maandag 2 april 2018

NH gestart met levering brandstof aan dorpen Boven-Suriname

NH en Financiën zoeken een structurele oplossing


De overheid is begonnen met de distributie van brandstof voor het binnenland. Het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) is zondag begonnen met de levering van diesel aan de dorpen aan Boven- Suriname, aldus het Nationaal Informatie Instituut maandag 2 april 2018.

Samen met het ministerie van Financiën wordt naarstig gekeken naar welke structurele oplossing gevonden kan worden zodat de bewoners niet verstoken raken van deze basisbehoefte. Vanwege financiële redenen hadden de dorpen voor enige tijd niet de beschikking over elektriciteit.

Het ministerie van NH zal binnen een tijdsbestek van een week met alle relevante factoren nagaan welke knelpunten er nog zijn zodat die gelijk aangepakt kunnen worden. De bewoners van een aantal dorpen hebben aangegeven maandelijks ook een financiële bijdrage te willen leveren om zo de energievoorziening voor hun dorp te helpen garanderen.

Standard & Poor’s stelt Suriname’s kredietwaardigheid naar boven bij van ‘negatief’ naar ‘stabiel’

Positieve bijstelling vanwege te verwachten stabiliserende goudprijs en toenemende productie

Minister Hoefdraad van Financiën is blij met de positieve beoordeling


Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) heeft Suriname’s kredietwaardigheid maandag 2 april 2018 naar boven bijgesteld van ‘negatief’ naar ‘stabiel’. Doordat de goudprijzen stabiliseren, de Merian goudmijn operationeel is en de productie toeneemt is Suriname terug op het pad van economische groei. Hierdoor vermindert de druk op externe financiën en wisselkoersen, worden betere begrotingsresultaten geboekt en neemt de netto schuldenlast van de overheid af. Zo blijkt uit het door Standard & Poor’s maandag 2 april 2018,  uitgebrachte persbericht (zie onderaan). 

Maar, de Ware Tijd schrijft echter: 'Zo blijkt uit een rapport dat naar de minister van Financiën is gestuurd. dWT heeft de hand weten te leggen op het document, een voortvloeisel uit de evaluatie die Standard & Poor's in januari dit jaar maakte over de Surinaamse economie en de stand van de overheidsfinanciën.' 'De hand heeft  weten te leggen op', terwijl de kredietbeoordelaar gewoon gisteren onderstaand persbericht op haar website heeft gepubliceerd, na inloggen voor iedereen beschikbaar, ook voor de Ware Tijd....

'We herzien daarom ons vooruitzicht voor de Republiek Suriname van 'negatief' naar 'stabiel'. We bevestigen onze 'B' lange termijn soevereine kredietrating en onze 'B' senior schuldrating op de 550 miljoen US dollar obligatie die in 2026 zal worden terugbetaald.'

Ook Suriname's 'B-plus' rating wat betreft het overmaken en omwisselen van vreemde valuta wordt bevestigd. Het stabiele vooruitzicht weerspiegelt S&P's verwachting dat de komende twaalf tot 24 maanden de reële groei van het bruto binnenlands product positief zal blijven en stijgen, dat het overschot op de lopende rekening zal resulteren in toenemende 'bruikbare' reserves.

Ook wordt verwacht, dat overheidstekorten zullen blijven afnemen, inflatie zal teruglopen en dat de nettoschuldenlast van de overheid zal blijven afnemen.

Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, die momenteel in Tunesië is voor de jaarvergadering van de Islamic Development Bank, laat via het Nationaal Informatie Instituut weten blij te zijn met de positieve beoordeling.

Hij geeft aan dat de erkenning over de opgaande economische trend, zoals de groei in de mijnbouwindustrie, maar ook de erkenning voor de positieve effecten van de genomen macro-economische en fiscale beleidsstappen terecht zijn. Volgens Hoefdraad is het S&P’s rapport realistisch over structurele belemmeringen die opgeheven moeten worden, zoals geringe uitvoeringscapaciteit en economische eenzijdigheid.

De minister wijst op de gunstige track-record die Suriname heeft om buitenlandse investeringen aan te trekken en ruimte te geven. In een kleine open economie zijn investeringen in de productie, industrie en infrastructuur, en in het menselijk kapitaal dringend nodig. 'We moeten ombuigen naar een gediversifieerde economie en het sociaaleconomisch en stabilisatiebeleid erop afstemmen.'

Een gunstige beoordeling van S&P’s is ook beter voor de onderhandelingspositie en dit zal de minister benutten tijdens zijn komende ontmoetingen met investeerders, crediteuren en donoren.



OVERVIEW
  • With gold prices stabilizing and new production on line, Suriname is experiencing a return to economic growth, which is easing pressure on its external finances and exchange rate, generating improved fiscal outcomes, and lowering its net general government debt burden.
  • We are therefore revising our outlook on the Republic of Suriname to stable from negative.
  • We are affirming our 'B' long-term sovereign credit rating and our 'B' senior unsecured debt rating on the country's US$550 million bond due in 2026.
  • We are also affirming our 'B+' transfer and convertibility assessment on Suriname.
  • The stable outlook reflects our expectations that, in the next 12 to 24 months, real GDP growth will remain positive and rising, current account surpluses will result in growing usable reserves, general government deficits will continue falling, inflation will subside, and the burden of net general government debt will continue to decline.
RATING ACTION
On April 2, 2018, S&P Global Ratings revised its outlook on the Republic of 
Suriname to stable from negative. At the same time, S&P Global Ratings 
affirmed its 'B' long-term sovereign credit rating, 'B' short-term issuer 
credit rating, and 'B' senior unsecured debt rating on Suriname's US$550 
million bond due in 2026. S&P Global Ratings also affirmed its 'B+' transfer 
and convertibility assessment.

