zondag 4 mei 2014

Regering kent geen doortastend zonne-energiebeleid

(Bron foto: Guguplex Suriname)
Incidenteel ontvangen enkele dorpen achterland paar zonnepaneeltjes

Geen enkel groot project komt van de grond, ondanks internationale interesse

04-05-2014  Door: Paul Kraaijer/Obsession Magazine


Paramaribo - Al gedurende vele jaren duiken verhalen op over grootse zonne-energieprojecten voor het Surinaamse achterland. Maar, dat zijn het, verhalen. Tot de dag van vandaag is er geen enkel groots zonnepanelenproject van de grond gekomen, terwijl er toch om de zoveel tijd berichten in de media verschijnen over, vermeende, internationale belangstelling voor dergelijke projecten. Nu en dan wordt hier en daar in een marron- of inheems dorp een paneeltje ergens geplaatst. Op een huis of op een school. Leerlingen blij dat er eindelijk licht is en dat er een mogelijkheid is gekomen om te kunnen internetten, maar dan moeten er wel computers en verbinding zijn. Van enig gestructureerd overheidsbeleid om het achterland te voorzien van zonne-energie is nog steeds geen sprake.

Eind april berichtte de Ware Tijd dat bedrijven uit China, Korea, de VS, Israël en Frans-Guyana staan te popelen om dorpen in het achterland van zonne-energie te voorzien. Die bedrijven zouden presentaties gehouden hebben voor onder meer de Investment and Development Corporation Suriname NV (IDCS). IDCS is belast met de voorbereiding van het zonne-energie project, dat uitgevoerd moet worden in het gehele binnenland. Directeur Winston Caldeira wees erop dat er verschillende opties zijn voor de installatie van zonnepanelen. ‘Die panelen kunnen op een centrale plek gezet worden of elk paneel kan geplaatst worden op een individueel dak’, aldus Caldeira die blijk geeft nauwelijks kaas te hebben gegeten van zonne-energie.

Soeratmin Moestadja, IDCS-chief investment officer voor mijnbouw, energie en constructie, stelde dat de IDCS veertien dorpen heeft voorgesteld die prioriteit genieten. Het gaat om dorpen in het Boven-Surinamegebied en inheemse dorpen die verspreid liggen in het land. Er is tien maanden voor uitgetrokken en Moestadja zei te hopen, dat nog in 2013 gestart kon worden met het project. Tot zover de berichtgeving in de Ware Tijd eind april.


Al begin 2013 internationale zonne-energie interesse
Maar, is dit nieuws anno april 2014? Neen. Immers, lees wat dezelfde krant op 21 februari 2013 berichtte in een artikel met als kop 'Regering zoekt buitenlands geld voor ontwikkeling zonne-energie in alle dorpen binnenland dit jaar'. 'Bewoners van het binnenland krijgen dit jaar stap voor stap de beschikking over elektriciteit. De regering zou hiervoor hulp krijgen van onder andere Frankrijk, India en China en instellingen als de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en de Wereldbank.' Kortom, ruim een jaar geleden waren er al grootse plannen en die plannen zijn vandaag de dag dus nog steeds niet om onduidelijke redenen van de grond gekomen.

De voorzitter van de 'investeringsarm' van president Bouterse, de IDCS, Winston Caldeira, zei in februari 2013: 'Dit jaar moet een keer vierentwintig uur stroom worden gerealiseerd in de dorpen. Nu wordt er gebruik gemaakt van aggregaten. Nu zal het duurzaam en milieuvriendelijk zijn.' De man beweerde verder, dat er aanbiedingen waren uit India, Frankrijk en China. De krant berichtte verder dat de IDCS met het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen bezig was financiële en technische ondersteuning in het buitenland 'te mobiliseren'. Een van de betrokken lokale ondernemingen zou de NV Energiebedrijven Suriname (EBS) zijn. Volgens de technisch directeur van dit bedrijf, Marcel Eyndhoven, zouden er twee mogelijkheden zijn: het opzetten van zonne-energie centrales per dorp of het installeren van kleine installaties per huishouden.

Het ontbreekt aan doortastend groene stroom beleid – Marrons en inheemsen krijgen jarenlang sprookjes te horen vanuit Paramaribo
De regering worstelt met het ontwikkelen van serieus en gestructureerd beleid met betrekking tot het opzetten van grote zonne-energieprojecten. Feiten laten zien, dat er de afgelopen jaren diverse grote (internationale) en minder grote initiatieven en plannen zijn bedacht. Van alle die plannen is slechts een handjevol in het achterland gerealiseerd en dan vooral en met name door particuliere initiatieven en door inspanningen van een lokale onderneming in Paramaribo.

