zaterdag 16 augustus 2014

Het definitieve failliet van de 'Surinaamse' Journalistenprijs

(Bron foto: Parbonieuws.com)
Prijs ook toegankelijk voor Nederlandse en Belgische journalisten

Tijd voor investeringen in kwaliteit lokaal journaille

Ter overweging: buitenlandse journalisten uitsluiten van deelname?

16-08-2014 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Het definitieve failliet van de Surinaamse Journalistenprijs lijkt zich gisteren te hebben aangediend in Hotel Krasnapolsky in het centrum van Paramaribo. Dat was de locatie voor de uitreiking van deze prijs door de organisatie, de Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname (SBJS). De zesde editie. Drie prijzen. Een Belg en twee Surinamers. Twee categorieën, van de drie. Slechts twintig inzendingen. Hoe representatief is de Journalistenprijs voor het Surinaamse journaille, vooral gelet op het feit dat ook buitenlanders producties mogen inzenden en vervolgens ook nog eens in de prijzen vallen? Is er nog sprake van een echte Surinaamse prijs? 

De Belgische freelance-journalist Pieter van Maele, die werkt voor een aantal Nederlandse en Belgische media en voor het Nederlands-Surinaamse maandblad Parbode, is een van de drie ‘Surinaamse’ journalisten die gisteravond de Journalistenprijs 2014 in ontvangst mocht nemen. Hij kreeg de prijs voor zijn boeiend artikel 'Met een jachtgeweer door beschermd natuurgebied' in Parbode.

De twee andere gelukkigen zijn journalist Ivan Cairo van de Ware Tijd met het artikel ‘Justitieel onderzoek naar mogelijke grondfraude Jogi’ en Kevin Headly (ATV) met de productie ‘Bestaat ware liefde?’. Het was overigens de eerste keer dat ook een televisieproductie in de prijzen kon vallen. Ze ontvingen elk een 'award' en een bedrag van Srd 3.500.


Dit jaar heeft de SBJS ervoor gekozen om per categorie prijzen uit te reiken. Dus geen eerste en tweede en derde prijs zoals in de afgelopen jaren het geval was geweest. De beste productie van elke categorie kwam in aanmerking voor een prijs. Die categorieën zijn printmedia ofwel schrijvende pers, radio en tv. Bij printmedia wordt bij iedere prijsuitreiking geen onderscheid gemaakt tussen nieuwsartikelen en artikelen voor bijvoorbeeld magazines of (internet) weblogs.

Truideman bij de prijsuitreiking in 2011
SBJS: Radio-inzendingen te slecht.....
De organisatie moest gisteren bekendmaken dat de categorie 'radio' buiten de prijzen was gevallen. Volgens juryvoorzitter Desi Truideman, oud-journalist bij en -hoofdredacteur van de Ware Tijd, voldeden de ingezonden radioproducties 'niet aan de gestelde criteria'. Er werd beoordeeld op originaliteit, vormgeving en aankleding van de inzendingen.
Welke radiomedewerk(st)ers een productie hadden ingezonden en hoeveel is onbekend.
Overigens liet Truideman ook nog even fijntjes weten, het te betreuren dat niemand aandacht heeft geschonken aan 240 jaar herdenking van de journalistiek in Suriname op 10 augustus. 24 Jaar journalistiek in Suriname? Wie heeft er iets van gemerkt? Geen journalist blijkt dit te hebben geweten. Maar, na 240 jaar zou je toch zo langzamerhand wel een kwalitatief uitstekende journalistiek mogen verwachten in Suriname en een gedegen school voor journalistiek....

Was het artikel van Van Maele of van Cairo het beste in de categorie 'printmedia'?
Of met het uitvallen van de categorie 'radio' nu twee printmedia-artikelen in de prijzen konden vallen wordt uit de berichtgeving vanochtend in diverse media niet duidelijk. Kortom, was Van Maele nummer één in de categorie printmedia en Cairo de nummer twee? Waarom twee prijzen in die categorie? Onderscheid tussen een nieuwsartikel (krant) of een artikel in een magazine of op een internetblog wordt niet gemaakt, terwijl dat toch uiteenlopende vormen van journalistiek zijn. Daar zou door de organisatie onderscheid in gemaakt moeten worden.
Overigens wordt met geen woord gerept in artikelen over de prijsuitreiking in de diverse media over de argumenten waarom de artikelen van beide heren de Journalistenprijs 2014 in de wacht konden slepen.