OUTLOOK
The stable outlook reflects our expectations that, in the next 12 to 24 
months, real GDP growth will remain positive, leading to sustained current 
account balances and slow growth in usable reserves. We also assume the 
government will follow through on its plan to implement a value-added tax 
(VAT) or, if not, enact some combination of fiscal measures to keep its 
deficits on an improving trend, leading to a gradual reduction of its net debt 
toward 50% of GDP by 2021. We also expect that the exchange rate will remain 
stable and inflation will continue to fall and pressure on the domestic 
banking system eases.

Upside scenario
The announcement of additional steps to boost investor confidence and GDP 
growth, in conjunction with the continued steady production among Suriname's 
gold mines could further accelerate the government's movement toward fiscal 
sustainability. A clear track record of strengthening economic and fiscal 
results and further improvement in Suriname's external position, with narrow 
net external debt falling below 50% of current account receipts and higher 
useable reserves on a sustainable basis could lead to an upgrade.   

Downside scenario
Delays in strengthening the government's revenue base or failure to contain 
spending could result in a return to persistently high fiscal deficits and 
further increases in net general government debt and interest expense. 
Alternatively, a weaker external liquidity position could put greater strain 
on the exchange rate, boost inflation expectations, undermine domestic 
confidence, and stress the domestic financial system. We could downgrade 
Suriname as a result.

RATIONALE
The outlook revision reflects two key events. First, full-year production at 
Newmont Mining Corp.'s Merian gold mine, which together with the output from 
IAMGOLD Corp.'s Rosebel gold mine, has made gold the most important component 
of Suriname's exports and helped to end a two-year economic contraction. 
Second, the government intends to implement a VAT later this year, the latest 
initiative in a succession of revenue and expenditure measures aimed at 
returning the government's finances to balance. The VAT (or other equivalent 
fiscal measures should the implementation be delayed) should significantly 
raise revenues. While increased gold mining and production have increased the 
country's economic and fiscal exposure to gold prices, current account 
balances have returned to surplus, general government deficits are shrinking 
and should head toward balance, and annual increases in general government 
debt and interest burdens are turning into decreases. 

Other factors have played roles in this moderately improving story. The 
decision to loosen the exchange rate and the subsequent depreciation of the 
Surinamese dollar have compressed imports and aided the return to current 
account surpluses. Thanks to the government's resolve, a suite of new 
expenditure control and revenue enhancement measures has helped to turn the 
fiscal trend to improving from worsening. Staatsolie, the country's wholly 
owned state oil company, will resume its exploration programs and contribute 
higher levels of taxes and dividends to the government treasury. 

While we still view Suriname's institutional and government effectiveness as 
weak, the government is making some progress. It continues to implement 
improved policies and practices, especially those in the purview of the 
Ministry of Finance. 

The exchange rate has been stable for more than a year and inflation has 
fallen significantly from its peak of 52% in 2016 and we expect it to continue 
to fall. 

Flexibility and performance profile: External assessment strengthens on return 
to current account surpluses.
  • We believe Suriname will record current account surpluses in 2018 and the next three years on full production at the Merian mine and continuing import compression.
  • The general government deficit should decline in 2018 and in subsequent years as it did in 2017, with annual increases in net general government debt falling in lockstep.
  • Net general government debt should decline again in 2018 though general government interest expense will rise in 2019 and then begin to decline.
Thanks to full-year production at the Merian mine and increasing current 
account receipts (CARs), Suriname will record a current account surplus in 
2018 for the second consecutive year. The 2018 surplus should represent about 
7% of 2018 GDP, down from 8% a year earlier. The return to surplus is also due 
to continuing import compression brought on by the Surinamese dollar's 
depreciation in 2016. Much of what is consumed in Suriname is imported. 
Imports have fallen by more than a third from pre-depreciation levels. We 
expect that imports will recover in the next few years, but more slowly than 
exports increase. Accordingly, we believe that the country will record 
surpluses for the next three years. Higher levels of CARs are translating into 
improving external liquidity and balance metrics. Gross external financing 
needs should be 87% of CARs and usable reserves for the 2018-2021 period; 
narrow net external debt should represent 61% of CARs in 2018 declining to 51% 
of CARs by 2021. 

Given the gap between Suriname's net external liabilities and net external 
debt falling below 100% of CARs and external funding risks diminishing, we 
believe that the risk of a marked deterioration in the cost of or access to 
external financing has fallen and no longer moderates our view of the 
country's ability to raise funds abroad. 

We expect that official reserves will improve in modestly in 2018 to about 
US$330 million and continue to strengthen in subsequent years. For 2018, 
official reserves will represent about three months of import cover. 

The government's fiscal picture is improving. Revenues will increase in 2018 
on the introduction of new fiscal measures (such as a VAT)  along with revenue 
measures already implemented and additional revenue from the gold sector. 
Continuing fiscal restraint will keep expenditure growth rates below those of 
revenues and shrink general government deficits. Fiscal restraint is happening 
through a suite of measures, such as eliminating duplication, wage restraint, 
and workforce attrition. We expect the country to record a deficit of 4% of 
GDP in 2018 (7% in 2017). Deficits should continue to shrink beyond 2018, 
falling to 2% of GDP in 2019 and reaching as low as 1% by 2021. 

We understand that the government and opposition parties generally support tax 
reform, including most notably the VAT. Proposed tax reform includes lowering 
income tax rates while broadening the base of contributors to simplify the 
code and improve collections. The VAT, which is scheduled for implementation 
later this year, could raise government revenues by as much as 2% of GDP. We 
expect that, if implementation is delayed, the government will put equivalent 
fiscal measures in place to maintain its improving fiscal balances.

With general government deficits falling, the change in net general government 
debt will decline. We expect the change in net debt will be 5% of GDP in 2018 
(15% in 2017), 3% of GDP in 2019, and about 1% by 2021. 

However, Suriname's public finances are now more vulnerable to fluctuations in 
commodity prices, most especially gold. We expect that revenues from gold and 
oil production and associated manufacturing will represent 27% of total 
revenues for the 2017-2019 period, tempering our view of the country's fiscal 
assessment. Future revenues from the government's equity stake in the Merian 
gold mine may further amplify revenue volatility.  

