zondag 27 januari 2019

Militaire attaché van Venezuela in Washington erkent Maduro niet meer als president

Kolonel Jose Luis Silva roept militairen op zelfverklaard interim-president Guaido te steunen



Kolonel Jose Luis Silva, de militaire attaché van Venezuela in Washington, erkent Nicolas Maduro niet meer als president van Venezuela. Hij heeft zaterdag 26 januari 2018 zijn 'militaire broeders' opgeroepen om net als hij de zelfverklaarde interim-presindet Juan Guaido te ondersteunen. 

'Het bureau van de militaire attaché erkent president Maduro, die het beschouwt als bezetter, niet meer. Het erkent Juan Guaido als legitieme interim-president', aldus Silva zaterdag. 'Dit standpunt komt overeen met de wetgeving en de grondwet in Venezuela, en ik heb mijn militaire broeders opgeroepen om zich bij de steun voor Guaido aan te sluiten.'


Volgens hem is steun bieden aan de oppositieleider de enige manier om uit de crisis te geraken. Silva, de hoogste Venezolaanse militaire diplomaat in de VS, liet ook nog weten dat hij zijn bazen in Caracas op de hoogte heeft gebracht van zijn standpunt.

'Ze weten dat ik niet akkoord ben met wat er gebeurt, met de bezetting van de macht, met de manier waarop de bevolking wordt behandeld en met de extreme armoede die heerst in een land met zoveel natuurlijke en menselijke hulpbronnen als Venezuela', zei hij.



Ook verklaarde hij, dat hij zaterdagochtend een gesprek heeft gehad met Juan Guaido. 'Ik heb hem gezegd dat ik van mijn land hou, dat ik hem bewonder voor het werk dat hij al heeft verzet en omdat hij bereid is geweest om tegen de overheid te zeggen dat ze onwettig is', zei Silva.

President Nicolas Maduro werd op 10 januari beëdigd voor een tweede termijn, waarbij de internationale druk op hem toenam om af te treden. Ondertussen heeft opposant en voorzitter van het parlement Juan Guaido zichzelf week uitgeroepen tot interim-president van Venezuela. Steeds meer landen scharen zich de interim-president. Europa vraagt dat er eerlijke verkiezingen worden georganiseerd. Het leger steunt Maduro.


Venezuela heeft de uitwijzing van Amerikaanse diplomaten intussen wel tijdelijk opgeschort, in afwachting van gesprekken over de mogelijke oprichting van belangenkantoren in beide landen. Dat heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken zaterdag gemeld. Venezuela en de VS voeren momenteel onderhandelingen over de oprichting van belangenkantoren in de hoofdsteden van beide landen, vanwaar bijvoorbeeld consulaire bijstand kan worden aangeboden. Zolang die gesprekken lopen, mogen de Amerikaanse diplomaten die zich nog in Venezuela bevinden, in de Amerikaanse ambassade in Caracas blijven.

De gesprekken zouden maximaal dertig dagen duren. Indien er geen akkoord wordt gesloten, zal het diplomatiek personeel alsnog het land moeten verlaten. De kantoren zouden onder meer instaan voor uitvoeren van de procedures rond immigratie en andere kwesties van bilateraal belang, met een strikte naleving van het internationaal recht. Die manier van werken heeft jarenlang gewerkt tussen de Verenigde Staten en Cuba, benadrukte de Venezolaanse president Nicolas Maduro, die sprak van 'zuivere diplomatie'.

Maduro heeft woensdag de diplomatieke banden met de VS verbroken nadat president Trump parlementsvoorzitter Guaido erkende als interim-president. Daarop gaf Maduro de VS 72 uur om zijn diplomaten weg te halen uit zijn land, waarna de VS al het niet-noodzakelijk diplomatiek personeel opriep om het land te verlaten. Enkel in de Amerikaanse ambassade in Caracas bevinden zich nog enkele diplomaten.

Ondertussen hebben ook alle Venezolaanse diplomaten de VS verlaten, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken nog. Nochtans had interim-president Guaido de diplomaten opgeroepen om in de VS te blijven.

(Suriname Mirror/El Nacional/Belga/El Comercio/Voz de America/Twitter)

'Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening' - 2013




'Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening' - 2013




Man (26) op J.A. Pengelluchthaven opgepakt met vermoedelijk cocaïne in pakken pindasaus

Man beweert pakken onder Centrale Markt te hebben gekocht en niet wist dat er cocaïne in zat


De 26-jarige M.M. is woensdag 23 januari door het BID-Team (Bestrijding Internationale Drugshandel) van het Korps Politie Suriname op de Johan Adolf Pengelluchthaven aangehouden nadat in zijn reisbagage vermoedelijk cocaïne was aangetroffen, zo bericht het korps zondag 27 januari 2019.

