vrijdag 27 juli 2012

Hoe belangrijk is Suriname nog voor de Wereldomroep?

Door bakra beschilderde autowrakken in Moengo is belangrijkste Surinaamse nieuws

Zit gemiddelde Surinamer in de wereld op dit soort berichten te wachten?

27-07-2012   COLUMN  Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – In Nederland is de bekende jaarlijks in de zomer terugkerende komkommertijd weer aangebroken in de media. Maar, dat dat ook geldt voor de Surinaamse redactie van de Wereldomroep komt toch wat vreemd over. Maar, anders dan dat kan de publicatie op donderdag 26 juli 2012 van een artikel over een kunstenaar die te Moengo autowrakken van een kleurtje voorziet, niet geïnterpreteerd worden: komkommernieuws.

Komkommertijd....
Vreemd, want Suriname kent geen zomerse komkommertijd en er is dan ook genoeg interessant nieuws, ook voor de Wereldomroep. Wat te denken van de ABOP van Assembleelid Ronnie Brunswijk die als een soort vroege Kerstman met drie helikopters vol cadeaus het binnenland invloog om zieltjes te winnen onder de bewoners van diverse dorpen met aantrekkelijke loterijen, maar vooral met aantrekkelijke prijzen: koelkasten, vrieskisten, buitenboordmotoren, een korjaal, een bouwkavel, vliegtickets naar Trinidad & Tobago en zelfs een auto.

De Surinaamse redactie van de Wereldomroep is voor haar nieuwsvoorziening uit Suriname onder andere afhankelijk van artikelen van haar correspondent in Paramaribo, Harmen Boerboom. Tja, en deze Boerboom maakte kennelijk een uitstapje naar Moengo en stuitte daar op een jonge Nederlandse kunstenaar die autowrakken aan het beschilderen was. ‘Jeetje, wat leuk voor een aardig artikeltje voor de Wereldomroep’, moet hij ter plekke gedacht hebben. Dat is het, aardig, amusant, leuk en Nederlandse komkommertijd-waardig.
Maar, wat doet Boerboom met het echte Surinaamse nieuws voor de Wereldomroep (waarvoor hij sinds 7 juli 2009 de Surinaamse correspondent is) en de NOS, voor welke omroep hij sinds juli 2011 de correspondent in Suriname is?

Nieuwswaardige onderwerpen blijven links liggen
De Surinaamse afdeling van de Wereldomroep op haar website bekijkend lijkt het erop alsof de correspondent veel nieuwswaardige onderwerpen links laat liggen. Mogelijk durft hij niet echt hard Surinaams nieuws te belichten voor de NOS en de Wereldomroep.
Hij heeft zich een aantal malen via media uitgelaten over de uitoefening van het journalistieke vak in Suriname en de eraan verbonden vermeende risico’s. Zo liet hij in november 2011 in het Surinaamse opinieblad Parbode weten dat de ‘journalistieke status’ in Suriname anders is. Maar, wat voor status? Moet je hier als journalist een zekere status hebben?? Het is gewoon een beroep, net zoals een vuilnisman, accountant, bakker, freelance schrijver of goudzoeker. Status? Nee hoor, ai baja.  

In hetzelfde interview stelde Boerboom dat in Suriname een journalist gezien wordt ‘als iemand die uit is op sensatie. Dat maakt het soms wel eens moeilijk om toegang tot informatie te krijgen. Zeker als je een kritisch verhaal wilt maken. Doordat je hier veel minder anoniem bent dan in Nederland, komen negatieve reacties ook eerder bij je terug.’ En daarom, zo geeft de Nederlandse correspondent onomwonden toe, nuanceert hij soms zijn artikelen meer dan hij in Nederland zou doen.
Boerboom: ‘Door het weinige respect voor de journalist moet je voorzichtiger zijn met hoe je iets brengt. Het schrijven van kritisch nieuws wordt al snel gezien als een aanval op een persoon of bedrijf. Dat nieuws wordt vaak nogal persoonlijk opgevat en dan riskeer je hier een pak slaag. Ondanks het feit dat ik geen moeilijke onderwerpen uit de weg ga, probeer ik soms wel een extra nuance aan te brengen. Ik schrijf het dan net iets minder hard op dan dat ik in Nederland zou doen.’

Ik denk dat hij het beroep van journalist iets te hoog inschat op de maatschappelijke ladder en dat hij dat beroep verkeerd uitoefent. Als journalist moet je namelijk onafhankelijk en objectief berichten met als doel de bevolking goed informeren en daarbij moet je geen zelfcensuur toepassen uit een soort – onnodige en overtrokken – angst, angst voor wat? Hoe vaak zijn hier ‘journalisten’ werkelijk bedreigd of geïntimideerd? Volgens mij zijn in Nederland vaker en meer journalisten bedreigd of geïntimideerd dan hier, in Suriname. Maar, dat is een gevoel.

