dinsdag 27 november 2012

Wanneer worden Surinaamse politici volwassen....

Beschamend kinderlijk gedrag tijdens ACP/EU-top in Paramaribo

Onparlementair taalgebruik aan orde van de dag 
Politiek gewin uit een misverstandje

27-11-2012  Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Deze week hebben enkele Surinaamse parlementsleden weer eens getoond hoe onvolwassen ze kunnen reageren en hoe achterdochtig en bevooroordeeld ze kunnen zijn. Terwijl in Paramaribo deze dagen parlementsleden aanwezig zijn uit Afrikaanse-, Caribische- en Pacifische (ACP) landen en van het Europees Parlement voor het bijwonen van- en deelnemen aan afzonderlijke- en gezamenlijke bijeenkomsten, lijken Surinaamse politici uit de coalitie en oppositie de confrontatie te zoeken met Europarlementsleden èn onderling met elkaar.

Het draait allemaal om een bijeenkomst, maandag 26 november 2012, van Europarlementsleden van de zogenoemde EPP-Groep (European People’s Party), de sterkste politieke bundeling in het Europese Parlement, met Assembleden uit de oppositie.

Gesloten deur voor coalitie
De EPP-Group had kenbaar gemaakt graag achter gesloten deuren over enkele Surinaamse issues te praten. ‘We willen graag een open en duidelijke discussie over alle onderwerpen en de situatie in Suriname’, zei EPP-coördinator Michael Gahler. De EPP wilde volgens hem graag weten wat het natraject is geweest van de gewijzigde Amnestiewet eerder dit jaar.
In de EPP-groep zitten vijf Nederlandse politici, waaronder Ria Oomen (CDA) die op dit moment als enig Nederlands Europarlementslid de ACP/EU-top in Paramaribo bijwoont.
Voor de bijeenkomst, aan de vooravond van de 24e (gezamenlijke) ‘ACP-EU Joint Parliamentary Assembly’, waren ook vertegenwoordigers van de ACP uitgenodigd en de EU-ambassadeur voor Suriname, Robert Kopecky.

Toen enkele coalitieleden, Remy Taranadie van de NDP en Martha Djoseparto (Pertjajah Luhur), de bijeenkomst wilden bijwonen, werd de deur echter voor hun neus dichtgegooid, omdat alleen leden van de oppositie welkom waren. Zij wilden de vergadering bijwonen als vervangers van de hoofdorganisator van de ACP/EU-top, NDP’er Rabin Parmessar.

Met het dichtgooien van een deur begon het traditionele Surinaamse politieke gedonder, geschreeuw en gescheld.

Misleidend
Het NDP-Assembleelid André Misiekaba en zijn collega Parmessar lieten weten de uitnodiging van de Europarlementsleden ‘misleidend’ te vinden. In die uitnodiging zou gestaan hebben dat ‘alle ACP-vertegenwoordigers’ aanwezig mochten zijn, en ook coalitieleden in De Nationale Assemblee zijn ACP-vertegenwoordigers.....

De jonge politicus Misiekaba, die er niet vies van  is om ongenuanceerd te zijn in zijn bewoordingen, beweerde dat de ‘actie van de oppositie’ erop wees, dat ‘het succes van de ACP/EU-top toch besmeurd’ moest worden. ‘Men gunt deze regering het succes van de vergadering niet’, was zijn ongefundeerde en welhaast emotionele conclusie. Maar, hij ging verder met zijn achterdocht: de oppositie zou in de vergadering politieke zaken willen bespreken, zonder dat de coalitie gelegenheid zou hebben om haar kant van ‘het verhaal’ te laten horen .
Hij sprak zelfs zijn vermoedens uit dat de oppositie vooral de kwestie rond de dreigbrief met kogelhuls aan de jonge activiste Sharona Lieuw On, van de organisatie Jongeren tegen Amnestie, zou aankaarten om een verkeerd beeld te scheppen van de werkelijke politieke situatie in het land.

Met zijn uitspraken wordt eens te meer duidelijk dat achterdocht en vooroordelen en te snel ingenomen standpunten, oordelen en meningen hoogtij vieren in de Surinaamse politiek. Dat is te betreuren en hiermee wordt bewust, willens en wetens, een min of meer gespannen politieke sfeer gecreëerd. Misiekaba en anderen hadden er ook voor kunnen kiezen en er zeker verstandig aan gedaan, om deze ‘zaak’ in alle rust te bespreken, ook met vertegenwoordigers van de EPP-Group om zekerheid te krijgen over het antwoord op de vraag waar het mogelijk met de uitnodiging voor de bijeenkomst fout zou zijn gegaan of juist niet.

