87 Procent van het land kampt met armoede
 |
Karen Rosa, 11, een inheems meisje in
Maracaibo, Venezuela,verkoopt vuilniszakken op straat om rijst voor haar familie te kunnen kopen, twee uur rijden met de bus (Bron foto:
Humberto Matheus) |
'Ik vraag het en vraag het totdat iemand me iets geeft om tenminste een soep te bereiden'
Miguel González, een 10-jarige inheemse jongen, loopt
blootsvoets door de drukke straatjes van de rommelmarkt van Maracaibo in
het noordwesten van Venezuela. Hij houdt een klein plastic zakje vast gevuld
met een paar kilo runderhuid, terwijl een misselijkmakende geur van in de
open lucht gehouden vis, vlees en kaas de lucht vult onder een roestig
metalen plafond.
'Geef me alsjeblieft wat botten,' vraagt hij, beide handen uitgestrekt
naar een vrouw die vlees verkoopt, die weigert hem de restjes te geven
en eist dat hij het pand verlaat.
Honger triggert Miguel's dagelijkse uitstapjes om te smeken om voedsel
of geld dat hij naar Carrasquero kan brengen, een arm dorp in het
inheemse Wayuu-district, naast de Colombiaanse grens.
'Ik vraag het en vraag het totdat iemand me iets geeft om tenminste een soep te bereiden. We hebben thuis helemaal geen eten', vertelt het kind aan een verslaggever. Zijn kleren zijn gescheurd. Zijn gezicht, haar en voeten zijn bevlekt. Miguel houdt vooral
van Chinese rijst, die hij en zijn 3-jarige broertje soms krijgen van
charitatieve klanten van een nabijgelegen voedselbeurs. Zijn vader,
Manuel, lijdt aan botkanker en kan helemaal niet lopen.
Zijn oudere broers werken op bouwplaatsen.
Hij is een van een onbekend aantal jongeren die werken, slapen, smeken
om geld of eten in de straten van Venezuela, waar de inflatie omhoog is
geschoten, waardoor mensen over de grens naar Colombia en andere landen
zijn gevlucht.
Miguel heeft nog niet geleerd om te lezen of te schrijven. Hij wil
detective worden als hij ouder wordt.
'Ik wandel elke dag rond deze
plaatsen zonder enige vrees', zegt hij trots.
 |
Yusbeily García, een verlegen 12-jarig meisje ((Bron foto:
Humberto Matheus) |
87 Procent van het land kampt met armoede, volgens het meest
recente Nationale Onderzoek naar Levensomstandigheden voor de Venezolaanse bevolking -
bekend als Encovi (
Encuesta sobre Condiciones de Vida) - die wordt geleid door experts van drie grote
universiteiten.
Bijna negentig procent van de ondervraagde Venezolanen beschouwt hun
inkomen als onvoldoende om voedsel te kopen en 61 procent geeft toe, dat
ze 's nachts honger hebben gekend.
Miguel was net geboren toen Hugo Chávez, oud-socialistische president van Venezuela, in 2008 aankondigde, dat er geen enkel arm
werkend kind op straat was. Chávez maakte de gewaagde belofte om het probleem op te lossen in de
nacht dat hij zijn eerste verkiezingen in 1998 won.
'Ik zal geen enkel
straatkind in Venezuela toestaan, anders zal ik mezelf niet Hugo Chávez
noemen.'
Er zijn vandaag de dag geen officiële gegevens over het aantal kinderen dat op
straat in Venezuela woont of werkt, maar in het eerste jaar van Chavez's
termijn berekende hij dat er 8.000 straatkinderen waren geregistreerd
bij overheidsinstellingen. Hij financierde sociale programma's -
grotendeels met olie-inkomsten - om arme jongeren te helpen slagen door
middel van sport- en schoolprogramma's. Hij kondigde de overwinning 10
jaar later aan.
'Je ziet geen straatkinderen meer. En wie er ook een ziet, kom op, hij
is als een zoon, want we hebben nu duizenden van hen die studeren, die
eerder werden verlaten', zei hij in een toespraak in 2009.
De littekens van Karen Rosa worden merkbaar onder haar rode top
terwijl ze in het midden van de ochtend in het centrum van Maracaibo
vuilniszakken te koop aanbiedt. Ze heeft brandplekken op haar armen,
haar borst en gezicht.
'
Het was een ongeluk. Mijn broer gooide benzine over me thuis, omdat we
aan het spelen waren en hij stak een lucifer aan', legt het 11-jarige
inheemse meisje uit.
Het ongeluk gebeurde twee jaar geleden. Nu werkt ze op straat. '
Het doet
geen pijn meer.'
Ze heeft die dag genoeg geld verdiend om een halve kilo rijst te kopen
voor haar familie, die buiten San Juan woont, twee uur met de bus.
Oscar Misle, een leraar en lid van
Cecodap, een kinderrechten organisatie in Venezuela, berekent dat minstens drie miljoen Venezolaanse kinderen
niet zo vaak naar school gaan als ze zouden moeten - vaak op straat
terechtkomend. '
Deze kinderen zien de straat als een mogelijkheid om te overleven, om
te vinden wat ze niet thuis kunnen vinden', zegt hij vanuit zijn kantoor
in Caracas.
Maar, hij waarschuwt, dat straatkinderen bereid zijn te stelen om te
krijgen wat hun gezinnen nodig hebben. Hij noemt het '
een strategie van
overleven'.
Yusbeily García, een verlegen 12-jarige, zegt dat haar moeder net een
baby heeft gekregen en helemaal niet kan werken. '
Ik moet het elke dag
voor haar doen.'
(Suriname Mirror/Miami Herald)