De grote plannen zijn plannen gebleven, veroorzaakt vooral door laks regerings- en doortastend beleid. Dat is teleurstellend voor de vele marrons en inheemsen die wonen in het achterland. Hen wordt en is constant voorgehouden door 'Paramaribo', dat het achterland ontsloten wordt en dat dorpen gaan beschikken over permanent elektriciteit en stromend water. Niets is minder waar. Hier en daar doemt een zonnepaneeltje op en dan vooral op gebouwtjes van bijvoorbeeld de Medische Zending. Het aantal gemeenschappen dat nog van stroom en stromend drinkwater moet worden voorzien, is bij lange na niet op een hand te tellen. 'Paramaribo' zegt, beweert en belooft veel en de binnenlandbewoners wachten, wachten en wachten, al vele jaren op een beetje licht, 'verlichting' en schoon drinkwater.

Een overzicht
November 2012: Zonne-energie voor school te Semoisie en Alalapadu, Sipaliwini
Directeur Orlando Olmberg van Guguplex Technologies Suriname in Paramaribo, maakte op woensdag 14 november 2012 bekend, dat leerlingen in het Saramaccaanse dorp Semoisie, aan de Boven-Surinamerivier, en de Trio-gemeenschap Alalapadu in het diepe zuidwesten van Suriname begin 2013 zullen beschikken over 24 uur per dag stroom op school dankzij zonne-energie. Op de school in Semoisie zal internet geïnstalleerd worden. Door het ontbreken van een telefoonverbinding te Alalapadu kan daar nog geen internetverbinding tot stand worden gebracht.

Het zonnepaneelproject van Guguplex viel in 2012 in de prijzen bij een energiecontest van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). Guguplex zou binnen twee jaar 166.000 Amerikaanse dollar ontvangen om zonne-energieprojecten uit te voeren. Daarvan is 100.000 bestemd om leningen te verstrekken aan binnenlandbewoners. Een school te Stoelmanseiland werd in oktober 2012 al voorzien van stroom.

Het zijn nog steeds, helaas, druppels op een gloeiende plaat. Guguplex spant zich wel in om iets te doen aan de behoefte onder binnenlandbewoners aan 24 uur per dag elektriciteit. Bij de regering blijft het vooralsnog bij plannen en bij wazige vermeende internationale belangstelling voor zonne-energieprojecten in onder andere het achterland.

Mei 2013: Zonne-energie in Gunsi
Het Kabinet van de President kondigde op 13 mei 2013 aan dat het dorp Gunsi een zonne-energie pilot project krijgt. Dat project zou worden uitgevoerd door het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, het ministerie van Regionale Ontwikkeling en de coördinator Milieu van het Kabinet van de President, John Goedschalk (die inmiddels directeur is van natuurbeschermingsorganisatie Conservation International Suriname). Daarbij zou ondersteuning gegeven gaan worden door onder andere de Anton de Kom Universiteit en de NV Energiebedrijven Suriname.
Welke keuze uiteindelijk gemaakt moet worden, is niet zonder meer vooraf te zeggen, aldus het Kabinet van de President. Uitgebreid veldonderzoek door experts zal moeten uitwijzen welke mix van energievoorzieningen voor Suriname per gebied het meest ideaal zal zijn, aldus een bericht op de website van het Kabinet van de President.

De regering stelde bereid te zijn te investeren in onderzoek naar de meest effectieve mix voor Suriname zodat ontwikkeling gestimuleerd kan worden, ook in de meest verafgelegen gebieden. In dit kader vindt dit pilot project zonne-energie plaats op Gunsi.
Het persbericht van het Kabinet van de President vermeldde verder onder andere:

'WTEC (Wind Turbine Energy Company) is het nummer 1 bedrijf in Noord Amerika op het gebied van innovatieve energie oplossingen. Dit bedrijf zal een 15 Kilowatt installatie aan Suriname doneren ter waarde van ongeveer 75000 USD. Directeur van WTEC, Bryan Singh, was met een topdelegatie van het bedrijf vertegenwoordigd op de persconferentie en legde uit dat Suriname genoeg zonlicht heeft om in energie te voorzien. De directeur noemde veel grotere projecten in New Jersey die succesvol opereren onder vergelijkbare omstandigheden als in Suriname. Vooral omdat de prijzen voor zonnepanelen wereldwijd dalen, is de toepassing van deze manier van energievoorziening op dit moment kosteneffectief voor Suriname, aldus de heer Singh. Verder heeft de heer Singh intern aangegeven blijvend betrokken te willen blijven bij het project zodat ze kunnen monitoren hoe het systeem gebruikt en onderhouden wordt, zodat de effectiviteit optimaal gegarandeerd wordt.


