Drie woningen werden illegaal van stroom voorzien via eerste woning door een verlengkabel
De politie van het ressort Santo Dorp kreeg woensdag via de Centrale Meldkamer de melding van een brand aan de Soemintraweg te Ephraimezegen. Vier woningen op een perceel stonden in lichter laaie. De ingeschakelde brandweer verrichtte de bluswerkzaamheden, aldus donderdag 5 oktober 2017 de politie.
De bewoner van de derde woning werd ter plaatse aangetroffen. Hij verklaarde telefonisch op de hoogte te zijn gesteld door een buurtbewoner van de brand van zijn woning, en ter plaatse vernam hij van buurtbewoners, dat de brand in de eerste woning zou zijn begonnen.
Het vuur greep zo snel om zich heen, dat de andere drie woningen op het erf ook meteen vlam vatten. Volgens de bewoner was slechts de eerste woning aangesloten op het elektriciteitsnet van de NV. Energie Bedrijven Suriname (EBS). De andere woningen werden illegaal van stroom voorzien via de eerste woning door middel van een verleng kabel.
De woningen zijn volledig afgebrand. Geen van de woningen was verzekerd tegen brand. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor.
Vier gezinnen zijn door deze brand dakloos geworden.
De afdeling Forensische Opsporing van het Korps Politie Suriname onderzoekt deze zaak verder.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
donderdag 5 oktober 2017
Jogi (VHP): 'IsDB-miljardenlening was zoethoudertje'
'Stabilisatie- en Herstelplan naar de maan, was zoethoudertje, jongens no spang, we herstellen het land’
'Adhin heeft ons koeien met gouden horens beloofd, men is bezig brood te bakken zonder dat er een oven is'
VHP-Assembleelid Mahinder Jogi vraagt zich af wat met de 1.8 miljard Amerikaanse dollar lening van de Islamitische Ontwikkelingsbank (IsDB) is gebeurd. De regering heeft in september 2016 met veel lawaai middels presentaties voor het bedrijfsleven en maatschappelijke groeperingen tientallen projecten kenbaar gemaakt die op kort tot middellang termijn de neergaande trend van de economie op gang moesten brengen en moesten passen in het Stabilisatie- en Herstelplan. Het totaal bedrag van 1.8 miljard moest volgens president Desi Bouterse tussen 2016 en 2019 verdeeld in verschillende kavels worden overgemaakt.
'Maar, in de Jaarrede van de waarnemend president hebben wij niets gehoord over de miljarden welke men bij elkaar zou brengen. Wij hebben tot nu toe ook nul cent gezien van het IsDB-geld. Dit betekent dat het hele Stabilisatie- en Herstelplan naar de maan is. Het was een zoethoudertje van: ‘jongens no spang, we herstellen het land’. De regering heeft dus gelogen voor de samenleving', zegt Jogi donderdag 5 oktober 2017 in het Dagblad Suriname.
De politicus voert aan dat de regering al zeven jaren bezig is de financiering rond te krijgen voor de bouw van het Academisch Medisch Centrum. 'Bij het aankondigen van dit masterplan moest men al hebben geweten dat de IsDB geen filantropische instelling is en harde eisen stelt. Zonder een gedegen plan en haalbaarheidsstudie van projecten mag je fluiten naar het geld. Precies een jaar geleden zei de secretaris-generaal van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC), Iyad Ameen Madani, tijdens zijn bezoek aan Suriname, dat de miljardenlening een lang traject te volgen heeft alvorens deze kan worden verstrekt', aldus Jogi.
Hij beschrijft de Jaarrede van het waarnemend staatshoofd als een ‘indianenverhaal die reeds jaren wordt herhaald’. 'Zoals oma’s dat doen voor kinderen, zo is de presentatie bij mij overgekomen. Er is geen perspectief geboden en gaat uit van veronderstellingen. Wij zoeken al jaren naar nieuwe reserves voor aardolie. Vindt die olie eerst, dan kunnen wij zaken doen. Op dit moment heeft Ashwin Adhin ons koeien met gouden horens beloofd. Men is bezig brood te bakken zonder dat er een oven is', zegt Jogi.
Volgens de parlementariër biedt de huidige begroting ook geen houvast aan de ontwikkeling van het land. 'Voor het Stabilisatie- en Herstelplan zou men ook een miljard extra tegen goedkope rentes lenen bij andere financiële instellingen. Ook daarover horen wij niets', aldus Jogi.
Van de in totaal 1.8 miljard die de IsDB aan Suriname zou lenen voor herstel en het stabiliseren van de economie, gaat 1.287 miljard naar energie en infrastructuur. De sociale sector krijgt 132 miljoen, een bedrag van 95 miljoen voor de landbouwsector, een half miljoen gaat naar het ministerie van Financiën en de Centrale Bank voor capaciteitsversterking, terwijl 265 is bestemd voor handel en exportbevordering. In het plan is 65 miljoen Amerikaanse dollar opgenomen om te investeren in een industrie park te Para. De president zei toen, dat een Amerikaans bedrijf die hij niet bij naam wilde noemen vergevorderde gesprekken heeft gevoerd met de regering voor het opzetten van een industriepark in Suriname. Ook zouden 40 tot 50 bruggen worden gebouwd.
Jogi voert aan, dat gezien de kredietwaardigheid van het land het bijzonder moeizaam gaat om grote leningen te sluiten. Dit alles komt volgens hem door het beleid van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën die het land ‘gebracht heeft naar een bodemloze put’.
Jogi stelt, dat de regering het volk heeft misleid in de hoop dat de prijzen voor grondstoffen zouden herstellen. 'Wanneer we kijken naar de prognoses van de Wereldbank en het IMF over de toekomstige prijzen van grondstoffen, dan ziet het er echt niet gunstig uit voor Suriname. Ik weet niet of de regering de doelen zal halen welke zij gesteld heeft in de jaarrede. Ik zie niet een situatie waarbij het land bevrijd zal worden van de donkere wolken welke het regeringsbeleid in de afgelopen zeven jaren heeft doen voltrekken boven Suriname.'
'Adhin heeft ons koeien met gouden horens beloofd, men is bezig brood te bakken zonder dat er een oven is'
VHP-Assembleelid Mahinder Jogi vraagt zich af wat met de 1.8 miljard Amerikaanse dollar lening van de Islamitische Ontwikkelingsbank (IsDB) is gebeurd. De regering heeft in september 2016 met veel lawaai middels presentaties voor het bedrijfsleven en maatschappelijke groeperingen tientallen projecten kenbaar gemaakt die op kort tot middellang termijn de neergaande trend van de economie op gang moesten brengen en moesten passen in het Stabilisatie- en Herstelplan. Het totaal bedrag van 1.8 miljard moest volgens president Desi Bouterse tussen 2016 en 2019 verdeeld in verschillende kavels worden overgemaakt.
'Maar, in de Jaarrede van de waarnemend president hebben wij niets gehoord over de miljarden welke men bij elkaar zou brengen. Wij hebben tot nu toe ook nul cent gezien van het IsDB-geld. Dit betekent dat het hele Stabilisatie- en Herstelplan naar de maan is. Het was een zoethoudertje van: ‘jongens no spang, we herstellen het land’. De regering heeft dus gelogen voor de samenleving', zegt Jogi donderdag 5 oktober 2017 in het Dagblad Suriname.
De politicus voert aan dat de regering al zeven jaren bezig is de financiering rond te krijgen voor de bouw van het Academisch Medisch Centrum. 'Bij het aankondigen van dit masterplan moest men al hebben geweten dat de IsDB geen filantropische instelling is en harde eisen stelt. Zonder een gedegen plan en haalbaarheidsstudie van projecten mag je fluiten naar het geld. Precies een jaar geleden zei de secretaris-generaal van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC), Iyad Ameen Madani, tijdens zijn bezoek aan Suriname, dat de miljardenlening een lang traject te volgen heeft alvorens deze kan worden verstrekt', aldus Jogi.
Hij beschrijft de Jaarrede van het waarnemend staatshoofd als een ‘indianenverhaal die reeds jaren wordt herhaald’. 'Zoals oma’s dat doen voor kinderen, zo is de presentatie bij mij overgekomen. Er is geen perspectief geboden en gaat uit van veronderstellingen. Wij zoeken al jaren naar nieuwe reserves voor aardolie. Vindt die olie eerst, dan kunnen wij zaken doen. Op dit moment heeft Ashwin Adhin ons koeien met gouden horens beloofd. Men is bezig brood te bakken zonder dat er een oven is', zegt Jogi.
Volgens de parlementariër biedt de huidige begroting ook geen houvast aan de ontwikkeling van het land. 'Voor het Stabilisatie- en Herstelplan zou men ook een miljard extra tegen goedkope rentes lenen bij andere financiële instellingen. Ook daarover horen wij niets', aldus Jogi.
Van de in totaal 1.8 miljard die de IsDB aan Suriname zou lenen voor herstel en het stabiliseren van de economie, gaat 1.287 miljard naar energie en infrastructuur. De sociale sector krijgt 132 miljoen, een bedrag van 95 miljoen voor de landbouwsector, een half miljoen gaat naar het ministerie van Financiën en de Centrale Bank voor capaciteitsversterking, terwijl 265 is bestemd voor handel en exportbevordering. In het plan is 65 miljoen Amerikaanse dollar opgenomen om te investeren in een industrie park te Para. De president zei toen, dat een Amerikaans bedrijf die hij niet bij naam wilde noemen vergevorderde gesprekken heeft gevoerd met de regering voor het opzetten van een industriepark in Suriname. Ook zouden 40 tot 50 bruggen worden gebouwd.
Jogi voert aan, dat gezien de kredietwaardigheid van het land het bijzonder moeizaam gaat om grote leningen te sluiten. Dit alles komt volgens hem door het beleid van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën die het land ‘gebracht heeft naar een bodemloze put’.
Jogi stelt, dat de regering het volk heeft misleid in de hoop dat de prijzen voor grondstoffen zouden herstellen. 'Wanneer we kijken naar de prognoses van de Wereldbank en het IMF over de toekomstige prijzen van grondstoffen, dan ziet het er echt niet gunstig uit voor Suriname. Ik weet niet of de regering de doelen zal halen welke zij gesteld heeft in de jaarrede. Ik zie niet een situatie waarbij het land bevrijd zal worden van de donkere wolken welke het regeringsbeleid in de afgelopen zeven jaren heeft doen voltrekken boven Suriname.'
Is Adhin bang voor Boutist Peneux?
'Durft hij Boutist Peneux niet voor het hoofd te stoten?'
Een (waarnemend) president demonstreert gezag, als hij het aandurft verantwoordelijkheid te nemen voor een bestuurlijk domein, waar één van zijn ministers zichtbaar faalt. Vandaag is het Internationale Leerkrachten Dag. Het thema is 'Onderwijs in vrijheid. Versterk de leerkrachten.'
Maar minister Robert Peneux van Onderwijs - 'ik ben Boutist' - schendt systematisch vakbondsrechten, door tientallen leerkrachten die actie hebben gevoerd voor betere arbeidsvoorwaarden, te ontslaan of over te plaatsen. Zijn 'raskippen' theorie kan zijn anti-democratie en intolerantie niet verhullen.
Geen verstandig mens gelooft dat deze minister, die bewezen heeft niet eens de elementaire zelfbeheersing voor fatsoen te kunnen opbrengen, de kwaliteit van onderwijs zou kunnen verbeteren. Een bekwame minister van Onderwijs bevordert het vertrouwen en de samenwerking in het onderwijsveld, door leerkrachten respectvol te bejegenen, niet door hun grondrechten te schenden.
Als de vakorganisaties van leerkrachten en solidaire vakcentrales deze misstanden in het onderwijs signaleren, het hoger op zoeken en waarnemend president Ashwin Adhin schriftelijk uitnodigen voor een gesprek, dan heeft de uitvoerende macht een gouden kans de situatie ten goede te keren. Maar, Adhin dokt en verwijst de vakbeweging bureaucratisch naar een schimmig Onderhandelingsorgaan van de Overheid.
Waarom gaat de waarnemend president de dialoog uit de weg? Durft hij Boutist Peneux niet voor het hoofd te stoten? Met dit soort vermijdend gedrag loopt hij het risico de geschiedenis in te gaan, niet als waarnemend, maar als quasi president.
Theo Para
Een (waarnemend) president demonstreert gezag, als hij het aandurft verantwoordelijkheid te nemen voor een bestuurlijk domein, waar één van zijn ministers zichtbaar faalt. Vandaag is het Internationale Leerkrachten Dag. Het thema is 'Onderwijs in vrijheid. Versterk de leerkrachten.'
Maar minister Robert Peneux van Onderwijs - 'ik ben Boutist' - schendt systematisch vakbondsrechten, door tientallen leerkrachten die actie hebben gevoerd voor betere arbeidsvoorwaarden, te ontslaan of over te plaatsen. Zijn 'raskippen' theorie kan zijn anti-democratie en intolerantie niet verhullen.
Geen verstandig mens gelooft dat deze minister, die bewezen heeft niet eens de elementaire zelfbeheersing voor fatsoen te kunnen opbrengen, de kwaliteit van onderwijs zou kunnen verbeteren. Een bekwame minister van Onderwijs bevordert het vertrouwen en de samenwerking in het onderwijsveld, door leerkrachten respectvol te bejegenen, niet door hun grondrechten te schenden.
Als de vakorganisaties van leerkrachten en solidaire vakcentrales deze misstanden in het onderwijs signaleren, het hoger op zoeken en waarnemend president Ashwin Adhin schriftelijk uitnodigen voor een gesprek, dan heeft de uitvoerende macht een gouden kans de situatie ten goede te keren. Maar, Adhin dokt en verwijst de vakbeweging bureaucratisch naar een schimmig Onderhandelingsorgaan van de Overheid.
Waarom gaat de waarnemend president de dialoog uit de weg? Durft hij Boutist Peneux niet voor het hoofd te stoten? Met dit soort vermijdend gedrag loopt hij het risico de geschiedenis in te gaan, niet als waarnemend, maar als quasi president.
