vrijdag 20 september 2013

Green Heritage Fund: ‘Er is nog heel weinig bekend over de Surinaamse dolfijn’

De in februari gevonden dode dolfijn. (Bron foto: Beta Debidien/de Ware Tijd)
In laatste week september autopsie op 15 augustus gevonden dode dolfijn 

20-09-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo - Het Green Heritage Fund Suriname laat pas komende week autopsie verrichten op een op 15 augustus bij Mariënburg gevonden dode dolfijn. Monique Pool van de organisatie laat vandaag, vrijdag 20 september 2013, weten, dat de autopsie nu pas kan plaatsvinden, ‘omdat onze dierenarts die hierin is gespecialiseerd op vakantie was en het niet meer kon voordat zij vertrok, omdat het dier was ingevroren door Natuurbeheer.’

 

In totaal zijn dit jaar vier dode dolfijnen gevonden. Een visser vond zaterdagochtend 9 februari een dode dolfijn op het Corantijnstrand in Nickerie. Bij Corneliskondre werd op 12 april een dode dolfijn gevonden in de Marowijnerivier. De voorlopige laatste dode dolfijn werd op 25 augustus gevonden. Deze dolfijn vertoonde afdrukken van visnetten. Het op 15 augustus gevonden dier was verdronken in een visnet: er waren duidelijke markeringen op het lichaam en iemand had ook nog deels de staartvin afgesneden.

De vondst van de dode dolfijnen leidde tot bezorgdheid bij het Green Heritage Fund Suriname. Maar, Pool ziet geen verband met de sinds begin juli van dit jaar 357 dode of stervende dolfijnen, tuimelaars, die zijn aangespoeld op de kust van New York tot North Carolina (VS). Volgens wetenschappers zijn die dieren overleden of ziek geworden door een virus. De oorzaak van de dood van de dolfijnen wordt vooral gezocht in het zogenoemde morbillivirus, dat in ieder geval is aangetroffen in 32 van 33 onderzochte dode dolfijnen. Inmiddels is het hoge aantal dood aangespoelde dolfijnen in Amerika wereldwijd nieuws en voer voor wetenschappers.

Pool: ‘Morbillivirus lijkt niet waarschijnlijk, omdat de dieren dan in veel grotere aantallen zouden aanspoelen.’

Het Green Heritage Fund Suriname startte in 2005, feitelijk meteen na de oprichting in oktober van dat jaar, met het verzamelen van basisdata, door vrijwilligers, over de Surinaamse dolfijn, ofwel de Sotalia guianensis. Maar, op de vraag hoe het nu is gesteld met deze dolfijnsoort in Surinaamse wateren en wat er aan data is verzameld, kan Monique Pool geen duidelijk antwoord geven.
Pool: ‘Dat weten we niet. We hebben net een plan afgerond om dat te onderzoeken en dat ligt nu ter beoordeling bij een financier. Het bedrag dat hiermee gemoeid gaat ligt rond de 500.000 Amerikaanse dollar voor uitvoering in de komende vier jaar.’

Verder laat ze weten dat nu gewerkt wordt aan ‘de analyse en verwerking van de data van de afgelopen jaren’. ‘Dit doen we in samenwerking met een Colombiaanse marine bioloog. We weten nog maar heel weinig over deze dolfijnsoort en dat is de reden dat het dier is gekozen als belangrijke soort binnen het Marine Mammal Conservation Corridor for Northern South America project (MaMa CoCo Sea project) waarvan wij de tweede regionale workshop hebben verzorgd in maart van dit jaar.’

Op dit moment is volgens Pool alleen bekend over de dolfijnen in Suriname, dat hun gedrag hier ‘exeptioneel’ is ‘en dat wordt bevestigd door mijn collega’s uit het buitenland. De dolfijnen hier gedragen zich niet als verlegen dieren, want dat is hoe zij bekend staan in het buitenland. Zie ook ons filmpje.’