(Bron foto: Polly Hancock/ Ham&High) |
Britse ponden in boom in Surinaams regenwoud zouden kwalen en ziekten genezen
'Sjamaan' had jarenlang Surinaams aapje Joey als huisdier in te kleine kooi
08-06-2014 Door: Paul Kraaijer
Paramaribo – De Blackfriars rechtbank in Londen, heeft op 30 mei 2014, na een vijf weken durende rechtszaak, de 59-jarige Juliette Sophia Josephine D'Souza veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar voor oplichting en fraude. De vrouw deed zich jarenlang voor als een 'sjamaan', een soort natuurlijke genezeres, die mensen die leden aan ernstige kwalen en ziekten als kanker wijs wist te maken, dat zij ze kon genezen. Daartoe gelukte het de in Guyana geboren Britse haar slachtoffers - waaronder een operazangeres en een een advocaat, voor wie D'Souza een soort laatste toevluchtsoord en hoop op genezing was geworden - zo'n een miljoen Britse pond af te troggelen met het verhaal, dat dat geld naar Suriname werd gestuurd waar het in het regenwoud in een boom werd opgehangen, waarna de slachtoffers zouden genezen. Inmiddels heeft een bij de zaak betrokken politiefunctionaris verklaard, dat het waarschijnlijk gaat om een bedrag van rond de vijf miljoen pond.
Het was een opmerkelijke rechtszaak met een sterk Surinaams tintje. Toch ging de rechtszaak volledig voorbij aan Surinaamse media, met uitzondering van het Nederlands/Surinaamse Obsession Magazine dat diverse keren vanaf de eerste zittingsdag, op basis van Britse mediaberichten over de rechtszaak, aandacht schonk aan de rechtszaak, Juliette D'Souza en haar aapje Joey. Pas toen de jury van de rechtbank haar oordeel velde en de rechtbank uitspraak deed, kreeg de Surinaamse krant de Ware Tijd, eindelijk, lucht van de zaak en de Surinaamse connecties, en publiceerde een summier artikel over de zaak.
De rechtszaak
De rechtszaak
Juliette D'Souza werd in juni 2012 aangehouden in het bejaardentehuis Branch Hill House in Londen, waar ze op bezoek was bij haar moeder. Op het moment van haar arrestatie had ze vijf mobiele telefoons op zak en ruim 2.800 Britse pond. Ze werd ervan beschuldigd elf mensen te hebben overgehaald om bedragen van 30.000 of 40.000 Britse pond contant aan haar te geven, met het verhaal, dat zij een sjamaan was met bovennatuurlijke krachten. In totaal zou de vrouw minstens een miljoen Britse pond hebben afgetroggeld van slachtoffers die ervan overtuigd waren, dat zij kanker kon genezen of behulpzaam kon zijn bij het verkrijgen van kinderen.
D’Souza wist haar slachtoffers wijs te maken, dat zij het geld naar Suriname liet overvliegen waar het opgehangen zou worden in een magische boom in het tropisch regenwoud, om daarmee de problemen van de slachtoffers op te lossen. Het geld verdween echter in de ‘uitbundige levensstijl’ van D’Souza die tegelijkertijd drie of vier luxe appartementen huurde en een fortuin uitgaf aan Louis Vuitton tassen, juwelen, antieke meubels en vakanties. Ze kocht onder andere voor 3.000 Britse pond een Hermes handtas. De 59-jarige van Perrin ‘s Lane, Hampstead (Londen) afkomstige verdachte, had haar zinnen gezet gedurende twaalf jaren op de meest kwetsbaren in de samenleving en pochte over haar vermeende beroemde klanten, waaronder prinses Diana en X Factor goeroe Simon Cowell, om het vertrouwen van haar slachtoffers te winnen.
Geld naar Oma en Pa in Suriname
D'Souza verlaat de rechtbank na een van de zittingen.