Theo Para
Noors Statoil start in november seismisch onderzoek in Blok 60 voor kust Suriname
Meer dan tweehonderd vissoorten in het blok waaronder beschermde soorten
Het Noorse gas- en oliebedrijf Statoil start in november seismisch onderzoek in Blok 60 voor de kust van Suriname. Het doel is om vast te stellen in welk deel van het blok olie- en gasvoorraden zijn. Onderzoek in 2011 heeft potentiële aanwijzingen en vooruitzichten aangetoond. Als dit tweedimensionale onderzoek positief uitvalt, komt er een vervolg om de precieze locatie van de gas- en oliebron vast te stellen, aldus de Ware Tijd vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Om het onderzoek te kunnen verrichten moet eerst een milieueffectenstudie worden uitgevoerd. Deze studie moet in detail aangeven op welke manier het seismische onderzoek, dat gepaard gaat met onderwatertrillingen en geluiden, invloed zal hebben op het milieu.
Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, NIMOS, dat het proces van beoordeling van het milieu begeleidt, vraagt in zulke gevallen om een milieueffectenrapport dat vervolgens gepresenteerd wordt aan overheidsinstanties, niet-gouvernementele organisaties en lokale gemeenschappen.
Statoil heeft woensdag zijn tweede presentatie gehouden. Het seismisch onderzoek in Blok 60 zal veertig tot zestig dagen duren. Statoil-deskundigen hebben bij de presentatie aangetoond, dat er een uitgebreide studie is verricht van het sociale milieu in en rond het blok. Daarnaast zijn informatie ingewonnen en data verzameld bij overheidsinstituten zoals de Maritieme Autoriteit Suriname, de ministeries van Landbouw, Veeteelt en Visserij en Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer en maatschappelijke organisaties.
Tijdens de presentatie werd de aandacht vooral gevestigd op de biologische kenmerken van het gebied en de geaardheid van het leefmilieu. Zo blijkt, dat er meer dan tweehonderd vissoorten in het blok voorkomen. Sommige soorten worden als beschermd en kwetsbaar aangeduid op internationale beschermlijsten. Wat opvalt, is dat in het gebied beschermde diersoorten voorkomen, waaronder vijf soorten zeeschildpadden. Vissoorten die belangrijk zijn voor de visvangst in Suriname komen veel voor in het blok.
Er is veel aandacht besteed aan de invloed die het seismische onderzoek kan hebben op de fauna in het water, met onderwaterruis en -geluid. Tijdens de presentatie is uitgelegd hoe zal worden opgetreden om ongelukken en olielekkages tijdens het onderzoek te voorkomen.
Het Noorse gas- en oliebedrijf Statoil start in november seismisch onderzoek in Blok 60 voor de kust van Suriname. Het doel is om vast te stellen in welk deel van het blok olie- en gasvoorraden zijn. Onderzoek in 2011 heeft potentiële aanwijzingen en vooruitzichten aangetoond. Als dit tweedimensionale onderzoek positief uitvalt, komt er een vervolg om de precieze locatie van de gas- en oliebron vast te stellen, aldus de Ware Tijd vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Om het onderzoek te kunnen verrichten moet eerst een milieueffectenstudie worden uitgevoerd. Deze studie moet in detail aangeven op welke manier het seismische onderzoek, dat gepaard gaat met onderwatertrillingen en geluiden, invloed zal hebben op het milieu.
Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, NIMOS, dat het proces van beoordeling van het milieu begeleidt, vraagt in zulke gevallen om een milieueffectenrapport dat vervolgens gepresenteerd wordt aan overheidsinstanties, niet-gouvernementele organisaties en lokale gemeenschappen.
Statoil heeft woensdag zijn tweede presentatie gehouden. Het seismisch onderzoek in Blok 60 zal veertig tot zestig dagen duren. Statoil-deskundigen hebben bij de presentatie aangetoond, dat er een uitgebreide studie is verricht van het sociale milieu in en rond het blok. Daarnaast zijn informatie ingewonnen en data verzameld bij overheidsinstituten zoals de Maritieme Autoriteit Suriname, de ministeries van Landbouw, Veeteelt en Visserij en Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer en maatschappelijke organisaties.
Tijdens de presentatie werd de aandacht vooral gevestigd op de biologische kenmerken van het gebied en de geaardheid van het leefmilieu. Zo blijkt, dat er meer dan tweehonderd vissoorten in het blok voorkomen. Sommige soorten worden als beschermd en kwetsbaar aangeduid op internationale beschermlijsten. Wat opvalt, is dat in het gebied beschermde diersoorten voorkomen, waaronder vijf soorten zeeschildpadden. Vissoorten die belangrijk zijn voor de visvangst in Suriname komen veel voor in het blok.
Er is veel aandacht besteed aan de invloed die het seismische onderzoek kan hebben op de fauna in het water, met onderwaterruis en -geluid. Tijdens de presentatie is uitgelegd hoe zal worden opgetreden om ongelukken en olielekkages tijdens het onderzoek te voorkomen.
Vrouw op straat overvallen en beroofd van Srd 60.000 en 10.000 Amerikaanse dollar...
Onder bedreiging van houwers maken twee overvallers tas met inhoud buit
Twee mannen hebben vanochtend, donderdag 5 oktober 2017, een vrouw overvallen in de Kwerimanlaan ter hoogte van Suralco, aldus heet Dagblad Suriname.
Volgens verklaring van de vrouw liep zij over de straat toen zij werd overmeesterd door twee mannen.
Onder bedreiging van houwers maakten overvallers haar tas met Srd 60.000, 10.000 Amerikaanse dollar... en sieraden buit.
Twee mannen hebben vanochtend, donderdag 5 oktober 2017, een vrouw overvallen in de Kwerimanlaan ter hoogte van Suralco, aldus heet Dagblad Suriname.
Volgens verklaring van de vrouw liep zij over de straat toen zij werd overmeesterd door twee mannen.
Onder bedreiging van houwers maakten overvallers haar tas met Srd 60.000, 10.000 Amerikaanse dollar... en sieraden buit.
Regeringen Suriname en Haïti willen illegale Haïtianen in Suriname legaliseren
'Sommige illegalen zijn angstig vanwege de eisen voor het verkrijgen van de legale status'
De regering van Suriname en Haïti zijn momenteel in onderhandeling om een project uit te voeren, waarin illegale Haïtianen die al een tijdje in Suriname wonen, een legale status krijgen. In verband hiermee is een delegatie van het Haïtiaanse consulaat in Suriname, onder leiding van consul Alex Jospitre, op bezoek geweest bij de onderdirectrice Vreemdelingenzaken van het ministerie van Justitie en Politie, Rachelle Groeneveld, aldus vandaag, 5 oktober 2017, het Dagblad Suriname.
De Haïtiaanse vertegenwoordiging bedankte de president en regering van Suriname om de illegale immigranten toegang te bieden tot het land en hun de mogelijkheid te bieden een legale status te verkrijgen.
Jospitre haalde ook de angst van sommige illegalen aan met betrekking tot de eisen voor het verkrijgen van de legale status. Dit kan een obstakel zijn voor de Haïtianen die ze moeten zien te overmeesteren. Bijvoorbeeld het hebben van bepaalde documenten, waarvoor de illegale Haïtianen tot in hun land van herkomst terug moeten gaan om die te halen. Of bepaalde onuitvoerbare zaken en eisen die de Surinaamse wetgeving stelt met betrekking tot vreemdelingen.
Verder sprak de consul over de vele uitdagingen waarmee Haïtianen te maken krijgen en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Ook het verbeteren van de communicatie tussen het consulaat en het ministerie kwam aan de orde.
Aan het einde van de ontmoeting zei onderdirectrice Groeneveld, dat de Surinaamse regering de zaak per geval zal bekijken met ondersteuning van het consulaat.
De regering van Suriname en Haïti zijn momenteel in onderhandeling om een project uit te voeren, waarin illegale Haïtianen die al een tijdje in Suriname wonen, een legale status krijgen. In verband hiermee is een delegatie van het Haïtiaanse consulaat in Suriname, onder leiding van consul Alex Jospitre, op bezoek geweest bij de onderdirectrice Vreemdelingenzaken van het ministerie van Justitie en Politie, Rachelle Groeneveld, aldus vandaag, 5 oktober 2017, het Dagblad Suriname.
De Haïtiaanse vertegenwoordiging bedankte de president en regering van Suriname om de illegale immigranten toegang te bieden tot het land en hun de mogelijkheid te bieden een legale status te verkrijgen.
Jospitre haalde ook de angst van sommige illegalen aan met betrekking tot de eisen voor het verkrijgen van de legale status. Dit kan een obstakel zijn voor de Haïtianen die ze moeten zien te overmeesteren. Bijvoorbeeld het hebben van bepaalde documenten, waarvoor de illegale Haïtianen tot in hun land van herkomst terug moeten gaan om die te halen. Of bepaalde onuitvoerbare zaken en eisen die de Surinaamse wetgeving stelt met betrekking tot vreemdelingen.
Verder sprak de consul over de vele uitdagingen waarmee Haïtianen te maken krijgen en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Ook het verbeteren van de communicatie tussen het consulaat en het ministerie kwam aan de orde.
Aan het einde van de ontmoeting zei onderdirectrice Groeneveld, dat de Surinaamse regering de zaak per geval zal bekijken met ondersteuning van het consulaat.
Wilgo Valies: 'Wij willen ook gekwalificeerd kader op het Onderwijsministerie'
'Als je op het ministerie ondeskundigen hebt dan hebben we vanzelfsprekend een groot probleem'
'Leraren moeten anno 2017 met oude methoden lessen verzorgen'
Vakbondsleider Wilgo Valies zei woensdag tijdens een gezamenlijke persconferentie van de vakorganisaties, dat minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) zich ‘uitslooft’ om het Surinaams onderwijs te voorzien van gekwalificeerde leraren, terwijl de bekwame bemensing op zijn ministerie veel te wensen overlaat, zo schrijft het Dagblad Suriname vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
'Wij willen ook gekwalificeerd kader op Onderwijsministerie! Als je op het ministerie ondeskundigen hebt die het onderwijs moeten beoordelen, hebben we vanzelfsprekend een groot probleem. Dus de minister moet eerst op het ministerie beginnen om orde op zaken te stellen', beklemtoonde Valies.
Hij gaf voorts te kennen, dat de minister compleet eraan voorbij gaat wat zich op het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) afspeelt. 'IOL is de plek waar de leerkrachten afgeleverd worden. Dus bij het IOL moet men beginnen met kwaliteitsverbetering; het duurt jaren voordat een student kan afstuderen.'
De leraren moeten anno 2017, waarin de wereld aanzienlijk gemoderniseerd is, met oude methoden lessen verzorgen. 'Ook hiernaar moet gekeken worden. In deze tijd moet men verder gaan dan alleen het plaatsen van een schoolbord en krijt.'
Voor de vakbondsleider is het overduidelijk, dat de regering alles uit de kast haalt om het bestaansrecht van de vakbonden in gevaar te brengen. Daarnaast merkt hij dat de onderwijsgevenden flink bestraft worden voor het opkomen voor hun grondrechten. 'Het gaat alleen maar om intimidatie; bij de Stichting Onderwijs der Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBGS) zijn de meeste ontslagen geconstateerd.'
Valies vindt het bespottelijk, dat Peneux de indruk wekt dat er leraren zijn die onbevoegd zijn om les te geven. Volgens de minister is een leraar bevoegd wanneer hij/zij dit middels een diploma kan aantonen. 'Dit is pertinent niet waar. Al die leerkrachten die ontslagen zijn, zijn bijna klaar met hun opleiding. De ene moet de thesis afronden en de andere de stage.'
Om op een VWO-niveau onderwijs te kunnen verzorgen, dient een onderwijsgevende minimaal in het bezit te zijn van een LO-akte. 'Wanneer een student op het punt staat om de studie af te ronden, kunnen we zonder enige twijfel aangeven, dat hij/ zij het niveau van LO reeds heeft behaald.' Valies betreurt het dat het ontwikkelingskader, dat grotendeels uit hardwerkende vrouwen bestaat, op deze wijze wordt bejegend.
'Leraren moeten anno 2017 met oude methoden lessen verzorgen'
Vakbondsleider Wilgo Valies zei woensdag tijdens een gezamenlijke persconferentie van de vakorganisaties, dat minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) zich ‘uitslooft’ om het Surinaams onderwijs te voorzien van gekwalificeerde leraren, terwijl de bekwame bemensing op zijn ministerie veel te wensen overlaat, zo schrijft het Dagblad Suriname vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
'Wij willen ook gekwalificeerd kader op Onderwijsministerie! Als je op het ministerie ondeskundigen hebt die het onderwijs moeten beoordelen, hebben we vanzelfsprekend een groot probleem. Dus de minister moet eerst op het ministerie beginnen om orde op zaken te stellen', beklemtoonde Valies.
Hij gaf voorts te kennen, dat de minister compleet eraan voorbij gaat wat zich op het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) afspeelt. 'IOL is de plek waar de leerkrachten afgeleverd worden. Dus bij het IOL moet men beginnen met kwaliteitsverbetering; het duurt jaren voordat een student kan afstuderen.'
De leraren moeten anno 2017, waarin de wereld aanzienlijk gemoderniseerd is, met oude methoden lessen verzorgen. 'Ook hiernaar moet gekeken worden. In deze tijd moet men verder gaan dan alleen het plaatsen van een schoolbord en krijt.'
Voor de vakbondsleider is het overduidelijk, dat de regering alles uit de kast haalt om het bestaansrecht van de vakbonden in gevaar te brengen. Daarnaast merkt hij dat de onderwijsgevenden flink bestraft worden voor het opkomen voor hun grondrechten. 'Het gaat alleen maar om intimidatie; bij de Stichting Onderwijs der Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBGS) zijn de meeste ontslagen geconstateerd.'
Valies vindt het bespottelijk, dat Peneux de indruk wekt dat er leraren zijn die onbevoegd zijn om les te geven. Volgens de minister is een leraar bevoegd wanneer hij/zij dit middels een diploma kan aantonen. 'Dit is pertinent niet waar. Al die leerkrachten die ontslagen zijn, zijn bijna klaar met hun opleiding. De ene moet de thesis afronden en de andere de stage.'
Om op een VWO-niveau onderwijs te kunnen verzorgen, dient een onderwijsgevende minimaal in het bezit te zijn van een LO-akte. 'Wanneer een student op het punt staat om de studie af te ronden, kunnen we zonder enige twijfel aangeven, dat hij/ zij het niveau van LO reeds heeft behaald.' Valies betreurt het dat het ontwikkelingskader, dat grotendeels uit hardwerkende vrouwen bestaat, op deze wijze wordt bejegend.
