dinsdag 26 april 2011

Tijd voor een 'Clean Sweep' operatie in centrum Paramaribo

Hebben ze niets beters te doen..... 

26-04-2011  Door: Paul Kraaijer

Het centrum van Paramaribo wemelt niet alleen van her en der nonchalant weggegooide petflesjes en ander afval, maar ook van rondhangende irritante en vervelende jongeren, zwervers en taxichauffeurs die in hun niet als taxi herkenbare wagens zitten of er naast hangen. Irritant en vervelend, dat kunnen velen zijn.

Op welk moment van de dag ik ook waar dan ook in de stad loop zijn ze te zien en te horen. Irritant, vervelend. Irritant, vervelend, omdat ze je als ‘bakra’ ofwel blanke ofwel Nederlander kennelijk niet met rust kunnen laten. Je wordt in hun ogen als een prooi gezien, als vermeend wandelend bankfiliaal, als mogelijke bron van inkomsten die ene dag, maar ook als een soort object om eens lekker tegen aan te vloeken of te schelden. Het is irritant, vervelend. Zìj zijn irritant, vervelend. Zij, die rondhangende jongeren, zwervers en taxichauffeurs.

Op hun kont
’s Morgens rond zes uur zitten de eerste jongeren al op hun kont voor de ingang van winkels tegenover de Centrale Markt aan de Waterkant, één van Paramaribo’s bekendste straten. Lopend over de stoep, vol kuilen, gaten en andere oneffenheden, moet je sowieso al goed uitkijken waar je loopt. Maar, je moet vanuit een ooghoek, onopvallend, ook al die zittende en rondhangende jongeren zo goed en zo kwaad als het gaat in de gaten houden. Velen hebben  hun lange rastaharen verstopt onder een soort door oma gebreid haarnet in rastakleuren. Ze zitten nonchalant om zich heen te kijken of kletsen met een collega niets doende hangjongere.
Vaak wordt je door die jongeren aangesproken, alsof ze niets beters te doen hebben, alsof ze het leuk vinden om mensen lastig te vallen. Ze vallen alleen blanken lastig, vooral Nederlanders. Vaak gaan ze ervan uit dat je op vakantie in Suriname bent. Ze zullen er nooit vanuit gaan dat je als blanke, als Nederlander, net als hun in het land woont. Je bent gewoon een medeburger die ook moet leven van de Surinaamse dollar, die ook inkopen doet bij ‘Snesie’ - de kleine supermarkt om de hoek gerund door een Chinees -, die ook afhankelijk is van de middenstand in de stad, die ook met de bus, lijn zeven, naar de stad gaat.

'Zaken doen vriend?'
‘Heh, zaken doen vriend?’ Tegen het hekje, dat dient als afscheiding tussen het troittoir voor de winkels en de weg, de Waterkant, hangt een van de vele nietsdoende jongeren zich te vervelen. Hoe komt hij erbij dat ik zijn vriend ben en dat ik zaken doe? Hij is gewoon irritant, vervelend. Ik reageer niet. Dat is het verstandigst, niet reageren. Maar, soms zou je graag scherp willen reageren. ‘Heh, heb je niets beters te doen? Waarom denk je dat ik jou vriend ben?’ Neen, ik loop door.

Eén van de op zijn luie kont zittende jongeren - en ja, met een door oma gebreide aftandse rastamuts - komt plots overeind en voor ik er erg in heb zit een van zijn handen in de borstzak van mijn blouse. Hij tracht mijn mobiele telefoon eruit te graaien. Gelukkig heb ik nog steeds een snel reactievermogen, pak zijn hand stevig vast die nog in mijn borstzak zit en trek hem eruit. Zonder telefoon. Ik slinger wat verwensingen naar het hoofd van die irritante, vervelende en stelende knaap en loop door. De jongen zakt terug op zijn luie kont, zichtbaar van zijn stuk gebracht, gelukkig. Kennelijk had hij niet een dergelijke snelle reactie om half zeven ’s morgens van een ‘bakra’ verwacht. Ik ben wel wat geschrokken, ben kwaad en zou die knaap wel ik weet niet wat willen doen. Maar, neen, ik loop rustig, maar toch nog wat gespannen, door. De boosheid zakt weg. Ik heb een diefstal weten te voorkomen en die irritante, vervelende nietsnut zal het een volgende keer wel uit zijn hoofd laten om deze ‘bakra’ nog eens lastig te vallen.

‘Waarom die haast?’, een volgende rondhangende jongen die zich kennelijk verveelt, zittend vlak voor de ingang van een van de vele winkels aan de Waterkant. Ik ben lang en loop altijd in een redelijk tempo, een tempo die vele Surinamers niet gewoon zijn. Maar, haast? Nee hoor. Ik loop ook niet eens snel, vanwege de zengende hitte in het centrum. Ik wil eigenlijk meteen reageren door te vragen ‘En waarom zit jij hier niets te doen?’ Maar, nee hoor, ik hou wijselijk mijn mond, met moeite. Je weet immers nooit hoe zo’n jongere zal reageren.