Geld naar Oma en Pa in Suriname
Benjamin Aina van het Openbaar Ministerie zei op de eerste zittingsdag van de rechtszaak, 1 mei 2014:
D’Souza beweerde echter dat ze nooit sjamaan was geweest en ontkende de 23 aanklachten inzake het door bedrog en fraude verkrijgen van allerlei goederen. Ze beschuldigde de osteopaat Keith Bender, een van haar slachtoffers van het eerste uur die nota bene, toen zij elkaar leerden kennen, patiënten van hem doorverwees naar D'Souza, ervan 'achter alles te zitten', omdat hij 'slecht' was. Ze erkende wel naar Suriname te zijn geweest, maar alleen om naar haar 'man' te gaan die tijdens de rechtszaak 'Mr Tjin A Ton' werd genoemd, een hoge politiefunctionaris.
Tegenover de politie had ze verklaard: 'Ik heb nooit gesproken over welk offer of welke 'healing' van Sylvia Eaves (een van haar slachtoffers, 83 jaar, operazangeres, die in de rechtszaak als een van de getuigen was opgeroepen) dan ook en zij heeft me nooit gevraagd om haar van wat dan ook te genezen. Bender gaf mevrouw Eaves allerlei sjamaan boeken. Hij was degene die sprak over sjamanen. Keith Bender zat waarschijnlijk achter alles.'
‘Juliette D’Souza vertelde de mensen dat ze een sjamaan was. Ze had te maken met burgers die ernstige levensbedreigende problemen hadden. Sommigen waren stervende aan kanker, sommigen hadden goede vrienden die stierven aan kanker, sommigen hadden lichamelijke kwalen, sommigen waren wanhopig om kinderen te krijgen. In een geval had een echtpaar een kind met een handicap die ze wilde helpen.’
‘Het geld zou in een gesloten enveloppe naar Suriname worden gestuurd, naar gebedsgenezers Oma en Pa. Zij zouden het geld onder een boom leggen of erin hangen waardoor de problemen van haar slachtoffers zouden worden opgelost. Maar, in plaats daarvan gebruikte ze het geld om een luxe levensstijl te kunnen financieren in het Verenigd Koninkrijk en in Zuid-Amerika.’
D’Souza beweerde echter dat ze nooit sjamaan was geweest en ontkende de 23 aanklachten inzake het door bedrog en fraude verkrijgen van allerlei goederen. Ze beschuldigde de osteopaat Keith Bender, een van haar slachtoffers van het eerste uur die nota bene, toen zij elkaar leerden kennen, patiënten van hem doorverwees naar D'Souza, ervan 'achter alles te zitten', omdat hij 'slecht' was. Ze erkende wel naar Suriname te zijn geweest, maar alleen om naar haar 'man' te gaan die tijdens de rechtszaak 'Mr Tjin A Ton' werd genoemd, een hoge politiefunctionaris.
Tegenover de politie had ze verklaard: 'Ik heb nooit gesproken over welk offer of welke 'healing' van Sylvia Eaves (een van haar slachtoffers, 83 jaar, operazangeres, die in de rechtszaak als een van de getuigen was opgeroepen) dan ook en zij heeft me nooit gevraagd om haar van wat dan ook te genezen. Bender gaf mevrouw Eaves allerlei sjamaan boeken. Hij was degene die sprak over sjamanen. Keith Bender zat waarschijnlijk achter alles.'
Later zei ze: 'Ik weet hoe slecht Keith is. Ik mag hem niet. Hij sprak vaak over hoe hij tijdens een behandeling van een patiënt zijn of haar nek zou breken. Hij brak zelfs een keer bijna de nek van inspecteur Tjin A Ton, op wie hij zo jaloers was.'
Het verhaal van getuige osteopaat Bender
Het verhaal van getuige osteopaat Bender
Tijdens een van de zittingen omschreef Bender de rechtbank hoe hij begin jaren '90 van de vorige eeuw D 'Souza ontmoette, via zijn vader die tandarts was in West Londen. De vrouw werd een van de patiënten in zijn osteopathiepraktijk. In het begin dacht hij, dat ze een advocaat was en dat ze Marian Nicholls heette. Maar, later noemde ze zichzelf ook Vanessa Campbell. Bender verklaarde dat zijn eerste financiële transactie met D'Souza het verstrekken van een lening van 4.000 Britse pond aan haar was en dat werd door haar zonder problemen terugbetaald. Maar, halverwege de jaren '90 zat alles hem plotseling tegen: hij raakte bijna failliet, zijn huwelijk liep op de klippen en daar bovenop verdween ook nog eens zijn accountant met 20.000 Britse pond. Hij vertelde de rechtbank dat D'Souza in die periode zeer behulpzaam was, ze leende hem geld, betaalde een auto voor hem en vertegenwoordigde hem in civiele rechtszaken waarin hij betrokken was geraakt. Volgens Bender was het in die tijd, dat D'Souza voor het eerst zei dat ze zelf een sjamaan was, dat ze de advocatuur verliet om zich volledig te storten op haar nieuwe baan als 'healer' en uiteindelijk wist ze hem ervan te overtuigen dat sjamanisme werkt.
