zondag 25 maart 2012

Levendige handel in export dieren uit Suriname....

In 30 jaar werden ruim 850.700 levende dieren geëxporteerd uit Suriname

In 1993 recordaantal van bijna 41.000 groene leguanen uitgevoerd

25-03-2012  Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Uit Suriname blijken op legale wijze jaarlijks vele duizenden in het wild gevangen dieren te worden geëxporteerd, waarvan de meesten verdwijnen in de commerciële handel en een enkele soort in een dierentuin of in de internationale vivisectie-industrie. Het aantal geëxporteerde dieren kan verontrustend worden genoemd. Het is een exportbranche waar weinig over bekend is. Bedrijven die zich specifiek met de export van dieren bezig houden zijn nauwelijks te traceren. Het is niets meer en minder dan broodhandel. Dieren worden uit het wild geplukt, opgeslagen in kooien en vervolgens wacht ze een lange reis naar verre oorden. Aan de essentiële vraag of dergelijke exporten in deze tijd nog nodig zijn, wordt voorbij gegaan. Immers, veel diersoorten worden wereldwijd in gevangenschap opgenomen in fok- en kweekprogramma’s.



Uit onderzoek van de gegevens uit het CITES handelsregister (Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora) blijkt dat uit Suriname tussen 1981 en 2011 in totaal ruim 850.700 levende dieren (ruim zestig verschillende soorten) met CITES-papieren zijn geëxporteerd. De (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt gereguleerd met CITES-vergunningen en -certificaten. Daar hebben verschillende landen in 1973 afspraken over gemaakt. Inmiddels hebben bijna 180 landen deze zogenaamde CITES-overeenkomst ondertekend. Ook Suriname.

In 1981 werden 14.612 dieren en in 2010 10.826 dieren (de meeste dieren in 2010, 3.921, naar de Verenigde Staten en 2.082 naar Nederland) geëxporteerd. De meeste dieren werden in 1995 Suriname uit getransporteerd, 60.108, en het kleinste aantal, 7.740, in 1984.
Het dier dat het meest is/wordt geëxporteerd is de groene legaan (Iguana Iguana), vooral naar Amerika. In totaal werden de afgelopen dertig jaren 503.201 exemplaren het land uit vervoerd. In 1993 werden de meeste groene leguanen (40.715) geëxporteerd en het kleinste aantal, 1.227, in 2004.

Globaal overzicht aantal en soorten geëxporteerde dieren
Om een globaal beeld te schetsen van het aantal en soorten geëxporteerde dieren volgt hieronder een klein en willekeurig overzicht:
14.647 boa constrictors (de meeste, 909, in 2005) – CITES export quotum 2011 1.010 exemplaren;
8.226 kaaimannen met een recordaantal van 853 exemplaren in 1995 – CITES export quotum 2011 925 exemplaren;
6.755 viooltjespapegaaien (Pionus Fuscus, ook wel Pirikutu en Bruin Margrietje genoemd) – CITES export quotum 2011 800 exemplaren;
17.740 maïsparkieten (Aratinga Pertinax; Karuprakiki), waarvan de meeste, 1.500 in 1987 en het kleinste aantal in 2008, 12 exemplaren – CITES export quotum 2011 2.033 exemplaren;
62.187 oranjevleugel amazones (Amazona Amazonica; Kulekule), het grootste aantal van 4.941 vogels werd in 1995 uit Suriname geëxporteerd – het jaar waarin in totaliteit de meeste dieren het land uit werden vervoerd. De meeste oranjevleugel amazones zijn naar Nederland geëxporteerd – CITES export quotum 2011 3.600 exemplaren;
19.958 pijlgifkikkers (Dendrobates Tinctorius; Okopipi) naar vooral Nederland en de verenigde Staten (V.S.) – opvallend is dat in de jaren 1981 tot en met 1986 en 2005, 2006 en 2007 geen enkel exemplaar werd geëxporteerd – CITES export quotum 2011 1.886.