Arrestant in cellenhuis van Lelydorp mishandeld door mede-celgenoten
Iemand informeerde politie, dat arrestant in bezit was van mobiele telefoon
Het Dagblad Suriname bericht vandaag, donderdag 5 oktober 2017, dat arrestant A.B, die wegens poging tot doodslag, zware mishandeling en mishandeling was ingesloten in het cellenhuis van Lelydorp, is afgelopen zondag zelf ernstig mishandeld door mede-celgenoten.
A.B. had vanuit het cellenhuis naar zijn familie gebeld om Srd 400 te vragen. Iemand heeft deze informatie doorgespeeld aan de politie, waarna er een controle werd uitgevoerd in het cellenhuis
Tijdens het onderzoek werd de mobiele telefoon onderschept. Later kreeg de familie van A.B. het bericht, dat hij betrokken was geweest bij een vechtpartij. Vanwege de aard van de letsels is de arrestant ter observatie opgenomen in een ziekenhuis en is nog niet aanspreekbaar.
Het Dagblad Suriname bericht vandaag, donderdag 5 oktober 2017, dat arrestant A.B, die wegens poging tot doodslag, zware mishandeling en mishandeling was ingesloten in het cellenhuis van Lelydorp, is afgelopen zondag zelf ernstig mishandeld door mede-celgenoten.
A.B. had vanuit het cellenhuis naar zijn familie gebeld om Srd 400 te vragen. Iemand heeft deze informatie doorgespeeld aan de politie, waarna er een controle werd uitgevoerd in het cellenhuis
Tijdens het onderzoek werd de mobiele telefoon onderschept. Later kreeg de familie van A.B. het bericht, dat hij betrokken was geweest bij een vechtpartij. Vanwege de aard van de letsels is de arrestant ter observatie opgenomen in een ziekenhuis en is nog niet aanspreekbaar.
Centrale Penitentiaire Inrichting Santo Boma onderzoekt informatielek over massale uitbraakpoging
'We zijn nog bezig met het onderzoek en dan gaan wij geen dingen in de pers gooien'
De dienstleiding en het hoofd van de Centrale Penitentiaire Inrichting Santo Boma onderzoeken een informatielek over een massale uitbraakpoging. De leiding betreurt het, dat personen die bij het onderzoek betrokken zijn informatie naar buiten hebben gebracht, aldus vandaag, donderdag 5 oktober 2017, de Ware Tijd.
De Ware Tijd berichtte woensdagochtend, dat te Santo Boma penitentiaire ambtenaren dit weekend een grote uitbraak van gedetineerden hebben weten te voorkomen. Het zou vooral gaan om leden van een Braziliaanse bende, die zijn veroordeeld voor zware misdrijven, zoals roof en moord. Het vermoeden bestaat dat deze gedetineerden hulp van buiten hebben gekregen.
In de cellen is verborgen communicatieapparatuur ontdekt. Ook zijn er breekwerktuigen aangetroffen. Verder is er een touw ontdekt aan de buitenmuur van één van de gebouwen van het complex. Mogelijk wilden de gevangenen daarvan gebruik maken bij hun vlucht.
'Er is een poging tot ontsnapping geweest. We zijn nog bezig met het onderzoek en dan gaan wij geen dingen in de pers gooien', zegt een functionaris. Hij zegt dat er nog geen toestemming was gegeven om de informatie vrij te geven. Met het Nationaal Informatie Instituut (NII) en de minister van Justitie en Politie is afgesproken dat zij eerst moeten worden geïnformeerd, alvorens er naar buiten wordt getreden.
De leiding twijfelt er niet aan dat de informatie naar buiten is gebracht door iemand die direct belast is met het onderzoek. Alleen direct betrokkenen kennen de status van het onderzoek.
De dienstleiding en het hoofd van de Centrale Penitentiaire Inrichting Santo Boma onderzoeken een informatielek over een massale uitbraakpoging. De leiding betreurt het, dat personen die bij het onderzoek betrokken zijn informatie naar buiten hebben gebracht, aldus vandaag, donderdag 5 oktober 2017, de Ware Tijd.
De Ware Tijd berichtte woensdagochtend, dat te Santo Boma penitentiaire ambtenaren dit weekend een grote uitbraak van gedetineerden hebben weten te voorkomen. Het zou vooral gaan om leden van een Braziliaanse bende, die zijn veroordeeld voor zware misdrijven, zoals roof en moord. Het vermoeden bestaat dat deze gedetineerden hulp van buiten hebben gekregen.
In de cellen is verborgen communicatieapparatuur ontdekt. Ook zijn er breekwerktuigen aangetroffen. Verder is er een touw ontdekt aan de buitenmuur van één van de gebouwen van het complex. Mogelijk wilden de gevangenen daarvan gebruik maken bij hun vlucht.
'Er is een poging tot ontsnapping geweest. We zijn nog bezig met het onderzoek en dan gaan wij geen dingen in de pers gooien', zegt een functionaris. Hij zegt dat er nog geen toestemming was gegeven om de informatie vrij te geven. Met het Nationaal Informatie Instituut (NII) en de minister van Justitie en Politie is afgesproken dat zij eerst moeten worden geïnformeerd, alvorens er naar buiten wordt getreden.
De leiding twijfelt er niet aan dat de informatie naar buiten is gebracht door iemand die direct belast is met het onderzoek. Alleen direct betrokkenen kennen de status van het onderzoek.
BuZa-minister ontvangt (niet-residerende) ambassadeurs van Rusland, EU en México
Minister en ambassadeurs wisselen van gedachten over zaken ter intensivering bilaterale relatie
De minister van Buitenlandse Zaken (BuZa), Yldiz Pollack-Beighle, heeft gisteren respectievelijk de niet residerende ambassadeurs van Rusland, Sergey Akopov, van de EU, Jernei Videtic, en van Mexico, Jesús A. López, ontvangen, zo bericht het zogenaamd Nationaal socialisme Informatie Instituut, NII, vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Het voornaamste doel van de bezoeken was om van gedachten te wisselen over enkele zaken ter intensivering van de bilaterale relatie tussen Suriname en Rusland, de EU en Mexico.
De minister maakte ook van deze gelegenheid gebruik om namens de Surinaamse overheid haar medeleven te tonen aan het volk en de regering van Mexico gezien de verwoesting en het verlies van mensenlevens, veroorzaakt door de recente aardbevingen. De diplomatieke betrekkingen tussen Suriname en Mexico dateren van 25 november 1975.
De minister van Buitenlandse Zaken (BuZa), Yldiz Pollack-Beighle, heeft gisteren respectievelijk de niet residerende ambassadeurs van Rusland, Sergey Akopov, van de EU, Jernei Videtic, en van Mexico, Jesús A. López, ontvangen, zo bericht het zogenaamd Nationaal socialisme Informatie Instituut, NII, vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Het voornaamste doel van de bezoeken was om van gedachten te wisselen over enkele zaken ter intensivering van de bilaterale relatie tussen Suriname en Rusland, de EU en Mexico.
De minister maakte ook van deze gelegenheid gebruik om namens de Surinaamse overheid haar medeleven te tonen aan het volk en de regering van Mexico gezien de verwoesting en het verlies van mensenlevens, veroorzaakt door de recente aardbevingen. De diplomatieke betrekkingen tussen Suriname en Mexico dateren van 25 november 1975.
COL schiet Bond voor Belangenbehartiging van Gepensioneerden uit Overheidsdienst te hulp
'Het gaat om een rechtvaardige eis en we hebben de indruk dat de mensen geslingerd worden'
De Confederatie van Organisaties voor Landsdienaren (COL) zal de Bond voor Belangenbehartiging van Gepensioneerden uit Overheidsdienst (BBGO) ondersteunen. De BBGO heeft een oproep gedaan voor een bijzondere vergadering die morgen wordt gehouden. Dit meldt vandaag, donderdag 5 oktober 2017, Starnieuws.
COL-voorzitter Hugo Blanker heeft gisteren tijdens een persconferentie van C-47 gezegd, dat het gaat om zaken die de overheid de gepensioneerden onthoudt. 'Het gaat om een rechtvaardige eis. Het gaat om toekenning van uitkering van koopkracht en we hebben de indruk dat de mensen geslingerd worden.'
De COL heeft gemeend om die issue 'tot onze issue' te maken. Hij vindt ondersteuning heel belangrijk en denkt dat de gepensioneerden uit overheidsdienst het niet alleen kunnen. Blanker vraagt zich af hoe het pensioenfonds van de ambtenaren wordt beheerd. 'Dat fonds betreft actief dienenden en gepensioneerden. Praktisch gezegd zijn de actief dienenden degenen die moeten storten en gepensioneerden moeten ontvangen wat zij hebben gestort', aldus de COL-voorzitter.
Hij zei, dat het duidelijk is dat de verhouding voor pensioen bij de overheid 10 procent is van het inkomen van de ambtenaar, terwijl de overheid zelf 5 procent bijdraagt. Het maximale dat gehaald kan worden is 70 procent van het laatste loon. Blanker gaf aan, dat de overheid is aangeschreven en dat is vermeld dat alle actief dienende leden die bij de COL zijn aangesloten, zijn opgeroepen om de BBGO te ondersteunen.
De vakbondsman merkt op, dat de bijeenkomst morgen uitgaat van de BBGO, maar dat de kwestie niet alleen de gepensioneerden regardeert, maar ook de nog te pensioneren overheidsmedewerkers. Hij hoopt dat de achterban zover is, dat zij de gepensioneerden niet alleen laat staan, maar fysiek gaat ondersteunen in het KOB-centrum.
Tijdelijke vicepresident in Ecuador vervangt aangehouden Jorge Glas
Glas verdacht deel te zijn van corruptienetwerk met banden met Braziliaans bouwbedrijf Odebrecht
De president van Ecuador, Lenin Moreno, heeft een tijdelijke vicepresident aangesteld als vervanger voor Jorge Glas, die in voorlopige hechtenis zit. Maria Vicuna (zie foto - Bron: Twitter) zal de taken van Glas op haar nemen tijdens zijn 'tijdelijke afwezigheid', luidt een decreet.
Het Openbaar Ministerie beschuldigde Glas ervan deel uit te maken van een corruptienetwerk met banden met het Braziliaanse bouwbedrijf Odebrecht. Dat bedrijf gaf toe meer dan 785 miljoen dollar aan steekpenningen te hebben betaald in twaalf landen.
(Suriname Mirror/De Morgen/Twitter)
De president van Ecuador, Lenin Moreno, heeft een tijdelijke vicepresident aangesteld als vervanger voor Jorge Glas, die in voorlopige hechtenis zit. Maria Vicuna (zie foto - Bron: Twitter) zal de taken van Glas op haar nemen tijdens zijn 'tijdelijke afwezigheid', luidt een decreet.
Het Openbaar Ministerie beschuldigde Glas ervan deel uit te maken van een corruptienetwerk met banden met het Braziliaanse bouwbedrijf Odebrecht. Dat bedrijf gaf toe meer dan 785 miljoen dollar aan steekpenningen te hebben betaald in twaalf landen.
Topmanagers binnen het bedrijf hebben Braziliaanse aanklagers verteld, dat ze enkele miljoenen dollars hebben betaald in Ecuador, om staatscontracten binnen te rijven tijdens de tweede termijn van de voormalige president Rafael Correa (2013-217), toen Glas ook vicepresident was. Glas zit momenteel vast in de gevangenis van de hoofdstad Quito.#Ecuador | María Alejandra Vicuña se encarga de la Vicepresidencia ►https://t.co/4JWW4GyCRg pic.twitter.com/xyJWSO02T6— El Telégrafo Ecuador (@el_telegrafo) October 5, 2017
(Suriname Mirror/De Morgen/Twitter)
Bananenarbeiders Ecuador doen boekje open over rechtenschending
Bananentycoon Alvaro Noboa zou arbeiders uitbuiten en minderjarigen in dienst hebben
Het recht op vrijheid van vereniging en betere werkomstandigheden waren de voornaamste onderwerpen die besproken zijn tijdens de eerste internationale bijeenkomst van Bananenarbeiders in Guayaquil, Ecuador. Op deze bijeenkomst, die werd georganiseerd door de ASTAC (Association of Agricultural and Farm Workers - Asociacion Sindical de Trabajadores Agricolas y Campesinos), waren tientallen arbeiders en vertegenwoordigers uit de sector aanwezig uit onder meer Colombia, Peru en de Filipijnen. Het evenement werd mogelijk gemaakt met de steun van zes Europese non-profit organisaties.
Frank Brazzel, interim-directeur van Oxfam, één van deze NGO's, laat weten verbaasd te zijn over de slechte werkomstandigheden op Ecuadoraanse plantages. 'Wanneer arbeiders zich willen organiseren, worden zij bedreigd, vervolgd of zelfs ontslagen', vertelt Brazzel, die zeer teleurgesteld is over de situatie.
ASTAC-coördinator Jorge Acosta bevestigt, dat er inderdaad rechten worden geschonden in de bananensector. Eén van de meest recente voorbeelden is de beslaglegging op de plantage La Clementina, waarvan bananentycoon Alvaro Noboa de eigenaar is. Naar verluidt zou Noboa zijn arbeiders uitbuiten. Hij zou zelfs minderjarigen in dienst hebben die wekelijks minder dan €17 uitbetaald krijgen.
(Suriname Mirror/AGF/Twitter/Ecuador Times/El Universo)
Het recht op vrijheid van vereniging en betere werkomstandigheden waren de voornaamste onderwerpen die besproken zijn tijdens de eerste internationale bijeenkomst van Bananenarbeiders in Guayaquil, Ecuador. Op deze bijeenkomst, die werd georganiseerd door de ASTAC (Association of Agricultural and Farm Workers - Asociacion Sindical de Trabajadores Agricolas y Campesinos), waren tientallen arbeiders en vertegenwoordigers uit de sector aanwezig uit onder meer Colombia, Peru en de Filipijnen. Het evenement werd mogelijk gemaakt met de steun van zes Europese non-profit organisaties.
Frank Brazzel, interim-directeur van Oxfam, één van deze NGO's, laat weten verbaasd te zijn over de slechte werkomstandigheden op Ecuadoraanse plantages. 'Wanneer arbeiders zich willen organiseren, worden zij bedreigd, vervolgd of zelfs ontslagen', vertelt Brazzel, die zeer teleurgesteld is over de situatie.