Coalitie ‘niet wijs’
Natuurlijk volgde snel een vinnige reactie van het Nederlandse Europarlementslid Ria Oomen (CDA). Zij vond het ‘niet wijs’ van de coalitie om aanwezig te willen zijn bij de ontmoeting tussen Europarlementsleden van de EPP-Group en leden van de oppositie.
Ze zei dat de coalitie, die vooraf te kennen had gegeven aanwezig te willen zijn, was voorgehouden liever weg te blijven. ‘Omdat er een uitnodiging vanuit de EPP-fractie gegaan was naar de oppositie, lijkt het mij in een goed functionerend parlement ook wijs dat de coalitie dan niet komt’, zo sprak Oomen.

De oppositieleden Ruth Wijdenbosch (NPS) en Radjkoemar Randjietsing (VHP) verklaarden dat de oppositie er geen enkele moeite mee had, als coalitieleden aanwezig zouden zijn geweest. Ze beweerden niet te hebben geweten dat collega’s van de coalitie waren geweigerd.  ‘Met of zonder de coalitie zeggen we toch wat we willen zeggen’, aldus Wijdenbosch.

Alsof Misiekaba al niet genoeg olie op het Surinaamse politieke vuurtje had gegooid, dacht NDP’er Ricardo Panka waarschijnlijk ‘ik zal Misiekaba even overtreffen’ en dat deed hij in gesprek met GFC Nieuws: ‘De inborst van de Nederlandse Europarlementariërs is hypocriet en ze kunnen niet tegen hun verlies. Ze hebben alle moeite gedaan om de gezamenlijke ACP/EU-vergadering niet hier in ons land te doen plaatsvinden, maar het is ze niet gelukt. Daarom blijven ze proberen om ons grote succes te besmeuren.’

‘De Surinaamse oppositieleden en de Nederlandse Europarlementariërs menen geen moer van hun prachtig geschreeuw. Met deze zelfde Europarlementariërs is door de Surinaamse oppositie juist bekokstoofd om de ACP/EU-vergadering hier te boycotten. De oppositie beweert dat ze eensgezind staat achter onze regering en de coalitie, omdat het hier houden van de vergadering een nationale zaak is, maar ze bewezen het tegendeel met hun afwezigheid, afgelopen zaterdag, toen president Desi Bouterse de ACP vergadering officieel opende.’
Niet echt woorden die je verwacht van een politicus. Panka zei verder dat ‘de Nederlandse parlementariërs hypocriet zijn, want ze weten dat ze hier vrij zijn om te doen wat zij willen, juist omdat Suriname een democratisch land is. Een Surinamer zou zich dit echter niet kunnen permitteren in Nederland’.
Overigens blijkt uit de uitspraken van Panka dat hij er geen benul van heeft, dat slechts één Nederlands Europarlementslid deelneemt aan de ACP/EU-top en dat is Ria Ommen.

‘Ik vind het walgelijk en verwerpelijk dat ze steeds proberen om het grote Surinaamse succes te besmeuren, ondanks dar ze niets hebben kunnen doen om het tegen te houden’,aldus Panka.

De opmerkingen van Panka zijn niet serieus te nemen. ‘Walgelijk, ‘verwerpelijk’, ‘hypocriet’, ‘bekokstoofd’ en ‘besmeuren’ zijn zware onparlementaire woorden van een gefrustreerd coalitielid, dat beren op de weg ziet die er niet zijn, voor een onschuldig misverstand bij het opstellen van de uitnodiging voor de bijeenkomst van de EPP-Group en leden van de oppositie.

Het braafste jongetje van De Nationale Assemblee, Carl Breeveld van DOE (Democratie en Ontwikkeling in Eenheid), liet vandaag weten de discussie die is ontstaan rond het gesprek tussen Europarlementariërs en de oppositie, een schandalige te vinden, die niets te maken heeft met Suriname. Op vragen van Europarlementariërs, tijdens de gewraakte bijeenkomst met de oppositie, over de Amnestiewet, reageerdei Breeveld  zelf geen voorstander te zijn geweest van het aanpassen van die wet. ‘Maar ik heb ze erbij gezegd, dat ik het ook niet correct, maar hypocriet vindt, dat de Nederlanders voor 60 jaar hun archieven rond de jaren tachtig gesloten houden. Dan vind ik het hypocriet als je begint te kletsen over amnestie’, zei Breeveld dinsdag 27 november 2012 op Starnieuws. Op zijn opmerkingen heeft hij geen reactie gehad van de aanwezige Europarlementsleden, zo berichtte Starnieuws. Neen Starnieuws, natuurlijk niet, want hetgeen Breeveld aankaartte over de Nederlandse archieven is een Nederlands-Surinaamse kwestie en geen Surinaams-Europese aangelegenheid.