Opmerkelijke exporten
In 2009 werden volgens het CITES handelsregister 31 en in 2010 54 uitheemse Indian Bullfrogs (Hoplobatrachus Tigerinus) – die voorkomen in India, Pakistan en Nepal – geëxporteerd.
In 2007 werden 6 volgens de IUCN (International Union for the Conservation of Nature) Rode Lijst ‘bedreigde’ witvleugel cotinga’s (Xipholena Atropurpurea) naar de V.S. geëxporteerd.
De IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten wordt jaarlijks opgesteld door de IUCN met medewerking van duizenden soortendeskundigen wereldwijd. Het risico dat een soort uitsterft en de ernst van de bedreiging wordt vastgesteld aan de hand van een aantal criteria: de snelheid waarmee een soort achteruit gaat, de zeldzaamheid van de soort, en de verspreiding van de soort – grootte van het leefgebied en mate van versnippering.
De witvleugel cotinga komt alleen in het oosten van Brazilië voor en er zouden nog maar tussen de 5.000 en 19.500 exemplaren in het wild leven.
Een ander niet-inheemse diersoort werd in een aantal van 600 naar Amerika geëxporteerd in 2006: de Nicobar sparrowhawk (Accipiter Butleri), die alleen zou voorkomen op de Nicobar Eilanden bij India (heeft de IUCN Rode Lijst status ‘kwetsbaar’).
Twee reuzenmiereneters (Myrmecophaga Tridactyla) zijn in 1996 Suriname uitgevoerd naar Japan en één een jaar later. Twee exemplaren verdwenen in 2002 naar Mexico en een naar de V.S.. Zijn status op de IUCN Rode Lijst is ‘gevoelig’.
In 2001 werden 10 driekleurige gifkikkers (Epipedobates Tricolor) geëxporteerd. Deze kikkersoort leeft alleen in Ecuador en kreeg drie jaar later de status ‘bedreigd’ op de IUCN Rode Lijst.
36 Reuzentoekans (Ramphastos Toco; Toco Toekan) werden in 1995 geëxporteerd naar Nederland en in 1999 6 vogels naar Spanje.
14 Zogenoemde toerako’s (Tauraco) werden in 1999 naar de V.S. geëxporteerd.
1 Tayra (Eira Barbara), een marterachtige, werd in 1997 vanuit Suriname naar Japan geëxporteerd en 1 gestreepte ransuil (Pseudoscops Clamator) naar buurland Brazilië.
In 1996 werden 2 witgezichtsaki’s (Pithecia Pithecia) naar Japan geëxporteerd. Tot vandaag de dag is volstrekt onduidelijk hoeveel van deze apen nog in het wild leven. Vanwege de schuwheid van de witgezichtsaki is de populatie moeilijk te controleren.
In 1987 werden 3 laaglandtapirs (Tapirus Terrestris) naar Nederland en 2 exemplaren in 2008 naar Zuid-Afrika geëxporteerd. Sinds 2008 heeft dit dier de IUCN Rode Lijst ‘kwestbaar’ status.

Begin jaren ’80 en in 1995 zijn krapé’s en aitkanti’s geëxporteerd
Twee van de meest in het oog springende exporten betrof de export van een aantal levende groene zeeschildpadden (Chelonia Mydas; krapé) en lederschildpadden (Dermochelys Coriacea; aitkanti). Van de groene zeeschildpad werden in 1980 120 exemplaren (bestemming V.S.), 1981 350 (bestemming Canada), 1982 1.102 (bestemming 1.100 exemplaren V.S. en 2 Denemarken), 1990 20 (bestemming V.S.) en in 1995 205 dieren – 200 naar Canada en 5 naar Nederland – geëxporteerd. De schildpad had en heeft de ‘bedreigde’ status op de IUCN Rode Lijst. In 1995 werden 5 lederschildpadden naar Nederland vervoerd, in 1981 300 naar Canada en in 1982 74 naar de V.S.. Destijds had deze grote zeeschildpad de ‘bedreigde’ status en nu ‘kritiek’. Een medewerker van de ‘Red List Unit IUCN’ in het Britse Camebridge bevestigt deze exporten en laat in een reactie weten dat de in 1980 en 1981 naar Canada geëxporteerde groene zeeschildpadden en lederschildpadden bestemd waren voor wetenschappelijke doeleinden. Ook de in 1982 naar de V.S. vervoerde 74 lederschildpadden hadden als bestemming de wetenschap.

WWF Guianas reageert verrast en terughoudend
Deze exporten geven aanleiding voor vraagtekens en redenen om een reactie te vragen van het Wereld Natuur Fonds Guianas (WWF Guinas). De ‘maritime turtle conservation assistant’ Avanaisa Turny reageert in een eerste reactie zeer voorzichtig en plaatst vraagtekens bij de genoemde exporten. ‘Als het toch nog blijkt, onderbouwd met bewijzen dat zeeschildpadden legaal geëxporteerd zijn, keur ik dat persoonlijk af. Wat WWF betreft, zullen we bij het uitkomen van uw artikel met de bewijsvoering zeker wel van ons laten horen.’ De geëxporteerde zeeschildpadden zouden mogelijk zogenoemde ‘hatchlings’ (jonge dieren) geweest kunnen zijn, aldus Turny. Dat het WWF Guianas kennelijk geschrokken is door de informatie blijkt binnen kore tijd uit een tweede WWF-reactie, deze keer van ir. Gerold Zondervan, ‘regional advisor’ WWF Guianas. Hij geeft aan ‘niet onmiddellijk een eensluidende reaktie’ te kunnen geven. ‘Ik wil eerst mij (ons) in elk geval terdege laten informeren en oriënteren, aangezien het gaat over een tijdsperiode van nog voordat WWF Guianas werkzaam was hier in Suriname. Officieel zijn wij hier begonnen in 1999. UIteraard zullen wij van onze zijde kontakt maken met de bevoegde instanties, zoals Natuurbeheer en Stinasu, voor onderliggende waarheidsvinding.’ Maar, de gegevens zijn hard. Het staat vast dat levende groene zeeschildpadden en lederugschildpadden uit Suriname zijn geëxporteerd. De export van eieren, vlees en andere dierproducten wordt door CITES apart geregistreerd.

