vrijdag 11 juli 2014

De doodstrijd van de Journalistenprijs

Slechts 20 inzendingen voor 2014-editie

Voorzitter organisatie: 'Het gaat om kwaliteit en niet om kwantiteit'

11-07-2014 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – De Journalistenprijs lijkt verwikkeld te zijn in een doodstrijd. Evenals voorgaande jaren is ook voor de prijs van 2014 een bedroevend laag aantal ingezonden journalistieke producten ingezonden. De tijd lijkt rijp om deze zinloze prijs te laten inslapen. Op geen enkele wijze draagt de prijs bij aan een kwalitatieve verbetering van het journalistieke product in Suriname. Alleen het ego van de winnaar kan 15 augustus worden gestreeld.

Tevreden tegen beter weten in
De organisatie van de Journalistenprijs, de Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname (SBJS), heeft deze week bij monde van haar voorzitster Jane Kolf-Bergraaf laten weten dat er dit jaar maar twintig inzendingen zijn ontvangen. Toch beweert ze tevreden te zijn. Tegen beter weten in en dat weet ze. Verder durft ze te beweren, dat ze door aangescherpte criteria ervan overtuigd is, dat de ingediende stukken kwalitatief goed zijn.

‘Er doen dit jaar twee nieuwe mediabedrijven mee, de Ware Tijd en televisiezender ATV. Dat geeft het gevoel dat we beter op weg zijn met het verhogen van het niveau van de journalistiek en dat kwaliteit heeft overgenomen van kwantiteit.’ 


Mevrouw Kolf lijkt de weg kwijt te zijn geraakt. Ze suggereert, dat door inzendingen van nieuwkomers de Ware Tijd en tvzender ATV de kwaliteit van ingezonden stukken beter is geworden en dat die kwaliteit belangrijker is dan de kwantiteit. Een in scene gezet excuus om de teloorgang van de prijs en de erbarmelijke journalistiek in het land te ontkennen.

Kolf stoort zich niet aan het feit, dat er in de afgelopen jaren ongeveer dertig of meer inzendingen waren. Voor de duidelijkheid: in 2012 waren er slechts elf geldige inzendingen en afgelopen jaar werd de prijs niet eens uitgereikt. Zij heeft liever kwalitatief goede stukken dan dat de helft van de inzendingen niet aan de eisen voldoet.

'Teach in's' om inzendingen te lokken
Jane Kolf-Bergraaf steekt haar hoofd in het zand. Ze heeft grote moeite gehad om de mediawereld warm te krijgen voor de prijs dit jaar. Niet voor niets heeft haar Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname begin dit jaar, op 7 maart bij de SBJS in Paramaribo en op 15 maart in hotel Concord in Nieuw Nickerie, twee zogenoemde 'teach in's' verzorgd waarin werd ingegaan op de voorwaarden en de doelstellingen van de prijs. Ze liet verder weten, dat dit jaar maar liefst drie 'hoofdprijzen' worden uitgereikt en wel voor de categorieën radio, televisie en 'printmedia'. Kennelijk had ze gehoopt hiermee meer inzendingen te lokken ofwel meer zogenoemde mediawerkers.
Ruim twee maanden later, 28 mei, liet Kolf via de media weten, dat de voorbereidingen voor de uitreiking van de prijs op schema waren, maar dat de financiën nog niet rond waren, omdat de hoofdsponsor niet meer bereid was de volle kosten te dragen. Slechts drie inzendingen waren 28 mei nog maar ontvangen. Een donkere voorbode en nogmaals, in 2012 werd de prijs niet uitgereikt. Reden daarvoor was de geringe belangstelling vanuit de journalisten en mediahuizen in 2011 en de vraag naar prijzen in de verschillende categorieën.

Die belangstelling blijkt echter dit jaar niet te zijn toegenomen. Twintig ingezonden stukken is een bedroevend laag aantal. Kennelijk zitten journalisten niet om de prijs te springen of ze durven simpelweg niet deel te nemen, omdat ze weten dat hun journalistieke werk van een dusdanige slechte inhoudelijke en taalkwaliteit is, dat ze nimmer ook maar in de buurt van een prijs zouden kunnen komen.

Gestreeld ego
Gesteld kan worden dat de prijs een doodstrijd voert. Een strijd die door de organisatie wordt ontkend. De organisatie is niet bereid om de prijs rustig in te laten slapen. Jane Kolf-Bergraaf gaat gewoon door, tegen beter weten in, en roeit met de riemen en een handjevol journalisten, dat graag hun ego's gestreeld willen zien met een prijsje en lokale roem op een podium en daarom het een en ander hebben ingezonden, die ze heeft.

Parbode?
Laat het beste slechte journalistieke product winnen. Overigens is het afwachten of er weer iemand van het onder vuur liggende Nederlands/Surinaamse maandblad Parbode deelneemt met een ingezonden artikel uit het blad? Het blad won in 2012 prijzen: Tom van Moll werd winnaar met zijn artikel ‘Fort Boekoe blijft ongrijpbaar’, dat in februari dat verscheen in het blad Parbode en Armand Snijders (huidige hoofdredacteur) greep de derde prijs voor zijn artikel ‘Mediator Ramkissoon bouwt puinhoop’ dat in de Parbode van maart 2012 verscheen. Beide zijn overigens Nederlanders. Snijders had de prijs, samen met Romie Raaphorst, ook al in 2010 gewonnen met het artikel 'Tante, bloedt mijn poenie?' over kindermisbruik.

Maar, Parbode, de uitgever en een freelance journalist zijn de afgelopen maanden voor de rechter gedaagd wegens onzorgvuldige journalistiek. Dat blad, ofwel een artikel uit dat blad, zou uitgesloten moeten worden van deelname aan de Journalistenprijs 2014, omdat er nog lopende rechtszaken zijn, of is er binnen de aftandse ons-kent-ons Surinaamse journalistieke wereld geen zelfkritiek aanwezig?