Na Breeveld vond ook de fractie van PALU het nodig om nog even te reageren. De PALU was het niet eens met de opstelling van de oppositie. ‘Het zou getuigen van een nationale instelling als het verzoek was gedaan om alle leden van de Surinaamse ACP-delegatie toe te laten tot de vergadering. En het zou nog meer getuigen van een nationale opstelling dat, wanneer dat niet zo worden gehonoreerd, de Surinaamse oppositieleden uit de vergadering waren gelopen.' De politieke partij stelt dat Suriname zich niet op zo een goedkope manier moet laten verdelen. ‘Door te participeren hebben deze Surinaamse politici zich gedragen alsof Suriname nog steeds in de koloniale tijd zit toen Surinamers zich hebben laten verdelen en heersen, met armoede, sociale ellende en broederstrijd als gevolg.’

Opblazen
In Suriname weet men hoe van een onschuldig mugje een olifant in een porseleinkast te maken. In Suriname weet men iets nietigs op te blazen tot iets gigantisch. Alle perspectieven en oog voor realiteit en nuance worden uit het oog verloren. Niet verbazingwekkend. Het is Suriname. 

Politiek gewin uit een misverstandje
Laat mij tot slot nog een duit in het klaagzakje gooien: ‘Oh, zo worden 'ze' nooit vriendjes......wat een in en in triest kinderlijk gezeur en gejammer..... Politici, wordt toch eens volwassen of op z'n minst, probeer je volwassen te gedragen en te uiten. Verval niet in over en weer gescheld als coalitie en oppositie, terwijl feitelijk de halve wereld meekijkt en -luistert, maar daar staan de heren en dames politici van De Nationale Assemblee niet bij stil. Neen, zij willen alleen maar politiek gewin halen uit een misverstandje.


maandag 19 november 2012

Suriname gaat diplomatieke banden aan met Sri Lanka

VN-ambassadeurs Suriname en Sri Lanka ondertekenen in New York document

19-11-2012   Door: Paul Kraaijer


Suriname heeft vanaf 16 november 2012 officieel diplomatieke betrekkingen met Sri Lanka. Op die dag hebben in het Amerikaanse New York de ambassadeur en permanente vertegenwoordiger van Sri Lanka bij de Verenigde Naties, dr. Palitha T.B. Kohona, en zijn Surinaamse collega mr. Henry MacDonald een document daartoe ondertekend. Dat heeft de in Zweden gevestigde Asian Tribune bericht op 19 november.

Het aangaan van diplomatieke banden tussen Sri Lanka en Suriname bevestigt de vriendschappelijke band tussen beide landen en de samenwerking op politiek-, sociaaleconomisch- en cultureel gebied zal tot voordeel zijn van zowel Suriname als Sri Lanka. De landen delen binnen de Verenigde Naties diverse gezamenlijke doelstellingen.

De twee ambassadeurs zijn overeengekomen om in de nabije toekomst bezoeken op hoog niveau aan hun landen te organiseren.

Sri Lanka is een eilandstaat in de Indische Oceaan en telt ruim 21 miljoen inwoners.

De regering van het eiland Sri Lanka had half augustus van dit jaar toestemming gekregen van het Kabinet van Ministers om diplomatieke relaties aan te knopen met dertien Latijns Amerikaanse landen waaronder Suriname.

Het Kabinet ging akkoord met een voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken professor Peiris om diplomatieke banden aan te knopen met Suriname, Guatemala, Belize, Honduras, Nicaragua, Antigua & Barbuda, Barbados, Dominica, Grenada, Haiti, St. Kitts & Nevis, St. Lucia en St. Vincent & the Grenadines.

Sri Lanka heeft al diplomatieke relaties met 20 van de 33 landen in Latijns Amerika die VN-lidstaten zijn.

