zondag 19 februari 2017

Den Blauwvinger in Suriname, columns in De Surinaamse Krant in 2015




Inheemse- en marrondorpen Zuidoost- Suriname getroffen door overstromingen

President Bouterse zegt noodhulp toe aan getroffen bewoners

19-02-2017  Door: Paul Kraaijer (verzonden aan diverse media in Nederland)


Diverse dorpen in het zuidoosten van Suriname zijn getroffen door zware overstromingen. Het water staat ongeveer een meter hoog in sommige gebieden. Opvallend is dat het in het gebied niet regende, toen het water steeg. Mensen trekken met hun have en goed naar hoger gelegen gebieden. 

President Desi Bouterse heeft vandaag overleg gevoerd met het ministerie van Regionale Ontwikkeling en het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing (NCCR) voor het bieden van hulp aan de Aucaanse dorpen in het gebied van Ampoma Tapu aan de Beneden-Marowijnerivier (zie foto - Bron: Kabinet van de President).

Dat gebied, met tientallen kleinere dorpen, ligt tussen de dorpen Stoelmanseiland en Langatabiki aan de Marowijnerivier, de grensrivier met Frans-Guyana. Er wonen ongeveer 2.000 personen in dit gebied en daarenboven bevindt zich een onbekend aantal illegale goudzoekers in dat gebied.





Overgegaan wordt tot het verlenen van noodhulp aan de door de overstromingen getroffen bewoners. Inmiddels zouden in het gebied aan de Tapanahonirivier en in het Lawagebied meer dan 4.000 personen zijn getroffen door zware regenval. De waterstand is in acht jaar tijd niet zo hoog geweest.

De president zou zich persoonlijk buigen over de situatie.

Het is ongebruikelijk dat in deze tijd van het jaar er sprake is van overstromingen in Suriname. De inwoners van getroffen dorpen hadden hier dan ook geen rekening mee gehouden. Buiten hun oevers tredende rivieren en wateroverlast door zware regenval worden verwacht in mei, in de grote regentijd.

In mei 2006 werd het binnenland van Suriname getroffen door noodweer. Daardoor ontstonden er in het zuiden en het in oosten van het land grote overstromingen rond de Surinamerivier bij het dorp Pokigron, dat het zwaarst werd getroffen. Ook de Tapanahoni-, Lawa- en Marowijnerivier traden buiten hun oevers. Zeker 175 dorpen werden getroffen en 70 dorpen stonden voor het grootste deel onder water.