'Kaaskop'
Dan loopt zo’n rastajongen inclusief gebreide rastamuts mij voorbij in de Keizerstraat, vlakbij het politiebureau. Hij is me nog geen meter voorbij gelopen of ik hoor ‘Kaaskop’. Niet echt origineel. In eerste instantie reageer ik niet, blijf even staan, draai me om en roep toch ‘Heh, had je het tegen jezelf?’ en loop door. Kennelijk verrast door mijn reactie, loopt mister rasta door.
Heb ik in Nederland ooit op een dergelijke wijze niet-Nederlanders of mensen van Surinaamse afkomst lastig gevallen of uitgescholden? Neen, ik respecteer iedereen ongeacht afkomst, kleur, seksuele geaardheid of geloof. Maar, dat respect ontbreekt onder veel van de rondhangende, zich stierlijk vervelende veelal werkloze jongeren in het centrum van Paramaribo.

Zwervers
Naast die irritante, vervelende jongeren zijn er de vele zwervers in de stad, Paramaribo. De meesten leven hun eigen leven en vallen je niet lastig. Om welke redenen dan ook zijn zij een zwerversbestaan gaan leiden. Maar, ook onder de zwervers heb je van die vervelende, irritante ‘exemplaren’. Zo zit er vaak eentje tegen een van de gevels in de Maagdenstraat in het centrum van de stad. Als hij mij aan ziet komen lopen, en mij kun je van verre aan zien komen lopen, begint hij irritant te roepen ‘Meneer, meneer, meneer, meneer’. Het lijkt niet op te houden. Ik reageer niet. Ik reageer nooit. Die man zal ongetwijfeld denken dat ik rondloop met een portemonnaie vol euro’s. Ik ben op deze zwerver gaan letten. Nooit hoor ik hem roepen tegen Surinamers om te bedelen om geld. Misschien zal ik ooit op hem aflopen en hem vertellen dat ik in Paramaribo woon en ook moet leven van de Surinaamse dollar en misschien geef ik dan een 2.50 Srd. Eén keer. Gewoon om bevrijd te worden van zijn irritante geroep, of het nu ’s morgens rond half zeven is of ’s middags rond twee uur.

Taxichauffeurs
Niet alleen zwervers zien een wandelend bankfiliaal in je. Ook taxichauffeurs in het centrum. Ze zien je lopen en beginnen meteen te roepen “Taxi meneer?”. Irritant, vervelend. Ook de taxichauffeurs roepen dat niet tegen Surinamers. Hoe komen ze erbij dat ik een taxi zou nodig hebben? Als ik een taxi nodig heb, dan stap ik zelf wel op een taxi en chauffeur van mijn keuze af. Maar ja, ze weten niet beter en gaan er kennelijk op voorhand vanuit dat iedere blanke, iedere Nederlander, iedere ‘bakra’ een toerist is. En dus ook geld heeft om zich met een taxi te kunnen laten vervoeren. Maar, ik ben geen toerist, ik woon in Paramaribo en voor mij is de bus betaalbaar als vervoermiddel. En, omdat ik hier woon weet ik ook wat een taxirit zou moeten kosten en dat weten de taxichauffeurs niet.
Negen van de tien taxichauffeurs proberen je als ‘bakra’ te besodemieteren en vragen een veel te hoge ritprijs. Ze schrikken wanneer ik laat blijken hier, in Paramaribo, te wonen en dat ik weet wat de ritprijzen zijn. Meteen kan ik mee voor de normale prijs, wordt er wat pijnlijk gelachen door de chauffeur, want tja, ze hebben liever een klant in de taxi dan helemaal geen klant....dan maar voor de normale prijs.

Tijd voor 'Clean Sweap'
Morgen, ga ik weer naar het centrum. Met de bus, met lijn zeven.
Weer wandel ik door het centrum, langs de winkels tegenover de Centrale Markt en door de Maagdenstraat en Keizerstraat.
Weer zal ik die irritante, vervelende rondhangende jongeren zien en horen.
Weer zal ik de zwerver in de Maagdenstraat zien zitten en ’s morgensvroeg op de trappen van monumentale houten panden aan de Waterkant een stuk of drie zwervers, liggend in een diepe slaap met naast zich het kleine beetje spullen dat ze dagelijks meesjouwen. Bij één staat een lege fles drank. Een ander ligt op en onder stukken van een uit elkaar getrokken kartonnen doos. Een derde is toch wakker, staart je aan, zegt niets. Zodra de kantoren in die panden open gaan, zullen de zwervers worden verjaagd, om elders in de stad rond te gaan hangen.
Weer zal ik irritante taxichauffeurs horen roepen “Taxi meneer?” en weer loop ik door.
Het wordt tijd voor een
‘Clean Sweep’ operatie door het Korps Politie Suriname en het Nationaal Leger in het centrum van Paramaribo. Er valt behoorlijk wat schoon te vegen. De bezem er door.