hij heeft zijn politieke carrière binnen de Nationale Partij Suriname (NPS) gestart. In 2006 besloot hij om zijn krachten aan de PL te geven. De bedoeling was volgens hem om na 2005 definitief een punt achter zijn politieke loopbaan te zetten en meer aandacht te vestigen op zijn bedrijf. Het is de PL die hem uiteindelijk toch heeft benaderd om zijn bijdrage ook aan de partij te geven.

Tijdens de verkiezingen van 2015 leverde de bewindsman harde kritiek op president Desi Bouterse en de NDP. Na de verkiezingen stapte hij samen met de groep onder leiding van Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan uit de PL en sloot zich onder de naam HVB aan bij de coalitie, onder leiding van de NDP en werd minister van Binnenlandse Zaken. Pogingen om Sapoen en Chitan uit het parlement terug te roepen, hebben tot de dag van vandaag geen positieve resultaten opgeleverd voor de PL.

Braziliaanse autoriteiten onderzoeken twee woningbranden in Boa Vista, Roraima

(Bron foto: Emily Costa/G1 RR)
In woningen woonden Venezolanen 

- Twee volwassen en kind (4) lopen brandwonden op bij brand in een woning
- Vrouw gewond, brandwonden, bij brand in tweede woning
- Waarschijnlijk is sprake van brandstichting

Braziliaanse autoriteiten onderzoeken twee afzonderlijke branden in woningen waar Venezolanen woonden. Volgens de burgerpolitie in de noordelijke staat Roraima hebben twee Venezolaanse volwassenen en hun 4-jarige kind gisteren brandwonden opgelopen bij een brand in hun huis. 

In totaal woonden 13 mensen in wat de politie beschreef als een verlaten woning in de hoofdstad van Boa Vista.

Het G1-nieuwsportaal meldde, dat een vrouw eerder deze week was verbrand door een ander vuur in een Boa Vista-huis waar ongeveer 30 Venezolanen woonden. G1 heeft vandaag, vrijdag 9 februari 2018, onderstaande beelden van beveiligingscamera's gepubliceerd.

Ze laten zien dat een man iets in brand stak en het over een muur rond het huis gooide.

Duizenden Venezolanen zijn naar Brazilië gevlucht om de onlusten en crisis in hun land te ontvluchten.


(Surina,e Mirror/The Associated Press/Globo/FolhaMT/YouTube)

Internationaal Strafhof onderzoekt beschuldigingen van buitensporig geweld door Venezolaanse regering

Regering-Maduro voelt zich overvallen door bekendmaking van Strafhof


'De informatie waarop ICC zich baseert om het onderzoek te starten is bevooroordeeld'


Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag onderzoekt beschuldigingen van buitensporig geweld en andere misdrijven door de Venezolaanse regering als reactie op soms dodelijke anti-regime protesten, zei de Officier van Justitie van het Hof donderdag 8 februari 2018. 

Het 'voorlopige onderzoek' door het Nederlandse tribunaal is de eerste stap in de richting van een onderzoek naar wat ICC-aanklager Fatou Bensouda beschuldigingen van 'buitensporige dwang' noemde door veiligheidstroepen van de staat tegen tegenstanders van president Nicolas Maduro.

De aanklager van het ICC zei, dat haar kantoor ook onderzoek doet naar de wrede oorlog tegen drugs van president Rodrigo Duterte in de Filippijnen.

Bensouda zei in een verklaring, dat het besluit komt na 'een zorgvuldige, onafhankelijke en onpartijdige beoordeling' van vermeende misdaden door Maduro's regering om demonstraties en politieke onrust sinds april 2017 neer te slaan.


Daarnaast zal het ICC de arrestaties van duizenden 'feitelijke leden van de oppositie', waaronder enkele 'naar verluidt zijn onderworpen aan ernstige mishandeling en mishandeling in detentie', onderzoeken, aldus de verklaring.

Bensouda merkte op, dat het Hof ook berichten had ontvangen, dat geweld door demonstranten had geleid tot de dood of verwonding van veiligheidstroepen. Het Venezolaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft donderdagavond een verklaring afgelegd waarin het land wordt verdedigd als een 'democratische staat' en waarin wordt gevraagd waarom Bensouda niet rechtstreeks contact opnam met de regering.

'De Venezolaanse regering was verrast door het ontbreken van een officiële mededeling van de Officier van Justitie en door de manier waarop ze ervoor koos om deze informatie te delen', aldus de verklaring. 'Door deze beschuldigingen op deze wijze onder onze aandacht te brengen, verandert dit het principe van het proces.'

De Venezolaanse procureur-generaal, Tarek William Saab, verdedigde de regering donderdag en noemde de informatie waarop Bensouda zich baseert om het onderzoek te starten 'bevooroordeeld'. In een reeks tweets zei Saab, dat de staat bereid is zijn acties te verdedigen en dat degenen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten zijn gestraft.



José Miguel Vivanco, directeur van Human Rights Watch in Amerika, zei in een verklaring, dat de aanklager van het internationale gerecht 'een krachtige boodschap stuurt, dat haar bureau de enorme misdaden van de regering van de Maduro nauwgezet volgt':


De mensenrechtenorganisatie heeft gezegd, dat Venezuela 'systematisch brute behandeling heeft gebruikt, inclusief marteling, tegen anti-regeringsbetogers en politieke tegenstanders'.

In augustus beschuldigde het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties de Venezolaanse veiligheidstroepen van het gebruik van buitensporig geweld en het willekeurig vasthouden van duizenden mensen. Meer dan 120 mensen zijn gestorven in protestgerelateerde incidenten sinds de afgelopen lente, omdat critici Maduro beschuldigden van het onwettig consolideren van macht, waaronder het inbrengen in het Hooggerechtshof van loyalisten en het houden van verkiezingen voor een nieuwe wetgevende vergadering met alleen zijn vrienden.

Vorige maand heeft de Europese Unie zeven Venezolaanse leiders gesanctioneerd ze ervan beschuldigden de democratie te ondermijnen. De EU verbood ook wapenverkoop aan Venezuela in november. De regering-Trump heeft ook een aantal Venezolaanse leiders gesanctioneerd. In augustus pasten de Verenigde Staten ook strenge financiële sancties toe op Venezuela.

(Suriname Mirror/CNN/Twitter/ICC/YouTube)