De Oxfam-directeur legt uit, dat deze omstandigheden mogelijk gevolgen hebben voor de multilaterale overeenkomst die Ecuador en de EU in 2016 aangegaan omdat er op deze manier niet voldaan wordt aan de overeengekomen eis voor duurzame ontwikkeling.Onze kameraden van bananenvakbond #ASTAC gaan voor rechtvaardige bananen tijdens het alternatieve bananenforum! #EerlijkFruit 😋— FOS (@fosngo) October 3, 2017
🍌🍈🍇✊https://t.co/Y3sfOVv59R
ASTAC-coördinator Jorge Acosta bevestigt, dat er inderdaad rechten worden geschonden in de bananensector. Eén van de meest recente voorbeelden is de beslaglegging op de plantage La Clementina, waarvan bananentycoon Alvaro Noboa de eigenaar is. Naar verluidt zou Noboa zijn arbeiders uitbuiten. Hij zou zelfs minderjarigen in dienst hebben die wekelijks minder dan €17 uitbetaald krijgen.
(Suriname Mirror/AGF/Twitter/Ecuador Times/El Universo)
Bolivia herdenkt 50e sterfdag Ernesto Che Guevara
Minister van Cultuur
Wilma Alanoca: 'Che's gedachte levendiger dan ooit'
Bolivia heeft officieel - met liedjes, revolutionaire gedichten en toespraken - de internationale bijeenkomst voor de 50e verjaardag van de aanwezigheid van Ernesto 'Che' Guevara in dit Zuid-Amerikaanse land geopend.
In de openingsceremonie van het evenement nodigde de minister van cultuur, Wilma Alanoca, alle Bolivianen en maatschappelijke, culturele en maatschappelijke organisaties uit het buitenland uit om deel te nemen aan de culturele activiteiten die plaatsvinden in de gemeente Vallegrande, departement Santa Cruz, tot maandag.
Bovendien, benadrukte zij de menselijke waarden van Che, zijn gedachten, de manier van werken ten goede aan de medemens en vrienden, de anti-imperialistische strijd en de broederschap en bevrijding van de volkeren, evenals de onvermoeibare zoektocht naar sociale rechtvaardigheid . In dit verband valt Che's ideologie samen met het economische en sociale beleid dat wordt bevorderd door de Boliviaanse president Evo Morales.
Hoeveel heeft Che geofferd? Hoeveel heeft Che zich aan de hele wereld gewijd? Daarom leeft Che nog steeds in onze gedachten en harten, en in onze dagelijkse acties, beweerde en beklemtoonde Wilma, dat Che's gedachte voor altijd zal blijven zolang de mensen vasthouden aan eenheid, liefde en solidariteit.
Dulce Chazaro, lid van het Ernesto Che Guevara Free Department in Mexico, en de Boliviaanse journalist en historicus Carlos Soria zijn 50 jaar na zijn dood overeengekomen om met de ideeën en leer van Che Latijns-Amerika op te bouwen.
De Cubaanse historici en schrijvers Froilan Arencibia en Adys Cupull herinnerden aan het hele proces dat ze volgden om de feiten die nauw verband houden met de Ñancahuazú guerrilla en hoe belangrijk het zou zijn voor het revolutionaire proces in Bolivia, te reconstrueren.
(Bron foto: ministerie van Cultuur/Twitter) |
Bolivia heeft officieel - met liedjes, revolutionaire gedichten en toespraken - de internationale bijeenkomst voor de 50e verjaardag van de aanwezigheid van Ernesto 'Che' Guevara in dit Zuid-Amerikaanse land geopend.
In de openingsceremonie van het evenement nodigde de minister van cultuur, Wilma Alanoca, alle Bolivianen en maatschappelijke, culturele en maatschappelijke organisaties uit het buitenland uit om deel te nemen aan de culturele activiteiten die plaatsvinden in de gemeente Vallegrande, departement Santa Cruz, tot maandag.
Ondanks dat 50 jaar is verstreken, is Che's gedachte levendiger dan ooit en raakt de volledige gevoeligheid van degenen die dit veranderingsproces leven en voelen, zei Alanoca, die verwees naar de Democratische Culturele Revolutie van Bolivia, die in 2006 begon.Ministra #WilmaAlanoca: Celebramos los valores humanos que nos enseñó el Che y que nos dejó como legado#SeamoscomoelChe pic.twitter.com/w1WhOunYbQ— Min Culturas Bolivia (@CulturasBolivia) October 4, 2017
Bovendien, benadrukte zij de menselijke waarden van Che, zijn gedachten, de manier van werken ten goede aan de medemens en vrienden, de anti-imperialistische strijd en de broederschap en bevrijding van de volkeren, evenals de onvermoeibare zoektocht naar sociale rechtvaardigheid . In dit verband valt Che's ideologie samen met het economische en sociale beleid dat wordt bevorderd door de Boliviaanse president Evo Morales.
Ze herinnerde eraan, dat het proces van verandering een harde strijd is om discriminatie, ongelijkheid en armoede uit te wissen. Ze moedigde Bolivianen aan om het voorbeeld van de revolutionaire leider te volgen, een gedisciplineerd mens die een onwankelbare loyaliteit had, de mogelijkheid om van de ander te houden als van hemzelf en een onvergankelijk bewustzijn te hebben.La exposición fotográfica #ElCheViveEnBolivia” cuenta con 19 cuadros que serán expuestos, del 05 al 13 de octubre#SeamosComoElChe pic.twitter.com/boZjJYSISj— Min Culturas Bolivia (@CulturasBolivia) October 5, 2017
Hoeveel heeft Che geofferd? Hoeveel heeft Che zich aan de hele wereld gewijd? Daarom leeft Che nog steeds in onze gedachten en harten, en in onze dagelijkse acties, beweerde en beklemtoonde Wilma, dat Che's gedachte voor altijd zal blijven zolang de mensen vasthouden aan eenheid, liefde en solidariteit.
Dulce Chazaro, lid van het Ernesto Che Guevara Free Department in Mexico, en de Boliviaanse journalist en historicus Carlos Soria zijn 50 jaar na zijn dood overeengekomen om met de ideeën en leer van Che Latijns-Amerika op te bouwen.
De Cubaanse historici en schrijvers Froilan Arencibia en Adys Cupull herinnerden aan het hele proces dat ze volgden om de feiten die nauw verband houden met de Ñancahuazú guerrilla en hoe belangrijk het zou zijn voor het revolutionaire proces in Bolivia, te reconstrueren.
Het lichaam van Ernesto 'Che' Guevara werd 10 oktober 1967 publiek vertoond na zijn moord door Boliviaanse troepen en CIA-agenten (zie foto boven).
(Suriname Mirror/Prensa Latina/Twitter)
(Suriname Mirror/Prensa Latina/Twitter)
Bouw waterkrachtcentrales jaagt Braziliaanse boeren weg
Groepen die voordien apart weerstand boden, hebben zich verenigd
De bouw van waterkrachtcentrales in het noorden van Brazilië jaagt opnieuw lokale landbouwers weg. Ze krijgen wel een schadevergoeding, maar die is zeer mager, zeggen ze. 'Het komt neer op onteigening. Ik ben al drie keer gedwongen te verhuizen', zegt Daniel Schlindewein (56), aldus IPS woensdag 4 oktober 2017.
Als tiener moest hij samen met andere boerengezinnen verhuizen voor de uitbreiding van het Nationaal Park van Iguaçu, in het zuiden van het land. Zeven jaar later moest hij weg voor de bouw van de waterkrachtcentrale Itaipu Binacional. Hij trok naar de noordelijke deelstaat Mato Grosso, 1500 kilometer verderop, maar daar bouwen ze nu vier waterkrachtcentrales op de Teles Pires-rivier. Schlindewein werd toen activist. Hij komt nu overal in de regio op voor wie moet wijken voor waterkrachtcentrales. Hij doet dat zo vurig, dat hij een verbod heeft gekregen om in de buurt te komen van de werken aan de waterkrachtcentrale van Sinop.
De aankondiging in het vorige decennium dat er nieuwe waterkrachtcentrales zouden komen in Mato Grosso heeft het verzet aangewakkerd, zegt Maria Luiz Troian, pedagoge aan de technische hogeschool in Sinop. Groepen die voordien apart weerstand boden, hebben zich sindsdien verenigd. In 2010 ontstond het Forum Teles Pires. Dat groepeert vakbonden, inheemse inwoners, vissers, niet-gouvernementele organisaties, religieuze groepen, universiteitsprofessoren en sociale bewegingen zoals de Beweging voor Slachtoffers van Stuwmeren (MAB) en de Beweging van Landarbeiders Zonder Grond (MST).
Troian is een van de actiefste leden van het forum. Landbouwers van wie de grond onder water wordt gezet voor een stuwmeer, moeten onrechtvaardige schadevergoedingen accepteren, zegt ze. Het alternatief is de juridische weg, maar die duurt lang en het resultaat is onzeker.
'Het komt neer op onteigening', zegt Schlindewein. 'Ze betalen ons vier keer minder dan de lokale marktprijs.' Hij kwam in 1997, vijf jaar nadat hij uit het zuiden geëmigreerd was, in het dorp Gleba Mercedes wonen. De grond in Mato Grosso was goedkoop. 'Veel mensen zagen het hier niet zitten. Het regent hier veel, en om in de stad Sinop te komen, amper 100 kilometer verderop, heb je vier uur nodig.' Elektriciteit had hij er de eerste tien jaar niet. Samen met zijn broer kocht hij grond aan de Matrinxã, een riviertje dat in de Teles Pires uitmondt. Door de aanleg van een van de vier waterkrachtcentrales moest hij opnieuw verhuizen.
Van bijna de helft van de 560 families die in het gehucht Wesley Manoel dos Santos wonen, zal de grond gedeeltelijk of volledig onder water komen te staan wanneer het stuwmeer volgend jaar gevuld wordt. José da Silva Teodoro verloor 79 van zijn 81 hectaren. Met de schadevergoeding kon hij in de omgeving 70 hectare kopen, maar dat is grond waar geen rivier of beek langskomt. 'Ik had niet genoeg geld om een ander terrein binnen het gehucht te kopen. Ze hebben ons verdreven. De fruitbomen zijn we kwijt en daar kregen we bijna niets voor. We gaan nieuwe bomen planten, maar die zullen pas over vier of vijf jaar vruchten opleveren.'
De waterkrachtcentrale van Sinop, op 70 kilometer van de gelijknamige stad, voedt met zijn stuwmeer van 342 vierkante kilometer drie andere centrales stroomafwaarts, die van Colider, Teles Pires en São Manoel.
De Companhia Energética Sinop (CES), eigenaar van de centrale, heeft de onderhandelingen met de omwonenden bijna afgerond. Ze zegt de impact op de omwonenden zoveel mogelijk te beperken en baseert zich voor de vergoedingen op de regels van de Braziliaanse Vereniging voor Technische Normen. Om de lokale economie te stimuleren, lanceerde de CES een jaar geleden een project voor fruitteelt voor 88 gezinnen.
(Suriname Mirror/IPS)
De bouw van waterkrachtcentrales in het noorden van Brazilië jaagt opnieuw lokale landbouwers weg. Ze krijgen wel een schadevergoeding, maar die is zeer mager, zeggen ze. 'Het komt neer op onteigening. Ik ben al drie keer gedwongen te verhuizen', zegt Daniel Schlindewein (56), aldus IPS woensdag 4 oktober 2017.
Als tiener moest hij samen met andere boerengezinnen verhuizen voor de uitbreiding van het Nationaal Park van Iguaçu, in het zuiden van het land. Zeven jaar later moest hij weg voor de bouw van de waterkrachtcentrale Itaipu Binacional. Hij trok naar de noordelijke deelstaat Mato Grosso, 1500 kilometer verderop, maar daar bouwen ze nu vier waterkrachtcentrales op de Teles Pires-rivier. Schlindewein werd toen activist. Hij komt nu overal in de regio op voor wie moet wijken voor waterkrachtcentrales. Hij doet dat zo vurig, dat hij een verbod heeft gekregen om in de buurt te komen van de werken aan de waterkrachtcentrale van Sinop.
(Bron: Suriname Mirror/Google Earth) |
De aankondiging in het vorige decennium dat er nieuwe waterkrachtcentrales zouden komen in Mato Grosso heeft het verzet aangewakkerd, zegt Maria Luiz Troian, pedagoge aan de technische hogeschool in Sinop. Groepen die voordien apart weerstand boden, hebben zich sindsdien verenigd. In 2010 ontstond het Forum Teles Pires. Dat groepeert vakbonden, inheemse inwoners, vissers, niet-gouvernementele organisaties, religieuze groepen, universiteitsprofessoren en sociale bewegingen zoals de Beweging voor Slachtoffers van Stuwmeren (MAB) en de Beweging van Landarbeiders Zonder Grond (MST).
Troian is een van de actiefste leden van het forum. Landbouwers van wie de grond onder water wordt gezet voor een stuwmeer, moeten onrechtvaardige schadevergoedingen accepteren, zegt ze. Het alternatief is de juridische weg, maar die duurt lang en het resultaat is onzeker.
'Het komt neer op onteigening', zegt Schlindewein. 'Ze betalen ons vier keer minder dan de lokale marktprijs.' Hij kwam in 1997, vijf jaar nadat hij uit het zuiden geëmigreerd was, in het dorp Gleba Mercedes wonen. De grond in Mato Grosso was goedkoop. 'Veel mensen zagen het hier niet zitten. Het regent hier veel, en om in de stad Sinop te komen, amper 100 kilometer verderop, heb je vier uur nodig.' Elektriciteit had hij er de eerste tien jaar niet. Samen met zijn broer kocht hij grond aan de Matrinxã, een riviertje dat in de Teles Pires uitmondt. Door de aanleg van een van de vier waterkrachtcentrales moest hij opnieuw verhuizen.