In de ogen van Bender was het bewijs dat de vrouw niet loog, het feit dat op een reis naar Suriname in februari 1996 Justice Evan Rees, oud-ombudsman van 1977 tot 1991 op Trinidad & Tobago, door haar werd geïntroduceerd aan zijn familie en meeging op die reis. Hij leed aan kanker en was vol lof over D'Souza. Maar, in april 1996 overleed hij.
Bender, D'Souza en 'Pa' |
In 1997 leende Bender 20.000 pond van de sopraan Sylvia Eaves om als 'offer' aan D'Souza te geven. Eaves en haar zus waren al sinds 1993 patiënt van hem. Tijdens de zitting verklaarde Bender, dat hij ergens in 2004 op een dag mevrouw Eaves naar verschillende banken had gereden, achttien in totaal, om telkens 3.000 pond te incasseren. Dat was noodgedwongen, omdat dat het maximum toegestane bedrag was om contant op te nemen, zonder eerst de bank hierover te benaderen. Al dat geld ging als 'offer' naar D'Souza.
In 2007 ging het echter mis tussen Bender en D'Souza. Zij was in november 2006 naar Suriname vertrokken en had Bender gezegd dat ze rond de kerst weer thuis zou zijn. Toen werd het Bender duidelijk, dat hij degene was die betalingsplichtig was gemaakt om de maandelijkse huur van 8.000 pond van haar woning aan 17 Willoughby Road in Hampstead, Londen, te voldoen. Bender verkeerde echter in de veronderstelling dat die huur werd betaald door Matthew Robinson, eigenaar van een IT-bedrijf. Aan hem had hij ook, via D'Souza, een geleend bedrag van 20.000 pond terugbetaald. Toen D'Souza maar niet terugkeerde uit Suriname en hij geen contact meer met haar kon krijgen en ook niet met Robinson raakte hij in paniek, maar op de een of andere manier vond hij een oud telefoonnummer van Robinson, belde hem en kreeg toen de schrik van zijn leven: Robinson was vertrokken naar Nieuw Zeeland, was daar een nieuw leven begonnen, had al sinds 2005 geen contact meer gehad met D'Souza en had absoluut geen interesse in het pand in Willoughby Road en was dan ook niet van plan om een aanzienlijke openstaande huurschuld te betalen. De ogen van Bender werden ruw geopend en hij realiseerde zich met een groot probleem te zitten.
Hij zocht contact met anderen die op zoek waren naar de sjamaan Juliette D'Souza en uiteindelijk leidde een en ander ertoe, dat er een ware nachtmerrie werd ontdekt op het adres 17 Willoughby Road: een hoeveelheid designer tassen, in brand gestoken foto's voor de helft begraven onder de aarde, zeven vrieskisten met rottend vlees en in een te kleine kooi Joey, een kapucijnaapje.
Tijdens de tweede zittingsdag op donderdag 8 mei bleek, dat een van de slachtoffers van D'Souza een vrouw was, die ze had weten over te halen abortus te plegen nadat ze eerst 170.000 Britse pond had betaald in een wanhopige poging om zwanger te raken. D’Souza had de vrouw aangeraden abortus te ondergaan, omdat de baby ernstig misvormd ter wereld zou komen. De vrouw leende tienduizenden Britse ponden van familie en vrienden om D’Souza te kunnen betalen. Op een gegeven moment heeft D’Souza haar slachtoffer een telefoon gegeven om te spreken met ‘Oma’, de ‘opper sjamaan’ in het Surinaamse binnenland, die bij de vrouw ook aandrong op abortus.