De regering zegt dat het haar diplomatieke relaties in een wijds gebied in deze regio een volgende stap voorwaarts is in het buitenlandse beleid van Sri Lanka.

vrijdag 16 november 2012

Schaars geklede buitenlanders niet welkom bij Surinaamse Vreemdelingendienst

Badslippers??? Thuis laten………

Minister, kijk eerst eens goed in uw eigen keuken

16-11-2012  COLUMN   Door: Paul Kraaijer


Paramaribo - Soms kom je van die berichten in de Surinaamse media waarbij het even nodig is om je ogen uit te wrijven. Een dergelijk bericht verscheen vandaag in de Times of Suriname. 

Minister Edward Belfort van Justitie en Politie, die toch al bekend staat om zijn stiefmoederlijke belerende wijze van spreken en het bijvoorbeeld via de media criminelen laten weten dat zij beter kunnen stoppen met hun criminele activiteiten, zegt vandaag in die krant dat buitenlanders die zich schaars gekleed aanmelden bij de Vreemdelingendienst, weggestuurd worden. Hoe serieus moet je deze minister nog nemen?

Hij heeft de instructie gegeven om de mensen weg te sturen, omdat hij zelf heeft meegemaakt dat vreemdelingen zich nogal schaars gekleed aanmelden bij de dienst, zo bericht de krant. Volgens Belfort is het 'niet acceptabel dat vreemdelingen in zo een situatie op een overheidskantoor verschijnen'. Wat de minister onder schaars gekleed verstaat, heeft hij echter niet gezegd. Korte 'Crocodile Dundee' broek wellicht, slobberig vakantie t-shirtje, 'topje', kort rokje, houtje-touwtje-sandalen?

Hij meent dat sommige personen een loopje nemen met Surinamers. Over welke buitenlanders Belfort het heeft en wat voor loopje wordt ook niet duidelijk, maar in gemoede kan worden aangenomen dat hij met name doelt op Nederlanders.

Badslippers
De opmerkelijke minister beweert zelfs te weten dat buitenlanders in hun eigen land 'vrij netjes' gekleed naar kantoren gaan, maar dat sommigen weigeren zich in Suriname aan de regels te houden. De minister weet ook dat sommige vreemdelingen zelfs badslippers aan hebben wanneer ze naar de Vreemdelingendienst gaan. Hij wil dat daar een einde aan komt en dat iedereen zicht netjes gekleed aanmeldt. Daarom heeft hij de instructie gegeven aan het personeel van de dienst.

Boven de dertig graden
Hij kan zich niet verplaatsen in waarom een buitenlander 'schaars' gekleed bij de Vreemdelingendienst komt. Vergeet hij dat de temperatuur in Suriname deze dagen constant ver boven de dertig graden is? Een warmte waar menig buitenlander de eerste dagen van verblijf in het land aan moet wennen en juist in die eerste dagen moet je je als buitenlander melden bij de Vreemdelingendienst en dat is geen pretje. Natuurlijk ga je luchtig ofwel schaars gekleed. Zeker geen pretje gelet op de onduidelijkheid daar, het veelal lange wachten en de wijze waarop je als buitenlander door medewerk(st)ers van die dienst te woord wordt gestaan of juist niet. Laat de minister daar eens iets aan doen: klantvriendelijkheid.

Ook merkt de bewindsman op dat sommige buitenlanders zich niet houden aan de verkeersregels. Tegen hen treedt de politie op. Het gaat onder meer om gevallen waarbij personen op de fiets een eenrichtingsweg in tegenovergestelde richting in fietsten. Hierdoor ontstaat een onveilige verkeerssituatie, aldus Belfort. Hij weet dat 'deze mensen' in hun eigen land niet zouden durven om verkeerd te fietsen op een eenrichtingsweg, want daar staat er een fikse boete op. Hoe hij dat weet? Geen idee, maar de arrogante wijze waarop deze minister spreekt leidt ongetwijfeld tot het uiten van verzinsels.

Ook hier duidt hij op Nederlanders. Immers, het zijn vooral - voor Surinamers - opvallend blonde, jonge, Nederlandse (maar ook Belgische) vrouwelijke stagiaires die zich in Paramaribo op een fiets voortbewegen. En tja, die kunnen wel eens foutje maken in het chaotische en gevaarlijke Surinaamse verkeer.
 

Kent iedere Surinamer de verkeersregels?
Maar, hoeveel Surinamers kennen de lokale verkeersregels, halen links en rechts in, geven geen voorrang, gebruiken geasfalteerde wegens als racebanen, rijden in auto's, bussen en trucks die in Nederland nooit de APK-keuring zouden doorstaan. Dagelijks zijn er ernstige verkeersongelukken waarbij weggebruikers gewond raken of zelfs overlijden en daar zijn zelden tot nooit buitenlanders onder (met uitzondering van Guyanezen).

