vrijdag 19 april 2013

Internationaal Pers Instituut neemt Surinaamse wetgeving inzake laster onder de loep

Delegatie IPI bezoekt 20 april Suriname

IPI wil geen wereld met journalistieke zelfcensuur

Als het aan het IPI ligt mogen Surinaamse journalisten de president beledigen.......

19-04-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Een delegatie van het in het Zwitserse Genève gevestigde International Press Institute (IPI),  dat wereldwijd strijdt voor persvrijheid, bezoekt van 15 april tot en met 6 mei, samen met de Association of Caribbean Mediaworkers (ACM), Trinidad & Tobago, Guyana, Curaçao, de Dominicaanse Republiek, Antigua & Barbuda en Suriname.

De organisaties gaan in ieder geval tijdens hun bezoek morgen, 20 april, aan Suriname de lokale wetgeving inzake laster, waarvoor – zo berichtte De West in haar editie van 10 april 2013 - journalisten zware celstraffen riskeren, bespreken. Het is nog niet duidelijk hoelang het bezoek gaat duren.

Journalisten zouden risico lopen veroordeeld te worden
Uit onderzoek, uitgevoerd door de organisatie als deel van een campagne om wetten inzake laster in het Caribisch gebied te herroepen, blijkt dat in zes Caribische landen journalisten het risico lopen te worden veroordeeld tot celstraffen. Voorts is het niet ongewoon dat er dreigementen worden geuit tegen mediawerkers. Suriname hoort bij die 'alarmerende groep' en zou zelfs over de strengste wet met betrekking tot laster beschikken, aldus De West. ‘Deze wet straft journalisten die hun mening naar de regering toe openlijk én op een vijandige, haatdragende of verachtelijke manier uiten, met maar liefst zeven jaar celstraf.’

De krant doelt op het artikel 171-136 in het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 171-136 
Hij, die in het openbaar uiting geeft aan gevoelens van vijandschap, haat of minachting jegens de Regering van Suriname, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

De West vermeldt ook, dat het beledigen van de Surinaamse president of vlag een journalist al snel tot vijf jaar opsluiting kan opleveren. Hier slaat de krant de plank echter finaal mis. Beledigt iemand de Surinaamse vlag dan kan die persoon ten hoogste zes maanden achter tralies belanden. Dat is opgenomen in artikel 176-a143 van het Wetboek van Stafrecht:

Artikel 176-a143
Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding opzettelijk op een voor nationale gevoelens krenkende wijze uitlaat over de vlag van Suriname, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden.

Artikel 176-b144
Hij die een geschrift of afbeelding, waarin een voor nationale gevoelens krenkende uitlating over de vlag van Suriname voorkomt, verspreidt, openlijk ten toon stelt, of aanslaat, of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat in het geschrift of de afbeelding zodanige uitlating voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden.

Het beledigen van de president zou, conform artikel 173-138 van het Wetboek van Strafrecht, een gevangenisstraf kunnen opleveren van hooguit twee jaar. Overigens wordt nergens de benaming ‘de president van de Republiek Suriname’ vermeld:

Artikel 173-138
Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk in beledigende vorm uitlaat over het openbaar gezag in Suriname, over een openbaar lichaam of over een openbare instelling, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste drieduizend gulden.

Artikel 174-139
Hij die een geschrift of afbeelding, waarin een uitlating in beledigende vorm over het openbaar gezag in Suriname, over een openbaar lichaam of over een openbare instelling voorkomt, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat in het geschrift of de afbeelding zodanige uitlating voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. 

Waarom zouden journalisten wèl mogen beledigen?
Deze wetsartikelen gelden uiteraard voor alle ingezetenen van Suriname en dus ook voor journalisten. Het zou te gek voor woorden zijn, wanneer speciaal voor journalisten uitzonderingen in de wet zouden worden gemaakt.
Als ìk niet mondeling of schriftelijk de president mag beledigen, waarom zou een journalist dat dan wel mogen? Beledigen is beledigen en laster is laster. Mij is dan ook volstrekt onduidelijk wat het IPI wil bereiken met een bezoek aan Suriname. De regering gaat echt niet een wet wijzigen ten gunste van een handjevol journalisten, die ook allen gewone burgers zijn.
Zou je als journalist in een artikel de president mogen beledigen? Dat is, zo begrijp ik, hetgeen het IPI graag ziet: een extreme mate van vrijheid voor de journalist. In een column zou het wellicht kunnen en mogen, al naar gelang de context van de column. Maar, het hek zou van de grens van de toelaatbare dam zijn, wanneer je een journalist als uitzonderingsgroep die extreme mate van beledigende vrijheid zou geven. Waar blijven de algemeen geaccepteerde en gerespecteerde fatsoensnormen?

President wordt niet benoemd in wetsartikelen
Nogmaals, geen enkel wetsartikel in het Surinaamse Wetboek van Strafrecht vermeldt specifiek de benaming ‘de president van de Republiek Suriname’.

