woensdag 1 juni 2016

Export eerste druppel Surinaams rivierwater door Amazone Resources laat nog lang op zich wachten

Conservation International-Suriname: 'Milieueffectenstudie moet nog steeds worden uitgevoerd'

Amazone Resources blijft optimistisch over welslagen exportplan, maar het is een meerjarenplan

01-06-2016 De Surinaamse Krant


Het bedrijf Amazone Resources lijkt niet binnen afzienbare termijn in staat te zijn om Surinaams rivierwater te exporteren in door schepen voortgesleepte zakken (zie foto - Bron: RefreshXXL) naar Barbados. De plannen lijken zelfs al te stranden in de monding van de Coppenamerivier, de rivier die het eerste water zou moeten leveren voor de export, waarvoor het Nederlands/Zwitserse bedrijf – gevestigd in de stad Zug in Zwitserland en geleid door Nederlanders - al in 2012 een concessie kreeg van de Surinaamse overheid. Directeur Cor de Ruiter – honorair consul van Suriname in Nederland – liet begin april 2015 weten, dat het eerste water, 20.000 kubieke meter, eind dat jaar volgens planning geëxporteerd zou worden naar Barbados. Maar, geen met water gevulde zakken hebben Suriname eind 2015 verlaten. 

De Ruiter (zie foto- Bron: LinkedIn) zei in januari van dit jaar zover te zijn om een eerste proefexport naar Barbados uit te voeren. Inmiddels is het eind mei en er is nog druppel Surinaams rivierwater geëxporteerd naar het Caribisch eiland Barbados, waar een behoefte zou bestaan aan water voor met name de bouwsector. Maar, proberen enige informatie te verkrijgen via de (water-)autoriteiten op Barbados leidt tot niets. De plannen van De Ruiter lijken er onbekend te zijn.

Wat is het realiteitsgehalte van het rivierwater-exportproject van Amazone Resources?, waarover in 2015 en 2016 overigens in De Nationale Assemblee een paar keer diverse kritische vragen zijn gesteld door parlementsleden – lees onderstaande artikelen:
http://www.de-surinaamse-krant.com/2015/12/assembleeleden-staan-niet-te-springen.html, http://www.de-surinaamse-krant.com/2015/12/santokhi-vhp-wil-dat-lokale-ondernemers.html en
http://www.de-surinaamse-krant.com/2016/01/vhp-fractievoorzitter-santokhi-wil.html
Niet iedereen zit te springen om de export van Surinaams rivierwater.

Om enig inzicht te krijgen in de actuele stand van zaken inzake de plannen van Amazone Resources heeft de redactie van De Surinaamse Krant de directeur van Conservation International-Suriname, John Goedschalk en de heer Cor de Ruiter, benaderd. Goedschalk is zeer nauw betrokken bij het plan en stimuleert en ondersteunt het enthousiast.

'Het bedrijf Amazone Resources is bezig met het vaststellen van de commerciële haalbaarheid door klanten in het Caribisch gebied te vinden en het bedrijf heeft ondertussen de technologische oplossing voor het massaal vervoeren van het water weten te vinden bij een Europees bedrijf, RefreshXXL, dat een waterzaktechnologie door de jaren heen heeft geperfectioneerd.'


Maar, alvorens überhaupt water uit de Coppenamerivier te halen voor export zal eerst een milieueffectenstudie moeten worden uitgevoerd, en dat is nog niet gebeurd....

Milieueffectenstudie nog steeds uit uitgevoerd
In een reactie zegt Goedschalk: 'Conservation International vindt het belangrijk, dat er voordat met de exploitatie van rivierwater kan worden begonnen, eerst een milieu effectenstudie, een zogenaamde ESIA (Environmental and Social Impact Assessment) wordt uitgevoerd. Zo is dit gelukkig ook in de concessie-overeenkomst vastgelegd. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd en dat is niet vreemd, want zo'n studie is pas mogelijk nadat de benodigde hoeveelheid rivierwater per dag, maand, jaar is vastgesteld en en dat is weer een functie van de potentiële afname. Ook zal de locatie van afname eerst vastgesteld moeten worden, anders is het niet mogelijk om de relevante ESIA te doen.'