Minister, kijk ook eens goed in uw eigen keuken
Kortom, laat minister Belfort eerst eens zijn eigen Korps Politie Suriname tegen het licht houden en de werkwijze van zijn personeel bij de klantonvriendelijke Vreemdelingendienst alvorens te jammeren over schaars geklede buitenlanders bij de Vreemdelingendienst en fietsende Nederlandse stagiaires die per ongeluk wel eens de verkeerde kant van een straat met eenrichtingsverkeer in fietsen. Hoeveel agenten zijn de laatste maanden niet aangehouden voor het plegen van en betrokkenheid bij uiteenlopende strafbare feiten?

zondag 11 november 2012

Heeft 'Journalistenprijs' Suriname nog toekomst.....


Slechts twaalf inzendingen voor Surinaamse ‘Journalistenprijs’

Journalist in Suriname zou zich ondergewaardeerd voelen.....

11-11-2012  Door: Paul Kraaijer


Voor de vijfde maal werd zaterdag 10 november 2012 de jaarlijkse Surinaamse 'Journalistenprijs' uitgereikt. Winnaar werd Tom van Moll met zijn artikel ‘Fort Boekoe blijft ongrijpbaar’, dat in februari van dit jaar verscheen in het maandblad Parbode. De tweede prijs ging naar Lloyd Groenewoud voor een televisieproductie voor het STVS/SRS-programma ‘Mmanten Taki’ over de goudsector en de derde prijs was voor Armand Snijders, voor zijn verhaal ‘Mediator Ramkissoon bouwt puinhoop’ dat in de Parbode’van maart 2012 is verschenen.

Geen hart en ziel in het werk
Iwan Brave, hoofdredacteur van Parbode, nam de prijs voor Van Moll in ontvangst. Hij benadrukte, aldus de Ware Tijd, dat vooral jonge journalisten gemotiveerd moeten worden het werk te doen. Lloyd Groenewoud merkte op dat journalisten het werk met hart en ziel moeten uitvoeren. ‘Vroeger stonden wij journalisten al om vier uur ‘s morgens ergens op de stoep voor een item.’
Tja, je krijgt de indruk dat vandaag de dag vele journalisten alleen tijdens kantooruren werken. Om zeven uur in de ochtend wordt de deur van een redactie geopend en om drie uur ’s middags weer dichtgeslagen. Maar een echte journalist is journalist vierentwintig uur per dag en zeven dagen in de week.

De Parbode was overigens ook in 2010 winnaar van de ‘Journalistenprijs’, die toen voor de derde keer werd uitgereikt. Het winnende artikel ging over kindermisbruik en had als kop ‘Tante, bloedt mijn poenie?’. De jury was twee jaar geleden niet te spreken over de kwaliteit van de ingezonden producties en stukken. Er waren vijfendertig inzendingen: zeventien van de schrijvende pers en negen radio- en negen televisieproducties. Volgens de  jury in 2010 was de kwantiteit toegenomen in vergelijking met voorgaande twee jaren - toen viel Sky Televisie in de prijzen; in 2009 met een aflevering van het programma ‘Waakhond’ over milieuvervuiling in het Benzdorpgebied en in 2008 won hetzelfde programma met een item over Apoera -, maar de kwaliteit was er niet vooruit op gegaan. Er werden ook gewoon krantenknipsels ingezonden.

Organisatie tevreden met slechts elf geldige inzendingen.....
Het evenement werd dit jaar georganiseerd door de Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname (SBJS). 

(Een stichting met een website zonder actueel nieuws. De mededeling op de homepage dat de cursus 'Tijdschrift' in maart 2011 begint lijkt mij behoorlijk gedateerd.... Onder het kopje 'Over ons' is onder andere het volgende te lezen:

'Journalistiek vormt de ruggengraat van elke democratische samenleving. Dit betekent dat journalisten in een democratische staat goed opgeleidt zijn in democratische alsook ethische principes maar ook beschikken over de juiste (technische) vaardigheden. Suriname kent op dit moment één opleidingsinstituut dat zich een journalistieke opleiding verzorgt, echter beperkt deze opleiding zich voornamelijk tot theoretisch onderwijs. Daarbij komt ook bij kijken dat slechts een klein deel van de afgestudeerden aan deze opleiding daadwerkelijk een baan ambiëren als journalist bij een mediabedrijf.
Het overgrote deel van de Surinaamse journalisten heeft geen formele journalistieke opleiding genoten en verricht zijn/haar taken op basis van opgedane ervaring en on-the-job training.