Debt and interest expense have continued to increase. Net general government 
debt should stand at 61% of GDP in 2018 (63% in 2017). Falling deficits and 
rising GDP, however, should help debt decrease. We expect that net general 
government debt will fall to 59% of GDP in 2019 and reach as low as 53% of GDP 
by 2021. Suriname's US$550 million bond issue in 2016 and currency 
depreciation has pushed up interest expense in Suriname dollar (SR$) terms. 
General government interest expense should reach close to 19% of general 
government revenues in 2018 (17% in 2017). We expect interest expense to 
decline thereafter, falling to 16% of revenues in 2019 and reaching as low as 
11% by 2021. 

Owing to the US$550 million issue, the majority (67%) of the country's debt in 
2018 will be external, denominated predominantly in U.S. dollars, which 
moderates our view of Suriname's debt. In a similar vein, nonresidents hold 
about 75% of the country's commercial debt. As well, the banking sector's 
exposure to the government (including the Central Bank and nonfinancial public 
corporations) was about 24% of the banking sector's net assets at the end of 
2017, which also tempers our view of the country's debt.

We believe that the financial system will remain a limited contingent 
liability to the government. Suriname's financial system is not large, and we 
do not expect it to become so. The gross assets of other depository 
corporations totaled about SR$17 billion and represented 66% of GDP in 2017. 
The central bank monitors their financial health, and has intervened before to 
strengthen banks under financial stress. The nondepository segment is also 
small, which we expect to continue. We estimate that the segment's total 
assets are below SR$5 billion, or less than 20% of GDP. Staatsolie, the 
largest nonfinancial public enterprise with debt, is profitable even at 
current oil prices and pays regular dividends to the government. The majority 
of Staatsolie's debt is to the government, which on-lent US$261 million to the 
company in 2016; that debt is already included in general government debt. 
Debt in Staatsolie's name represents only about 7% of 2017 GDP. We consider 
nonfinancial public sector enterprises a limited contingent liability risk to 
the government.

We believe that Suriname will continue to lack monetary policy flexibility. 
Small capital markets and high dollarization of both bank assets and 
liabilities should continue to constrain the effectiveness of monetary policy. 
The central bank has limited monetary policy tools. Its primary tool is 
reserve requirements on local and foreign currency deposits, which it uses to 
manage credit growth in the local banking system. It has taken steps to set up 
an interbank market and holds regular Treasury bill calls for bid with the 
goal of eventually conducting open market operations. This could give the bank 
a more powerful tool to transmit monetary policy and result in an improved 
assessment of monetary policy credibility and effectiveness. We believe that 
the country's move from its former long-standing fixed rate regime could 
gradually increase monetary flexibility. A credible track record in using a 
flexible exchange rate could help the country to better manage external 
shocks.

Financial dollarization was significant in 2017 and we expect this to 
continue, constraining the potential effectiveness of monetary policy. About 
60% of deposits and close to 50% of claims by resident commercial banks and 
credit unions (excluding the government and the central bank) were in foreign 
currency in 2017. 

The government is the lender of last resort in Suriname. It provided a bridge 
loan in 2016 to a small privately held domestic bank that required assistance. 
As well that year, the government merged one small, under-capitalized 
state-owned bank with a larger, better-capitalized one. 

Institutional and economic profile: Economic assessment weakens on greater 
economic dependence on gold mining.
  • The opening of the Merian mine has increased the economy's reliance on natural resources, especially gold mining and production.
  • Nevertheless, the output gains will boost GDP per capita to about US$6,400 in 2018 and real GDP should rise about 1% or more.
  • Suriname has a stable democratic government but poor public policy choices have threatened the sustainability of its finances.
We expect that real GDP will grow more robustly in 2018 with development and 
construction work at both mines and a resumption of Staatsolie's exploration 
program. Real GDP growth should be 1% or more in 2018, rising to 2% annually 
by 2021. Real GDP growth turned positive in 2017 with the start of full-year 
production at the Merian mine, ending a two-year contraction. However, weak 
domestic demand will likely temper growth rates because of continued fiscal 
adjustments and recent declines in real wages. We expect that domestic demand 
will remain under pressure from continued fiscal policy measures, rising 
prices, and lagging wage growth.

GDP per capita should be about US$6,400 in 2018, up about 9% from 2017. We 
expect that GDP per capita will continue to increase in 2019 and beyond, 
reaching more than US$7,600 by 2021. The growth should be propelled in part by 
improving domestic demand, new investment at Merian to process harder ore, 
exploration and development at Rosebel's adjacent Saramacca property, the 
resumption of near-shore exploration by Staatsolie, and the potential 
redevelopment of the airport (including a new highway). With the Merian mine's 
opening, the Suriname economy relies more on gold mining and production, which 
tempers our view of the country's economic strength because it has become more 
vulnerable to changes in gold prices. We believe that the gold industry will 
come to represent more than 20% of GDP, if it has not already reached that 
threshold. Also tempering our view of the economy's strength are material data 
inconsistencies, statistical discrepancies, and below-average economic growth 
rates because per capita growth rates remain below the range we expect for a 
country like Suriname. The country has good long-term prospects in oil and in 
agriculture--it was once a significant regional producer of some agricultural 
commodities. 

Suriname has a stable democratic government but poor public policy choices 
have threatened the sustainability of its finances. Mr. Desi Bouterse's 
Nationale Democratische Partij leads the government with a slim majority (26 
of 51 seats) in the National Assembly. The government over-relied on natural 
resource revenues from gold and oil in the first half of the decade and failed 
to develop more stable and sustainable revenue sources, leaving the country 
vulnerable to the downturn in the prices of those commodities. With resource 
revenues buoyant, general government spending almost doubled from 2010-2014; 
large fiscal deficits ensued when commodity prices fell. Foreign exchange 
reserves were high for much of the first half of the decade but, by the end of 
2015, those were in danger of being exhausted. We believe that the checks and 
balances that are the hallmark of stronger institutional frameworks are weak 
in Suriname. Future policy choices are difficult to predict because of highly 
centralized decision-making. "Key person" risk is high in the country--the 
president and the finance minister have outsize roles and the success of 
planned reforms depends much on these two individuals. 