In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht wordt daarentegen wel specifiek ‘de Koning’ genoemd en ook in Nederland staat op belediging van ‘de Koning’ hooguit vijf jaar celstraf (in de volksmond wordt gesproken over majesteitsschennis). De artikelen dateren overigens uit 1881:

Artikel 111 W.v.S.
Opzettelijke belediging van de Koning wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel 112 W.v.S.
Opzettelijke belediging van de echtgenoot van de Koning, van de vermoedelijke opvolger van de Koning, van diens echtgenoot, of van de Regent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel 113 W.v.S.
Hij die een geschrift of afbeelding waarin een belediging voorkomt voor de Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot of de Regent, verspreidt, openlijk tentoonstelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding zodanige belediging voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

SVJ wil 'niets uit de doeken doen'
IPI-directeur Alison Bethel McKenzie wil, zo werd 9 april door het IPI in een eigen persbericht bekendgemaakt, proberen om tijdens het bezoek aan de landen in het Caribisch gebied steun te krijgen van journalisten, redacteuren, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en van gouvernementele en niet-gouvernementele bestuurders om te trachten de wetgeving inzake laster te herroepen. Ook wil het IPI de bescherming van journalisten in Suriname, Guyana en Antigua & Barbuda ter sprake brengen. ‘Het IPI en ACM streven samen naar een wereld, waarin geen enkele journalist wordt gedwongen tot zelfcensuur of een celstraf opgelegd kan krijgen door simpelweg zijn of haar job uit te oefenen’, aldus Mc-Kenzie.

IPI-bezoek zou volgens SVJ 'een reguliere oriëntatie' zijn.....
Tegenover De West van 10 april wilde de voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ), Wilfred Leeuwin, het programma van de IPI-delegatie ‘nog niet uit de doeken doen’. Een dag voor de aankomst van de delegatie heeft de SVJ nog niets van zich laten horen..... 's Avonds blijkt de SVJ een persbericht te hebben uitgebracht waarin de komst van de delegatie morgen wordt aangekondigd. De delegatie blijkt tot en met woensdag 24 april, aldus de SVJ, in Suriname te vertoeven. De vereniging maakt bekend gedurende het delegatiebezoek waar te nemen voor de Associatie van Caraïbische Journalisten.

Overigens zou volgens de SVJ het bezoek van de IPI-delegatie 'een reguliere oriëntatie van het instituut aan leden' zijn. De vereniging rept niet over de werkelijke intenties van het bezoek van de delegatie aan Suriname.......dat is op z'n zachtst gezegd opmerkelijk te noemen.

Noot:

SVJ ziet graag dat Surinaamse 'muilkorfwetten' uit Surinaamse wetgeving worden verwijderd

Het recht op vrije meningsuiting mag niet belemmerd worden, doordat burgers die hiervan gebruik maken celstraf riskeren. Personen die vinden dat hun naam is aangetast, mogen gebruik maken van andere wetgeving om dit recht te trekken.

Dit zei voorzitter Wilfred Leeuwin van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) in een gezamenlijke persconferentie met vertegenwoordigers van International Press Institute (IPI). Vooral journalisten lopen door deze koloniale wetten het risico in de bak te belanden, zo schrijft de Ware Tijd vandaag, woensdag 24 april 2013.

De internationale organisatie, die de afgelopen twee dagen op bezoek was in Suriname, voert campagne in verschillende Caribische landen om deze koloniale wetten uit de Grondwet te schrappen. IPI en SVJ hebben met verschillende organisaties en instanties gesproken. Hoewel de wetten zeer zeldzaam worden gebruikt, vinden mediaorganisaties het gevaarlijk om deze te laten bestaan. Bovendien blijkt dat ‘overtreders’ in Suriname de zwaarste straffen riskeren in vergelijking met andere Caribische landen.

IPI-voorzitter Alison McKenzie benadrukt echter, dat het schrappen van de bewuste wetten niet bedoeld is om journalisten de ruimte te geven onwaarheden te publiceren zonder dat er hieraan consequenties verbonden kunnen worden. De mogelijkheid om een journalist aan te klagen moet van kracht blijven.

Naar aanleiding van de gesprekken geeft Leeuwin aan dat er vanuit de gemeenschap echter ook enorme behoefte bestaat aan toezicht op journalisten en mediawerkers. Alle gesprekspartners zijn bereid mee te werken aan het schrappen van de wetgeving, maar eisen meer regelgeving voor deze beroepsgroep.
De SVJ belooft samen met de IPI en de Association of Caribbean MediaWorkers (ACM) hieraan mee te werken.

Leeuwin wil een traject uitstippelen, waarbij niet alleen aan het schrappen van de muilkorfwetten wordt gewerkt, maar ook aan regelgeving en trainingen voor journalisten. Het is volgens de voorzitter dus meer dan ooit noodzakelijk dat mediawerkers zich bundelen…..

Natuurlijk besteedt vandaag, 24 april, ook de nieuwswebsite Starnieuws aandacht aan het bovenstaande. Ongetwijfeld is het artikel van de hand van Starnieuws-redacteur Wilfred Leeuwin, voorzitter van de SVJ.