Maar, die locatie staat 'Het bedrijf zal het eerste water halen uit de Coppenamerivier. De keuze voor deze rivier heeft te maken met het feit, dat aan deze rivier nauwelijks activiteiten plaatsvinden waardoor het zeker is dat de waterkwaliteit maximaal is.'
echter al vanaf het begin van het plan vast, immers De Ruiter heeft steeds gezegd, dat het eerste water gehaald zal worden uit de Coppenamerivier. Hij zei in april 2015 al:

Water in Coppenamerivier zou meest geschikt voor export zijn
Goedschalk: (zie foto - Bron: Red. De Surinaamse Krant)  'Er is inderdaad altijd aangenomen, dat de Coppenamerivier het beste zou zijn, omdat de hoofdwateren van deze rivier beschermd zijn door het Centraal Suriname Natuurreservaat en het tot nu toe bekend is, dat dit een van de schoonste rivieren is in het land. Maar, met het noemen van de rivier ben je er natuurlijk nog niet. Je zult de exacte locatie moeten vaststellen en dat is dan weer een functie van de engineering. En dan moet je dus de ESIA uitvoeren.'

'Het gaat er om, dat de integriteit van de ecosystemen geborgd moet zijn en dat heeft alles te maken met de specifieke locatie en de hoeveelheden water die eventueel onttrokken zouden worden. Dus, de volgorde zou zijn, dat eerst een potentiële afnemer gevonden moet zijn en vervolgens zouden de kwaliteit en hoeveelheid die de afnemer wil hebben moeten worden vastgesteld. Dan moet er een locatie geïdentificeerd worden die sowieso de hoeveelheden en waterkwaliteit moeten hebben die nodig zijn – een aantal van onze rivieren is namelijk niet meer bruikbaar vanwege de aanwezigheid van kwik in het water en andere vervuilende activiteiten – en dan moet op die locatie dus een ESIA uitgevoerd worden, alsook eventuele consultaties met stake- en rightsholders worden gedaan die eventueel gevolgen zouden ondervinden van de activiteit. Indien nodig en gewenst wil Conservation International graag ondersteunen bij het vaststellen van de voorwaarde en richtlijnen van de ESIA.'

Met betrekking tot de ESIA zegt de heer de Ruiter: 'Amazone Resources is na de periode van het haalbaarheidsonderzoek nu in de fase van het vinden van afzetmarkten. De haalbaarheidsstudie, die is afgerond in oktober 2015,  heeft een theoretische haalbaarheid aangetoond van de business case om oppervlaktewater in bulk te transporteren naar landen met relatieve waterschaarste. Na afstemming met de autoriteiten in Suriname – en zoals ook aangegeven in het uitvoerings memorandum – zal Amazone Resources een ESIA studie gaan uitvoeren rondom de export van zoetwater. De praktische haalbaarheid is nu - na het sluiten van een overeenkomst met het Europese RefreshXXL- een stukje dichterbij gekomen. Amazone Resources gaat gebruik maken van een modulaire waterzaktechniek die is ontwikkeld door Spaanse en Italiaanse wetenschappers binnen een onderzoeksprogramma van de Europese Unie. Amazone Resources zal de derde speler wereldwijd zijn die een soortgelijke techniek met behulp van waterzakken inzet voor het transport van zoetwater over zee. De theoretische haalbaarheidsstudie is in oktober 2015 afgerond. Deze haalbaarheidsstudie was gericht op het bewijzen van de business case voor het in bulk transporteren van zoetwater uit rivieren naar landen in de regio. Na de afronding van deze studie moet de praktische haalbaarheid bewezen worden, door een toepasbare techniek met een waterzak te vinden. Inmiddels is in de FlexTank de techniek gevonden die Amazone Resources zal gaan gebruiken. We zijn momenteel in het proces om de richtlijnen te bepalen voor de ESIA.'

Met betrekking tot gedane uitspraken van Cor de Ruiter over eind 2015 willen beginnen met een eerste lading water voor Barbados is Goedschalk heel duidelijk.