De vermoedelijke drug is aangetroffen in vier pakken pindasaus met een bruto gewicht van 11 kilo. M. beweert, dat hij de pakken pindasaus onder de Centrale Markt in centrum Paramaribo heeft gekocht en niet wist dat er cocaïne in verwerkt was.

Hij is door het BID-Team overgedragen aan de collega’s van de afdeling Narcotica Brigade, samen met de in beslag genomen pakken pindasaus waarin vermoedelijk cocaïne verwerkt is.

Hangende het onderzoek is M. in verzekering gesteld op verdenking van overtreding van de Wet Verdovende Middelen. Miquel bezit de Surinaamse nationaliteit.

Gajadien (VHP) onthult in Assemblee 'gesjoemel' met voertuigen ministerie van HI&T

'Ministerie geeft drie voertuigen aan autobedrijf in ruil voor één nieuw voertuig'

- 'Buiten onze bestaande regels om wordt te werk gegaan'
- Minister Hoefdraad: 'Ik heb begrepen dat het gaat om karkassen, wrakken, die in feite daar liggen te verrotten'


Drie voertuigen van het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme (HI&T) zijn volgens VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien aan een autoleverancier gegeven. In ruil daarvoor kreeg het ministerie één nieuwe voertuig van die leverancier. De VHP’er deed deze onthulling vrijdag tijdens de openbare commissievergadering in De Nationale Assemblee (DNA), aldus vandaag, zondag 27 januari 2019, het Dagblad Suriname. Op de agenda stond de wijziging van de ontwerpwet voor de wijze van het beheer van en toezicht op de staatsfinanciën (Comptabiliteitswet 2017). 

'Achteraf probeert men het nog via Openbare Werken in orde te krijgen. Wanneer wij een goed materieel beheer willen voeren, maar dit soort zaken toestaan, waar buiten onze bestaande regels om te werk wordt gegaan, heeft nieuwe regelgeving en instructie weinig zin. Ik neem aan dat het geen kwestie is waar het ministerie van Financiën faciliterend optreedt wanneer er sprake is van corruptie', benadrukte de politicus.

Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën stelde, dat hij niet op de hoogte is van de bewering van Gajadien. 'Ik ben bezig met mijn collega’s na te gaan wat er in het proces is gebeurd. Ik heb begrepen dat het gaat om karkassen, wrakken, die in feite daar liggen te verrotten', zei de bewindsman. Volgens Gajadien maakt het niet uit of het inderdaad gaat om karkassen, omdat ook hiervoor er regels zijn. 'Het zou nooit kunnen dat een pick-up, een Toyota Windom en een Nissan gewoon ingeruild worden voor een andere auto. De richtlijnen die vastgesteld worden, moeten in acht genomen worden', zei de politicus.

Gajadien heeft ook verwezen naar zijn onthulling in mei 2018 over een geval, waarin een ambtenaar van HI&T het ministerie tijdens zijn dienstreis gedurende twee weken in het buitenland heeft opgezadeld met telefoonkosten van Srd 130.000. Volgens de VHP’er moet conform de Comptabiliteistwet deze landsdienaar door de overheid verplicht worden om dit bedrag terug te storten in de staatskas, maar dat niet is gebeurd. Hij ziet juist dat de persoon in kwestie verder wordt geaccommodeerd.

Tijdens de vergadering vrijdag vroeg hij Hoefdraad weer naar helderheid in deze kwestie. De bewindsman beweerde de verklaring en documentatie hierover al te hebben overhandigd aan de Assembleevoorzitster. Hij ging  er verder niet op in.

Gajadien merkte op, dat hij door kan gaan met het opsommen van voorbeelden, waarin de overheid nalaat wettelijke regels correct na te leven. Hetzelfde gebeurt ook met het trekken van middelen door ministeries uit bankrekeningen, zowel bij de Centrale Bank van Suriname als de lokale banken. Dat is volgens hem ongehoord.

Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons verwees ook naar de Anti-Corruptiewet, die  bepalingen hierover bevat. Laatstgenoemde wet stelt, dat indien zaken niet conform juiste procedures zijn gebeurd, zo een overeenkomst of resultaat van het proces nietig is.

Volgens Hoefdraad is het tijd dat er ergens een streep wordt getrokken, omdat in het verleden vaker zaken verkeerd zijn gegaan.

De leden van de commissie van rapporteurs waren het er allemaal over eens, dat de ontwerpwet nog technische aanpassing behoeft. Gehoopt wordt om deze wet volgende week in plenaire openbare vergadering te behandelen.