Suriname's society, however, remains civil. Parties largely represent 
different ethnic groups and relations between groups have been harmonious. 
Power sharing has been broad-based but has come at the cost of constraining 
the government's ability to formulate policies and implement timely reforms. 
Nevertheless, the government is making progress in some areas.  The central 
bank has published its inaugural financial stability report and strengthened a 
number of acts governing the financial sector. The Ministry of Finance has 
strengthened the government's debt management practices. As well, the ministry 
has implemented measures, tightening controls on financial transactions 
government-wide and increasing the government's ability to implement fiscal 
measures.

Suriname has a history of encouraging foreign investment. The country's first 
mine was a bauxite mine opened by the U.S. aluminum company Alcoa in 1916. A 
Canadian firm, IAMGOLD, owns the Rosebel gold mine. U.S.-based Newmont owns 
the Merian mine. The government decided to take a 25% equity stake in the 
Newmont project. Historically, it has taken a hands-off policy toward foreign 
investment. 

KEY STATISTICS

Twee gevangenen ontsnappen uit gevangenis Colombia door bewaker dronken te voeren

'Productie van eigen gebrouwen drank in de gevangenis komt veel voor ondanks controles'


Twee gevangenen zijn ontsnapt uit een maximum beveiligde gevangenis in de Colombiaanse hoofdstad, Bogotá, door een bewaker dronken te voeren en hem te overtuigen om hen te laten gaan om meer alcohol te kopen. De twee gevangenen zijn nooit teruggekeerd en de politie jaagt momenteel op hen. 

Collega's van de wacht in de gevangenis van La Picota zeiden, dat zijn adem naar alcohol rook en hij weigerde adem te halen. De gevangenisdirecteur, Col Germán Ricaurte, zei, dat de productie van eigen gebrouwen drank in de gevangenis veel voorkomt, ondanks frequente controles.


De twee voortvluchtigen zijn geïdentificeerd als Jhon Gutiérrez Rincón, een FARC-rebel die in 2003 werd veroordeeld tot 40 jaar gevangenis voor ontvoering, en Olmedo Vargas, die onlangs was gedemobiliseerd uit de FARC-rebellengroep, maar in afwachting was van een proces wegens vermeende diefstal.

De gevangenisautoriteiten zeiden, dat ze geen enkele schade aan de structuur van de gevangenis of de poorten ervan hadden kunnen ontdekken en daarom gaan ze ervan uit dat een bewaker samenspande om hen te helpen ontsnappen.

Die versie van de gebeurtenissen valt samen met de verklaringen van andere bewakers die zeiden, dat ze de twee gevangenen met een van de bewakers hadden zien drinken en dat ze de bewaker ervan hadden overtuigd dat ze moesten vertrekken, met de belofte dat ze zouden terugkeren met nieuwe voorraden alcohol.

In een interview met Colombia's FM-radio zei gevangenisdirecteur Col Germán Ricaurte, dat er 'een gebrek aan professionalisme was, een gebrek aan professionele ethiek, waarin een van onze functionarissen beveiligingsprotocollen lijkt te hebben geschonden en dit de ontsnapping mogelijk heeft gemaakt. De zwakte van deze functionaris betekende, dat hij drank innam en deze gevangenen profiteerden daarvan om hem ervan te overtuigen dat ze de gevangenis moesten verlaten.'

De Telegraaf berichtte pas 4 april hierover.

(Suriname Mirror/BBC/La Patria/La FM/YouTube)

Procureur-generaal : 'Ik draag geen kennis van wildlife crime en handel in jaguar en -lichaamsdelen'

Starnieuws: Jaguar op het Menu (deel 8)

- 'Maar, wij zien dat de politie niet in alle gevallen ertoe is overgaan om een strafdossier op te stellen'
- '
Ik en het OM moeten ons haasten om informatie te krijgen'


De criminaliteit in bedreigde in het wild levende diersoorten, wordt als de vierde meest lucratieve illegale business in de wereld gezien. De illegale stroperij en handel in de jaguar neemt toe. Starnieuws laat in een serie van negen artikelen ‘Jaguar op het Menu‘ verschillende instanties aan het woord die vertellen over de huidige gang van zaken in Suriname en de toekomst. 

Vandaag, maandag 2 april 2018, 
procureur-generaal Roy Baidjnath Panday.



Na drugs-, mensen- en wapenhandel wordt de criminaliteit in bedreigde in het wild levende diersoorten als de vierde meest lucratieve illegale business in de wereld gezien. Procureur-generaal Roy Baidjnath Panday, hoofd van het Openbaar Ministerie (OM), zegt dat hij geen kennis heeft van wildlife crime en handel in jaguar en -lichaamsdelen. Gevallen van onderschepping van bedreigde zangvogelsoorten en zeeschildpaddeneieren kent hij wel.

'Andere wildsoorten die onder bescherming staan en waar criminele handelingen in zijn geweest, daarover heb ik geen informatie voorhanden.'

De jaguar, de grootste katachtige in Zuid-Amerika, wordt voor grof geld verhandeld. Baidjnath Panday geeft aan dat als het een niet incidentele kwestie betreft, maar dat er structureel handel wordt gedreven in beschermde diersoorten waaronder jaguars, dan moeten het OM en hijzelf zich haasten om informatie te krijgen. Hij zal dan gericht beleid hierop ontwikkelen.

'De meest voor de hand liggende bron van informatieverschaffing zijn de jachtopzieners. Zij worden gemakshalve ook aangeduid als de poortwachters.'

Op 13 februari meldde de politie, dat op 23 januari drie personen op de J.A. Pengelluchthaven werden aangehouden met een aantal jaguartanden in hun bezit, waarvan een deel tot sieraad was verwerkt. Hiermee hadden ze de Wet Economische Delicten overtreden. Na afstemming met het OM hebben de verdachten de zaak buiten proces afgehandeld. Zij werden vrijgelaten na de betaling van een fikse boete.