Een andere getuige was de moeder van een tweeling waarvan een leed aan het syndroom van Down. Ze vertelde de rechtbank, dat ze in eerste instantie voor rugklachten onder behandeling was Keith Bender en werd op een moment door hem verwezen naar iemand met de naam Vanessa Campbell, omdat ze problemen had om nog een kind ter wereld te brengen. Dit was rond 1998.
In 2007 ging het echter mis tussen Bender en D'Souza. Zij was in november 2006 naar Suriname vertrokken en had Bender gezegd dat ze rond de kerst weer thuis zou zijn. Toen werd het Bender duidelijk, dat hij degene was die betalingsplichtig was gemaakt om de maandelijkse huur van 8.000 pond van haar woning aan 17 Willoughby Road in Hampstead, Londen, te voldoen. Bender verkeerde echter in de veronderstelling dat die huur werd betaald door Matthew Robinson, eigenaar van een IT-bedrijf. Aan hem had hij ook, via D'Souza, een geleend bedrag van 20.000 pond terugbetaald. Toen D'Souza maar niet terugkeerde uit Suriname en hij geen contact meer met haar kon krijgen en ook niet met Robinson raakte hij in paniek, maar op de een of andere manier vond hij een oud telefoonnummer van Robinson, belde hem en kreeg toen de schrik van zijn leven: Robinson was vertrokken naar Nieuw Zeeland, was daar een nieuw leven begonnen, had al sinds 2005 geen contact meer gehad met D'Souza en had absoluut geen interesse in het pand in Willoughby Road en was dan ook niet van plan om een aanzienlijke openstaande huurschuld te betalen. De ogen van Bender werden ruw geopend en hij realiseerde zich met een groot probleem te zitten.
Joey, het aapje van D'Souza |
Tijdens de tweede zittingsdag op donderdag 8 mei bleek, dat een van de slachtoffers van D'Souza een vrouw was, die ze had weten over te halen abortus te plegen nadat ze eerst 170.000 Britse pond had betaald in een wanhopige poging om zwanger te raken. D’Souza had de vrouw aangeraden abortus te ondergaan, omdat de baby ernstig misvormd ter wereld zou komen. De vrouw leende tienduizenden Britse ponden van familie en vrienden om D’Souza te kunnen betalen. Op een gegeven moment heeft D’Souza haar slachtoffer een telefoon gegeven om te spreken met ‘Oma’, de ‘opper sjamaan’ in het Surinaamse binnenland, die bij de vrouw ook aandrong op abortus.
Een andere getuige was de moeder van een tweeling waarvan een leed aan het syndroom van Down. Ze vertelde de rechtbank, dat ze in eerste instantie voor rugklachten onder behandeling was Keith Bender en werd op een moment door hem verwezen naar iemand met de naam Vanessa Campbell, omdat ze problemen had om nog een kind ter wereld te brengen. Dit was rond 1998.
Campbell ofwel D'Souza maakte de vrouw wijs, dat zij tegen betaling van een 'offer' van 3.000 pond ervoor kon zorgen dat ze zwanger zou raken. De getuige verklaarde voor de rechtbank, dat dat door haar werd afgewezen. Enkele jaren later echter kreeg ze problemen met haar kind met het syndroom van Down. Door gedragsproblemen werd dat kind van twee scholen verwijderd. Volgens een kinderpsycholoog zouden die problemen alleen maar erger worden. De vrouw nam hierop weer contact op met Bender en vertelde hem het verhaal. Hij reageerde met de vraag 'waarom probeer je niet Vanessa Campbell?' en dat deed ze. Deze keer zei Campbell/D'Souza, met een foto van het kind in haar hand, dat alhoewel er niets kon worden gedaan aan het syndroom van Down, het kind was bezeten door boze geesten en dat die konden worden verdreven tegen betaling van een bedrag van 25.000 pond.
Britse undercoverjournalist tijdens werk in Paramaribo gehinderd door Tjin A Ton
Britse undercoverjournalist tijdens werk in Paramaribo gehinderd door Tjin A Ton
Een undercoverjournalist van de Britse krant ‘The Sunday Times’ die onderzoek deed naar D'Souza, werd gevolgd door haar invloedrijke echtgenoot, een hoge politiefunctionaris in Paramaribo. Journalist Tim Rayment verklaarde dat als getuige op 22 mei tijdens de derde zittingsdag.