De basis voor de Comptabiliteitswet is vastgelegd in artikel 156 van de Grondwet:

'BEGROTING

Artikel 156

1. De wet regelt de wijze van voorbereiding, opstelling en uitvoering van de jaarlijkse begroting en de tijd waarvoor zij geldt.

2. Alle uitgaven van de Staat en de middelen ter dekking van de uitgaven worden geraamd op de begroting.

3. De begroting wordt jaarlijks in één of meer wetsvoorstellen in overeenstemming met de wet en het ontwikkelingsplan door de Regering aan De Nationale Assemblée aangeboden uiterlijk op de eerste werkdag in oktober. Bij de indiening van ontwerp-begrotingen door de Regering aan De Nationale Assemblée zal door de President in een buitengewone vergadering van De Nationale Assemblée een rede worden gehouden.

4a. De begroting treedt in werking met ingang van 1 januari van het dienstjaar waarop zij betrekking heeft.

b. Zij wordt geacht met ingang van die dag in werking te zijn getreden, ook als zij eerst daarna is afgekondigd. Zolang dit niet is geschied, strekt de begroting van het aan het betreffende dienstjaar voorafgegane jaar tot grondslag van het beheer.

5a. Het slot der rekening wordt voor elk dienstjaar afzonderlijk vastgesteld bij wet.

b. De verantwoording van de ontvangsten en uitgaven van de Staat wordt, onder overlegging van de door het bij wet ingesteld onafhankelijk orgaan onderzochte rekening aan De Nationale Assemblée gedaan naar de voorschriften van de wet.'

Newmont zou jongeren Pamakka negeren in hun zoektocht naar werk bij mijnbouwbedrijf

Bondsman Leeflang: 'Men zal rekening moeten houden, dat Newmont mensen zoekt met skills'


Murwin Leeflang, voorzitter van de vakbond bij Newmont, heeft vrijdag een kleine delegatie van jongeren van het Pamakka-gebied ontvangen. Het ging om een kleine groep die de jongeren uit het gebied vertegenwoordigt, maar vanwege de afstand niet allemaal in de stad konden zijn. De vakbondsleider werd onder andere op de hoogte gesteld over de werkloosheid binnen dit gebied, zo bericht het Dagblad Suriname zondag 27 januari 2019.

Volgens de jongeren proberen zij reeds geruime tijd te solliciteren bij het bedrijf- Merian-goudmijn - , maar komen niet aan bod. De voorzitter, die deze jongeren heeft aangehoord, heeft hen voorgehouden dat dit niet een probleem is voor de bond, maar het bedrijf. Niettemin heeft de voorzitter voorgesteld dit naar het bedrijf te brengen. Ook heeft hij gewaarschuwd dat men rekening moet houden met het feit, dat Newmont haar structuren heeft en een afdeling die met de gemeenschap communiceert.

'Men zal rekening moeten houden met het feit, dat Newmont mensen zoekt met skills. Het is een bedrijf waar meerdere werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden en zij zullen moeten kijken waar de mensen ingepast kunnen worden. In ieder geval heb ik dit teruggekoppeld met het bedrijf, dat met zijn structuren moet kijken hoe het deze jongeren tegemoet kan komen. Wij als vakorganisatie zullen de zaak blijven monitoren', zegt Leeflang.

Volgens Leeflang komen dit soort problemen voor, omdat de overheid geen controlemechanisme inzet. Als een bedrijf in je gebied komt en investeringen wil plegen, zullen partijen daarvoor eerst aan tafel moeten gaan.

'Het komt vaak voor dat we bedrijven de schuld geven wanneer zaken niet goed verlopen. Wat wij echter moeten leren in Suriname is, dat wanneer wij aan de onderhandelingstafel zitten, je weet moet hebben van zaken. Echter zien we op een gegeven ogenblik, dat een akkoord komt en een overeenkomst word getekend, die nog enkele gaten bevat. We blijven echter optimistisch, omdat wij weten dat dit bedrijf de gemeenschap aldaar heeft geconsulteerd, omdat er een agreement is tussen Newmont en de mensen. Echter moet er een controlemechanisme zijn van de kant van de overheid om erop toe te zien dat deze agreement wordt nageleefd. Dat mechanisme moet er zijn, omdat er technische zaken zijn die wat moeilijk zullen zijn.'

De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen en een intermediair instituut instellen, waar beide partijen hun beklag kunnen doen, is de bondsvoorzitter van mening.

De bond is in het nieuwe jaar al gestart met de cao-onderhandelingen met het bedrijf. De voorzitter wil nu vanwege afspraken met het bedrijf niet ingaan op zaken, die opgenomen zullen worden in de cao.

De voorzitter stelt wel dat er heel hard wordt gewerkt en wil vooral de leden bedanken voor hun inzet en ondersteuning naar de bond toe.