Momenteel worden de zonnepanelen voor dit specifieke pilot project al geproduceerd door WTEC. Er zal een nieuw concept 'plant in a box' worden toegepast waarbij de hele installatie, al gedeeltelijk gemonteerd, per container naar Suriname gebracht zal worden. In overleg met de lokale bevolking van Gunzi is bepaald waar de plant in het dorp opgebouwd zal worden. Een gebied van 30 bij 30 meter zal vrijgemaakt worden met hulp van de lokale bevolking. Ook zal er met lokaal hardhout een constructie gebouwd worden voor de zonnepanelen. De planning is dat de constructie in juni zal plaatsvinden en in het derde kwartaal van 2013 operationeel zal zijn.
De installatie zal alle 50 gezinnen van Gunzi voorzien van wat binnen het project 'basisstroom' genoemd wordt. Dit is stroom die 24 uur per dag zorgt voor: stroom voor een koelkast om voeding goed te houden, stroom voor het kunnen opladen van een mobiele telefoon, stroom voor licht om in de avond te kunnen lezen en studeren en stroom voor het kunnen aansluiten van een radio. t.b.v. informatie verkrijgen. Kortom, de basisvoorzieningen die in de hedendaagse tijd gelden, zullen voortaan gevoed kunnen worden. Berekend is dat voor basisvoorzieningen ongeveer 300 Watt per huishouden nodig is. De totale installatie zal dus 50 huishoudens maal 300 watt is 15 Kilowatt aan vermogen leveren.'

Een zonnepaneel arriveert eind 2013 in Gunsi. (Bron foto)

Maar, er waren in januari 2014 nog steeds geen zonnepanelen geïnstalleerd voor de bewoners van Gunsi. Niet alle onderdelen van het elektriciteitssysteem bleken naar Suriname te zijn zijn verscheept. 'We wachten nog op twee containers en één van deze moet eind januari in het land zijn', verklaarde projectcoördinator Theresa Castillion-Elder op 7 januari tegenover de Ware Tijd. De andere laadbak zou volgens haar niet lang daarna arriveren. Let wel, het Kabinet van de President liet in mei 2013 weten, dat het project in het derde kwartaal van 2013 operationeel zou zijn. Maar, weer bleek, dat Suriname hinder ondervindt van een traag uitvoeringsbeleid. (Lees hier meer informatie over het project in Gunsi.) Hoe het nu is gesteld met het project in Gunsi is niet bekend: mevrouw Castillion-Elder was niet bereikbaar voor commentaar.

Juli 2013: Minister Jim Hok en Kwamalasamutu
Ondanks grootse zonne-energieplannen voor het binnenland en internationale belangstelling daarvoor, maakte minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen in juli 2013 bekend, dat de inheemse Trio-gemeenschap Kwamalasamutu in het uiterste zuidwesten van Suriname voorzien gaat worden van zonne-energie. Volgens de bewindsman had het zonnepanelenbedrijf Guguplex te Paramaribo gedurende zes maanden onderzoek gedaan naar de status van een oud zonnepanelenproject in dit inheemse dorp.
‘De bedoeling is om te leren uit fouten die in het verleden zijn gemaakt en om overlappingen te voorkomen’, sprak Hok. Op basis van de resultaten zal het departement het dorp duurzame energie bieden.

Hetzelfde concept, een combinatie van dieselmotoren en zonne-energie, zal ook worden toegepast in andere dorpen in het achterland. Volgens Guguplex Suriname directeur Orlando Olmberg was het gebrekkige onderhoud, het grootste probleem bij het vorige project uit de negentiger jaren.
Olmberg stelde, dat geen enkel compleet systeem uit 1994 nog in gebruik is. ‘De mensen hebben wel gebruik gemaakt van de oude nog bruikbare panelen. Enkele bewoners hebben zelf geïnvesteerd in nieuwe panelen. In heel Kwamalasamutu hebben we 48 systemen op basis van zonne-energie kunnen waarnemen.’
De wens van de dorpelingen is om vierentwintig uur per dag en zeven dagen in de week te kunnen beschikken over energie. Zonne-energie zou daar een oplossing in kunnen bieden. Het project wordt gefinancierd uit de eigen begroting van NH en met donaties.