Van bijna de helft van de 560 families die in het gehucht Wesley Manoel dos Santos wonen, zal de grond gedeeltelijk of volledig onder water komen te staan wanneer het stuwmeer volgend jaar gevuld wordt. José da Silva Teodoro verloor 79 van zijn 81 hectaren. Met de schadevergoeding kon hij in de omgeving 70 hectare kopen, maar dat is grond waar geen rivier of beek langskomt. 'Ik had niet genoeg geld om een ander terrein binnen het gehucht te kopen. Ze hebben ons verdreven. De fruitbomen zijn we kwijt en daar kregen we bijna niets voor. We gaan nieuwe bomen planten, maar die zullen pas over vier of vijf jaar vruchten opleveren.'
De waterkrachtcentrale van Sinop, op 70 kilometer van de gelijknamige stad, voedt met zijn stuwmeer van 342 vierkante kilometer drie andere centrales stroomafwaarts, die van Colider, Teles Pires en São Manoel.
De Companhia Energética Sinop (CES), eigenaar van de centrale, heeft de onderhandelingen met de omwonenden bijna afgerond. Ze zegt de impact op de omwonenden zoveel mogelijk te beperken en baseert zich voor de vergoedingen op de regels van de Braziliaanse Vereniging voor Technische Normen. Om de lokale economie te stimuleren, lanceerde de CES een jaar geleden een project voor fruitteelt voor 88 gezinnen.
(Suriname Mirror/IPS)
Journalist Mariano Luis Heyden ontvangt prestigieuze Boeli van Leeuwenprijs
'Een
journalist met een
opvallende vaardigheid om
nieuws te analyseren'
Journalist Mariano Luis Heyden (1954) krijgt voor zijn journalistiek werk dat tot op heden een periode van 38 jaar bestrijkt, de prestigieuze Boeli van Leeuwenprijs uitgereikt. Dat is door een vijfkoppige jury besloten, aldus vandaag, donderdag 5 oktober 2017, het Antilliaans Dagblad.
In het juryrapport wordt de toekomstige gelauwerde omschreven als een journalist met een opvallende vaardigheid om nieuws te analyseren. Hij heeft een brede kennis en laat zijn creativiteit zien in de interviews die hij afneemt en de informatie die hij aan het publiek verschaft.
Een andere kwaliteit van hem is de vaardigheid om rapporten en vonnissen voor een breed publiek toegankelijk te maken. Het juryrapport vermeldt de wapenfeiten van Heyden.
Journalist Mariano Luis Heyden (1954) krijgt voor zijn journalistiek werk dat tot op heden een periode van 38 jaar bestrijkt, de prestigieuze Boeli van Leeuwenprijs uitgereikt. Dat is door een vijfkoppige jury besloten, aldus vandaag, donderdag 5 oktober 2017, het Antilliaans Dagblad.
In het juryrapport wordt de toekomstige gelauwerde omschreven als een journalist met een opvallende vaardigheid om nieuws te analyseren. Hij heeft een brede kennis en laat zijn creativiteit zien in de interviews die hij afneemt en de informatie die hij aan het publiek verschaft.
Een andere kwaliteit van hem is de vaardigheid om rapporten en vonnissen voor een breed publiek toegankelijk te maken. Het juryrapport vermeldt de wapenfeiten van Heyden.
Uitvoering begroting 2017 regering Curaçao ‘loopt uit de pas’
Cft-advies aan regering: 'Elk dubbeltje omdraaien'
'Elk dubbeltje omdraaien', dat is het advies van voorzitter Raymond Gradus van het College financieel toezicht (Cft) aan de regering van Curaçao en minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën in het bijzonder. De uitvoering van de begroting 2017 ‘loopt uit de pas’. Dit bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Inkomstenverhogende en kostenverlagende maatregelen zijn noodzakelijk in de laatste drie maanden van het jaar om een deficit te voorkomen. ‘Uitdagingen’ liggen er bij de achterblijvende belastinginkomsten, achterblijvende premieopbrengsten bij de sociale fondsen en het beheersen van de overheidsuitgaven.
Ook is het stimuleren van de economie een belangrijke uitdaging voor de komende periode. Er was halverwege het jaar een totale overschrijding van de prognose van 77 miljoen gulden. De voorzitter van het Cft: 'De regering dient stappen te zetten om een tekort eind 2017 af te wenden.'
'Elk dubbeltje omdraaien', dat is het advies van voorzitter Raymond Gradus van het College financieel toezicht (Cft) aan de regering van Curaçao en minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën in het bijzonder. De uitvoering van de begroting 2017 ‘loopt uit de pas’. Dit bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Inkomstenverhogende en kostenverlagende maatregelen zijn noodzakelijk in de laatste drie maanden van het jaar om een deficit te voorkomen. ‘Uitdagingen’ liggen er bij de achterblijvende belastinginkomsten, achterblijvende premieopbrengsten bij de sociale fondsen en het beheersen van de overheidsuitgaven.
Ook is het stimuleren van de economie een belangrijke uitdaging voor de komende periode. Er was halverwege het jaar een totale overschrijding van de prognose van 77 miljoen gulden. De voorzitter van het Cft: 'De regering dient stappen te zetten om een tekort eind 2017 af te wenden.'
Twin Otters van Divi Divi Air klaar voor vertrek uit Canada naar Curaçao
Divi Divi Air wil met Twin Otters vliegverkeer tussen de
ABC-eilanden beter dienen
Eén van de twee door Divi Divi Air aangekochte Twin Otters staat in Canada klaar voor vertrek richting Curaçao. De andere is naar verwachting eind deze week gereed om af te vliegen, aldus vandaag, donderdag 5 oktober 2017, het Antilliaans Dagblad.
De twee ‘De Havilland DHC-6-300 turboproptoestellen’, zoals ze officieel heten, zijn ook al geschilderd in de herkenbare kleuren van de particuliere luchtvaartmaatschappij: wit, groen en blauw. En op romp staat: ‘Flydivi.com’.
Het Curaçaose vliegbedrijf wil met deze Twin Otters het vliegverkeer tussen de ABC-eilanden beter dienen.
Eén van de twee door Divi Divi Air aangekochte Twin Otters staat in Canada klaar voor vertrek richting Curaçao. De andere is naar verwachting eind deze week gereed om af te vliegen, aldus vandaag, donderdag 5 oktober 2017, het Antilliaans Dagblad.
De twee ‘De Havilland DHC-6-300 turboproptoestellen’, zoals ze officieel heten, zijn ook al geschilderd in de herkenbare kleuren van de particuliere luchtvaartmaatschappij: wit, groen en blauw. En op romp staat: ‘Flydivi.com’.
Het Curaçaose vliegbedrijf wil met deze Twin Otters het vliegverkeer tussen de ABC-eilanden beter dienen.
Beheer van het sportcomplex van de NGVB in handen Bisdom Paramaribo
Het bisdom heeft grote plannen met dit sportcomplex
Het beheer van het sportcomplex van de NGVB (Nieuwe Generatie Voetbal Bond), op de hoek van de Koninginne- en Prins Hendrikstraat, is overgedragen aan de bisschop van Paramaribo, Karel Choennie. Het bisdom is eigenaar van het sportcomplex.
De bisschop is Cyril Biervliet, voorzitter van de NGVB, erkentelijk voor 38 jaren trouwe dienst aan de sportwereld.
Het bisdom heeft grote plannen met dit sportcomplex, waar vooral schoolkinderen hun talenten kunnen ontwikkelen.
Johan Tjang A Sjin is voorzitter van een werkgroep die de bisschop heeft benoemd om het sportcentrum beter te doen beantwoorden aan de aspiraties van het Rooms Katholiek Bisdom Paramaribo. Het bisdom wil de parochies en de scholen actief betrekken bij het sportgebeuren. Het is het verlangen van de bisschop dat het sportcomplex de gelegenheid kan bieden aan een school voor jong talent.
Kinderen moeten vanaf hun vroege jeugd in de school een curriculum krijgen aangeboden om hun zang-, muziek-, dans-, acteer- en sporttalent te ontwikkelen tot op het niveau van middelbaar onderwijs.
Het bisdom is bezig met een inventarisatie van de activiteiten die op het sportcomplex plaatsvinden om zo een goede planning te kunnen maken. Het ligt in de bedoeling dat op 25 november van dit jaar het complex feestelijk wordt heropend onder een nieuwe naam en een nieuw elan, aldus bisschop Choennie in zijn 4 oktober 2017 uitgebracht persbericht:
http://www.bisdomparamaribo.org/nieuws-rss-feed/320-persbericht-van-mgr-karel-choennie-bisschop-van-paramaribo-over-het-sportcomplex-ngvb
Het beheer van het sportcomplex van de NGVB (Nieuwe Generatie Voetbal Bond), op de hoek van de Koninginne- en Prins Hendrikstraat, is overgedragen aan de bisschop van Paramaribo, Karel Choennie. Het bisdom is eigenaar van het sportcomplex.
De bisschop is Cyril Biervliet, voorzitter van de NGVB, erkentelijk voor 38 jaren trouwe dienst aan de sportwereld.
Het bisdom heeft grote plannen met dit sportcomplex, waar vooral schoolkinderen hun talenten kunnen ontwikkelen.
Johan Tjang A Sjin is voorzitter van een werkgroep die de bisschop heeft benoemd om het sportcentrum beter te doen beantwoorden aan de aspiraties van het Rooms Katholiek Bisdom Paramaribo. Het bisdom wil de parochies en de scholen actief betrekken bij het sportgebeuren. Het is het verlangen van de bisschop dat het sportcomplex de gelegenheid kan bieden aan een school voor jong talent.
Kinderen moeten vanaf hun vroege jeugd in de school een curriculum krijgen aangeboden om hun zang-, muziek-, dans-, acteer- en sporttalent te ontwikkelen tot op het niveau van middelbaar onderwijs.
Het bisdom is bezig met een inventarisatie van de activiteiten die op het sportcomplex plaatsvinden om zo een goede planning te kunnen maken. Het ligt in de bedoeling dat op 25 november van dit jaar het complex feestelijk wordt heropend onder een nieuwe naam en een nieuw elan, aldus bisschop Choennie in zijn 4 oktober 2017 uitgebracht persbericht:
http://www.bisdomparamaribo.org/nieuws-rss-feed/320-persbericht-van-mgr-karel-choennie-bisschop-van-paramaribo-over-het-sportcomplex-ngvb
Persbericht van Mgr. Karel Choennie, bisschop van Paramaribo, over het sportcomplex NGVB
Paramaribo 04 oktober 2017
Heden 4 oktober heeft de voorzitter van de NGVB de heer Cyrill Biervliet het beheer van het sportcomplex op de Hoek van de Koninginnen- en Prinshendrikstraat overgedragen aan de bisschop van Paramaribo. Het bisdom is eigenaar van het sportcomplex. De bisschop is de heer Biervliet zeer erkentelijk voor 38 jaren trouwe dienst aan de sportwereld.
De heer Johan Tjang A Sjin is voorzitter van een werkgroep die de bisschop heeft benoemd om het sportcentrum beter te doen beantwoorden aan de aspiraties van het Rooms Katholiek Bisdom Paramaribo. Het bisdom wil de parochies en de scholen actief betrekken bij het sportgebeuren. Het is het verlangen van de bisschop dat het sportcomplex de gelegenheid kan bieden aan een school voor jong talent waarbij kinderen vanaf hun vroege jeugd in de school een curriculum krijgen aangeboden om hun zang, muziek, dans, acteer en sporttalent te ontwikkelen tot op het niveau van middelbaar onderwijs.
Het bisdom is bezig met een inventarisatie van de activiteiten die op het sportcomplex plaatsvinden om zo een goede planning te kunnen maken. Het ligt in de bedoeling dat op 25 november van dit jaar het complex feestelijk wordt heropend onder een nieuwe naam en een nieuw elan.
Mgr Karel Choennie
Bisschop van Paramaribo
Heden 4 oktober heeft de voorzitter van de NGVB de heer Cyrill Biervliet het beheer van het sportcomplex op de Hoek van de Koninginnen- en Prinshendrikstraat overgedragen aan de bisschop van Paramaribo. Het bisdom is eigenaar van het sportcomplex. De bisschop is de heer Biervliet zeer erkentelijk voor 38 jaren trouwe dienst aan de sportwereld.
De heer Johan Tjang A Sjin is voorzitter van een werkgroep die de bisschop heeft benoemd om het sportcentrum beter te doen beantwoorden aan de aspiraties van het Rooms Katholiek Bisdom Paramaribo. Het bisdom wil de parochies en de scholen actief betrekken bij het sportgebeuren. Het is het verlangen van de bisschop dat het sportcomplex de gelegenheid kan bieden aan een school voor jong talent waarbij kinderen vanaf hun vroege jeugd in de school een curriculum krijgen aangeboden om hun zang, muziek, dans, acteer en sporttalent te ontwikkelen tot op het niveau van middelbaar onderwijs.
Het bisdom is bezig met een inventarisatie van de activiteiten die op het sportcomplex plaatsvinden om zo een goede planning te kunnen maken. Het ligt in de bedoeling dat op 25 november van dit jaar het complex feestelijk wordt heropend onder een nieuwe naam en een nieuw elan.
Mgr Karel Choennie
Bisschop van Paramaribo
Brokopondo meer en meer tot ontwikkeling
Marshallkreek heeft binnenkort een triplexfabriek, binnenwegen worden voorzien van asfalt
In Brokopondo draait binnenkort een triplexfabriek in het dorp Marshallkreek. In het district worden wegen en binnenwegen aangepakt. Politici van regeringspartijen zijn blij met de ontwikkelingen in hun district, aldus de Ware Tijd vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Het bedrijf zal werk bieden aan ongeveer vijfhonderd personen, maar kan pas produceren wanneer de elektrificatie een feit is.
Ex-parlementariër Ronny Asabina, nu Staatsraadslid van de BEP, juicht deze ontwikkeling in zijn geboortedorp toe. Naast productie vinden er asfalteringswerkzaamheden plaats. Verschillende binnenwegen zijn geasfalteerd. De asfalteringswerkzaamheden in het district zijn onderdeel van het Dalian 4- project. Op het programma staat ook verbetering van wegen in Brokopondo zoals te Balingsula, Victoria, het weggedeelte Tapuripa-Boslanti, Brownsweg en Klaaskreek.
Wendell Asadang, Assembleelid van de NDP in Brokopondo, zei eerder dat het hem goed stemt dat de wegen worden geasfalteerd. De werkzaamheden ziet hij ook als een positieve bijdrage om makkelijker de dorpen te bereiken. 'Dit is gerieflijker voor de mensen. Wegen aanleggen is communicatie.' Hij verwacht dat voertuigen minder zullen slijten wanneer de binnenwegen zijn geasfalteerd. Daardoor hoeven de eigenaren minder geld uit te geven aan reparaties.