Tweede dam dreigt het te begeven in omgeving doorgebroken dam ijzermijn Córrego do Feijão, Brazilië

Inmiddels zijn 37 doden geborgen, meer dan 250 mensen worden nog vermist


In het gebied rond de breuk in de 86 meter hoge dam van de ijzermijn Córrego do Feijão bij het Braziliaanse stadje Brumadinho, dreigt een tweede dam het te begeven. Een verwoestende modderstroom van 12 miljoen kubieke meter mijnafval baant zich sinds vrijdag een weg door het gebied, mensen, huizen, vee en begroeiing vernietigend. Het stromende mijnafval is mogelijk giftig door de aanwezigheid van ijzerertsresiduen, zuren en ammoniak en bedreigt onder meer de belangrijke rivier São Francisco, die tientallen miljoenen mensen in het noordoosten van Brazilië van water voorziet.


Inmiddels zijn 37 doden geborgen, meer dan 250 mensen worden vermist. Grotendeels gaat het om werknemers en onderaannemers van het bedrijf Vale, een van ’s werelds grootste mijnbouwers, dat eigenaar is van de mijn en de dam. De meeste vermisten zijn vermoedelijk verzwolgen door de modder. Reddingswerkers zeggen dat sommige mensen misschien nooit gevonden zullen worden.


Het bergingswerk verloopt zeer moeizaam. Op sommige punten is de modder zo’n 10 meter diep, de meeste plekken kunnen alleen door de lucht worden bereikt. Huiveringwekkend zijn de beelden van manoeuvrerende helikopters, die slechts decimeters boven de grond hangen en waaruit brandweerlieden proberen overlevenden of doden uit de modder te trekken.

De Braziliaanse regering heeft de hulp ingeroepen van Israëlische reddingswerkers met speciale apparatuur:

Brazilië telt ruim 24.000 geregistreerde stuwdammen, waarvan 790 voor de opslag van mijnbouwafval zoals in Brumadinho. Daarvoor zijn 154 inspecteurs beschikbaar, waardoor jaarlijks slechts drie procent wordt gecontroleerd.

Het is de tweede keer in drie jaar tijd dat een dergelijke ramp Minas Gerais treft. In november 2015 kwamen 19 mensen om het leven toen bij Mariana een dam van hetzelfde bedrijf brak en de grootste milieuramp ooit in Brazilië veroorzaakte. De hoeveelheid modder die destijds loskwam was bijna vier keer zo groot als nu in Brumadinho en uiterst giftig. Het stroomde meer dan 660 kilometer ver het land in. Daarbij werden 39 dorpen verwoest, land en water zijn nog altijd onbruikbaar voor landbouw of visserij. Niemand is ooit veroordeeld of verantwoordelijk gehouden voor de tragedie in Mariana.


'Er is niets geleerd van de ramp in Mariana', zegt Pedro Dutra, onderzoeker van de Universiteit van Belo Horizonte. 'Regels en controles op het gebied van dit soort stuwdammen en -meren zijn niet veranderd.' Een wetsvoorstel met strengere mileueisen voor de mijnbouw is wel besproken in de Braziliaanse Senaat, maar niet in stemming gebracht. Ook in het parlement van Minas Gerais is een voorstel voor strengere regels afgewezen, na een sterke lobby van de mijnindustrie, die in het gebied voor veel werk en inkomen zorgt.

De tragedie in Brumadinho is de eerste grote nationale crisis voor de regering van de op 1 januari aangetreden president Jair Bolsonaro, die zaterdag 26 januari 2019 een rondvlucht maakte boven het getroffen gebied.


Het is tevens een eerste test voor Bolsonaro, die graag soepeler milieu-eisen wil om de industrie te bevorderen. De nieuwe president kondigde zaterdag ‘alle benodigde steun’ aan voor slachtoffers, maar zweeg toen hem werd gevraagd of de stuwdammen strenger moeten worden gecontroleerd.


Na een vergadering van het ingestelde crisisteam verklaarde de minister van van Institutionele Veiligheid, generaal Augusto Helenio, kort daarop dat ‘flexibilisering van de milieuregels niet betekent dat we ze gaan loslaten’. Hij kondigde ook ‘op zo kort mogelijke termijn’ controles aan van alle 723 stuwdammen in het land die als risico worden aangemerkt.