Rayment deed verhaal van zijn reis in 2008 naar Suriname als onderdeel van zijn negen maanden durende onderzoek naar claims, dat de vrouw meer dan een miljoen Britse pond had weten te ontfutselen van kwetsbare slachtoffers door te beweren dat zij bovennatuurlijke krachten bezit die kanker kunnen genezen. Ze maakte haar slachtoffers wijs, dat de grote sommen geld die zij aan haar moesten betalen naar Suriname werd gevlogen waar het onder een boom werd geplaatst of erin werd gehangen in het binnenland, waarna zij zouden genezen.
De freelance journalist verklaarde tegenover de Blackfriars Court in Londen, dat hij D’Souza was gevolgd naar een luxueus huis in Suriname (aan de Kristalstraat in Paramaribo) en dat hij en zijn fotograaf, terwijl zij buiten dat huis stonden, werden benaderd door Tjin A Ton in een auto, het hoofd van Immigratie.
‘Toen hij opdook vanuit het terrein van het huis, dat hij deelde met D’Souza, in een kleine witte auto en langs ons reed, kreeg ik het gevoel dat hij ons goed opnam’, aldus Rayment. ‘Wij reden zeer rustig terug naar ons hotel. Ik reed expres langzaam. Dat deed ik om Tjin A Ton te dwingen om ook zijn snelheid te temperen, zodat ik wist dat hij ons volgde. En het leed geen twijfel, hij volgende ons inderdaad.’
De woning van D'Souza aan de Kristalstraat in Paramaribo-Noord |
De freelance journalist verklaarde tegenover de Blackfriars Court in Londen, dat hij D’Souza was gevolgd naar een luxueus huis in Suriname (aan de Kristalstraat in Paramaribo) en dat hij en zijn fotograaf, terwijl zij buiten dat huis stonden, werden benaderd door Tjin A Ton in een auto, het hoofd van Immigratie.
D'Souza en Armand Tjin A Ton |
‘Ik had een bijzonder moeilijke job te doen, omdat ik had begrepen dat de partner van D’Souza een invloedrijke politiefunctionaris was. Hij werd mij omschreven als het hoofd van de Immigratiedienst. Ze deelden de woning en er was uiteraard de mogelijkheid dat hij op de hoogte was van wat zij zoal uitspookte. Ik trachtte een weg te vinden om de vrouw te benaderen als ze alleen zou zijn, dus niet met hem. Vanwege zijn positie bij de Immigratiedienst geloofde ik dat hij in een positie verkeerde om mij te beletten mijn onderzoek uit te kunnen voeren. We besloten de volgende dag Suriname te verlaten.’
Het hotel waar hij en zijn fotograaf verbleven werd in de gaten gehouden door diverse undercoveragenten en daarom heeft hij, een journalist met dertig jaar ervaring, ‘s nachts documenten verscheurd en door het toilet gespoeld, terwijl zijn fotograaf zo veel als mogelijk foto’s via een ‘slechte internetverbinding’ verzond, uit angst dat ze zouden worden gearresteerd, zo werd in de rechtszaal verklaard.
Het hotel waar hij en zijn fotograaf verbleven werd in de gaten gehouden door diverse undercoveragenten en daarom heeft hij, een journalist met dertig jaar ervaring, ‘s nachts documenten verscheurd en door het toilet gespoeld, terwijl zijn fotograaf zo veel als mogelijk foto’s via een ‘slechte internetverbinding’ verzond, uit angst dat ze zouden worden gearresteerd, zo werd in de rechtszaal verklaard.
Rayment zei tegen de rechtbankjury, dat hij de volgende dag uit een rij passagiers op de luchthaven werd getrokken, naar een kleine ruimte werd gebracht en werd ondervraagd door een aantal personen die via een telefoon zich leken te informeren bij iemand.