De stichting Dierenbescherming Suriname laat bij monde van voorzitter – èn dierenarts – mevrouw Leontine Bansse-Issa weten de gegevens over de zeeschildpadden ‘schokkend’ te vinden en die waren de stichting niet bekend. Bansse-issa: ‘Dat er in de jaren en tachtig en negentig veel te veel wildlife is geëxporteerd is wel bekend. Dankzij vele organisaties en overheden in binnen en buitenland is de hoeveelheid dieren die geëxporteerd wordt drastisch verminderd. Het is duidelijk dat het verbod op transporten van wildlife naar Europa, tenzij voor aanvulling van genetisch materiaal bestemd voor fokcentra, een grote impact heeft gehad.’

Eind februari 2012 waren de CITES landelijke export quota 2012 voor Suriname nog niet bekend alsook niet de exportgegevens over het jaar 2011.

Export van doodshoofdaapjes, monkimonki’s
Van 1981 tot en met 2010 werden uit Suriname in total 4.612 doodshoofdaapjes (Saimiri Sciureus) geëxporteerd. De meeste verdwenen uit Suriname voor zogenoemde ‘commerciële’ doeleinden. Slechts twintig aapjes gingen naar dierentuinen in de Dominicaanse Republiek (tien) en Kroatië (tien), in 2001. De meeste doodshoofdaapjes werden geëxporteerd naar Japan, 3.490. In 1997 werd het record aantal van 636 aapjes naar Japan vervoerd. Diverse van de naar Japan geëxporteerde doodshoofdaapjes belandden in de vivisectiesector. Verder werden Surinaamse monkimonki’s vervoerd naar de V.S., Slowakije (4 exemplaren in 1996), Maleisië (5 aapjes in 1997, 34 in 2000, 28 in 2002, 4 in 2003 en 28 in 2005), Mexico, Zuid-Afrika en Hongarije (25 aapjes in 2004). Het CITES export quotum voor 2011 bedroeg 1.000 exemplaren.

In oktober 2008 werden 80 doodshoofdaapjes geëxporteerd naar een grote handelaar in proefdieren, Worldwide Primates, in Miami, Florida (V.S.).


Die export leidde tot grote verontwaardiging onder vooral Nederlandse dierenrechtenactivisten die snel overgingen tot een protestactie bij het Surinaamse consulaat in Amsterdam. In augustus 2011 ontving de dierenrechtenorganisatie Animal Rights Foundation of Florida (ARFF) in Fort Lauderdale een brief van de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij, SLM, waarin werd medegedeeld dat deze maatschappij geen niet-mensapen meer vervoerd voor de vivisectie-industrie.


Exporteurs moeilijk te vinden
Een speurtocht naar bedrijven in Suriname die dieren exporteren levert zeer weinig op. Het bedrijf Exotic Fauna N.V. is een bedrijf dat onder andere diverse papegaaiensoorten, parkieten, toekans, zoogdieren, apen en reptielen exporteert. Ook zou het bedrijf nu en dan bepaalde diersoorten aan dierentuinen leveren, zoals reuzenmiereneters. Volgens informatie over het bedrijf, te vinden op het internet, zouden alle transporten vergezeld gaan van originele CITES exportvergunningen en gezondheidscertificaten. Exotic Fauna N.V. was niet bereikbaar voor een reactie.
Een ander bedrijf dat dieren exporteert is Graanoogst Animal Exports in het district Wanica. Dit bedrijf zou zich bezighouden sinds 1990 met de export van onder andere schildpadden, diverse reptielensoorten, zoogdieren, parkieten, tropische vogeltjes en toekans. Volgens Graanoogst Animal Exports zijn haar cliënten importeurs uit de hele wereld. Ook dit bedrijf was niet bereikbaar voor commentaar.
Volgens een rapport van het Wereldnatuur Fonds Guianas uit maart 2001 (Evaluation of the Animal and Plant Trade in the Guianas, Preliminary Findings) waren er toen twee overkoepelende organisaties van dierenexporteurs – Vereniging van Vogel- en Dierenexporteurs en Wildlife Exporters and Breeders – met in totaal zestien leden en daarnaast waren er negen onafhankelijke exporteurs.