(Suriname Mirror/OGlobo/AD/YouTube/Twitter/em.com.br/Mining.com)

Groot aantal tijdens invallen in hotels in december opgepakte illegale Brazilianen binnenland in verdwenen

Weer in illegaliteit gedoken Brazilianen negeren met Justitie gemaakte afspraken


Illegale Brazilianen die in december waren aangehouden tijdens invallen in hotels aan de Anamoestraat in Paramaribo-Noord, lijken zich niet te houden aan afspraken met Justitie. Ze zijn enkele dagen na hun inverzekeringstelling weer vrijgelaten onder voorwaarde, dat zij hun documenten in orde zouden maken om binnen een maand het land te verlaten. Die termijn is verstreken. 

'De Brazilianen zijn laks en een groot deel is weer het binnenland ingetrokken om goud te delven', zegt Chay Tjin vandaag, zondag 27 januari 2019, in de Ware Tijd. Hij trad als vertaler op toen de groep van 48 mensen in vreemdelingenbewaring zat. Onder hen waren ook enkele andere personen uit onder meer Peru en Venezuela.

Volgens Tjin is hij onlangs gebeld door een Officier van Justitie die wilde weten of de mensen hun zaken hebben geregeld. 'Ik heb de mensen slechts begeleid en ben niet verantwoordelijk voor hun keuzes.' Hij vindt het jammer dat de mensen de kans niet hebben aangegrepen om het land legaal te verlaten.
Personen van wie het paspoort beschadigd of kwijt is konden een document van de Braziliaanse ambassade krijgen om te kunnen reizen. Suriname heeft toen besloten om de mensen niet uit te zetten, omdat zij anders voor een bepaalde periode niet zouden mogen terugkeren. Wie de behoefte had om terug te komen, zou op legale wijze Suriname kunnen binnenkomen, wanneer aan de voorwaarden was voldaan.

Tjin zou graag willen dat de Surinaamse autoriteiten en de Braziliaanse ambassade meer voorlichting geven over de wegen die mensen moeten bewandelen om legaal in het land te kunnen verblijven. 'Pas wanneer ze zijn aangehouden, moeten ze horen waar ze precies moeten zijn om hun papieren te regelen.'

Paramaribo Zoo wacht met smart op subsidie overheid

'Niet duidelijk is hoeveel geld er dit jaar op de begroting staat voor de dierentuin'


De Paramaribo Zoo heeft het dit jaar op financieel vlak weer moeilijk, maar kan het hoofd wel boven water houden. Dit zegt directeur John Altenberg vandaag, zondag 27 januari 2019, in de Ware Tijd, en spreekt berichten tegen dat de Paramaribo Zoo geen overheidssubsidie meer zal aanvragen, omdat hij het lange wachten op uitbetaling moe is. 

'Wij wachten juist op de bijdrage van de overheid, omdat wij het niet gemakkelijk hebben.'

Altenberg zegt, dat het moeilijk is geweest om de afgelopen jaren subsidie te krijgen, maar dat de Zoo geduld betracht en ook op eigen kracht probeert om het hoofd boven water te houden totdat er hulp komt. 'Zolang de overheid van mening is dat wij een bijdrage verdienen zullen wij nooit nee zeggen. Vorig jaar ging het al moeilijk, maar dit jaar kunnen wij het hoofd nog boven water houden.'

De Paramaribo Zoo valt onder het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, maar het is volgens de directeur niet duidelijk hoeveel geld er dit jaar op de begroting staat voor de dierentuin. Het bedrag dat jaarlijks ongeveer Srd 160.000 was, was al verminderd naar Srd 50.000.

'We zullen pas later dit jaar weten hoeveel er voor ons op de begroting staat, want de subsidie komt meestal rond het derde kwartaal van het jaar los. Als de overheid ons geen informatie geeft, weten wij niet wat er gebeurt.'

Dat organisaties uit het bedrijfsleven een handreiking doen aan de Zoo is volgens Altenberg een teken, dat de dierentuin hoopvol moet blijven. Ook is het volgens hem belangrijk, dat de Zoo zelf blijft streven om geld te werven. 'Wij moeten niet altijd omkijken. Het bedrijfsleven is ons vorig jaar wel tegemoet gekomen, maar wij moeten zelf ook werken aan het in stand houden van de Zoo.'

Drie keren mislukt binnen de NPS tracht Remy Pollack via de NDP Assemblee-pluche te behalen in 2020

Pollack wil NDP ge-/misbruiken voor duidelijk persoonlijk gewin en intentie


Remy Pollack zal gekandideerd worden op de NDP-lijst in Commewijne voor de verkiezingen van 2020. “De bedoeling is dat ik de zaak daar ga trekken en het is mijn streven om lijsttrekker te worden.' Hij zegt als NPS’er drie keer - in 2000, 2005 en 2010 – te hebben meegedongen naar een parlementszetel, maar nooit is gekozen. Hij behaalde in 2005 zelfs 2.116 stemmen, die bleken echter niet genoeg te zijn. 