De Suriname connectie:
* Kristalstraat, Paramaribo-Noord
* 'Oma' was mevrouw Bracelly-Boucher, moeder van
* partner van D'Souza, Armand Tjin A Ton
* Kwattaweg 54a
Juliette D'Souza veroordeeld op 2 mei 2008 in Paramaribo tot 8 maanden cel voorwaardelijk wegens het zich voordoen als advocaat In 2005 blijkt Juliette D'Souza een medewerkster van het KLM-bureau in Paramaribo (omschreven in documenten als 'PL') een paspoort te hebben aangeboden van een inwoonster van de Londense wijk Hampstead, Isobel Cooke, die spoorloos was verdwenen......
PL betreurt nog steeds de dag ,dat ze voor het eerst de Britse nep sjamaan ontmoette in haar kantoor van de KLM in Paramaribo, aldus verklaarde ze op 3 juni 2014 tegenover Balita Pinoy Headlines. De werkzaamheden van PL bestonden uit het verwerken van problemen van Business Class reizigers en nadat een collega het bedrijf had verlaten, nam D'Souza altijd contact met haar op in verband met veranderingen in haar retourvlucht naar Londen. In de ogen van PL was D'Souza een 'high flying' advocaat die jaarlijks zes tot acht keer naar Paramaribo vloog. Ze vloog nooit terug naar Londen op de op haar ticket vastgestelde datum. PL moest daarom altijd op een nieuwe vlucht een stoel voor haar reserveren. Na diverse reizen naar Paramaribo verkreeg D'Souza langzaam maar zeker het vertrouwen van PL en het onderlinge contact verliep via de eigen mobiele telefoons en vaste nummers. Er ontstond uiteindelijk een 'vriendschap' met D'Souza en PL werd uitgenodigd voor ontmoetingen in het Residence Inn Hotel en voor maaltijden in het nabij gelegen DOK24 restaurant. Cadeaus zoals een Gucci horloge volgden snel. Andere ontmoetingen vonden plaats in de Dawson Haar Salon in het hotel Torarica.
Oma en zoon Armand
PL betreurt nog steeds de dag ,dat ze voor het eerst de Britse nep sjamaan ontmoette in haar kantoor van de KLM in Paramaribo, aldus verklaarde ze op 3 juni 2014 tegenover Balita Pinoy Headlines. De werkzaamheden van PL bestonden uit het verwerken van problemen van Business Class reizigers en nadat een collega het bedrijf had verlaten, nam D'Souza altijd contact met haar op in verband met veranderingen in haar retourvlucht naar Londen. In de ogen van PL was D'Souza een 'high flying' advocaat die jaarlijks zes tot acht keer naar Paramaribo vloog. Ze vloog nooit terug naar Londen op de op haar ticket vastgestelde datum. PL moest daarom altijd op een nieuwe vlucht een stoel voor haar reserveren. Na diverse reizen naar Paramaribo verkreeg D'Souza langzaam maar zeker het vertrouwen van PL en het onderlinge contact verliep via de eigen mobiele telefoons en vaste nummers. Er ontstond uiteindelijk een 'vriendschap' met D'Souza en PL werd uitgenodigd voor ontmoetingen in het Residence Inn Hotel en voor maaltijden in het nabij gelegen DOK24 restaurant. Cadeaus zoals een Gucci horloge volgden snel. Andere ontmoetingen vonden plaats in de Dawson Haar Salon in het hotel Torarica.
Oma en zoon Armand
Bij sommige van de ontmoetingen was D'Souza, die woonde op een adres aan de Kristalstraat in Paramaribo-Noord, in gezelschap van een vrouw en dat was Oma, die feitelijk mevrouw Bracelly-Boucher was, de moeder van Armand Tjin A Ton en die woonde op het adres Kwattaweg 54a in Paramaribo. Deze oude dame zou destijds 85 jaar oud zijn geweest.
Volgens PL deed Oma allerlei boodschappen, regelde tickets en financiële zaken. Oma was de persoon met wie PL te maken had wanneer D'Souza in Londen was.