In juli publiceerde Rosebel Gold Mines het boek 'De bloeiende toekomst van Brokopondo' om de duurzame ontwikkeling van het district verder te stimuleren. Het boek geeft per dorp inzicht in de samenstelling van de bevolking, de sociaaleconomische kenmerken, levensstandaard en ontwikkelingsbehoefte.
In Brokopondo draait binnenkort een triplexfabriek in het dorp Marshallkreek. In het district worden wegen en binnenwegen aangepakt. Politici van regeringspartijen zijn blij met de ontwikkelingen in hun district, aldus de Ware Tijd vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
Het bedrijf zal werk bieden aan ongeveer vijfhonderd personen, maar kan pas produceren wanneer de elektrificatie een feit is.
Ex-parlementariër Ronny Asabina, nu Staatsraadslid van de BEP, juicht deze ontwikkeling in zijn geboortedorp toe. Naast productie vinden er asfalteringswerkzaamheden plaats. Verschillende binnenwegen zijn geasfalteerd. De asfalteringswerkzaamheden in het district zijn onderdeel van het Dalian 4- project. Op het programma staat ook verbetering van wegen in Brokopondo zoals te Balingsula, Victoria, het weggedeelte Tapuripa-Boslanti, Brownsweg en Klaaskreek.
Wendell Asadang, Assembleelid van de NDP in Brokopondo, zei eerder dat het hem goed stemt dat de wegen worden geasfalteerd. De werkzaamheden ziet hij ook als een positieve bijdrage om makkelijker de dorpen te bereiken. 'Dit is gerieflijker voor de mensen. Wegen aanleggen is communicatie.' Hij verwacht dat voertuigen minder zullen slijten wanneer de binnenwegen zijn geasfalteerd. Daardoor hoeven de eigenaren minder geld uit te geven aan reparaties.
In juli publiceerde Rosebel Gold Mines het boek 'De bloeiende toekomst van Brokopondo' om de duurzame ontwikkeling van het district verder te stimuleren. Het boek geeft per dorp inzicht in de samenstelling van de bevolking, de sociaaleconomische kenmerken, levensstandaard en ontwikkelingsbehoefte.
Newmont Suriname start fase 2 constructie Merian-goudmijn
In 1e jaar draagt mijnbouwbedrijf 34 miljoen Amerikaanse dollar aan royalties over aan Staat
Newmont Suriname gaat fase 2 van de constructie van de Merian-goudmijn in. Dit traject waaronder technische werkzaamheden, aanschaf en constructie voor een primary crusher voor de verwerking van hard gesteente zal tot het derde kwartaal van 2018 duren. In de nieuwe investeringen zijn ook de uitbreiding van de elektriciteitscentrale en de vergroting van de opslagvoorziening voor residuen opgenomen.
Het goudbedrijf heeft op 1 oktober zijn eerste volledige jaar van veilige, efficiënte en verantwoorde productie van de Merian-mijn in het centrale deel van Oost-Suriname herdacht.
Newmont Suriname heeft over dat jaar 34 miljoen Amerikaanse dollar aan royalties overgedragen aan de overheid. Aan salarissen heeft het bedrijf 12 miljoen Amerikaanse dollar betaald, terwijl het 2.2 miljoen Amerikaanse dollar aan goederen en diensten heeft betrokken bij lokale verkopers en leveranciers.
In een persbericht zegt de onderneming vandaag, donderdag 5 oktober 2017, dat het verder gaat met het verkennen van mogelijkheden voor een veilige, efficiënte en verantwoorde groei van zijn bedrijfsactiviteiten in Suriname. Bij Newmont Suriname werken ongeveer 1.300 mensen van wie 90% Surinamer is.
Staatsolie heeft een belang van 25% in het goudbedrijf. Het exploratieteam van Newmont Suriname blijft zijn verkennings- en boorwerkzaamheden voortzetten in veelbelovende gebieden om zijn reserves te vergroten en de levensduur van de mijn te verlengen. De milieu- en sociale effectenanalyse voor het Sabajo concessiegebied zijn in afrondende fase, zegt het bedrijf. Het verwacht de analyse volgend jaar in te dienen bij de overheid.
(Bron foto: Newmont Suriname ) |
Newmont Suriname gaat fase 2 van de constructie van de Merian-goudmijn in. Dit traject waaronder technische werkzaamheden, aanschaf en constructie voor een primary crusher voor de verwerking van hard gesteente zal tot het derde kwartaal van 2018 duren. In de nieuwe investeringen zijn ook de uitbreiding van de elektriciteitscentrale en de vergroting van de opslagvoorziening voor residuen opgenomen.
Het goudbedrijf heeft op 1 oktober zijn eerste volledige jaar van veilige, efficiënte en verantwoorde productie van de Merian-mijn in het centrale deel van Oost-Suriname herdacht.
Newmont Suriname heeft over dat jaar 34 miljoen Amerikaanse dollar aan royalties overgedragen aan de overheid. Aan salarissen heeft het bedrijf 12 miljoen Amerikaanse dollar betaald, terwijl het 2.2 miljoen Amerikaanse dollar aan goederen en diensten heeft betrokken bij lokale verkopers en leveranciers.
In een persbericht zegt de onderneming vandaag, donderdag 5 oktober 2017, dat het verder gaat met het verkennen van mogelijkheden voor een veilige, efficiënte en verantwoorde groei van zijn bedrijfsactiviteiten in Suriname. Bij Newmont Suriname werken ongeveer 1.300 mensen van wie 90% Surinamer is.
Staatsolie heeft een belang van 25% in het goudbedrijf. Het exploratieteam van Newmont Suriname blijft zijn verkennings- en boorwerkzaamheden voortzetten in veelbelovende gebieden om zijn reserves te vergroten en de levensduur van de mijn te verlengen. De milieu- en sociale effectenanalyse voor het Sabajo concessiegebied zijn in afrondende fase, zegt het bedrijf. Het verwacht de analyse volgend jaar in te dienen bij de overheid.
Project Overview - http://www.surgold.com/the-merian-project/
Location | Suriname: 66 Km south of the town of Moengo and 30 Km north of the Nassau Mountains |
Estimated First Five-year Annual Production | 400,000 to 500,000 ounces |
Estimated Life-of-Mine Annual Production | 300,000 to 400,000 ounces |
Estimated Start of Commercial Production | Late 2016 |
Estimated Mine Life | 11 years |
Ownership | Newmont – 100 percent ownership of Surgold Republic of Suriname – option to earn 25 percent equity ownership |
Product | Gold |
Capital Investment | Estimated between $900 million to $1.0 billion |
Reserves and Resources | Gold reserves of approximately 4.2 million ounces (on a 100 percent basis, as of Dec. 31, 2013) |
Mining Type | Open Pit |
Expected Mining Rate for First Five Years | Approximately 50 million tonnes/year |
Expected Milling Rate for First Five Years | Approximately 12 million tonnes/year |
Amerikaans bedrijf Solar Reserve wil 100 megawatt zonne-energie project opzetten in Suriname
CEO Smith houdt presentatie voor minister Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen
Kevin Smith, CEO van het bedrijf Solar Reserve, gevestigd in Santa Monica (Californië, VS) en kantoren in Zuid-Afrika, Australië, Chili, Verenigde Arabische Emiraten heeft een presentatie gehouden voor minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen, over de opzet van een 100 megawatt zonne-energie project. Het 'Suriname Solar Energie project' is geraamd op een budget van 175 miljoen Amerikaanse dollar.
In 2016 werd de Energiewet goedgekeurd door De Nationale Assemblee. Deze biedt onder andere aan individuen de mogelijkheid om duurzame hernieuwbare energie methoden binnen het raamwerk van de wet aan te bieden ter goedkeuring.
De bewindsman laat vandaag, donderdag 5 oktober 2017, via het Nationaal Informatie Instituut optekenen - zo schrijft Starnieuws - dat voor de uitvoering van de wet er enige achterstand is, maar dit vormt geen obstakel om voorstellen te beoordelen.
Vanuit het ministerie zal dit voorstel bekeken worden en zal advies worden uitgebracht. In deze fase is er geen toezegging gedaan aan Solar Reserve voor de uitvoer van het project. De goedkeuring en onderhandeling met de regering moeten nog plaatsvinden. Bij voortgang van dit project zullen ongeveer 300 personen een baan vinden.
Kevin Smith, CEO van het bedrijf Solar Reserve, gevestigd in Santa Monica (Californië, VS) en kantoren in Zuid-Afrika, Australië, Chili, Verenigde Arabische Emiraten heeft een presentatie gehouden voor minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen, over de opzet van een 100 megawatt zonne-energie project. Het 'Suriname Solar Energie project' is geraamd op een budget van 175 miljoen Amerikaanse dollar.
In 2016 werd de Energiewet goedgekeurd door De Nationale Assemblee. Deze biedt onder andere aan individuen de mogelijkheid om duurzame hernieuwbare energie methoden binnen het raamwerk van de wet aan te bieden ter goedkeuring.
De bewindsman laat vandaag, donderdag 5 oktober 2017, via het Nationaal Informatie Instituut optekenen - zo schrijft Starnieuws - dat voor de uitvoering van de wet er enige achterstand is, maar dit vormt geen obstakel om voorstellen te beoordelen.
Vanuit het ministerie zal dit voorstel bekeken worden en zal advies worden uitgebracht. In deze fase is er geen toezegging gedaan aan Solar Reserve voor de uitvoer van het project. De goedkeuring en onderhandeling met de regering moeten nog plaatsvinden. Bij voortgang van dit project zullen ongeveer 300 personen een baan vinden.
Assemblee van de Arbeid C-47 bijeen om te praten over 'vele disputen met de regering en de te nemen stappen'
'Regering stelt zich dictatoriaal op door degenen die hun vakbondsrecht uitoefenen te straffen'
Bonden aangesloten bij C-47 komen morgen bijeen tijdens de Assemblee van de Arbeid om te praten over de 'vele disputen met de regering en de te nemen stappen'. Directe aanleiding zijn de ontslagen en mutaties van leerkrachten die deel hebben genomen aan vakbondsactiviteiten. Een ander punt is de campagne van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB) die alle ambtenaren dwingt om bij de overheidsbank een rekening te openen, zo schrijft Starnieuws vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
De Bond van Leraren (BvL) en Alliantie voor Leerkrachten in Suriname (ALS) houden vanmiddag een stille protestloop. Diverse vakorganisaties, waaronder BvL, ALS, PWO, FAL, BPMO en C-47 hebben gisteren een persconferentie belegd over de ontstane ‘noodsituatie in de vakbeweging’. De vakbondsleiders vinden, dat de regering zich steeds dictatoriaal opstelt door degenen die hun vakbondsrecht uitoefenen, te straffen.
De onderwijsbonden hebben tot nu toe tien gevallen van ontslag en honderden mutaties van hun leden geregistreerd. De leerkrachten wordt per telefoon en per brief de tuchtmaatregel voorgehouden, zeiden de vakbondsleiders Robby Berenstein (C-47) en Wilgo Valies (BvL/ALS).
In de gevallen van de mutaties is er niet eens een beschikking die de handeling bekrachtigt, gaf Valies aan. 'De tuchtmaatregelen hebben een dusdanig vergaand karakter, dat we als totale vakbeweging er niet aan ontkomen om actief hiermee te bemoeien', stelde Berenstein. 'Deze maatregelen zijn van invloed op ons totale werknemersbestaan. En dat hebben we bedoeld met Peneux poepe wan poepe san bigi moro eng her’ baka sey. Daarmee geven we aan dat die meneer zijn boekje te buiten is gegaan.'
Dit, en het feit dat de vakbonden nog steeds openstaan voor dialoog, is in een brief gericht aan de president opgenomen.
De waarnemend president heeft gereageerd. Maar, die brief geeft duidelijk aan dat er 'op korte termijn en ook niet deze maand' ruimte is om te praten. De onderwijsbonden zijn verwezen naar het Onderhandelingsorgaan van de Overheid. 'Wie dat zijn en of het werkt weten we niet', zei Berenstein aan.
De vakbonden voelen zich ook niet op hun gemak over de bewegingen die de SPSB maakt. 'Een van de issues die speelt is de hele kwestie rond de verplichting van werknemers van staatsbedrijven om een rekening te openen bij SPSB. Dat geldt ook voor instellingen die subsidie van de Staat krijgen. Men wil de SPSB kennelijk meer body geven. In feite komt het erop neer, dat men alle ambtenaren bij de SPSB wil onderbrengen. De staatsbedrijven hebben de opdracht fu go opo wan rekening na SPSB al gekregen. Het brengt niet alleen bankzaken in de war, er zijn een heleboel twijfels over die bank', aldus Berenstein.
Morgen zal ook aangegeven worden welke stappen lokaal en internationaal genomen zullen worden 'want dit kan niet zo gelaten worden, de regering zal antwoord krijgen'.
Bonden aangesloten bij C-47 komen morgen bijeen tijdens de Assemblee van de Arbeid om te praten over de 'vele disputen met de regering en de te nemen stappen'. Directe aanleiding zijn de ontslagen en mutaties van leerkrachten die deel hebben genomen aan vakbondsactiviteiten. Een ander punt is de campagne van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB) die alle ambtenaren dwingt om bij de overheidsbank een rekening te openen, zo schrijft Starnieuws vandaag, donderdag 5 oktober 2017.
De Bond van Leraren (BvL) en Alliantie voor Leerkrachten in Suriname (ALS) houden vanmiddag een stille protestloop. Diverse vakorganisaties, waaronder BvL, ALS, PWO, FAL, BPMO en C-47 hebben gisteren een persconferentie belegd over de ontstane ‘noodsituatie in de vakbeweging’. De vakbondsleiders vinden, dat de regering zich steeds dictatoriaal opstelt door degenen die hun vakbondsrecht uitoefenen, te straffen.
De onderwijsbonden hebben tot nu toe tien gevallen van ontslag en honderden mutaties van hun leden geregistreerd. De leerkrachten wordt per telefoon en per brief de tuchtmaatregel voorgehouden, zeiden de vakbondsleiders Robby Berenstein (C-47) en Wilgo Valies (BvL/ALS).