Hij is de wens blijven koesteren om een zetel in het hoogste college van staat te bemachtigen. 'Ik wil mijn carrière afsluiten als parlementariër', zegt hij zondag 27 januari 2019 in de Ware Tijd.

Nadat Pollack zijn ambitie voor een plek in de Assemblee kenbaar had gemaakt bij de leiding van de NDP, heeft hij besloten om te stoppen als districtscommissaris. 'De twee posten gaan niet samen', stelt Pollack.

Hij voorziet geen moeilijke strijd tegen kandidaten van andere partijen. 'Pollack is een begrip in Commewijne. Ik ben al langer dan 25 jaar in het district en heb op sociaal vlak heel wat gedaan voor de mensen. Zowel klein als groot kennen me en ik ben niet hoogmoedig.' In Commewijne werkte hij jaren als onderwijsinspecteur. Hij was ook voetbaltrainer en leidt een groep die rouwzittingen houdt.

De NDP heeft nu twee van de vier zetels van Commewijne. 'We gaan kijken of we een derde zetel kunnen meepakken.'

Het was volgens Pollack de bedoeling, dat de NPS hem bij de verkiezingen van 2015 zou kandideren in Paramaribo. Pollack, die in Commewijne woont, had zich toen ingeschreven in Paramaribo. Toen hij in 2014 districtscommissaris werd van Commewijne, heeft hij zich weer ingeschreven in Commewijne. Kort nadat hij districtscommissaris werd, maakte hij de overstap naar de NDP.

Theo Para: 'Zijn Amnestiewet raakt steeds meer verkreukeld, de prullenbak komt in zicht'

'Misiekaba doet aan cherry picking'

'Misiekaba heeft zich mèt de zelf-Amnestiewet schuldig gemaakt aan het schenden van de mensenrechten'


NDP-fractieleider Misiekaba heeft met een persoonlijke aanval gereageerd op mijn mening, dat de Amnestiewet (2012) van president Bouterse, niet te verdedigen is met de Amnestiewet (1989/92) van president Venetiaan. Anders dan in het geval van de Amnestiewet van 1989/92, is bij de Amnestiewet van Bouterse sprake van belangenverstrengeling, omdat Bouterse zelf in het 8 decemberstrafproces hoofdverdachte was en is. In die zelf-Amnestiewet wordt ook - anders dan in het geval van de Amnestiewet 1989/92 - amnestie verleend voor moord, folter en andere ernstige schendingen van de rechten van de mens. 

We kunnen vaststellen dat Misiekaba in zijn reactie, niet heeft geantwoord op deze twee argumenten tegen het gebruiken van de Amnestiewet van 1989/92 als schaamlap voor de zelf-Amnestiewet. Voor een eerlijk mens is het besef, argumentatief met lege handen te zitten, aanleiding tot zelfreflectie. Heb ik het misschien bij het verkeerde eind? Belangrijker dan eigen gelijk, is voor die mens immers de waarheid. Maar wat deed Misiekaba? Hij ging de man en niet de bal spelen. 

Politicide 
De NDP-fractieleider schroomde niet mij psychologisch de maat te nemen. Ik zou 'verward' zijn. Waarop stoelde hij zijn diagnose? Ik had gewezen op een belangrijke inconsistentie in de zelf-Amnestiewet. In navolging van de Amnestiewet van 1989/92, sloot de Amnestiewet van 2012, amnestie voor misdrijven tegen de menselijkheid uit. Maar, toch verleende hij expliciet amnestie voor decembermoorden. Terwijl er internationale jurisprudentie lag waaruit bleek, dat de folteringen en moorden van 8 december 1982 kwalificeerden als misdrijven tegen de menselijkheid, een van de ernstigste internationale misdrijven. 

De Zuid-Afrikaanse hoogleraar internationaal recht mr. dr. John Dugard, had als Amicus Curiae van het Amsterdams Gerechtshof, op basis van een uitgebreide studie en argumentatie, geconcludeerd dat de folteringen en moorden van 8 december 1982 kwalificeerden als misdrijven tegen de menselijkheid. Er is sprake van misdrijven tegen de menselijkheid als met staatsbetrokkenheid ernstige misdrijven als marteling en moord, systematisch, in het kader van vervolging van bepaalde groepen worden gepleegd. Het volgens plan folteren en vermoorden door de militaire dictatuur in Suriname, van advocaten, journalisten, universiteitsdocenten, ondernemers, vakbondsleiders en militairen, paste naadloos in de delict-omschrijving misdrijven tegen de menselijkheid. Mensen werden niet vermoord om wat ze deden, maar om wie zij waren: politiek andersdenkenden. Die politicide had nog meer slachtoffers moeten maken. 