'De vondst van de tanden is een geval van op heterdaad betrapt en komt onder de aandacht van de politie.' De procedure vereist, dat de politie een onderzoek instelt naar de herkomst van de tanden. De Oofficier van Justitie kan op basis van het strafdossier bepalen of de zaak buiten proces wordt afgehandeld.

De illegale jacht op en handel in beschermde diersoorten is verboden volgens de Jachtwet van 1954 en het Jachtbesluit van 2002. Overtredingen vallen binnen de Wet Economische Delicten. 'Een economisch delict wordt altijd onderzocht', Baidjnath Ppanday.

Jachtopzieners zijn beëdigd tot buitengewoon agent van politie (BAVP) en zijn bevoegd bij heterdaad-gevallen op te treden. Zij maken een proces-verbaal op en dragen de zaak over aan de burgerpolitie. Die zal aan de hand van de bevindingen van de BAVP’er een strafdossier opstellen, waarna de zaak onder de aandacht komt van een Officier van Justitie.

Baidjnath Panday geeft toe, dat er gevallen bekend zijn waar de jachtopziener wel melding heeft gemaakt bij de politie. 'Maar, wij zien dat de politie niet in alle gevallen ertoe is overgaan om een strafdossier op te stellen. Ik denk dat het OM in die gevallen nog verbetering moet aanbrengen in het protocol dat erop gericht is om altijd een strafdossier op te maken op basis waarvan er een buiten proces afdoening kan plaatsvinden.' (Suriname Mirror: Het OM kan ook zelf een strafrechtelijk onderzoek initiëren en vervolging instellen, vooral wetende, dat de politie in Suriname te laks is!)

Een verdachte van een economisch delict of zijn raadsman kan vragen om de zaak buiten proces af te handelen. Het OM heeft als richtlijn dat als al eens gunstig is gereageerd, zo een verzoek vrijwel altijd gehonoreerd wordt. Tenzij het om een recidive gaat, want dan heeft de verdachte zich bij herhaling schuldig gemaakt aan hetzelfde delict. In dat geval kiest het OM voor dagvaarding en niet voor afdoening buiten proces. Een overtreding van de Wet Economische Delicten kan een maximale gevangenisstraf van zes jaar opleveren. De Jachtwet van 1954 spreekt van een gevangenisstraf van maximaal drie maanden of geldboete van ten hoogste tienduizend 'gulden'.

Noot Suriname Mirror:
Te Boxel werd zaterdag 12 november 2016 op zijn verjaardagsfeestje een twee jarig jongetje door een jaguar (tigri, Panthera onca) gegrepen en gebeten. Nadat een groep omstanders het beest achterna zat liet het dier de peuter los. Het dier (zie foto bovenaan) was over een omheining bij de buren gesprongen. Het jongetje raakte ernstig gewond. De eigenaar van het dier, een ondernemer, werd niet vervolgd...! Op herhaald gestelde vragen daarover aan het OM door Suriname Mirror is nooit gereageerd... 
In andere Latijns-Amerikaanse landen zijn procureurs-generaal en OM wèl actief in vervolging van personen die een jager hebben doodgeschoten of als huisdier houden en media berichten er uitgebreid over!

Ter informatie:
Sinds 2011 al vraagt de website https://jaguar-in-suriname.blogspot.com/ aandacht voor de jaguar in Suriname - en elders op het continent -, maar pas sedert 2018 krijgt de jaguar aandacht bij instanties en media in Suriname...

Progressieve fictieschrijver met aandacht voor homorechten nieuwe president Costa Rica

Alvarado Quesada (38) wordt de jongste president in moderne geschiedenis van Costa Rica


Carlos Alvarado Quesada heeft met ruime voorsprong de presidentsverkiezingen in Costa Rica gewonnen. De centrumlinkse Quesada versloeg zijn grote rivaal, de conservatieve Fabricio Alvarado Muñoz. 

Carlos Alvarado Quesada, de kandidaat van PAC (‘Partido Acción Ciudadana’ of Burgerlijke Actiepartij), was sinds 2016 minister van Werk en Sociale Zaken. Hij behaalde 60,79 procent van de stemmen, met ruim 95 procent van de stemmen geteld. Nadat 91 procent van de stemmen was geteld bleek dat Muñoz 39 procent had.



De 38-jarige Alvarado Quesada wordt de jongste president in de moderne geschiedenis van Costa Rica. Alvarado Quesada’s verkiezingswinst is een grote overwinning voor de regeringspartij waar hij van is.



De oud-minister en fictieschrijver speelde in op een progressieve tendens in het land, dat bekend staat voor haar pacifisme en ecologisch bewustzijn. Hij beloofde zich in te zetten voor homorechten en in het algemeen voor kwetsbare groepen in de samenleving.

'Ik zal alle mensen beschermen, van gehandicapten tot mensen met andere seksuele voorkeuren', aldus Quesada. 'Costa Rica is een fantastisch land. We willen niet enkel haar fantastische democratie, de vreedzame natuur, het respect voor het milieu en mensenrechten beschermen en bewaren, we willen ook dat Costa Rica verder ontwikkelt', zei Quesada aan een van de stembureaus.

Muñoz, 43 jaar en een voormalig televisiejournalist en zanger van religieuze liederen, opteerde in zijn campagne voor een herstel van wat hij de 'traditionele waarden van Costa Rica' noemt. Zo wil hij het homohuwelijk tegenhouden en is hij tegen abortus.

De progressieve Alvarado Quesada viel Muñoz daarop aan en zei dat hij er wil zijn voor iedereen.

(Suriname Mirror/Het Laatste Nieuws/La Nacion/Twitter/YouTube)

Internationale topwetenschappers oriënteren zich op nieuwe landbouwontwikkelingen Boven-Suriname

'Oerwoud is een levensnoodzakelijk ecosysteem voor het menselijke voortbestaan op deze planeet'



Boven-Suriname kreeg de voorbije weken hele speciale aandacht. Een tien personen tellend internationaal gezelschap, onder wie topwetenschappers als Erika Styger en Kurt Manrique-Klinge, bezocht het gebied om zich te oriënteren over nieuwe ontwikkelingen op het vlak van landbouw. Een primeur op wereldvlak, luidde de conclusie bij einde van het bezoek. 