De Voedsel- en Landbouworganisatie (Food and Agriculture Organization – FAO) van de Verenigde Naties in Rome, omschreef Suriname in een rapport (International trade in wild birds, and related bird movements, in Latin America and the Caribbean) in 2011 nog als een van de belangrijkste Latijns-Amerikaanse exportlanden van vogels. Suriname neemt na Argentinië en Guyana de derde plaats in. Het aantal geëxporteerde vogels nam drastisch af in 2006 en 2007 na een Europees importverbod. Suriname moest op zoek naar nieuwe afzetmarkten en dat werden vooral Mexico en landen in Azië.

Dierenrechtenorganisaties in Suriname besteden nauwelijks tot geen aandacht aan de export van dieren uit het land. Wel was er begin december 2011 een protest van de stichting Dierenbescherming Suriname tegen de verkoop van dieren langs de weg, vooral in Paramaribo. Ook werd bij de Nationale Assemblee een petitie ingediend, waarin gepleit werd voor een verbod op de verkoop van dieren, zoals papegaaien en doodshoofdaapjes, langs de openbare weg in vaak veel te kleine kooien. De stichting is van oordeel dat dieren vrij moeten zijn van pijn, angst en chronische stress. Maar, jaarlijks blijken ook nog eens vele duizenden dieren in kooien en dergelijk vanaf de internationale Johan Adolf Pengel luchthaven bijna anoniem de hele wereld te worden overgevlogen met veelal urenlang durende vluchten.

Dierenbescherming Suriname: ‘Export nauwelijks te controleren’
Mevrouw Bansse-Issa van de Dierenbescherming Suriname zegt dat haar stichting zich op het standpunt blijft stellen dat de grootste invloed op het verminderen en hopelijk uitbannen van transport naar het buitenland van in het wild gevangen dieren pas zal komen, wanneer de vraag in deze landen naar apen en andere dieren stopt. ‘Dit kan worden gestimuleerd door gecoördineerde akties van internationale en nationale organisaties die de publieke opinie trachten om te buigen naar het onder geen enkele voorwaarde willen meewerken aan deze misstanden. Dat is de reden waarom wij in Suriname lobbyen en voorlichting geven om de vraag van de consument ofwel potentiële diereigenaren te remmen om wildlife als huisdier of ook anderzins te willen houden. In de onlangs ingediende concept wet Dierenwelzijn zullen er veel grotere restrictie’s zijn. Pas als de vràag naar in het wild gevangen dieren stopt, zal het vangen en verkopen, legaal of illegaal stoppen.
Individuen, organisaties en overheden zullen via wetgeving en controle op naleving daarvan de handen steeds in elkaar moeten blijven slaan, om de transporten en het houden van wildgevangen wildlife onder controle te krijgen. Maar, zelfs al wordt de wetgeving in Suriname aangescherpt, dan is de controle daarop toch slecht of niet mogelijk en krijg je nog meer illegale transporten dus nog meer dierenleed en dierverlies.’




Vooralsnog verlaten jaarlijks meer dan tienduizend in het wild gevangen dieren Suriname. Het is nog steeds een stille, welhaast heimelijke, en onbekende lucratieve handel. Aan het leed, pijn en stress dat de dieren ongetwijfeld wordt aangedaan, wordt door de exporteurs, vervoerders en handelaren voorbij gegaan. Voor hen zijn die dieren niets meer en niets minder dan produkten die dollars opleveren.

Noot Paul Kraaijer:
Het artikel is op 25 maart 2012 gepubliceerd op de Surinaamse nieuwswebsites Obsession Magazine, GFC Nieuws en NoSpang.

Aan het artikel werd begin mei even aandacht besteedt via de Facebookpagina van een Surinaamse dierenrechtenactiviste. Uit een paar reacties werd duidelijk dat men zeer verrast is over het grote aantal in het wild gevangen dieren dat jaarlijks uit Suriname wordt geexporteerd. Maar, er was ook een reactie van een dame die vindt dat dierenrechtenorganisaties in Suriname door mij zouden worden verweten niets of nauwelijks iets te doen. Hieronder volgen een aantal reacties, ook die van mij (cursief):

'Wat ik niet snap... waarom wordt het de Surinaamse dierenrechtenorganisaties verweten, nauwelijks iets of niets te doen? Als men die aantallen optelt, plus alle andere ellende dat er met dieren in Suriname gebeurt, vergeleken met het aantal dierenrechtenorganisaties in Suriname... Hoe is het dan mogelijk? In plaats van dat men de exporteurs en organisaties die de vraag naar exotische dieren hooghouden aanspreekt... *zucht* maar goed, gelukkig zijn er nog mensen die iedere dag opnieuw die dweil weer oppakken terwijl die kraan maar open staat.'

