woensdag 29 juni 2016

Nederlandse media filosoferen deze dagen over de dag van morgen - Bouterse en strafeis Krijgsraad

De dag van morgen zorgt ook voor enige hoogspanning bij redacties Nederlandse media

29-06-2016  De Surinaamse Krant


Nederlandse media filosoferen deze dagen over de dag van morgen, donderdag 30 juni, de dag dat de hoofdverdachte in het 8 decemberstrafproces, Desi Bouterse, in de Krijgsraad waarschijnlijk een strafeis te horen krijgt. In aanloop naar die dag lijkt president Desi Bouterse zich in allerlei 'constitutionele crisis'- en 'staatsveiligheid in het geding'-bochten te wringen om als persoon Desi Bouterse onder de dag van morgen, onder een strafeis, uit te kunnen komen.

Zich baserend op vooral Surinaamse mediaberichten berichten de Volkskrant en het NRC vandaag, woensdag 29 juni 2016, over die dag van morgen, die ook tot hoogspanning lijkt te leiden op de redacties van diverse media in Nederland deze dagen.

'De spanning loopt op in Suriname nu de Krijgsraad op het punt staat de Decembermoorden-strafzaak, met president Desi Bouterse als hoofdverdachte, donderdag te hervatten. Het zijn de tropische regenbuien, de sibi busi, die Suriname deze dagen letterlijk maar ook figuurlijk schoonvegen. Terwijl ze rennen en schuilen voor de stortbuien is de aankomende zitting onder de Surinamers het gesprek van de dag. Op de markt, in de bus, op de radio bij de talloze debatten en inbelprogramma’s: het onderwerp waarop jarenlang een taboe rustte wordt voor het eerst echt besproken. Op straat en in de sociale media wordt druk gespeculeerd wat er gaat gebeuren', zo schrijft journaliste Nina Jurna, tegenwoordig correspondente in Rio de Janeiro, Brazilië, vandaag in het NRC met als kop boven haar bericht 'Valt nu toch het doek voor Desi?', de man waarover ze een boek schreef, dat eerst 'Desi – Desi Bouterse: Van Couppleger Tot President Van Suriname' als titel kreeg, maar uiteindelijk werd gewijzigd in een iets meer neutrale titel, 'Desi Bouterse, een Surinaamse realiteit'.

In haar artikel laat Jurna kort ondernemer Henri Behr aan het woord - een nabestaande, zijn broer, journalist Bram Behr, was een van de vijftien slachtoffers van de 8 Decembermoorden in 1982 - en de volgens Jurna 'gezaghebbend columnist' Giwani Zeggen, die nu en dan iets neerpent in de Ware Tijd en deel uitmaakt van een steeds groter wordende groep columnisten in Suriname die hun mening over van alles en nog wat willen ventileren. Columnisten pretenderen immers overal verstand van te hebben en er iets over te mogen 'zeggen'.

Zeggen: 'We leven niet meer in een militaire dictatuur, en hoewel pril: Suriname is een rechtsstaat. Het wordt niet meer geaccepteerd als Bouterse zich gaat opstellen alsof het de jaren tachtig zijn.' Maar, de praktijk wijst toch uit, dat het doen en laten van Bouterse wordt geaccepteerd. Verzet is nauwelijks te zien of te horen, of het zijn de protestacties van actiegroep 'We Zijn Moe' op en rond het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo, gelegen praktisch tussen het huis der democratie, De Nationale Assemblee - het Surinaamse parlement - en het 'paleis der crisissen en intimidatie', het presidentiële paleis, en de kritische betogen en ingezonden stukken in media van juristen die bijna allen - op een pro-Bouterse adept na - de door Bouterse opgeworpen constitutionele crisis als onzin en een Bouterse-verzinsel, waarvoor de man totaal geen onderbouwing opvoert, de prullenbak in dumpen.

Volgens Jurna is de positie van de president van Suriname verzwakt. Jurna in het NRC van vandaag: 'Daarbij kan Bouterse zich ook weinig fouten permitteren: zijn positie is verzwakt. De geplande zitting van de Krijgsraad komt op een moment dat de Surinaamse economie er belabberd voor staat door dalende goud- en olieprijzen en wanbeleid van zijn regering afgelopen jaren. De inflatie bedraagt 70 procent. Vooral de prijzen van nutsvoorzieningen schieten omhoog door afschaffing van subsidies en Surinamers kunnen de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Bouterse kon in 2015 de kiezers achter zich krijgen door een enorme verhoging van sociale uitgaven zoals ouderdomsuitkeringen en kinderbijslag. Intussen raakte de schatkist leeg en de deviezenvoorraad uitgeput. De waarde van de Surinaamse dollar is meer dan gehalveerd.'

In de Volkskrant van vandaag schrijft Stieven Ramdharie: 'Het is Surinames best bewaarde geheim: de strafeis die de militaire aanklager in 2012 wilde uitspreken tegen hoofdverdachte 'D.D. Bouterse'. Donderdag zijn weer alle ogen gericht op slechts één man: Roy Elgin. Toen voorkwam Bouterse met een Amnestiewet dat het werd uitgesproken. Morgen dreigt een nieuwe ingreep. Waarom is Bouterse zo bang voor Elgins woorden?'

Ramdharie gaat in zijn artikel vooral in op de vraag of Bouterse morgen voor de Krijgsraad schuldig kan worden verklaard. Was hij wel of niet aanwezig in Fort Zeelandia die 8e december 1982 toen vijftien van zijn politieke opponenten op gruwelijke wijze werden vermoord? De afgelopen jaren hebben diverse personen zowel voor als tegen Bouterse verklaringen hierover afgelegd en die worden door Ramdharie benoemd. Aanwezig of niet, geschoten op een of twee slachtoffers, hij was de hoofdverantwoordelijke op dat moment, op die zwarte dag in de recente Surinaamse geschiedenis.

Bouterse beweert echter sinds eind jaren negentig consequent, dat hij die nacht bij zijn toenmalige maîtresse Rita Chin A Loi was, schrijft Ramdharie, die vervolgens de advocaat van Bouterse citeert, Irwin Kanhai: 'Elgin moet het bewijs maar voorleggen dat mijn cliënt schuldig is. Ik zie het niet.'

De Nederlandse strafadvocaat Gerard Spong zegt in de Volkskrant van vandaag: 'De executies staan vast. Dat ze zijn voltrokken door militairen, staat ook vast. Evenals de plek. Maar, was Bouterse ook persoonlijk betrokken? Daar gaat het om. Was hij aanwezig en gaf hij het bevel? En, op de tweede plaats, lag het in zijn macht om de executies te beletten? Op grond van de 'command responsibility', die door alle internationale tribunalen wordt gebruikt, was hij als bevelhebber straatsrechtelijk aansprakelijk voor de executies.' Dat Bouterse toen zelf de trekker niet overhaalde, maakt volgens Spong niet uit.

(Red. De Surinaamse Krant)