Dat er totaal geen beleid is bleek een maand later, in augustus 2013. Toen maakten de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS) en Guguplex bekend, dat zij gaan onderzoeken hoe zonne-energie het best toegepast kan worden in het binnenland....terwijl de IDCS eerder dat jaar had laten weten te zullen gaan zorgen voor zonne-energie in dorpen in het achterland. Duidelijk moge zijn, dat het binnen de IDCS volledig ontbreekt aan terzake deskundigheid. Van enig grondig onderzoek binnen de IDCS lijkt hier geen sprake te zijn. Daarenboven maakte minister Hok een paar weken eerder met stelligheid bekend, dat er zonne-energie gaat komen te Kwamalasamutu, terwijl een onderzoek, naar de haalbaarheid, dus nog uitgevoerd moest worden. Het lijkt de omgekeerde wereld: je gaat toch eerst onderzoek uitvoeren en vervolgens pas komen met eventueel concrete zonne-energie plannen?

Een belangrijk doel van de samenwerking tussen de universiteit en het zonnepanelenbedrijf was te voorkomen dat zonne-energieinstallaties in de dorpen mislukken, zoals in de Trio-gemeenschap Kwamalasamutu, in het uiterste zuidwesten van Suriname, is gebeurd. De installatie daar werd niet onderhouden en functioneert daardoor niet meer. ‘Ook moeten we weten welke types batterijen geschikt zijn voor onze klimaatomstandigheden en wat het werkelijke stroomgebruik is van mensen in het binnenland’, zei Orlando Olmberg, directeur van Guguplex, woensdag 21 augustus 2013, in de Ware Tijd.

November 2013: Canadese goudmijnmultinational stort zich op zonne-energie
De Canadese goudmijnmultinational IAmGold, eigenaar van de Rosebel goudmijn in het district Brokopondo, kwam in november 2013 plotseling op de proppen met plannen voor de financiering van een groots zonne-energieproject, vooral bedoeld om energie op te wekken voor de goudmijn. In een op 27 november uitgebracht persbericht van het bedrijf werd onder andere vermeld, dat de totale projectkosten rond de 14 miljoen Amerikaanse dollar zouden komen te liggen en dat het project naar verwachting operationaal zou kunnen zijn aan het begin van het derde kwartaal van 2014. Het plan is de opgewekte energie te gaan gebruiken op de bedrijfslocatie van Rosebel in Brokopondo, waarbij het systeem zal worden gekoppeld aan het elektriciteitsnetwerk van Suriname, aldus liet IAmGold weten. Hoe het anno mei 2014 met dit plan is gesteld is niet bekend.

November 2013: Turkse interesse
Overigens lieten een paar weken eerder, 7 november, een paar Turkse ondernemers op bezoek in Suriname, weten te willen investeren in onder andere zonne-energie. Onder de Turkse delegatie was zelfs een specialist op het terrein van zonne-energie, professor Muhammed Eltez. In totaal zou het om een investering gaan van enkele miljoenen Amerikaanse dollars, aldus Eltez. Onderdeel van het project zou zijn de bouw van 2.500 sociale woningen die voorzien moeten gaan worden van stroom verkregen door zonne-energie. De Turkse professor zei te verwachten in januari 2014 met de bouw te kunnen starten en dat de huizen binnen een jaar afgebouwd konden zijn. Overigens liet de man ook nog weten, dat met een zonne-energiecomplex het energieprobleem in het binnenland opgelost kan worden. Volgens lokale Surinaamse media was Eltez in gesprek met de NV Energiebedrijven Suriname en hoopte hij groen licht te krijgen voor het project. Maar, net als met andere plannen, bleef het ook dit geval verder stil.....

Lange adem
Grote zonne-energieprojecten zijn de afgelopen jaren niet van de grond gekomen, ondanks vermeende internationale belangstelling uit diverse landen. Bewoners van de vele dorpen in het binnenland moeten vrezen, dat zij nog lange tijd verstoken zullen blijven van zonne-energie en dus van ontwikkeling. Hier en daar is een zonnepaneeltje te ontwaren, maar dat is vooral geplaatst dankzij particulier initiatief. Vooralsnog hoeft van 'Paramaribo' niet veel verwacht te worden. Daar blijft het binnenland, het achterland, kennelijk.....

(Red. Obsession Magazine)