'(...) dat is precies ook wel mijn persoonlijke opmerking. Mensen en in dit geval de schrijver van het artikel, zijn gauw geneigd een schuldige aan te wijzen en in deze was het echt heel onterecht. Er gebeurt heel veel meer, en ik denk niet dat de schrijver van het artikel ook maar enigszins kan denken dat wij opgewassen zijn tegen die enorme corruptie op dat veld.'

'Even een kanttekening: ik heb geen enkele schuldige aangewezen. Het is jammer wanneer mensen zich op een of andere manier tekort gedaan voelen door het artikel. Maar het is een feit dat dit issue, LEGALE export van wild, geen aandacht heeft gehad. Natuurlijk zijn er mensen die zich voor dieren inspannen en daar besteed ik ook aandacht aan. Ik heb getracht in contact te komen met exporteurs, maar die reageren niet of zijn helemaal niet te bereiken. Het is gewoon een business die zich vooral achter de schermen afspeelt. Met het artikel heb ik slechts beoogd om bekend te maken hoeveel wildvang er jaarlijks uit Suriname wordt geexporteerd. Een handel waar nauwelijks aandacht voor is. Ik ben schrijver, kritisch, geen activist en ik mag zaken aankaarten en eventueel vragen stellen en kritisch zijn. Nu ben ik benieuwd of de handschoen wordt opgepakt om deze grootscheepse handel in in het wild gevangen dieren eens aan te kaarten.....in ieder geval blijkt uit de reacties dat iedereen verbaasd is over de omvang van de export van wild. Was het artikel niet geschreven, dan had niemand hierover kennis gekregen.'

'Weet je hoe lang wij bezig zijn met deze kwestie? En precies wat je zegt, veel gebeurt in het duister. Helaas is er teveel corruptie! En daar zijn ook wij net tegen opgewassen. Er verschijnen bijvoorbeeld foto's van mensen die de schildpaddeneieren stelen op FB en elders, en we zijn benieuwd of die persoon of personen ook aangehouden zijn, behalve de transporteur!'

'Hoe kan men bezig zijn met 'deze kwestie' als de cijfers/aantallen van geexporteerde dieren niet eens bekend waren? Natuurlijk is dit geen makkelijk issue om iets tegen te doen en natuurlijk is er corruptie, en natuurlijk is er belangenverstrengeling, en natuurlijk zijn er belangen, maar werkelijk, ik heb er nooit iets over gelezen of gehoord in Suriname, over de LEGALE export van wild..... LET OP: ik heb geen kritiek op de op 1 hand te tellen dierenbeschermingsorganisa​ties hier, die doen goed werk, maar laten we wel eerlijk zijn en gewoon erkennen dat de LEGALE export van wild nimmer voldoende aandacht heeft gekregen, om wat voor redenen dan ook. Dus nogmaals, ik vind het jammer als mensen zich meteen zo 'aangevallen' voelen en voorbij gaan aan de essentie van het artikel.'

'Wij zijn wel degelijk heel lang hiermee bezig!! Wij voelen ons wel degelijk aangevallen, omdat we wel hard werken, maar krijgen te weinig ondersteuning voor dierenkwesties vanuit o.a. de samenleving. Ik benadruk nogmaals dat de corruptie op dat stuk ook enorm is. Is veel geld! Je was toch aanwezig op de protestdemonstratie georganiseerd door ons? En hoeveel mensen waren aanwezig??? En je had toch ook die foto's gezien van die baby brulaapjes die doodgeschoten waren? Hoeveel protest heb je vanuit de samenleving gehoord? Wij doen ons ding, we praten met overheidsinstanties, we hebben nieuwe wetgeving opgesteld, maar zolang we niet voldoende ondersteuning vanuit de samenleving krijgen, blijven we helaas schreeuwenden in de woestijn. Ik heb met een aantal assembleeleden gesproken en allemaal zeggen: heeft geen prioriteit!!'