Nadat D'Souza weer eens uit Londen was gearriveerd werd een bijeenkomst belegd in de Residence Inn waar haar 'echtgenoot', politiefunctionaris Armand Tjin A Ton, ook bekend onder zijn bijnaam Tjin Tjin, ook bij aanwezig was. Feitelijk was D'Souza zoals dat in Suriname heet zijn concubine. Tijdens die ontmoeting informeerde hij naar hoe hij aan informatie kon komen over mensen die vanuit Londen via Amsterdam naar Suriname reisden. PL zei dat echter die informatie niet te kunnen verstrekken. Vervolgens nam D'Souza contact met haar op en stelde een privé-ontmoeting alleen met haar voor, omdat haar man PL niet mocht. Volgens een tegenover Balita Pinoy afgelegde verklaring van PL, kreeg ze korte tijd later problemen op haar werk en trachtte voor advies in contact te komen met D'Souza in Londen.
Isobel Cooke
Isobel Cooke
In 2005 bood D'Souza PL een uitweg aan uit al haar problemen. D'Souza zou een Brits paspoort voor PL regelen, zodat ze in Engeland kon gaan wonen, op naam van 'Isobel Cook'. Het zou 5.000 euro kosten. Het was in hetzelfde jaar dat de echte Isobel Cooke verdween uit Hampstead, Londen. Ze was een patiënte in Londen van D'Souza en operazangeres Sylvia Eaves, die een vriendin was van Isobel, betaalde D'Souza veel geld om Isobel met haar problemen te helpen. Isobel Cooke verdween zonder een spoor achter te laten. Niemand, ook niet mevrouw Eaves, had nog contact met haar. Zoektochten naar Cooke bleken vruchteloos. Uiteindelijk, nadat PL helemaal geen geld meer had, ging ze met haar verhaal naar een familielid, een gepensioneerde politieman. Hij adviseerde haar om alle gesprekken en details van alle ontmoetingen op band op te nemen en dat heeft ze gedaan. PL stelde een rapport op voor de politie in Paramaribo, waarna D'Souza in 2007 kon worden gearresteerd. Ze werd gedagvaard voor blackmail, witwassen van geld en het zich voordoen als advocaat. Uiteindelijk werd ze op 2 mei 2008 in Paramaribo veroordeeld tot acht maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van drie jaar voor alleen het zich voordoen als advocaat.
De carrière van Armand Tjin A Ton werd door de hele affaire geschaad. In eerste instantie mocht hij geen enkel politiebureau meer betreden en later werd hij naar een andere post overgeplaatst. Hij zou nu, juni 2014, een lage functie hebben in het politiebureau Keizerstraat in het centrum van Paramaribo. Zijn superieuren zouden bezorgd zijn geweest over zijn leefstijl met dure auto's en regelmatige vluchten naar het buitenland.
Het Surinaamse aapje Joey
De carrière van Armand Tjin A Ton werd door de hele affaire geschaad. In eerste instantie mocht hij geen enkel politiebureau meer betreden en later werd hij naar een andere post overgeplaatst. Hij zou nu, juni 2014, een lage functie hebben in het politiebureau Keizerstraat in het centrum van Paramaribo. Zijn superieuren zouden bezorgd zijn geweest over zijn leefstijl met dure auto's en regelmatige vluchten naar het buitenland.
Het Surinaamse aapje Joey
Joey, het uit Suriname afkomstige bruine kapucijnaapje van Juliette D’Souza, is opgevangen in een speciale apenopvang in Cornwall. Het diertje is gehandicapt geraakt, doordat het negen jaren lang opgesloten is geweest in een te kleine kooi, zonder frisse lucht, bewegingsvrijheid en gezelschap in de woning van D’Souza in Hampstead, Londen. Dat berichtte woensdag 4 juni 2014, de Camden New Journal. Dierenrechtenactiviste Angela Humphery liep jarenlang langs het huis van haar buurvrouw D’Souza zonder te weten dat zij een nep ‘sjamaan’ was, die zieke en kwetsbare mensen voor honderdduizenden Britse ponden heeft opgelicht met verhalen over een boom in het Surinaamse binnenland waarin het door haar slachtoffers aan haar gegeven geld werd opgehangen, waarna ze zouden genezen. De 82-jarige Humphery wist ook niet dat in het huis een aapje werd gehouden in een veel te kleine kooi.