Op stage bij krant, radio- of tvzender in Nederland is aan te raden
Jane Kolf-Bergraaf, voorzitter van de SBJS, zei voor de zoveelste keer, dat er moet worden gewerkt aan scholing van de journalisten om de kwaliteit van radioproducties op te krikken. 'Het is nou eenmaal zo, dat journalisten een brede algemene ontwikkeling moeten hebben. Deze keer heeft de categorie printmedia hele kwalitatieve stukken ingezonden. Daarover mag ik wel heel trots zijn.’ Maar, niemand krijgt inzage in alle ingezonden stukken. Dus, niemand weet feitelijk hoe het werkelijk is gesteld met de kwalitatieve inhoud van de inzendingen.
En zou het niet beter zijn als de stichting van Jane Kolf-Bergraaf eens zou gaan pleiten en zich zou gaan inzetten voor en het initiatief zou gaan nemen voor de komst van een echte journalistieke opleiding in Suriname? De cursusjes die nu worden verzorgd zetten geen journalistieke zoden aan de dijk en leveren zeker geen kwalitatief goede journalisten af. Het zou aan te raden zijn om cursisten op stage te sturen voor een paar maanden bij een landelijke- of regionale krant of tv- of radiozender in Nederland.
Nu is het nog steeds de omgekeerde wereld: bij Surinaamse media zijn vaak Nederlandse stagiaires journalistiek te vinden.....alsof je hier iets van dat vak kunt leren... Neen, maar het is natuurlijk altijd leuk om een paar maanden in de tropen te vertoeven, genieten van het uitgaansleven en 'avontuurlijke' uitstapjes te maken naar bijvoorbeeld watervallen ergens in het binnenland of naar de grote zeeschildpadden op de stranden van met name Galibi, in het oosten van het land.

Bedroevend laag aantal inzendingen
Een Journalistenprijs om de twee jaar uitreiken is leuk hoor, maar bij iedere prijsuitreiking blijkt weer hoe bedroevend laag het aantal inzendingen is en de prijs draagt absoluut en op geen enkele wijze bij aan welke verbetering van de inhoudelijke kwaliteit van het lokale journaille dan ook. Alleen het ego van de winnaars wordt gestreeld en de beurs een beetje gevuld.

De winnaars zeiden gisteravond verrast te zijn in de prijzen te zijn gevallen. Maar, hoe verrast kun je zijn als een Van Maele of Cairo, gelet op de prijsuitreikingen en de winnaars de afgelopen jaren.
‘Deze competitie is zeker een stimulans om te werken aan je journalistieke kwaliteiten’, reageerde de Belg Van Maele die gisteren als enige op het podium stond met daadwerkelijk journalistieke ervaring, een goed gevulde journalistieke bagage en goede journalistiek inhoudelijke kwaliteiten. Iemand die ieder jaar de Journalistenprijs zou verdienen, als Belg, werkend in Suriname.

Ruimte om producten meer diepgang te geven?
Cairo opperde, dat journalisten wel de ruimte moeten krijgen om hun producten meer diepgang te geven. Tja, die zogenoemde diepgang, als hij doelt op onderzoeksjournalistiek, is nog steeds niet te vinden in de Surinaamse journalistiek. Maar, dat ligt aan het journaille zelf.
Wil je werkelijk ruimte hebben voor diepgang in een artikel, zorg dan eens dat je die diepgang krijgt.

Het Surinaamse journaille is over het algemeen lui, passief en kennelijk te beroerd of bevreesd om eens hun stem duidelijk te laten horen bij directies en hoofdredacties van kranten. Dat geldt zeker en vooral ook voor de stem van de journalistiek, althans voor een deel ervan, de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ). Wanneer hebben journalisten voor het laatst hun werk korte tijd neergelegd of een andere vorm van actie gevoerd om bijvoorbeeld een beter salaris af te dwingen of om de mogelijkheid af te dwingen zichzelf te scholen op kosten van de werkgever? Neen, de Surinaamse journalist lijkt over het algemeen tevreden te zijn met zijn of haar 'lot'. Lekker stukjes schrijven als ware het het schrijven van opstellen op de basisschool.

Van Maele niet de eerste prijs winnende niet-Surinaamse journalist
Van Maele is trouwens niet de eerste niet-Surinaamse journalist die de Journalistenprijs in ontvangst mocht nemen. Het blad Parbode won in 2012 prijzen: de Nederlander Tom van Moll werd winnaar met zijn artikel 'Fort Boeke blijft ongrijpbaar', dat in februari verscheen in het blad en Armand Snijders (huidige hoofdredacteur en ook Nederlander) greep de derde prijs voor zijn artikel 'Mediator Ramkissoon bouwt puinhoop' dat in de Parbode van maart 2012 verscheen. Snijders had de prijs, samen met Romie Raaphorst, ook al in 2010 gewonnen met het artikel 'Tante, bloedt mijn poenie?'  over kindermisbruik.

Overweging: Nederlandse (en Belgische) journalisten van deelname uitsluiten
Het zou voor de organisatie van de Journalistenprijs overigens te overwegen zijn om bij de volgende versie, in 2016, te besluiten inzendingen alleen toegankelijk te maken voor Surinaamse mediawerk(st)ers. Door daartoe over te gaan, kan echt inzichtelijk worden hoe het is gesteld met de inhoudelijke kwaliteiten van het lokale, Surinaamse, journaille.

Veelal zijn Nederlandse, en een enkele verdwaalde Belg, journalisten die in Suriname werkzaam zijn, in hun vak in Nederland opgeleid en hebben zij daar ook werkervaring opgedaan. De kwaliteit van de journalistiek in Nederland en het werkethos onder Nederlandse journalisten zijn toch beter dan die in Suriname. Nederlandse (en Belgische) journalisten de mogelijkheid verschaffen ook deel te nemen aan de Journalistenprijs is naar hun Surinaamse collega's toe niet echt 'sportief'....