'We zullen het niet eens worden: mijn artikel is zooooo lang en bevat zoooooveel informatie en een paar regels gaan over de Surinaamse dierenrechtenorganisaties.....en dan krijgen die paar regeltjes hier meer aandacht dan de essentie van het artikel, DAT is jammer. Ik was overigens niet bij die protestdemonstratie aanwezig en ik zie meer foto's van doodgeschoten wild in Suriname dan die baby brulaapjes.....en neen, protest was er niet, en ook niet na het vertonen door Apintie van die beelden van die mishandelde hond te Goede Verwachting....ik weet dat dieren hier nauwelijks aandacht krijgen en schreeuwen is en blijft nodig ook al is het in de woestijn en laten we ieder op onze eigen manier voor dieren opkomen.'

dinsdag 20 maart 2012

Surinaamse overheid kijkt toe hoe illegale porknokkers Brownsberg Natuurpark vernietigen

Fotoverslag WWF Guianas goudmijnactiviteiten op Brownsberg leidt tot hypocriete reacties....


20-03-2012  door: Paul Kraaijer


Het is jammer te moeten constateren dat in Suriname kennelijk foto's verantwoordelijken moeten wakker schudden..... Al jaren achtereen zijn illegale ‘porknokkers’ (goudzoekers) actief in het Brownsberg Natuurpark in het district Brokopondo. Al jaren achtereen hebben de autoriteiten niet opgetreden. Het natuurgebied met een rijke en unieke biodiversiteit en een grote toeristische trekpleister, wordt vernietigd.


De minister van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB), Simon Martosatiman, reageerde ontstemd op de berichten. ‘Er is duidelijk iets behoorlijk mis. De consequentie is dat iemand daar niet op zijn plek zit en zal moeten opstappen.’ Hij erkende zelfs te weten dat er goudzoekers waren in het gebied, maar dacht dat het zou gaan om ongeveer twee of drie locaties. Toen het WWF een week terug hem het rapport onder de neus duwde, viel de minister bijna van zijn stoel toen het om ongeveer vijftig locaties bleek te gaan, zo berichtte een van de kranten in Suriname. Hij wist dus van de activiteiten van illegale goudzoekers in het natuurgebied, maar trad niet op.


Datzelfde kan gezegd worden van de in december 2010 geïnstalleerde presidentiële commissie Ordening Goudsector. Leden Gerold Dompig en Melvin Linscheer van die commissie wisten dat porknokkers in het natuurgebied de boel aan het vernietigen waren, maar ook zij bleven op hun stoel zitten. Nu, gedwongen door de onthullende foto's van het WWF, gaan de porknokkers uit het Brownsberg Natuurpark verwijderd worden - vrijwillig, aldus Dompig.....


Het verslag komt op een moment dat de directeur van de St. Natuurbehoud Suriname (Stinasu), Frank Kasantaroeno, in opspraak is. Stinasu is beheerder van het natuurgebied. Desondanks blijkt Kasantaroeno illegale porknokkers toestemming te hebben gegeven om gedurende vier maanden goud te mijnen in het natuurpark in ruil voor goud. Natuurlijk wordt dit door de directeur van Stinasu ontkend. Er zijn echter kwitanties in omloop waaruit blijkt dat Stinasu goud heeft ontvangen van porknokkers. Overigens al in 2007 waren goudzoekers in het natuurgebied actief. Ze werden toen door Stinasu willens en wetens gedoogd.


Hopelijk heeft het op 19 maart 2012 gepresenteerde fotoverslag van het WWF Guianas als zijdelings effect, dat Stinasu wordt opgeheven of een andere invulling gaat krijgen en dat haar directeur onmiddellijk wordt ontheven uit zijn functie. Als beheerder van het Brownsberg Natuurpark, een toeristische trekpleister en een gebied met een unieke en bijzondere biodiversiteit, had Kasantaroeno dit natuurpark moeten beschermen en niet voor grote delen uit handen moeten geven aan kleinschalige goudzoekers. Het WWF Guianas, dat Stinasu niet voor de presentatie van haar fotoverslag had uitgenodigd, heeft inmiddels laten weten de geldkraan naar Stinasu dicht te draaien. De internationale natuurbeschermingsorganisatie is Stinasu en haar directeur meer dan zat.


Beschermt de Surinaamse regering wel de unieke biodiversiteit van het land, waarmee zjj altijd op het internationale politieke toneel pronkt?


Neen, de natuur mag ongehinderd door ongeveer tweeduizend porknokkers en gadegeslagen door de organisatie die die natuur zou moeten beschermen en door de verantwoordelijke minister en de commissie Ordening Goudsector vernietigd worden. Het WWF Guianas heeft hen nu op een confronterende wijze de ogen geopend. Hopelijk blijven die ogen open en draaien ze niet langer naar links, wanneer rechts de natuur onherstelbaar wordt vernietigd.

