zondag 10 januari 2016

Den Blauwvinger: Tijd voor onderzoek naar werkdruk onder leerkrachten in Suriname

COLUMN: Nederlands onderzoek wijst uit dat leerkrachten werkdruk onacceptabel vinden

Surinaamse leerkrachten zouden ook lijden onder werkdruk en andere verwerpelijke zaken

10-01-2016  Den Blauwvinger/De Surinaamse Krant


Veel Nederlandse leerkrachten in het basisonderwijs vinden dat het met de drukte op hun werk steeds meer de spuigaten uitloopt. Inmiddels noemt ruim de helft (56 procent) de werkdruk niet acceptabel. Dat is flink meer dan in 2012, toen dat nog 41 procent was, zo berichten zondag 10 januari 2016 diverse media in Nederland.

Dit blijkt uit representatief onderzoek onder 861 leerkrachten in het basisonderwijs door onafhankelijk onderzoeksbureau DUO Onderwijsonderzoek. Dat werd samen gedaan met het tv-programma De Monitor (KRO-NCRV).

Veel genoemde oorzaken van de hoge werkdruk zijn de leerlingen in een klas die extra aandacht nodig hebben, de administratieve rompslomp en de grote klassen.

Tijd voor onderzoek in Suriname
Een dergelijk onderzoek zou ook geïnitieerd moeten worden in Suriname, door bijvoorbeeld de Bond van Leraren. Immers, het mag als algemeen bekend worden verondersteld, dat leerkrachten in het basisonderwijs in Suriname het ook niet makkelijk hebben. Neen, zij hebben het zwaar. Daarenboven hebben zij ook nog eens te maken met een minister (Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur) die zich nauwelijks lijkt te bekommeren om het welzijn van leerkrachten en hun erbarmelijke werkomstandigheden, maar wel om bijvoorbeeld hoe zij gekleed staan voor de klas. Een bewindsman die zich wil laten gelden. 'Powerplay' en vele plannen, luchtballonnetjes, arrogantie op en top en amper aandacht voor de leerkracht, die staat aan de basis van de toekomst van Suriname.

Zware werkomstandigheden
Surinaamse leerkrachten moeten onder zware omstandigheden en tegen een verhoudingsgewijs laag salaris werken (veel leerkrachten moeten zelfs na schooltijd ' gedwongen hosselen', hebben een tweede baan, om financieel de eindjes aan elkaar te kunnen knopen). Klaslokalen zonder welke vorm van airco dan ook, klassen met dertig of meer leerlingen zijn niet ongewoon, oud en krakkemikkig schoolmeubilair (schoolbankjes en stoelen), oude en bijna vergane lesboeken, leerlingen met een zeer moeilijke attitude in de klas en op het schoolplein, leerlingen die er niet voor terugdeinzen om een leerkracht in de klas te mishandelen, leerlingen met grote leerachterstanden die extra aandacht behoeven - maar, dat nauwelijks kunnen krijgen, omdat de tijd ontbreekt -, enzovoorts, enzovoorts. Allemaal zaken waarmee de doorsnee leerkracht dagelijks geconfronteerd wordt.

Daarenboven houdt het werk na de reguliere schooltijd, van acht uur 's morgens tot een uur 's middags, niet op. Leerkrachten moeten thuis onder andere lesroosters opstellen, de lesvoorbereidingen maken, repetities samenstellen en nadat ze door de leerlingen zijn gemaakt nakijken en corrigeren en een zogenoemde foutenanalyse maken van taal- en rekenrepetities, de werkweek inhoudelijk voorbereiden en rapporten opmaken en contacten met ouders van leerlingen. Het zijn slechts voorbeelden.

De leerkrachten kennen hun verantwoordelijkheid
De Surinaamse leerkracht heeft het zwaar.
Leerkrachten haken af, voelen zich niet gewaardeerd. Sommigen moeten dagelijks in de klas 'schreeuwen' om brutale en opstandige leerlingen, die thuis kennelijk wel alles mogen, in toom proberen te houden en ze letterlijk bij de les te houden. Dat vergt niet alleen extra tijd, maar ook veel - mentale - energie van de leerkracht.

En minister Peneux maakt zich druk om de kleding van de leerkracht en de kleurrijke kraaltjes- en rasta-haardracht van de leerling.

Komt nog bij, dat leerkrachten nauwelijks hun stem laten horen richting het ministerie en De Nationale Assemblee. Nee, de leerkrachten kennen hun verantwoordelijkheid en die ligt bij hun leerlingen.

Passieve 'polderende' onderwijsbonden waar de leerkracht niets aan heeft
Daarenboven tonen de onderwijsbonden (Bond van Leraren, BvL, en de Federatie van Organisaties van Leerkrachten in Suriname, FOLS) ook nauwelijks daadkracht. De voorzitters lijken gedwee de minister te volgen en jammeren slechts, dat de leerkracht meer gewaardeerd moet worden en dat dat terug te vinden moet zijn in een adequate aanpassing van het salaris. Oproepen tot een grootse landelijke stakingsdag of -week - om druk uit te oefenen - is er niet bij. De onderwijsbonden lijken slechts te 'polderen, uit te zijn op compromissen, zonder daadwerkelijk op te komen voor- en hun handen in het vuur te steken voor de hard werkende, zwoegende en lijdende leerkracht.

Kortom, er zou een onderzoek moeten komen naar de werkdruk en werkomstandigheden van de leerkracht. Maar, de vraag is of iemand daartoe in Suriname het initiatief wil of durft te nemen.

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
10 januari 2016
Amsterdam-Paramaribo