Voor een proefexport zal toestemming nodig zijn autoriteiten
'Structureel exporteren is nog niet mogelijk. Om dat te doen zal er namelijk nog heel wat infrastructuur moeten worden gebouwd. Dat gaat naar mijn weten nog jaren duren. Ik ben geen ingenieur, maar de infrastructuur die, naar ik heb begrepen, nodig is heb je niet in een dag gebouwd. Wellicht een of twee jaar? Maar, je moet toch eerst uiteraard je afname zeker hebben gesteld, anders ga je geen tientallen of honderden miljoenen investeren in de infrastructuur. Het is dus een klein beetje van de kip en het ei. Het verschil met bulkwaterexport op deze schaal is, dat het nog nooit langdurig heeft plaatsgevonden. Het is anders dan olie of goud waarbij je al van tevoren weet dat je het product kunt koppelen aan bestaande, liquide, markten. Daar kun je dus nog zonder dat je opkopers hebt gevonden aan de slag en investeringen dien en je weet dat je het kwijt gaat kunnen. In dit geval moet je dus een koper zien te vinden, maar die persoon moet dan wel geloven dat je het kunt leveren. Je moet dus eerst een 'proof of concept' doen en dat is naar mijn weten waar nu aan gewerkt wordt. Zo'n proef zou je, met de juiste toestemmingen, nog zonder ESIA kunnen doen, omdat het hier zou gaan om een eenmalig, geïsoleerde extractie van water. Maar, hiervoor zal dus volgens mij of het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen of het ministerie van Handel en Industrie of het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) of een andere partij wel toestemming voor moeten geven.'

Op de vraag of er contact is geweest met de autoriteiten op Barbados over de levering van Surinaams rivierwater reageert De Ruiter als volgt: 'Amazone Resources heeft diverse potentiële afnemers benaderd en is in het proces van het voeren van oriënterende gesprekken. Inmiddels hebben zich echter ook meerdere partijen formeel en informeel bij ons aangemeld voor informatie over de mogelijkheden. Het gaat hierbij zowel om overheden als om (semi-)commerciële partijen. die bijvoorbeeld water nodig hebben voor hun industriële activiteiten. Totdat we officieel kunnen overgaan tot het ondertekenen van een Memorandum of Understanding (MoU) met deze afnemers, kunnen we helaas geen uitspraken doen over de partijen met wie we aan tafel zitten. We hebben er echter geloof in dat we voor het einde van het jaar met concrete MoU’s aan de slag kunnen. Het zal hierbij in eerste instantie gaan om overeenkomsten voor proefvaarten.' 
Het woord Barbados wordt nu niet meer door De Ruter in de mond genomen, maar is er een zekere terughoudendheid te bespeuren in zijn reactie.

Overigens werd een bedrag van 125.000 euro dat door de Nederlandse ambassade beschikbaar was gesteld voor het vaststellen van richtlijnen voor de milieueffectenstudie voor grootschalige export van rivierwater, niet meer voor dat doel ingezet. Het zou gaan naar het kustbeschermingsproject bij Weg naar Zee, zo bericht de Ware Tijd vandaag, donderdag 11 februari 2016.
Tot de bestemmingswijziging werd begin februari van dit jaar door de ambassade besloten, omdat er op dat moment te veel onzekerheid was over de vergunning die Amazone Resources in 2012 bij presidentieel besluit had gekregen.

Maar, wat is de rol van Conservation International-Suriname bij de plannen van Amazone Resources?
De organisatie hoopt, dat als de overheid en het bedrijfsleven beseffen dat water een belangrijke rol kan spelen in de economie, dit de aanleiding kan zijn om zuiniger om te gaan met het kritisch natuurlijk kapitaal Suriname, het bos, zegt Goedschalk. 'Wat wij dus hopen is, dat toekomstige inkomsten uit waterexport kunnen dienen als een extra reden om onze natuur te beschermen. Het is immer zo, dat als de bossen, rivieren en kreken niet intact en schoon gehouden worden, deze mogelijke inkomstenbron verloren zou gaan voor Suriname. De inzet van ons is altijd om de 'economic case' te maken, dat staande, gezonde bossen op termijn meer waard zullen zijn dan gekapte bossen waar dan gemijnd wordt of andere activiteiten worden uitgevoerd die de ecosystemen vernietigen of verzwakken. Het waterexport argument is dus een van de argumenten die wij maken, maar niet het enige.'