Noot Kraaijer:
Het artikel is op 21 maart 2012 gepubliceerd op de Surinaamse nieuwswebsites NoSpang en GFC Nieuws.

vrijdag 2 maart 2012

Veel huurwoningen voor Surinamers niet betaalbaar

Hebzucht en wantrouwen overwoekeren gedrag verhuurders

03-03-2012  Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Het blijkt voor vele Surinamers welhaast onmogelijk om tegen een betaalbaar bedrag een woning te kunnen huren. Dat heeft niets te maken met de inkomens van mensen, maar met het hebzuchtige en wantrouwende gedrag van veel verhuurders. Hebzuchtig, omdat zij woningen te huur aanbieden tegen een maandelijkse prijs in euro’s of Amerikaanse dollars. Wantrouwend, vanwege slechte ervaringen met huurders. Maar, heb je uiteindelijk na lang zoeken – je zoekt immers naar een naald in een hooiberg - een geschikte en betaalbare huurwoning woning gevonden, dan blijkt er extreem veel borg te worden gevraagd. De huursector in Suriname lijkt ziek en verziekt.

Onbereikbaar
Een gemiddelde goedverdienende Surinamer ontvangt iedere maand een salaris dat globaal ligt tussen de twaalf- en zestienhonderd Surinaamse dollars. Toch blijkt het zeer moeilijk om met een dergelijk inkomen een fatsoenlijk huis te kunnen huren. Fatsoenlijk, simpel, flatwoning, woonkamer, keuken en twee slaapkamers. Maar, probeer in Suriname eens een dergelijke gewone woning te vinden voor een maandelijkse huurprijs van rond de zeshonderd Surinaamse dollars. Een rondje kijken op de populaire internetsite Via2000 (een soort Surinaamse Marktplaats.nl) toont onomstotelijk aan, dat tachtig procent van dergelijke woningen wordt aangeboden voor huurprijzen die schommelen tussen de driehonderd en zeshonderd euro’s..., per maand.

Welke Surinaamse arbeider en gezin zijn in staat om deze dagen nog een simpele huurwoning te kunnen betrekken? Mensen die voor dergelijke prijzen woningen te huur aanbieden zijn of het gevoel met de dagelijkse realiteit van het leven in Suriname verloren, of zij zijn verhuurders die hopen op huurders die zijn teruggekeerd uit Nederland met een Nederlands pensioen of ander inkomen in euro’s of het zijn niets meer en niets minder dan ordinaire hebzuchtige geldwolven. Via Via2000 worden diverse woningen zelfs door één en dezelfde verhuurder aangeboden. Zo’n verhuurder lijkt verdacht veel op een soort makelaar of ‘pandjesbaas’. Een blik op de website Via2000 leert ook, dat zeer veel woningen en appartementen gemeubileerd te huur worden aangeboden en specifiek voor vakantiegangers en stagiaires. De huursector lijkt alleen bestemd te zijn voor niet lokale woningzoekers. Lokale huurders worden gedwongen om huren te voldoen in euro’s en dan nog graag contant, zodat instanties zoals de Belastingdienst geen lucht krijgen van de extra inkomsten van de verhuurders.

Hoelang mogen Surinaamse producten nog in vreemde valuta worden aangeboden?
De vraag zou nu gesteld moeten worden of in Suriname producten mogen worden aangeboden in andere valuta (zoals de euro en de Amerikaanse dollar) dan de eigen Surinaamse dollar – en een huurwoning is ook een product waar geld voor wordt gevraagd. Een jaar gelden adverteerde het ministerie van Handel en Industrie (HI) met regelmaat in kranten dat winkeliers hun producten in Surinaamse dollars moeten aanbieden. Minister Michael Miskin van dat ministerie liet toen weten, dat volgens bestaande wetgeving de prijsaanduiding in Surinaamse valuta moet worden gedaan, maar dat toch ook het bedrag in andere valuta vermeld mag worden. Echter, iemand die een product in bijvoorbeeld euro’s aanbiedt, mag geen Surinaamse dollars weigeren. Bedrijven als de SLM, Telesur en de EBS (NV Energiebedrijven Suriname) moeten werken met alleen de eigen munteenheid van Suriname. Begin 2011 zei minister Miskin dat Suriname ‘in een grijze fase’ zit. Het blijkt nauwelijks mogelijk om op te kunnen treden tegen ondernemers en bedrijven die een hogere dan de door de Centrale Bank van Suriname vastgestelde wisselkoers hanteren. De regering sprak de hoop uit dat de jacht op bijvoorbeelde euro’s en Amerikaanse dollars zou afnemen, wanneer bedrijven gewoon de Surinaamse dollar gaan accepteren.