Overigens kan ik het niet nalaten om hier om hier de vraag op te werpen wat voor het journalistieke vak gezien verwerpelijker is: je vak niet goed uitoefenen door zelfcensuur toe te passen en hard nieuws ietwat genuanceerd te brengen en daardoor de werkelijkheid geweld aan te doen of als hobbyist stukjesschrijver gedurende perioden in een tijdsbestek van vijfentwintig jaren een inlichtingendienst behulpzaam te zijn bij het in kaart brengen van extreemlinkse- en dierenrechtenorganisaties die hun doelen trachten te bereiken onder andere door intimidatie, bedreiging en geweld....?

Dat laatste werd namelijk op 7 juni 2011 door Boerboom fel bekritiseerd via de Surinaamse nieuwswebsite Starnieuws. De hobbyist stukjesschrijver zou als ‘journalist’ de journalistieke ethiek hebben geschonden...... Tja, ik heb er al teveel over gezegd en geschreven......soit, maar het zijn nu eenmaal journalisten als Boerboom die zich, daags na en op de dag zelf dat de hobbyist stukjesschrijver zijn verleden in Nederland onthulde in een grote Nederlandse krant, al hun ongenuanceerde en leugenachtige commentaren klaar hadden en zich hebben laten leiden door de inhoud van dat ene artikel. Hoe objectief en onderbouwd waren die te snelle commentaren van vooral Nederlandse journalisten in Paramaribo die nauwelijks goed inhoudelijk waren geïnformeerd.

Hij durfde het wel aan om in 1992, samen met journalist Joost Oranje, een ruim honderdzestig pagina’s tellend boek te publiceren met als titel ‘De 8-decembermoorden: slagschaduw over Suriname’......

Zelfcensuur en genuanceerd berichten
In mei 2010 schreef Boerboom voor de Wereldomroep een column met als kop ‘Journalisten leven met zelfcensuur’. De eerste zinnen uit die column: ‘Terwijl ik opsta uit de plastic tuinstoel voel ik dat iemand achter mij zijn sterke arm tegen mijn keel drukt en mij terugduwt in de stoel. “Meneer Boerboom, blijft u rustig zitten, maar laat me u eerst nog even vermoorden.” Ik kijk om. Het is Desi Bouterse, eind 1993. Een jaar eerder heb ik met mijn collega Joost Oranje een boek geschreven over de decembermoorden. De rol van Bouterse daarbij is in het boek gedetailleerd beschreven. Hij komt er niet goed vanaf.  Ik woon dan nog in Nederland en de eerste reis naar Suriname na het schrijven van het boek voelt anders dan daarvoor. Ik ben niet bang, maar wel alert en een beetje gespannen. En het bezoek aan 'De Berm', de uitspanning bij het NDP-partijcentrum,  voelt als het tarten van een leeuw in een hol. (...)’  

‘(...) Surinaamse journalisten worden bedreigd wanneer ze te onomwonden stelling nemen. En hoewel de aanleiding vaak duidelijk is, en dus ook niet moeilijk te raden valt uit welke hoek de bedreiging komt, is zelden aan te tonen dat er van hogerhand opdracht is gegeven. (...)’


Het onschuldige artikel over het beschilderen door een ‘bakra’ van autowrakken in het oosten van Suriname lijkt er op te duiden dat Boerboom het schrijven van dit soort onschuldige stukjes prettiger vindt om te doen dan te berichten over hard nieuws. Alhoewel gezegd moet worden dat hij veel heeft bericht over Bouterse, de 8 decembermoorden en het proces voor de Krijgsraad, de aangenomen Amnestiewet, maar ook over rukwinden en de gevolgen ervan en andere ‘rampen’.

Interessant actueel Surinaams nieuws, niet interessant genoeg voor Nederlandse correspondenten
Toch blijf ik het betreuren dat in Nederland, onder andere bij de Wereldomroep, het persbureau ANP en de NOS, zo weinig wordt bericht over interessante actuele issues in Suriname. Wat de denken van de grote veranderingen in het Surinaamse onderwijs, de bestuurlijke vernieuwing in het binnenland, de ‘djugu djugu’ over het zogenoemde terugroepen van twee politici uit de Nationale Assemblee, recente ontwikkelingen in de goud- en bauxietsector en de offshoresector of het toestaan door de overheid van de vestiging overlast veroorzakende bedrijven in woonbuurten, zoals recent een verbrandingsoven voor medisch afval?

Kunstzinnig, door een jonge Nederlandse kunstenaar, beschilderen van autowrakken in Moengo is leuk komkommernieuws, maar zit de gemiddelde Surinamer in de wereld nu op dit soort ‘nieuws’ bij de Wereldomroep te wachten uit zijn thuisland?