De Ruiter laat blijken blij te zijn met en positief over de ondersteuning van CI-S. 'Als Amazone Resources zijn we blij met de rol die Conservation International Suriname speelt, omdat zij ervoor waakt dat de bossen en bio-diversiteit beschermd worden. Het is voor ons als bedrijf uitermate belangrijk dat wanneer wij ondernemen in een land dat zich het groenste land ter wereld kan noemen, en waarbij onze markt alleen kan bestaan dankzij het regenwoud, dat ook wijzelf hier uitermate voorzichtig mee omgaan. We streven naar best practices, niet alleen qua toepassing van techniek waarbij we gaan voor minimale CO2 uitstoot bijvoorbeeld, maar ook qua onze sociale verantwoordelijkheden ten opzichte van natuur en samenleving. Een controlerende blik over de schouder vanuit een internationaal instituut als Conservation International kan alleen maar leiden tot duurzamere bedrijfsprocessen en dat is in het belang van ons allen.'

Maar, staat het exporteren van rivierwater niet haaks op hetgeen CI-S voor ogen heeft, de bescherming van de biodiversiteit en niet het exporteren ervan? 
Volgens directeur Goedschalk staat zijn organisatie voor het op verstandige wijze inzetten van de natuur en het natuurlijk kapitaal. Conservation International ziet Suriname als een land dat groene groei nodig heeft ofwel groei gebaseerd op natuurvriendelijke activa. 'Het idee dat je helemaal niets van de natuur gaat gebruiken is achterhaald en heeft nergens gewerkt. Dus, wij zeggen dat alhoewel groei absoluut belangrijk is en in een land als Suriname ook wel nodig is, dat je het moet doen op een wijze die de natuur respecteert. En specifiek in het geval van hernieuwbaar zoetwaterbronnen zeggen wij, dat als je het goed aanpakt er geen reden zou moeten zijn waarom je het niet zou doen. Maar, je moet wel je onderzoek doen en je moet je veiligheidskleppen en de verdeling van inkomsten en voordelen goed op een rijtje zetten en implementeren.'

Het zijn mooie woorden. Maar, het lijken meer op de woorden van een econoom of directeur van een onderneming, dan van een directeur van een grote natuurbeschermingsorganisatie.

Eerste export rivierwater zeker niet binnen een tot twee jaar


Uit het relaas van Goedschalk kan geconcludeerd worden, dat het nog een paar jaar zou kunnen duren alvorens een gevulde waterzak over Caribische wateren richting Barbados wordt gesleept. Daarenboven is het opmerkelijk dat nog steeds – terwijl Amazone Resources vier jaar geleden al toestemming kreeg om rivierwater op te vangen en te exporteren – geen aanvang is gemaakt met een essentiële milieueffectenstudie.

De vraag is of er ooit door Amazone Resources Surinaams rivierwater geëxporteerd gaat worden. De hele gang van zaken sinds 2012 tot vandaag de dag geeft in ieder geval geen positief en optimistisch beeld.

De Ruiter blijft echter optimistisch. 'Het formeel kunnen oogsten van rivierwater, en daarbij, het continu kunnen exporteren naar eilanden in het Caribisch gebied, is vanwege de grote technologische expertise die vereist is, een meerjarenplan. Als bedrijf willen we graag aantonen dat de business case mogelijk is, daarom hebben we ook steeds aangegeven dat we op korte termijn kunnen gaan varen. Met de eerste mini-FlexTank van 2.500 kubieke meter zou een eerste vaart theoretisch dit jaar nog kunnen plaatsvinden. We zijn echter in regelmatig overleg met de nodige instanties om ervoor te zorgen dat ook alle administratief-juridisch processen hierbij correct verlopen.'


(Red. De Surinaamse Krant, 1 juni 2016)