Op hetzelfde moment dat de HI-minister zijn uitspraken deed over de Surinaamse dollar, liet zijn collega van het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme, Falisi Pinas, weten een klopjacht te starten tegen prijsaanduidingen in euro’s en Amerikaanse dollars. Een jaar later is duidelijk dat van een klopjacht nauwelijks sprake kan zijn geweest. Bekijk productadvertenties in kranten en op websites en de euro’s en Amerikaanse dollars lachen je vrolijk en ongestoord tegemoet. Het lijkt er nog steeds op dat de eigen Surinaamse munt in het handelsverkeer het onderspit delft en wordt ondergesneeuwd door buitenlandse muntsoorten als de euro en Amerikaanse dollar. De Centrale Bank van Suriname was niet bereikbaar voor een reactie, ondanks herhaald verzoek.

 

Extreem veel borg
Niet alleen de verhuur van woningen in Suriname in andere valuta dan de eigen Surinaamse munt is opmerkelijk en afkeurenswaardig. Verhuurders blijken ook nog eens vrij te zijn om extreem hoge borgsommen van huurders te vragen. Ga je een woning huren dan is het normaal dat tevens een maand borgsom wordt voldaan gelijk aan de maandelijkse huurprijs. Maar, daarenboven kan een verhuurder vervolgens ook nog eens twee maanden of meer vooruit huur vragen – dat  moet dan wel bij het aangaan van het huurcontract duidelijk door de verhuurder worden uitlegd of in een contract zijn vastgelegd. Gebruikelijk is het, dat een huurder aan het einde van een maand de huur voldoet voor de volgende maand. Ook is het gebruikelijk dat de verhuurder geen huurcontract op papier heeft. Door een huurcontract op papier op te stellen kunnen misverstanden en problemen worden voorkomen en kan een huurder eventueel nog besluiten om toch maar niet een huurovereenkomst aan te gaan. Een mondelinge huurovereenkomst is wel rechtsgeldig, maar bij een eventueel conflict kunnen de verhuurder en huurder elkaar gaan tegenspreken over wat wel of wat niet is overeengekomen.

Verhuurders blijken weinig vertrouwen te hebben in de Surinaamse huurder en verlangen dan ook meer dan de gebruikelijke borgsom. Klinkt logisch, maar is één borgsom niet voldoende?

Om de verziekte Surinaamse huursector – waar geen belangenorganisatie voor huurders te vinden is - te genezen is het wellicht raadzaam wanneer de regering Boutserse-Ameerali een presidentiële commissie Ordening Huursector in het leven zou roepen. Ordenen is het beste en meest effectieve lap- en/of wondermiddel om delen van de Surinaamse maatschappij in het gareel te krijgen.

Noot Kraaijer:
Het artikel is op 3 maart 2012 geheel gepubliceerd op de Surinaamse nieuwswebsite NoSpang en 4 maart 2012 op GFC Nieuws.

De Surinaamse nieuwswebsite berichtte op 22 augustus 2012 het volgende:

Het merendeel van De Assembleeleden dringt er bij de regering op aan duidelijkheid te geven over een staatsbesluit waar sommige staatsbedrijven toestemming wordt gegeven vreemde valuta te vragen voor geleverde diensten.

Betalingen voor huishuur, roerende en onroerende goederen in vreemde valuta vinden de volksvertegenwoordigers ongehoord. Deze zaken moeten desnoods bij wet verboden worden, aldus de politici.

‘De SRD is redelijk stabiel en we moeten de burger ontlasten van die verplichting om in valuta te betalen’, zo stelt André Misiekaba (Mega Combinatie/NDP) .

DOE-fractieleider Carl Breeveld vindt het ongehoord dat burgers worden gedwongen om huishuur in vreemde valuta te betalen. Volgens hem is het elke maand een ‘gehossel’ voor sommige mensen om vreemde valuta te kopen. In sommige gevallen worden zij zelfs met uitzetting bedreigd, aldus Breeveld.

Het bewuste staatsbesluit zou volgens Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons zijn gemaakt enkele jaren terug toen er een schaarste was aan vreemde valuta in het land. In die periode is voor sommige staatsbedrijven, zoals de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM), de uitzondering gemaakt, hun diensten aan te bieden in vreemde valuta.

Guno Castelen (Nieuw Front/SPA) zegt dat wel rekening gehouden moet worden met bedrijven als NV Havenbeheer die diensten levert aan buitenlandse partners. Hij benadrukt dat bij dit staatsbedrijf geen betalingen worden geëist in valuta aan Surinamers.

Mahinder Ratipal (Nieuw Front/VHP) zegt dat dagelijks de kranten bol staan van verhuur en handel in roerende en onroerende goederen die vrijwel alleen in valuta worden aan geprijsd. Zijn fractiegenoot Sheilendra Girjasing, die ook tegen de verplichte valutabetaling is, zegt evenwel dat de keus om in vreemde valuta te betalen aan de burger moet worden overgelaten. Die betaling moet wel plaatsvinden tegen de vastgestelde koers als er in SRD wordt betaald.