De Stichting ter bevordering van Journalistiek in Suriname beoogt het niveau van de Surinaamse journalist hoger te tillen middels gerichte trainingen, gericht op het aanleren c.q. verbeteren van relevante vaardigheden. (...)'

Hoe kan een Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname beweren de journalistiek te willen bevorderen, als je zelf niet eens in staat bent om foutloze teksten te plaatsen op de eigen website.....)

Doel van deze journalistenprijs is het stimuleren van de kwaliteit van journalistieke producties. Jane Kolf-Bergraaf, voorzitter van de SBJS, beweerde niet ontevreden over het resultaat. ‘Dit jaar hebben wij slechts twaalf stukken ontvangen, terwijl het afgelopen jaar drieëndertig waren. Maar dit jaar waren het allemaal stukken met kwaliteit.’ Het is ongelofelijk dat de voorzitter op deze wijze reageert. Feitelijk is het bijzonder triest dat er dit jaar zo weinig inzendingen waren en zou de organisatie zich de vraag moeten stellen waardoor dat komt. De prijs heeft nu feitelijk geen enkele journalistieke waarde als je in ogenschouw neemt hoeveel artikelen er zijn verschenen en producties zijn uitgezonden die hadden kunnen meedingen naar de prijs. Ook kan de vraag gesteld worden hoe de jury tot haar beoordeling van een ingezonden artikel of productie komt, welke criteria worden gehanteerd.


Misschien had het lage aantal inzendingen voor de organisatie reden moeten zijn om dit jaar geen prijs toe te kennen...... 


Heeft de ‘Journalistenprijs’ in haar huidige vorm en jurybezetting (volgens mij zitten daar geen gewone burgers, kijkers, lezers en luisteraars in) nog wel toekomst? Neen.

Aan de prijs, die werd uitgereikt in het gebouw van de SBJS, is een bedrag van 7.500 Surinaamse dollar verbonden.

SCCN Radio won de prijs vorig jaar met een radioproductie van B-Cham Chandralall en Agatha Castillo, ‘Erkenning van Homorechten’ die met kop en schouder boven andere inzendingen zou hebben uitgestoken.. De tweede en derde prijs gingen naar Radio ABC en Parbode.

Journalist snakt treurig naar waardering.....
‘Velen zien de journalist nog steeds als een lastpost, als een betweter, als een manipulator van het nieuws, als een persoon die denkt de wereld te kunnen verbeteren, als iemand die je gemakkelijk kan gebruiken om je belangen te behartigen, als iemand die gemakkelijk om te kopen is een persoon die je met een fles whisky of een aantal SRD’s over de streep kan halen’, zo sprak Desi Truideman, voorzitter van de jury ‘Journalistenprijs’ 2012 en oud-hoofdredacteur van de Ware Tijd, aldus een bericht op de website van Starnieuws.

Dezelfde Truideman liet een paar dagen later in gesprek met de avondkrant De West weten graag te willen zien dat journalisten zitting zouden kunnen nemen in allerlei overheidscommissies. Als voorbeeld noemde hij de Staatsraad, dat een adviesorgaan is van de regering. ‘Er is geen enkele journalist in de Staatsraad
of welke overheidscommissie dan ook. Die maatschappelijke erkenning en waardering ontbreekt helaas’,
aldus Truideman die kennelijk erg in zijn maag zit met de vermeende onderwaardering van de journalist.



Stel dat Truideman 'zijn zin' zou krijgen, dan zou hij zelf de journalistieke objectiviteit in gevaar en zeker in diskrediet brengen. Ook de politicoloog Hans Breeveld vindt de suggestie van Truideman verwerpelijk.‘Het conflict of interests zal een belangrijke rol gaan spelen. Je zal jouw functie gebruiken om dingen waar je bij betrokken bent goed te praten’, aldus Breeveld tegenover De West.