In de gevallen van de mutaties is er niet eens een beschikking die de handeling bekrachtigt, gaf Valies aan. 'De tuchtmaatregelen hebben een dusdanig vergaand karakter, dat we als totale vakbeweging er niet aan ontkomen om actief hiermee te bemoeien', stelde Berenstein. 'Deze maatregelen zijn van invloed op ons totale werknemersbestaan. En dat hebben we bedoeld met Peneux poepe wan poepe san bigi moro eng her’ baka sey. Daarmee geven we aan dat die meneer zijn boekje te buiten is gegaan.'
Dit, en het feit dat de vakbonden nog steeds openstaan voor dialoog, is in een brief gericht aan de president opgenomen.
De waarnemend president heeft gereageerd. Maar, die brief geeft duidelijk aan dat er 'op korte termijn en ook niet deze maand' ruimte is om te praten. De onderwijsbonden zijn verwezen naar het Onderhandelingsorgaan van de Overheid. 'Wie dat zijn en of het werkt weten we niet', zei Berenstein aan.
De vakbonden voelen zich ook niet op hun gemak over de bewegingen die de SPSB maakt. 'Een van de issues die speelt is de hele kwestie rond de verplichting van werknemers van staatsbedrijven om een rekening te openen bij SPSB. Dat geldt ook voor instellingen die subsidie van de Staat krijgen. Men wil de SPSB kennelijk meer body geven. In feite komt het erop neer, dat men alle ambtenaren bij de SPSB wil onderbrengen. De staatsbedrijven hebben de opdracht fu go opo wan rekening na SPSB al gekregen. Het brengt niet alleen bankzaken in de war, er zijn een heleboel twijfels over die bank', aldus Berenstein.
Morgen zal ook aangegeven worden welke stappen lokaal en internationaal genomen zullen worden 'want dit kan niet zo gelaten worden, de regering zal antwoord krijgen'.
'Slachtingen vinden plaats onder in het bijzonder de jaguar'
'Burgers bieden in het wild levende beschermde dieren en delen daarvan te koop aan'
Nog steeds worden vele dieren legaal geëxporteerd
Het is het Onderdirectoraat Bosbeheer van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer opgevallen, dat burgers in het wild levende dieren en delen daarvan te koop aanbieden, welke vaak tot de beschermde diersoorten behoren in Suriname. Ook is gebleken, dat er slachtingen plaatsvinden onder in het bijzonder de jaguar (zie foto - Bron: Facebook), de grootste katachtige van Zuid-Amerika, door voornamelijk jagers in de desbetreffende jacht en/of woongebieden. Dit bericht het Nationaal Informatie Instituut, NII, woensdag 4 oktober 2017.
Het Onderdirectoraat meldt verder, dat er in Suriname zes soorten in het wild levende katachtigen voorkomen die volgens de Jachtwet 1954 (GB 1954 no. 25 zoals laatstelijk gewijzigd) en het Jachtbesluit 2002 (SB 2002 no. 116) totaal beschermd zijn.
De jaguar valt tevens onder de IUCN Red List of Threatened Animals (International Union for Conservation of Nature) en onder de Conventie inzake de Internationale Handel in Bedreigde Wilde Fauna en Flora (CITES).
Conform artikelen 2 en 3 van de Jachtwet 1954 is niet alleen het doden, kopen, ten verkoop of ter aflevering voor handen te hebben, vervoeren, vangen et cetera. van beschermde dieren verboden, maar ook het onder zich hebben van delen daarvan al dan niet geprepareerd strafbaar. Bij overtreding van de bovengenoemde wetten, die vallen onder de Wet Economische Delicten, zal de overtreder onmiddellijk worden aangehouden en in verzekering gesteld en zal een hoge transactieboete worden vastgesteld door het Openbaar Ministerie.
Bij het plegen van een misdrijf (doden van beschermde diersoorten) kan los van de bovengenoemde sancties, uw jachtbevoegdheid voor algeheel door het Openbaar Ministerie worden ingetrokken.
Belanghebbenden die meer informatie nodig hebben ten aanzien van de Jachtwet en in het wild levende diersoorten, kunnen terecht bij de Sektie Natuurbeheer-edukatie en Voorlichting van LBB, Cornelis Jongbawstraat no. 10, Paramaribo, tel: 471641, 479431 of 472847 en te Nw. Nickerie aan de Groenhartstraat no. 10, tel: 0232350
Gegevens over de illegale handel van wild uit Suriname zijn, voor zover bekend, nimmer gepubliceerd. Nu en dan bereikt een bericht de nationale - en soms internationale - media, dat een passagier van een vlucht van Suriname naar Nederland bij aankomst op de luchthaven Schiphol is betrapt met zangvogeltjes of kolibries uit Suriname in de bagage. Niet uitgesloten kan echter worden, gelet op de open grenzen van het land en het geld dat met de smokkel van illegale wildvang gemoeid zou zijn, dat wildvangdieren Suriname via illegale weg verlaten.
Er deden medio 2014 op Trinidad & Tobago verhalen de ronde, dat maandelijks een schip voor de kust ligt met als lading dieren ui Brazilië, Suriname, Guyana en Venezuela. Dat schip doet geen haven aan, maar kleine lokale vissersboten varen uit n&aar het schip om vervolgens dieren aan boord te nemen. Harde bewijzen hiervoor zouden er nog niet zijn.
De handelsdatabase van CITES laat zien dat in 2016 een paar honderd, 465, dieren zijn geëxporteerd. (Althans, dat is het aantal zoals geregistreerd op 4 oktober. Exporten kunnen nog tot 31 oktober bij CITES worden aangemeld!). Daaronder
100 Ameerega trivittatus (groengestreepte gifkikker) naar Nederland,
88 Chelonoidis carbonarius (kolenbranderschildpad) naar Nederland,
82 Corallus hortulanus (tuinboa) waarvan 62 naar het Verenigd Koninkrijk en 20 naar Nederland en 23 Eunectes murinus (groene anaconda) waarvan 13 naar het Verenigd Koninkrijk en 10 naar Duitsland.
Een jaar eerder, 2015, werden bijna 10.000 (!) dieren vanuit Suriname legaal geëxporteerd ,9.823. Daaronder waren onder andere
1.737 iguana iguana (groene leguaan) naar de VS
1.006 Amazona amazonica ( oranjevleugelamazone), waarvan 666 naar Turkije, 140 naar Thailand en 200 naar Hongkong
723 Ara ararauna ( blauwgele ara), waarvan 522 naar Thailand, 104 naar Singapore, 48 naar China en 15 naar de Dominicaanse Republiek
197 boa constrictor, waarvan 100 naar de VS, 20 naar Nederland, 40 naar Zuid-Korea, 29 naar Duitsland en 8 naar Tjechië
611 Dendrobates tinctorius (schilderskikker), waarvan 489 naar de VS, 80 naar Nederland en 42 naar Japan.
(Suriname/Mirror/NII)
Ter extra informatie (bron: https://suriname-tribune.blogspot.com/2012/03/levendige-handel-in-export-dieren-uit.html en https://suriname-tribune.blogspot.com/search?q=export):
Uit Suriname zijn tussen 1981 en 2011 ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren geëxporteerd
Uit onderzoek van de gegevens uit het CITES handelsregister (Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora) blijkt dat uit Suriname tussen 1981 en 2011 in totaal ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren zijn geëxporteerd. De (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt gereguleerd met CITES-vergunningen en -certificaten. Daar hebben verschillende landen in 1973 afspraken over gemaakt. Inmiddels hebben bijna 180 landen deze zogenaamde CITES-overeenkomst ondertekend. Ook Suriname.
In 1981 werden 14.612 dieren en in 2010 10.826 dieren (de meeste dieren in 2010, 3.921, naar de Verenigde Staten en 2.082 naar Nederland) geëxporteerd. De meeste dieren werden in 1995 Suriname uit getransporteerd, 60.108, en het kleinste aantal, 7.740, in 1984.
Het dier dat het meest is/wordt geëxporteerd is de groene legaan (Iguana Iguana), vooral naar Amerika. In totaal werden de afgelopen dertig jaren 503.201 exemplaren het land uit vervoerd. In 1993 werden de meeste groene leguanen (40.715) geëxporteerd en het kleinste aantal, 1.227, in 2004. Globaal overzicht aantal en soorten geëxporteerde dieren
Om een globaal beeld te schetsen van het aantal en soorten geëxporteerde dieren volgt hieronder een klein en willekeurig overzicht:
14.647 boa constrictors (de meeste, 909, in 2005) – CITES export quotum 2011 1.010 exemplaren;
8.226 kaaimannen met een recordaantal van 853 exemplaren in 1995 – CITES export quotum 2011 925 exemplaren;
6.755 viooltjespapegaaien (Pionus Fuscus, ook wel Pirikutu en Bruin Margrietje genoemd) – CITES export quotum 2011 800 exemplaren;
17.740 maïsparkieten (Aratinga Pertinax; Karuprakiki), waarvan de meeste, 1.500 in 1987 en het kleinste aantal in 2008, 12 exemplaren – CITES export quotum 2011 2.033 exemplaren;
62.187 oranjevleugel amazones (Amazona Amazonica; Kulekule), het grootste aantal van 4.941 vogels werd in 1995 uit Suriname geëxporteerd – het jaar waarin in totaliteit de meeste dieren het land uit werden vervoerd. De meeste oranjevleugel amazones zijn naar Nederland geëxporteerd – CITES export quotum 2011 3.600 exemplaren;
19.958 pijlgifkikkers (Dendrobates Tinctorius; Okopipi) naar vooral Nederland en de verenigde Staten (V.S.) – opvallend is dat in de jaren 1981 tot en met 1986 en 2005, 2006 en 2007 geen enkel exemplaar werd geëxporteerd – CITES export quotum 2011 1.886. Opmerkelijke exporten
In 2009 werden volgens het CITES handelsregister 31 en in 2010 54 uitheemse Indian Bullfrogs (Hoplobatrachus Tigerinus) – die voorkomen in India, Pakistan en Nepal – geëxporteerd.
In 2007 werden 6 volgens de IUCN (International Union for the Conservation of Nature) Rode Lijst ‘bedreigde’ witvleugel cotinga’s (Xipholena Atropurpurea) naar de V.S. geëxporteerd.
De IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten wordt jaarlijks opgesteld door de IUCN met medewerking van duizenden soortendeskundigen wereldwijd. Het risico dat een soort uitsterft en de ernst van de bedreiging wordt vastgesteld aan de hand van een aantal criteria: de snelheid waarmee een soort achteruit gaat, de zeldzaamheid van de soort, en de verspreiding van de soort – grootte van het leefgebied en mate van versnippering.
De witvleugel cotinga komt alleen in het oosten van Brazilië voor en er zouden nog maar tussen de 5.000 en 19.500 exemplaren in het wild leven.
Een ander niet-inheemse diersoort werd in een aantal van 600 naar Amerika geëxporteerd in 2006: de Nicobar sparrowhawk (Accipiter Butleri), die alleen zou voorkomen op de Nicobar Eilanden bij India (heeft de IUCN Rode Lijst status ‘kwetsbaar’).
Twee reuzenmiereneters (Myrmecophaga Tridactyla) zijn in 1996 Suriname uitgevoerd naar Japan en één een jaar later. Twee exemplaren verdwenen in 2002 naar Mexico en een naar de V.S.. Zijn status op de IUCN Rode Lijst is ‘gevoelig’.
In 2001 werden 10 driekleurige gifkikkers (Epipedobates Tricolor) geëxporteerd. Deze kikkersoort leeft alleen in Ecuador en kreeg drie jaar later de status ‘bedreigd’ op de IUCN Rode Lijst.
36 Reuzentoekans (Ramphastos Toco; Toco Toekan) werden in 1995 geëxporteerd naar Nederland en in 1999 6 vogels naar Spanje.
14 Zogenoemde toerako’s (Tauraco) werden in 1999 naar de V.S. geëxporteerd.
1 Tayra (Eira Barbara), een marterachtige, werd in 1997 vanuit Suriname naar Japan geëxporteerd en 1 gestreepte ransuil (Pseudoscops Clamator) naar buurland Brazilië.
In 1996 werden 2 witgezichtsaki’s (Pithecia Pithecia) naar Japan geëxporteerd. Tot vandaag de dag is volstrekt onduidelijk hoeveel van deze apen nog in het wild leven. Vanwege de schuwheid van de witgezichtsaki is de populatie moeilijk te controleren.
In 1987 werden 3 laaglandtapirs (Tapirus Terrestris) naar Nederland en 2 exemplaren in 2008 naar Zuid-Afrika geëxporteerd. Sinds 2008 heeft dit dier de IUCN Rode Lijst ‘kwestbaar’ status. Begin jaren ’80 en in 1995 zijn krapé’s en aitkanti’s geëxporteerd
Twee van de meest in het oog springende exporten betrof de export van een aantal levende groene zeeschildpadden (Chelonia Mydas; krapé) en lederschildpadden (Dermochelys Coriacea; aitkanti). Van de groene zeeschildpad werden in 1980 120 exemplaren (bestemming V.S.), 1981 350 (bestemming Canada), 1982 1.102 (bestemming 1.100 exemplaren V.S. en 2 Denemarken), 1990 20 (bestemming V.S.) en in 1995 205 dieren – 200 naar Canada en 5 naar Nederland – geëxporteerd. De schildpad had en heeft de ‘bedreigde’ status op de IUCN Rode Lijst. In 1995 werden 5 lederschildpadden naar Nederland vervoerd, in 1981 300 naar Canada en in 1982 74 naar de V.S.. Destijds had deze grote zeeschildpad de ‘bedreigde’ status en nu ‘kritiek’. Een medewerker van de ‘Red List Unit IUCN’ in het Britse Camebridge bevestigt deze exporten en laat in een reactie weten dat de in 1980 en 1981 naar Canada geëxporteerde groene zeeschildpadden en lederschildpadden bestemd waren voor wetenschappelijke doeleinden. Ook de in 1982 naar de V.S. vervoerde 74 lederschildpadden hadden als bestemming de wetenschap.