In haar boek 'Standplaats Paramaribo' (2007) getuigde journaliste Nina Jurna van een vertrouwelijke ontboezeming door Bouterse, met wie zij in het binnenland een uitgebreid televisie-interview had: '...toen de camera uit was, zei hij plotseling, doelend op de vijftien vermoorde Surinamers: "Eigenlijk hadden het er nog veel meer moeten zijn." 

Misiekaba verzweeg, ook na mijn aangeven, het 8 december oordeel van de gezaghebbende anti-apartheid rechtsgeleerde, die ook wel 'de vader van de mensenrechten in Zuid-Afrika' wordt genoemd. Hij noemde mij 'verward', omdat ik de uitspraak van de Krijgsraad, dat de decembermoorden, niet kwalificeren als misdrijven tegen de menselijkheid, niet zou hebben gelezen. Ik had die uitspraak wel gelezen, maar in dit discours genegeerd, omdat zelfs een poging tot onderbouwing in die uitspraak ontbreekt. Terwijl naar de wet, rechters verplicht zijn hun uitspraken te onderbouwen. 

Misiekaba doet aan cherry picking. Het 8 decemberstrafproces is volgens hem een 'politiek proces', behalve als in een rechterlijke uitspraak-zonder-onderbouwing wordt gesteld dat de decembermoorden niet kwalificeren als misdrijven tegen de menselijkheid. 

Onrechtmatige wet 
In de aanmatigende geest van politieke discriminatie, ontzegde de fractieleider van de regeringspartij mij, op grond van mijn woonplaats, beroep en vermeende psychologische toestand, recht van spreken: 'Schoenmaker hou je bij je leest.' 

Zonder onderbouwing dichtte Misiekaba mij kwaadaardige intenties toe. Ik zou 'constant stoken' en 'onrust zaaien in onze republiek'. Het kwam hem niet goed uit dat ik criticus was en ben van zowel de amnestiewet van 1989/92 als die van 2012. Dus kwam de paarse fractieleider met de volgende frommelzin op de proppen: 'De Amnestiewet van 2012, ik weet dat het steekt, is de Amnestiewet 1989 die door Henry Does (mijn persoonsnaam TP) gezinden is gemaakt, hebben wij aangepast en alleen (! TP) de periode uitgebreid.' 

Misiekaba vlucht in 'alternatieve feiten'. Ik begrijp zijn onrust. Zijn Amnestiewet raakt steeds meer verkreukeld, de prullenbak komt in zicht. Kantonrechter mr. Alida Johanns heeft op de zitting van het 8 decemberstrafproces op 25 januari jl., het volgende over de Amnestiewet van 2012 geoordeeld: op grond van artikel 106 en 137 van de Grondwet is de rechter bevoegd de Amnestiewet buiten toepassing te laten, omdat die wet in strijd is met de rechten van onder andere de nabestaanden, zoals vastgelegd in artikel 8 (recht op een eerlijk proces TP) en 25 (recht op rechtsbescherming TP) van het Amerikaans Verdrag voor de Mensenrechten van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en hoofdstuk 5 (grondrechten, persoonlijke rechten en vrijheden TP) van de Grondwet. 

De Surinaamse rechter heeft geoordeeld dat de Amnestiewet van 2012 een onrechtmatige wet is, het schendt constitutionele grondrechten en internationaal gecodificeerde mensenrechten. 

Misiekaba heeft zich mèt de zelf-Aamnestiewet schuldig gemaakt aan het schenden van de mensenrechten. 

Theo Para

ABOP zet hoog in voor 2020-verkiezingen:12 zetels in Assemblee

'Met 12 zetels moeten we in staat kunnen zijn om in het machtscentrum te komen'


De Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelings Partij (ABOP) streeft ernaar om bij de komende verkiezingen 12 zetels te halen. Voor de ABOP, met nu 5 zetels, is dit een groei van meer dan 100%. De partij gelooft in het delen van de regeermacht na de verkiezingen van 2020. Hiertoe is ze bereid samen met de oppositionele partijen vastbesloten te strijden. De strijd is volgens voorzitter Ronnie Brunswijk gericht tegen de NDP. 

Dit kwam naar voren tijdens het congres van de ABOP gisteren met als thema Samen groeien in 2019, aldus Starnieuws vandaag, zondag 27 januari 2019.  De partijvoorzitter riep de verschillende structuren op om eensgezind te werken binnen de partij. 'We moeten blijven geloven in de eenheid binnen de partij. Zonder eenheid zullen we dezelfde fouten weer maken als in 2015', zei Brunswijk.