In het Pikin Rio gebied ontwikkelde zich de voorbije jaren een methode voor permanente productieve boslandbouwsystemen. Hier wordt landbouw geïntegreerd in het bos, in plaats van dat eerst te vernietigen zoals bij zwerflandbouw door het zogenaamde slash & burn of zoals bij grootschalige mechanische landbouw waarbij men het bos letterlijk 'wegdozert'. De methode fundeert zich op het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid met louter biologische middelen en op familielandbouw. Zij is speciaal ontwikkeld om de inwoners van Boven-Suriname te helpen in hun eigen behoeften te voorzien en eveneens aan marktproductie te doen, zonder hun traditie te verliezen, noch de natuur in hun omgeving te beschadigen. Vanaf nu kunnen oude verlaten kostgronden die dichter bij de dorpen liggen weer in gebruik worden genomen en hoeven de gezinnen geen nieuw bos meer open te kappen.

Proeven in de voorbije vijf jaren toonden aan, dat de huidige arbeidsinvestering kan worden verminderd tot 15%, terwijl er 4 tot 6 keer meer wordt geoogst als in een traditioneel systeem. Dit zonder externe hulpmiddelen, zoals kunstmest of pesticiden. In de beginfase wordt lichte mechanisatie ingeschakeld om de kostgronden voor te bereiden. Ook om te oogsten wordt gebuik gemaakt van mini-combines. De hele methode levert een 100% bio-product op. Dat komt iedereen ten goede: de families, de natuur en de Surinaamse economie.

Als vervolg op het bezoek van de FAO-topper Claus Eckelmann, bezocht een internationale delegatie het gebied van 19 tot 22 maart om zich te oriënteren over deze nieuwe aanpak. Als belangrijkste deelnemers waren er prof. Erika Styger, onderdirecteur van de afdeling Klimaat Resistente Landbouwsystemen van Cornell University (VS), prof. Kurt Manrique-Klinge als specialist in Vernieuwende Landbouwsystemen van IICA International (Instituto Interamericano de Cooperación para la Agricultura, Trinidad) en de directeur van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Djoemadie Kasanmoesdiran.

De delegatie bestond verder uit lokale IICA-medewerkers en Belgen en Nederlanders die het project ondersteunen via een Vriendenkring. De delegatie werd begeleid door Natascha Neus en Jef Crab van Stichting Ecosystem 2000. Zij zijn ontwerpers van het Saamaka Söötö Baaku Sistema (The Saamaka Keyhole System),

Styger was enthousiast over de vele rijstvariëteiten die nog te vinden zijn in het Boven-Suriname gebied. Vanwege hun hoge resistentie zijn zij uitermate geschikt voor de uitbouw van een niche-economie die zich richt naar afnemers die een hoogwaardig product van bio-kwaliteit wensen. Styger werkte meer dan 13 jaren in West-Afrika in het SRI (System Rice Intensification) programma van Cornell University en wil graag haar kennis verder met het projectteam delen. Ook Manrique-Klinge was sterk onder de indruk van de totale opzet van het Söötö Baaku Sistema dat uit drie productiezones bestaat, waarbij rijst en traditionele gewassen de hoofdmoot vormen.

Hij prees vooral het gegeven dat het steunt op familielandbouw, terwijl het toch in staat is de verschillende dorpen en Lo’s en de regio economisch te versterken. 'De nieuwe aanpak van UN, FAO, OAS en IICA wijst precies in die richting', instrueerde hij de groep. 'De nieuwe inzichten op internationaal niveau richten zich allen naar verbeteren van bodemvruchtbaarheid en naar een familielandbouw die lokale economie ondersteunt. Daardoor kan een klimaat resistente landbouw ontwikkelen! Het systeem kan model staan voor vele landen in Zuid-Amerika', luidde zijn conclusie.

'De reden waarom we niet eerder naar buiten zijn getreden, is omdat we zeker wilden zijn dat de resultaten klopten. Nu we hebben aangetoond dat uitgeputte gronden opnieuw kunnen worden ingezet, willen we de methode verder verspreiden', vertelt Natascha Neus, voorzitster van Stichting Ecosystem 2000. 'De komst van deze delegatie, onder wie de directeur van LVV, is meteen een verzoek aan grotere organisaties en overheid ons daarbij te ondersteunen. Tot heden werkten we vooral met bescheiden middelen en ondersteuning van onze Belgische vrienden. We wilden bij de mensen vooral geen verwachtingen wekken die we niet konden inlossen.'

Voorzitster van de Vriendenkring België–Boven-Suriname Noëlla Verschueren en haar echtgenoot Dirk Cassiers waren eveneens deel van de delegatie. Zij zijn zeer tevreden over het verrichtte werk en willen hun acties in België en Nederland voortzetten om het proces verder te ondersteunen.


Op dit moment worden op zes verschillende locaties al demonstratieplots aangelegd die op termijn kunnen uitgroeien tot Saamaka Landbouwscholen. In het Vormingscentrum van Stichting Ecosystem 2000 te La Rencontre, overhandigde het echtpaar persoonlijk licht equipment aan granman Albert Aboikoni en zijn medewerkers, ten voordele van Saamaka Woosu, het ontwikkelingsinstrument van het traditionele gezag te Asidonhopo. 'Door verdere uitbouw van het Saamaka Söötö Baaku Sistema kan Suriname internationaal als toonaangevend model gaan gelden', zegt Jef Crab, projectleider.