Export van doodshoofdaapjes, monkimonki’s Van 1981 tot en met 2010 werden uit Suriname in total 4.612 doodshoofdaapjes (Saimiri Sciureus) geëxporteerd. De meeste verdwenen uit Suriname voor zogenoemde ‘commerciële’ doeleinden. Slechts twintig aapjes gingen naar dierentuinen in de Dominicaanse Republiek (tien) en Kroatië (tien), in 2001. De meeste doodshoofdaapjes werden geëxporteerd naar Japan, 3.490. In 1997 werd het record aantal van 636 aapjes naar Japan vervoerd. Diverse van de naar Japan geëxporteerde doodshoofdaapjes belandden in de vivisectiesector. Verder werden Surinaamse monkimonki’s vervoerd naar de V.S., Slowakije (4 exemplaren in 1996), Maleisië (5 aapjes in 1997, 34 in 2000, 28 in 2002, 4 in 2003 en 28 in 2005), Mexico, Zuid-Afrika en Hongarije (25 aapjes in 2004). Het CITES export quotum voor 2011 bedroeg 1.000 exemplaren.
In oktober 2008 werden 80 doodshoofdaapjes geëxporteerd naar een grote handelaar in proefdieren, Worldwide Primates, in Miami, Florida (V.S.).
Nog steeds worden vele dieren legaal geëxporteerd
Het is het Onderdirectoraat Bosbeheer van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer opgevallen, dat burgers in het wild levende dieren en delen daarvan te koop aanbieden, welke vaak tot de beschermde diersoorten behoren in Suriname. Ook is gebleken, dat er slachtingen plaatsvinden onder in het bijzonder de jaguar (zie foto - Bron: Facebook), de grootste katachtige van Zuid-Amerika, door voornamelijk jagers in de desbetreffende jacht en/of woongebieden. Dit bericht het Nationaal Informatie Instituut, NII, woensdag 4 oktober 2017.
Het Onderdirectoraat meldt verder, dat er in Suriname zes soorten in het wild levende katachtigen voorkomen die volgens de Jachtwet 1954 (GB 1954 no. 25 zoals laatstelijk gewijzigd) en het Jachtbesluit 2002 (SB 2002 no. 116) totaal beschermd zijn.
De jaguar valt tevens onder de IUCN Red List of Threatened Animals (International Union for Conservation of Nature) en onder de Conventie inzake de Internationale Handel in Bedreigde Wilde Fauna en Flora (CITES).
Conform artikelen 2 en 3 van de Jachtwet 1954 is niet alleen het doden, kopen, ten verkoop of ter aflevering voor handen te hebben, vervoeren, vangen et cetera. van beschermde dieren verboden, maar ook het onder zich hebben van delen daarvan al dan niet geprepareerd strafbaar. Bij overtreding van de bovengenoemde wetten, die vallen onder de Wet Economische Delicten, zal de overtreder onmiddellijk worden aangehouden en in verzekering gesteld en zal een hoge transactieboete worden vastgesteld door het Openbaar Ministerie.
Bij het plegen van een misdrijf (doden van beschermde diersoorten) kan los van de bovengenoemde sancties, uw jachtbevoegdheid voor algeheel door het Openbaar Ministerie worden ingetrokken.
Belanghebbenden die meer informatie nodig hebben ten aanzien van de Jachtwet en in het wild levende diersoorten, kunnen terecht bij de Sektie Natuurbeheer-edukatie en Voorlichting van LBB, Cornelis Jongbawstraat no. 10, Paramaribo, tel: 471641, 479431 of 472847 en te Nw. Nickerie aan de Groenhartstraat no. 10, tel: 0232350
Gegevens over de illegale handel van wild uit Suriname zijn, voor zover bekend, nimmer gepubliceerd. Nu en dan bereikt een bericht de nationale - en soms internationale - media, dat een passagier van een vlucht van Suriname naar Nederland bij aankomst op de luchthaven Schiphol is betrapt met zangvogeltjes of kolibries uit Suriname in de bagage. Niet uitgesloten kan echter worden, gelet op de open grenzen van het land en het geld dat met de smokkel van illegale wildvang gemoeid zou zijn, dat wildvangdieren Suriname via illegale weg verlaten.
Er deden medio 2014 op Trinidad & Tobago verhalen de ronde, dat maandelijks een schip voor de kust ligt met als lading dieren ui Brazilië, Suriname, Guyana en Venezuela. Dat schip doet geen haven aan, maar kleine lokale vissersboten varen uit n&aar het schip om vervolgens dieren aan boord te nemen. Harde bewijzen hiervoor zouden er nog niet zijn.
De handelsdatabase van CITES laat zien dat in 2016 een paar honderd, 465, dieren zijn geëxporteerd. (Althans, dat is het aantal zoals geregistreerd op 4 oktober. Exporten kunnen nog tot 31 oktober bij CITES worden aangemeld!). Daaronder
100 Ameerega trivittatus (groengestreepte gifkikker) naar Nederland,
88 Chelonoidis carbonarius (kolenbranderschildpad) naar Nederland,
82 Corallus hortulanus (tuinboa) waarvan 62 naar het Verenigd Koninkrijk en 20 naar Nederland en 23 Eunectes murinus (groene anaconda) waarvan 13 naar het Verenigd Koninkrijk en 10 naar Duitsland.
Een jaar eerder, 2015, werden bijna 10.000 (!) dieren vanuit Suriname legaal geëxporteerd ,9.823. Daaronder waren onder andere
1.737 iguana iguana (groene leguaan) naar de VS
1.006 Amazona amazonica ( oranjevleugelamazone), waarvan 666 naar Turkije, 140 naar Thailand en 200 naar Hongkong
723 Ara ararauna ( blauwgele ara), waarvan 522 naar Thailand, 104 naar Singapore, 48 naar China en 15 naar de Dominicaanse Republiek
197 boa constrictor, waarvan 100 naar de VS, 20 naar Nederland, 40 naar Zuid-Korea, 29 naar Duitsland en 8 naar Tjechië
611 Dendrobates tinctorius (schilderskikker), waarvan 489 naar de VS, 80 naar Nederland en 42 naar Japan.
(Suriname/Mirror/NII)
Ter extra informatie (bron: https://suriname-tribune.blogspot.com/2012/03/levendige-handel-in-export-dieren-uit.html en https://suriname-tribune.blogspot.com/search?q=export):
Uit Suriname zijn tussen 1981 en 2011 ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren geëxporteerd
Uit onderzoek van de gegevens uit het CITES handelsregister (Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora) blijkt dat uit Suriname tussen 1981 en 2011 in totaal ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren zijn geëxporteerd. De (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt gereguleerd met CITES-vergunningen en -certificaten. Daar hebben verschillende landen in 1973 afspraken over gemaakt. Inmiddels hebben bijna 180 landen deze zogenaamde CITES-overeenkomst ondertekend. Ook Suriname.
In 1981 werden 14.612 dieren en in 2010 10.826 dieren (de meeste dieren in 2010, 3.921, naar de Verenigde Staten en 2.082 naar Nederland) geëxporteerd. De meeste dieren werden in 1995 Suriname uit getransporteerd, 60.108, en het kleinste aantal, 7.740, in 1984.
Het dier dat het meest is/wordt geëxporteerd is de groene legaan (Iguana Iguana), vooral naar Amerika. In totaal werden de afgelopen dertig jaren 503.201 exemplaren het land uit vervoerd. In 1993 werden de meeste groene leguanen (40.715) geëxporteerd en het kleinste aantal, 1.227, in 2004. Globaal overzicht aantal en soorten geëxporteerde dieren
Om een globaal beeld te schetsen van het aantal en soorten geëxporteerde dieren volgt hieronder een klein en willekeurig overzicht:
14.647 boa constrictors (de meeste, 909, in 2005) – CITES export quotum 2011 1.010 exemplaren;
8.226 kaaimannen met een recordaantal van 853 exemplaren in 1995 – CITES export quotum 2011 925 exemplaren;
6.755 viooltjespapegaaien (Pionus Fuscus, ook wel Pirikutu en Bruin Margrietje genoemd) – CITES export quotum 2011 800 exemplaren;
17.740 maïsparkieten (Aratinga Pertinax; Karuprakiki), waarvan de meeste, 1.500 in 1987 en het kleinste aantal in 2008, 12 exemplaren – CITES export quotum 2011 2.033 exemplaren;
62.187 oranjevleugel amazones (Amazona Amazonica; Kulekule), het grootste aantal van 4.941 vogels werd in 1995 uit Suriname geëxporteerd – het jaar waarin in totaliteit de meeste dieren het land uit werden vervoerd. De meeste oranjevleugel amazones zijn naar Nederland geëxporteerd – CITES export quotum 2011 3.600 exemplaren;
19.958 pijlgifkikkers (Dendrobates Tinctorius; Okopipi) naar vooral Nederland en de verenigde Staten (V.S.) – opvallend is dat in de jaren 1981 tot en met 1986 en 2005, 2006 en 2007 geen enkel exemplaar werd geëxporteerd – CITES export quotum 2011 1.886. Opmerkelijke exporten
In 2009 werden volgens het CITES handelsregister 31 en in 2010 54 uitheemse Indian Bullfrogs (Hoplobatrachus Tigerinus) – die voorkomen in India, Pakistan en Nepal – geëxporteerd.
In 2007 werden 6 volgens de IUCN (International Union for the Conservation of Nature) Rode Lijst ‘bedreigde’ witvleugel cotinga’s (Xipholena Atropurpurea) naar de V.S. geëxporteerd.
De IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten wordt jaarlijks opgesteld door de IUCN met medewerking van duizenden soortendeskundigen wereldwijd. Het risico dat een soort uitsterft en de ernst van de bedreiging wordt vastgesteld aan de hand van een aantal criteria: de snelheid waarmee een soort achteruit gaat, de zeldzaamheid van de soort, en de verspreiding van de soort – grootte van het leefgebied en mate van versnippering.
De witvleugel cotinga komt alleen in het oosten van Brazilië voor en er zouden nog maar tussen de 5.000 en 19.500 exemplaren in het wild leven.
Een ander niet-inheemse diersoort werd in een aantal van 600 naar Amerika geëxporteerd in 2006: de Nicobar sparrowhawk (Accipiter Butleri), die alleen zou voorkomen op de Nicobar Eilanden bij India (heeft de IUCN Rode Lijst status ‘kwetsbaar’).
Twee reuzenmiereneters (Myrmecophaga Tridactyla) zijn in 1996 Suriname uitgevoerd naar Japan en één een jaar later. Twee exemplaren verdwenen in 2002 naar Mexico en een naar de V.S.. Zijn status op de IUCN Rode Lijst is ‘gevoelig’.
In 2001 werden 10 driekleurige gifkikkers (Epipedobates Tricolor) geëxporteerd. Deze kikkersoort leeft alleen in Ecuador en kreeg drie jaar later de status ‘bedreigd’ op de IUCN Rode Lijst.
36 Reuzentoekans (Ramphastos Toco; Toco Toekan) werden in 1995 geëxporteerd naar Nederland en in 1999 6 vogels naar Spanje.
14 Zogenoemde toerako’s (Tauraco) werden in 1999 naar de V.S. geëxporteerd.
1 Tayra (Eira Barbara), een marterachtige, werd in 1997 vanuit Suriname naar Japan geëxporteerd en 1 gestreepte ransuil (Pseudoscops Clamator) naar buurland Brazilië.
In 1996 werden 2 witgezichtsaki’s (Pithecia Pithecia) naar Japan geëxporteerd. Tot vandaag de dag is volstrekt onduidelijk hoeveel van deze apen nog in het wild leven. Vanwege de schuwheid van de witgezichtsaki is de populatie moeilijk te controleren.
In 1987 werden 3 laaglandtapirs (Tapirus Terrestris) naar Nederland en 2 exemplaren in 2008 naar Zuid-Afrika geëxporteerd. Sinds 2008 heeft dit dier de IUCN Rode Lijst ‘kwestbaar’ status. Begin jaren ’80 en in 1995 zijn krapé’s en aitkanti’s geëxporteerd
Twee van de meest in het oog springende exporten betrof de export van een aantal levende groene zeeschildpadden (Chelonia Mydas; krapé) en lederschildpadden (Dermochelys Coriacea; aitkanti). Van de groene zeeschildpad werden in 1980 120 exemplaren (bestemming V.S.), 1981 350 (bestemming Canada), 1982 1.102 (bestemming 1.100 exemplaren V.S. en 2 Denemarken), 1990 20 (bestemming V.S.) en in 1995 205 dieren – 200 naar Canada en 5 naar Nederland – geëxporteerd. De schildpad had en heeft de ‘bedreigde’ status op de IUCN Rode Lijst. In 1995 werden 5 lederschildpadden naar Nederland vervoerd, in 1981 300 naar Canada en in 1982 74 naar de V.S.. Destijds had deze grote zeeschildpad de ‘bedreigde’ status en nu ‘kritiek’. Een medewerker van de ‘Red List Unit IUCN’ in het Britse Camebridge bevestigt deze exporten en laat in een reactie weten dat de in 1980 en 1981 naar Canada geëxporteerde groene zeeschildpadden en lederschildpadden bestemd waren voor wetenschappelijke doeleinden. Ook de in 1982 naar de V.S. vervoerde 74 lederschildpadden hadden als bestemming de wetenschap.
Export van doodshoofdaapjes, monkimonki’s Van 1981 tot en met 2010 werden uit Suriname in total 4.612 doodshoofdaapjes (Saimiri Sciureus) geëxporteerd. De meeste verdwenen uit Suriname voor zogenoemde ‘commerciële’ doeleinden. Slechts twintig aapjes gingen naar dierentuinen in de Dominicaanse Republiek (tien) en Kroatië (tien), in 2001. De meeste doodshoofdaapjes werden geëxporteerd naar Japan, 3.490. In 1997 werd het record aantal van 636 aapjes naar Japan vervoerd. Diverse van de naar Japan geëxporteerde doodshoofdaapjes belandden in de vivisectiesector. Verder werden Surinaamse monkimonki’s vervoerd naar de V.S., Slowakije (4 exemplaren in 1996), Maleisië (5 aapjes in 1997, 34 in 2000, 28 in 2002, 4 in 2003 en 28 in 2005), Mexico, Zuid-Afrika en Hongarije (25 aapjes in 2004). Het CITES export quotum voor 2011 bedroeg 1.000 exemplaren.
In oktober 2008 werden 80 doodshoofdaapjes geëxporteerd naar een grote handelaar in proefdieren, Worldwide Primates, in Miami, Florida (V.S.).
Abonneren op:
Posts (Atom)