Na de veroordeling van D’Souza werd onthuld, dat Joey al in 2008 was gered uit de woning door de Britse Dierenbescherming en naar de apenopvang in Cornwall was gebracht. Het aapje zou blijvend misvormd blijven met een ernstige metabolische botziekte die zijn ruggengraat, kaak en tanden aantasten, en met een psychologische angst voor open ruimtes.
Mevrouw Humphery verklaarde tegenover de Camden New Journal, dat zij en haar man Joey wisten op te sporen om hem te adopteren en jaarlijks te sponsoren.
Ondanks het feit, dat Joey blijvend gehandicapt zal zijn, is hij toch grotendeels hersteld. Hij werd ook al geadopteerd door de bekende komiek en acteur Stephen Frey en heeft zelfs een vriendinnetje gevonden, aldus Humphery.
Joey werd als kleine baby, drie maanden jong, naar Engeland gebracht, nadat D’Souza het aapje had gekocht in 1998 op een markt in Suriname. De moeder van Joey was gedood voor haar vlees, ‘bush meat’. Volgens de handelsdatabase van CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) werd in 1998 een (1) bruin kapucijnaapje (Cebus apella) vanuit Suriname geëxporteerd naar Groot-Brittannië voor 'privédoeleinden'.
Het verhaal van Joey:
De Ware Tijd
Ondanks het feit, dat Joey blijvend gehandicapt zal zijn, is hij toch grotendeels hersteld. Hij werd ook al geadopteerd door de bekende komiek en acteur Stephen Frey en heeft zelfs een vriendinnetje gevonden, aldus Humphery.
‘We gingen hem bezoeken toen we over hem ontdekten. We hadden geen idee dat hij al de tijd daar was. Hij is blijvend gehandicapt geworden door het gebrek aan zonlicht, door het nauwelijks eten van voedzaam voedsel en door onvoldoende ruimte om zich te kunnen bewegen. Zijn tong hangt constant buiten zijn bek. De laatste twee jaren voor zijn redding, zat was hij volledig alleen en geïsoleerd met alleen de televisie als gezelschap.’
Joey werd als kleine baby, drie maanden jong, naar Engeland gebracht, nadat D’Souza het aapje had gekocht in 1998 op een markt in Suriname. De moeder van Joey was gedood voor haar vlees, ‘bush meat’. Volgens de handelsdatabase van CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) werd in 1998 een (1) bruin kapucijnaapje (Cebus apella) vanuit Suriname geëxporteerd naar Groot-Brittannië voor 'privédoeleinden'.
Het verhaal van Joey:
De Ware Tijd
Deze zaak heeft ondertussen de aandacht van het Openbaar Ministerie in Suriname. Dat meldde althans 26 mei 2014 de Ware Tijd. Rudy Steinberg, coördinator van de afdeling Kapitale Delicten, zei, dat de procureur-generaal hem gevraagd heeft de zaak te ‘bekijken’. Er is uit Engeland geen verzoek om assistentie gekomen, hoewel er vermoedens en aanwijzingen zijn dat D’Souza in Suriname handlangers moet hebben gehad, aldus de krant. De redactie heeft kennelijk niet de moeite genomen om even haar eigen archieven of het internet te raadplegen, dan was ongetwijfeld de naam Juliette D'Souza opgedoken, vooral rond de rechtszaak in Paramaribo tegen haar en de voorwaardelijke veroordeling begin mei 2008.
(Met dank aan o.a.: Balita Pinoy Headlines)
Noot:
De Britse krant The Daily Mail besteedt in haar editie van zaterdag 14 juni 2014 ook uitgebracht aandacht aan de zaak D'Souza. De krant wist onder andere te achterhalen dat D'Souae werkelijk Maryan Lesley Persaud is, geboren op 11 september 1954 in een ziekenhuis in de hoofdstad van Guyana, Georgetown.
(Met dank aan o.a.: Balita Pinoy Headlines)
Noot:
De Britse krant The Daily Mail besteedt in haar editie van zaterdag 14 juni 2014 ook uitgebracht aandacht aan de zaak D'Souza. De krant wist onder andere te achterhalen dat D'Souae werkelijk Maryan Lesley Persaud is, geboren op 11 september 1954 in een ziekenhuis in de hoofdstad van Guyana, Georgetown.