'Oerwoud is een levensnoodzakelijk ecosysteem voor het menselijke voortbestaan op deze planeet. Ondanks het feit dat ik grote voorstander ben om het oerwoud gewoon met rust te laten, is het bos enkel laten staan voor de emissierechten een tekortschietend model dat vooral de geïndustrialiseerde landen bevoordeelt. Indien we als natie kiezen voor het verhandelen van emissierechten, dan zouden er structuren moeten worden opgezet die de ontvangen inkomsten direct omzetten naar duurzame lokale ontwikkeling. Extractivisme, zoals het louter kappen van bomen voor export van rondhout en mijnbouw, is alvast niet de richting die we zouden moeten uitgaan. Het meest recente rapport van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) is immers alarmerend indien het gaat om bodemdegradatie. Over de hele wereld, en dus ook in onze kustvlakte, is er hele grote noodzaak tot het ontwikkelen van productieve systemen om in onze behoeften te voorzien die de bodemvruchtbaarheid verhogen en de ecologische systemen van de bioregio ondersteunen. Het Saamaka boslandbouwsysteem is daar een goed voorbeeld van.'

Stichting Ecosystem 2000 
Werkgroep Duurzame Ontwikkeling

Vijf jongens (16-18) aangehouden voor mishandeling zoon winkelier

Slachtoffer zonder enige redenen mishandeld


De politie van het ressort Rijsdijk heeft Q.K. (14), D.B. en C.H., beiden 21, en de 17-jarigen R.B. en J.J. aangehouden, verdacht van de mishandeling op zaterdag 3 maart op een parkeerterrein van een supermarkt van de zoon van de winkelier. Dit meldt het Korps Politie Suriname zondag 1 april 2018.

De winkelier had verklaard, dat zijn zoon was mishandeld door vijf jongemannen variërend in de leeftijd van 16 tot 18 jaar. Het slachtoffer heeft letsels opgelopen.

Hij verklaarde zonder enige redenen mishandeld te zijn geworden door de vijf jongens die eerder op de avond een alcoholische drank hadden gekocht. De jongeman werd aangevallen tijdens het afsluiten van de winkel. De verdachten verlieten de plek voor de komst van de politie.

Op camerabeelden zijn de verdachten in beeld gebracht, opgespoord en en aangehouden. B. en J. zijn na afstemming met een lid van het Openbaar Ministerie in verzekering gesteld. De drie anderen zijn na verhoor heengezonden.

'Ik hoop dat na mijn vertrek de SLM verder groeit en één van de sterksten wordt in de regio'

'Maar, ondeskundige bemoeienis van buiten, vereist veel tact om het in goeie banen te leiden'

Vertrekkend SLM-directeur Lachmising blikt tevreden terug en kijkt positief vooruit


'Ik hoop dat na mijn vertrek de SLM verder groeit en één van de sterksten wordt in de regio. De potentie is er bij de SLM', zegt de directeur van de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM), Robbi Lachmising, vandaag, maandag 2 april 2018, op Starnieuws. 'Maar, ondeskundige bemoeienis van buiten, vereist veel tact om het in goeie banen te leiden.'

Zijn contract verloopt morgen en wordt niet meer verlengd. In zijn periode vanaf juli 2016 tot en met vandaag heeft hij heel wat achterstanden ingelopen en stappen gezet voor de verdere ontwikkeling van de SLM. Niet alleen heeft hij de jaarverslagen van de boekjaren 2013/2014, 2014/2015 en 2015/2016 ingelopen, maar voorspelt hij dat het komend jaarverslag gunstig zal worden afgesloten.

Hij heeft zich als kenner van de sector ingezet op verschillende niveaus.
Het structureel tekort aan vliegers is opgeheven door het aantrekken van vliegers en het verzorgen van trainingen.
Aansluitend daarop wordt er nu gewerkt aan het crew-scheduling programma dat door de SLM wordt ontwikkeld.
Er is gezorgd voor personele versterking, zowel kwantitief als kwalitief. Algemeen wordt gesteld dat de jarenlange achterstanden qua bemensing, training en equipement integraal zijn aangepakt en een traject is uitgezet om de SLM de kans te geven zich verder te ontwikkelen en uit te groeien tot een efficiënte en winstgevende onderneming. Zo heeft er vluchtuitbreiding in de regio plaatsgehad en zijn er meer vluchten naar Miami en overige routes. In de zomer zijn er vluchten naar Orlando.

Het pilotenkorps is aangevuld met zes nieuwe piloten.
Lachmising heeft ook bewerkstelligd, dat de regionale vloot wordt vervangen door twee Boeings 737-700, waarvan de eerste medio deze maand komt en de tweede in oktober/november wordt verwacht.

Eind deze maand moet ook het callcenter in gebruik worden genomen.

De scheidend directeur zegt, dat er met KLM-Engineering een overeenkomst is gesloten voor een onderdelen partnership, waardoor de SLM sneller over onderdelen kan beschikken.

Met TUI is ook een samenwerking aangegaan om de Nederlandse toeristenmarkt mee te krijgen.

Maar, ook andere administratieve zaken zijn aangepakt om het werk efficiënter te maken. Zo is de administratie van Zanderij samengevoegd met die van het hoofdkantoor en is er gezorgd voor flight entertainment aan boord van de Airbus.
De SLM is in onderhandeling met een administratiebedrijf voor de aanschaf van een efficiënt administratiesysteem.
Tegelijk zijn ook de kantoorfaciliteiten uitgebreid.
Er zijn verschillende ICT-projecten gerealiseerd waaronder virtualisatie applicatie en file servers van het hoofdkantoor, vernieuwing wireless netwerk hoofdkantoor en installatie glasvezel internetaansluiting hoofdkantoor.

Printers zijn vervangen door centrale netwerkprinters en een management Dashboard is ingevoerd. Onder de projecten die lopen zijn behalve de crew scheduling applicatie, ook een mobiele app voor vluchtinformatie en de installatie van glasvezel internetaansluiting te Zanderij.

In het afgelopen anderhalve jaar dat Lachmising aan het roer was bij de SLM, heeft hij kans gezien alles zodanig in orde te krijgen, dat de A-check van de toestellen in Suriname kan worden uitgevoerd. Dat levert een besparing op tussen de 600.000 en 800.000 Amerikaanse dollar.