De partijvoorzitter richtte zich ook voornamelijk tot de ABOP-structuren in Paramaribo. De strijd zal volgens hem in de hoofdstad met 17 zetels het zwaarst zijn. De partij moet daarom heel hard gaan werken in Paramaribo, voornamelijk in de achtergestelde gebieden, zonder de overige districten tekort te doen. Vooral de jongeren hebben volgens hem hiertoe een belangrijke taak. Brunswijk gelooft in een gezamenlijke wederopbouw van dit land. Hij riep de kiezers op om partijen die denken alleen te willen regeren niet te ondersteunen.

De structuren en districtsvertegenwoordigers alsook de verschillende afdelingen waren goed vertegenwoordigd tijdens dit congres. Allen hielden een presentatie en hebben hun plannen met begrotingen uiteen gezet.

Congres-voorzitter Marinus Bee gaf aan, dat 12 zetels realistisch zijn voor de partij. Anderen komen volgens hem met ongeloofwaardige voorstellingen van zetelwinst. 'Als partij willen we geloofwaardig overkomen en na verschillende exercities zijn wij gekomen op 12 zetels. Hiermee moeten we in staat kunnen zijn om in het machtscentrum te komen en de nodige ontwikkeling te brengen voor land en volk.'

Tijdens het congres zijn ook strategieën besproken om het veldwerk te doen. Op weg naar de verkiezingen is een organisatiestructuur geïntroduceerd en aangenomen. Het wetenschappelijk bureau van de partij zal hierbij de nodige richtlijnen geven.

Ook het juridisch team van de partij werd geïnstalleerd. De belangrijkste taak van dit team is om alle juridisch aspecten op weg naar de verkiezingen goed onder de loep te nemen en de partij hiertoe verder te instrueren.

Dodental na de dambreuk bij een ijzermijn in Brazilië loopt op naar 40

Onder de vermisten waren 100 tot 150 werknemers van de Vale-ijzermijn

(Bron foto: Twitter)
- Braziliaanse mijnbedrijf Vale moet activiteiten in deelstaat Minais Gerais staken
- President Bolsonaro accepteert hulp van Israël na contact met premier Netanyahu


Het dodental na de dambreuk bij een ijzermijn in Brazilië is opgelopen naar 40. Volgens Braziliaanse media zijn 46 mensen uit de modder gered, maar gevreesd wordt dat het dodental nog fors zal oplopen. Nog altijd worden tussen de 200 en 300 mensen vermist. De hoop dat er nog meer overlevenden zijn wordt met het uur kleiner. Het is volgens de gouverneur van de staat Minas Gerais, Romeu Zema, moeilijk om nog overlevenden te vinden. 'Zeer waarschijnlijk zullen we vanaf nu alleen nog lijken bergen.'

Onder de vermisten waren 100 tot 150 werknemers van de ijzermijn en ongeveer 200 inwoners van het dorp Vila Forteco en omgeving. Het Braziliaanse mijnbedrijf Vale moet al zijn activiteiten in de deelstaat Minais Gerais staken vanwege de dambreuk van gisteren.

Een groot gebied werd na het instorten van de dam overspoeld met vervuilde modder, afval en losgerukte bomen. Veel wegen en bruggen zijn verwoest.


De regering heeft militairen en helikopters naar de regio gestuurd om te helpen bij de zoektocht. President Bolsonaro heeft zich in het rampgebied op de hoogte gesteld van de situatie. Hij heeft alle mogelijke hulp toegezegd en een onderzoek aangekondigd naar de oorzaak van het instorten van de dam.


Hij zei ook, dat het nationale waterleidingbedrijf maatregelen neemt om de toevoer van schoon water naar steden zoals de miljoenenstad Belo Horizonte te garanderen.






In de modderstroom die na de dambreuk een groot gebied overspoelde, zitten chemicaliën die worden gebruikt bij de mijnbouw. Giftige stoffen dreigen via rivieren in het grondwater terecht te komen.

Een Braziliaanse rechter heeft voor ruim een miljard euro aan tegoeden van mijnbedrijf Vale laten bevriezen. Dat geld is bestemd als bijdrage voor het herstellen van onder meer de milieuschade.


Het staatsmilieuagentschap Ibama () heeft de mijn een boete opgelegd voor de vervuiling, de schade aan de regio en andere overtredingen. De Vale-directie moet daarvoor zo'n 59 miljoen euro betalen.

Van verschillende kanten is president Bolsonaro bekritiseerd om zijn beleid ten aanzien van Vale, het grootste mijnbedrijf van Brazilië. Hij zou het bedrijf te veel de vrije hand hebben gegeven. Milieubeschermers dringen aan op strengere controles op bedrijven als Vale.



(Suriname Mirror/Correio Braziliense/OGlobo/NOS/Twitter/em.com.br/Facebook)