De nieuwswebsite Starnieuws gaat in een tweede artikel over de ‘Journalistenprijs’ vooral in op de vermeende maatschappelijke positie van de journalist in Suriname. De teneur van het artikel is dat journalisten zich ondergewaardeerd zouden voelen:

‘(...) Hij (red.: Desi Truideman) zei dat de mensen die dit beeld van de journalist ophouden er gemakshalve aan voorbij gaan dat de journalist om zijn werk naar behoren te doen, over een behoorlijke algemene ontwikkeling moet beschikken, kennis draagt van de ontwikkelingsprocessen in dit land, constant moet blijven studeren en een grote mate van verantwoordelijkheidsgevoel aan de dag moet leggen bij het uitvoeren van zijn journalistieke werkzaamheden. Truideman vindt dat de maatschappelijke waardering van journalisten in ons land veel te wensen overlaat. ‘Het is aan te bevelen om na te gaan hoe hoog het beroep van journalist in Suriname op de maatschappelijke ladder staat.’(...)'

Voor de nieuwswebsite Starnieuws zijn overigens zowel de voorzitter (Wilfred Leeuwin) als ondervoorzitter (Edward Troon) van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) werkzaam. Ligt er niet een taak voor deze vereniging om iets te gaan ondernemen tegen de kennelijk in de samenleving aanwezige ‘onderwaardering’ van de beroepsgroep - althans een door de journalist zelf gevoelde onderwaardering - , maar ook aan de inhoudelijke kwaliteit van het geleverde journalistieke werk?  

Worden journalisten werkelijk ondergewaardeerd of is het slechts een volgens mij onterecht gevoel onder enkele journalisten? In ieder geval zijn ze van oordeel dat ze hoger zouden moeten worden ingeschaald op de maatschappelijke ladder. Maar, dat ligt toch echt aan de journalisten zelf: wordt er kwalitatief beter werk geleverd dan zal het ‘aanzien’ – voor zover dat nodig is, immers in hoeverre worden een bakker, een groenteteler, een verpleegster, een vuilnisman of bouwvakker gewaardeerd, die toch ook allen belangrijk werk verrichten – ook stijgen..... Hoor je hen of vertegenwoordigende organisaties klagen over onderwaardering zoals dat het geval is bij journalisten?

Journalist niet geïnteresseerd in eigen vakprijs
De Surinaamse journalist blijkt zelfs nauwelijks belangstelling te hebben voor de eigen 'Journalistenprijs'. Wat wil het zeggen dat slechts twaalf stukken en/of producties werden ingezonden, waarvan ook nog eens eentje werd gediskwalificeerd. En hoeveel stukken zou de Parbode hebben ingezonden......? 
Toont het aantal inzettingen wellicht het niveau van journalistieke artikelen en producties in Suriname.... Vinden mediabedrijven hun eigen artikelen en producties wellicht zelf kwalitatief te ongeschikt om in aanmerking te kunnen komen voor een journalistieke prijs? 
Het feit dat er dit jaar slechts elf goedgekeurde inzendingen waren is veelzeggend....en moet een scherp signaal zijn voor de eigen sector.

Er kan door de organisatie wel gezegd worden dat de kwaliteit van alle inzendingen dit jaar goed was, maar voorbij wordt gegaan aan het waarom van het zeer lage aantal deelnemende stukken en producties.

Tijd voor zelfreflectie....
Klagen over onderwaardering van het eigen vak zet geen zoden aan de dijk en komt welhaast zielig en onvolwassen over, maar wat wel zoden aan de dijk kan zetten zijn een gedegen eigen journalistieke opleiding in het land en zelfreflectie van menig Surinaams journalist. 

De 'Journalistenprijs' werd feestelijk uitgereikt, maar van echt feest kan er anno 2012 in het Surinaamse journalistieke landschap geen sprake zijn. Misschien is de tijd aangebroken om deze prijs af te schaffen. Voor zover mij bekend is het de enige beroepsgroep in Suriname die zichzelf jaarlijks in het zonnetje wil laten zetten met een prijs. Kennelijk heeft juist deze beroepsgroep de prijs nodig om weer eens te jammeren over de vermeende onderwaardering. Het is treurig gesteld met de Surinaamse journalist......

vrijdag 9 november 2012

Suriname is een kort lontje



Surinamers snel op hun teentjes getrapt

09-11-2012  COLUMN   Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Mijn aandacht werd vandaag getrokken door deze gewone ingezonden brief op de website van GFCNieuws:

'Hebben Surinamers een kort lontje?

Ik zou heel hard zeggen: ja! De mensen in mijn omgeving kunnen steeds minder verdragen. Het is haast een situatie die vergelijkbaar is met het lopen op eieren.