Er is ook aangepakt bij de dochterondernemingen Surinam Airways Groundhandling Services en Surinam Airways Cargo. Er is een pushback wagen voor het verplaatsen van vliegtuigen aangeschaft en een Ground Power Unit dat geschikt is voor alle type vliegtuigen. Er is gewerkt aan de transportmiddelen, maar ook aan de koel- en vriesfaciliteiten.

Lachmising is blij dat hij in staat is geweest de pioniers van de surinaamse luchtvaart te eren. Een borstbeeldstuk van Edwin Kappel op de luchthaven is daar het bewijs van. Ook de gebouwen van de SLM zijn vernoemd naar mensen die hun stempel hebben gedrukt in de ontwikkeling van het bedrijf. Lachmising is de uitdaging met de slogan ‘Let’s go for it” aangegaan, een slogan waar hij nog altijd achter staat.

VHP: 'Je kunt het land niet uit de crisis lenen, je kunt het land ook niet uit de crisis reshuffelen'

'Reshuffelen helpt niet, het is symptoombestrijding, in plaats van oorzaak worden randverschijnselen bestreden'


De komende week worden ministers bedankt en worden er weer nieuwe benoemd: er wordt gereshuffeld. Tijdens het militair bewind van 1980-1987, en daarna telkens met de NDP aan de macht zijn ministers aangetreden, om korte tijd later afgedankt te worden. Iedereen is het er inmiddels over eens dat reshuffelen niet helpt. Het is ‘symptoombestrijding', in plaats van de oorzaak worden randverschijnselen bestreden. Je kunt het land niet uit de crisis lenen, je kunt het land ook niet uit de crisis reshuffelen. 

De kern van het nationale probleem is leiderschap: het onvermogen en de onwil om het land te besturen zoals het betaamt. Deze incompetentie heeft geleid tot verarming. Bejaardentehuizen, ziekenhuizen en de universiteit hebben geen geld om salarissen te betalen. Het beleid van de regering lijkt er op gericht het volk te verarmen, om vervolgens deze verarming op te vangen met het uitdelen van pakketten, waarbij religieuze instellingen worden misbruikt. 

De Raad van Ministers van waaruit het land dagelijks bestuurd zou moeten worden is ontmand, omdat de touwtjes van alle beslissingen over personen, geld, concessies en vergunningen stevig in handen zitten van de president en de belangengroep op zijn kabinet. 

Ministers, oud of nieuw, capabel of niet, kunnen zo niet presteren. Ze worden van her en der geplukt, ze missen zowel het politieke draagvlak als de feitelijke bevoegdheden om iets te kunnen, maar ze zijn graag speelbal in ruil voor een stevig salaris en valse status. Ook NDP’ers beseffen inmiddels hoe belangrijk het is dat ministers politiek draagvlak hebben, en hoe onaantrekkelijk het is om onder deze omstandigheden 'ministertje' te spelen. Het is misleidend om te doen alsof de grote problemen van het land opgelost kunnen worden door het vervangen van poppetjes. 

Toen in mei 2015 de president eindelijk toegaf hoe ernstig de door hem en zijn regering geschapen crisis was, heeft de VHP hem op verschillende momenten uitvoerig geadviseerd over vrijwel alle onderwerpen. De VHP bracht in een vroeg stadium de noodzaak van een crisis beheersingsplan onder de aandacht. Het IMF onderstreepte die noodzaak. Maar, een dergelijk plan kwam niet, en de regering bleef ongebreideld lenen en uitgeven. 


De reshuffeling van de komende week zal niets veranderen. Het wekt de indruk dat er iets gedaan wordt, maar feitelijk leidt het alleen de aandacht af. 

Het is verspilling van kostbare tijd en geld. Tijd en geld die ten goede moeten komen aan het verbeteren van het leven van de burger. 

VHP mediacommissie

Oud-dictator van Guatemala Efrain Rios Montt (91) overleden

Montt had dementie en leed de afgelopen jaren aan long- en hartproblemen


De voormalige dictator van Guatemala, Efrain Rios Montt, is zondag 1 april 2018 op 91-jarige leeftijd overleden. De oorzaak was een hartaanval, volgens zijn advocaten, Jaime Hernández en Luis Rosales. De generaal had dementie en leed de afgelopen jaren aan long- en hartproblemen.


Rios Montt was na een militaire staatsgreep bijna anderhalf jaar aan de macht in 1982 en 1983, toen het Midden-Amerikaanse land de bloedigste periode in zijn burgeroorlog (1960-1996) beleefde. Montt wordt verantwoordelijk gehouden voor de moord op 70.000 mensen. Duizenden mensen worden sindsdien vermist. Meer dan 400 dorpen werden afgebrand.




In 2013 kreeg Rios Montt tachtig jaar gevangenisstraf wegens genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Die uitspraak werd anderhalve week later teruggedraaid wegens procedurefouten. Tot een nieuwe veroordeling van Rios Montt kwam het, onder meer door diens dementie, niet meer.


(Suriname Mirror/The New York Times/De Telegraaf/El Periodico/Twitter/YouTube)

Zeven agenten gedood in Mexico bij poging gevangenisoproer in Amatlán de los Reyes te bedwingen

Over dodelijke slachtoffers onder gedetineerden zijn geen mededelingen gedaan

Gevangenen waren uit hun cellen gebroken na matrassen in brand te hebben gestoken


Zeven Mexicaanse politieagenten zijn om het leven gekomen toen ze probeerden een gevangenisoproer in Amatlán de los Reyes in de oostelijke staat Veracruz te bedwingen. Dat hebben de autoriteiten zondag 1 april 2018 bevestigd in de Mexicaanse media.



Over dodelijke slachtoffers onder de gedetineerden, die volgens de berichten uit hun cellen waren gebroken na matrassen te hebben aangestoken, zijn geen mededelingen gedaan. Wel was er sprake van verscheidene gewonden. De opstand begon zaterdagavond. Het duurde bijna twaalf uur om de orde te herstellen.




(Bron: Google Earth/Suriname Mirror)

(Suriname Mirror/BBC/Noticieros.televisa/debate.com.mx/ANP/Twitter/Facebook)