In de omgang met mensen moet ik de laatste jaren steeds meer laveren. Oppassen wat je tegen een ander zegt. Een uitspraak kan namelijk verregaande gevolgen hebben. Boosheid, agressie, schuin aankijken, grote ruzie, rancune, je kan het allemaal tegenkomen. Wij Surinamers zijn de laatste tijden ontzettend snel op de tenen getrapt!

Goed bedoelde positieve kritiek wordt dikwijls als zeer negatief ervaren. Men kan je de huid vol schelden als je iets zegt wat niet prettig overkomt, hoewel het met de beste intenties is gezegd.

Soms hebben personen ook grote moeite om de kritiek goed te begrijpen. Ze interpreteren zaken op hun eigen wijze of geven een 180 graden draai aan de kern van het verhaal. Ik heb me vaker afgevraagd waar deze houding vandaan komt. Hoewel ik geen psycholoog ben, denk ik het antwoord wel te weten. Uiteraard kan ik het mis hebben. Maar ik denk het niet.

Zou het kort lontje van de meeste van mijn landgenoten te maken kunnen hebben met een stukje minderwaardigheidsgevoel of onderontwikkeldheid? Probeert men om die reden steeds vaker in een defensieve houding te gaan?

Een vriendin van me is het niet eens met mij. Zij deelt juist de opvatting dat arrogantie de basis is van het kort lontje van veel broeders en zusters. Hoe het ook zij, velen zijn steeds sneller op hun teentjes getrapt.

Mevrouw drs. I. Pettie, Paramaribo'
 
Mijn antwoord: ja! Veel Surinamers hebben werkelijk een kort lontje. Helemaal eens dus met de inhoud van deze ingezonden brief. In Suriname kennen velen niet de woorden en begrippen nuance, objectiviteit, open staan voor meningen van anderen, luisteren, acceptatie, begrip, tussenweg.

Neen, hier spreekt en denkt men in alle lagen van de samenleving zwart/wit, ja/nee. Nuancering en begrip zijn onbekend.
Neen, hier houdt men van schelden, vooroordelen, vloeken, tieren, elkaar zwartmaken, het niet toepassen van hoor en wederhoor.
Neen, hier houdt men van te snel oordelen, te snel reageren op bijvoorbeeld een nieuwsbericht zonder de inhoud ervan even eerst te verifiëren.

Op bepaalde ‘Surinaamse’ nieuwswebsites en andere ‘Surinaamse’ websites reageren ongenuanceerde types en onbeschofte asocialen – en ik druk me nog netjes uit - er lustig op los. Om dat onbeschaamde reageren enigszins wat in te perken kunnen bezoekers van de nieuwe website van de Surinaamse krant de Ware Tijd alleen nog reageren met hun Facebook-profiel. Het aantal reacties is meteen drastisch gedaald en het niveau ervan is enigszins verbeterd, maar nog steeds ontbreekt bij velen fatsoen en nuance jegens anderen. Het onfatsoen en de korte teentjes lijken bij de Surinaamse cultuur te horen. Zij zijn erin gesleten en kunnen kennelijk alleen met harde hand eruit worden uitgeslagen.

Als de attitude van mensen niet 180 graden draait, dan blijft het hier een scheld- en paranoide-samenleving met veel geklets, geruchten, achterklap en stemmingmakerij.....toch......

Zelfs vermeende volwassen politici gedragen zich met regelmaat in en buiten de Assemblee (de Tweede Kamer van Suriname) als kinderen die hun zin niet krijgen of niet hebben gekregen. Gescheld en gevloek is in het parlement van Suriname de normaalste zaak van de wereld, kennelijk. Ook onfatsoen jegens elkaar en de voorzitter. Elkaar niet laten uitspreken, door elkaar heen schreeuwen, jawel, letterlijk schreeuwen.

De Nationale Assemblee van Suriname kent slechts een handjevol politici dat zich gedraagt naar leeftijd. Het merendeel lijkt echter de openbare lagere school of zondagsschool te hebben gemist. Normen en waarden zijn ver te zoeken. Wat voor voorbeelden krijgen kinderen, de Surinaamse toekomst van morgen, dagelijks voorgeschoteld via de media of zelfs thuis?

Scholieren, leerlingen, studenten kunnen dan wel keurig netjes in uniform dagelijks de school bezoeken, iedere ochtend de Surinaamse vlag op het schoolplein hijsen, het Surinaamse volkslied zingen en daar een goede opvoeding genieten, maar wat gebeurt er na thuiskomst......