maandag 1 april 2019

Het Cft adviseert Rijksministerraad tot geven van aanwijzing aan Curaçao - 'Het roer moet om'

'Uitgaven en inkomsten in de begroting moeten meerjarig in evenwicht worden gebracht'

'Al vanaf 2016 uit het Cft zijn zorgen over de financiële situatie in Curaçao'


Het College financieel toezicht (Cft) heeft vandaag, maandag 1 april 2019, de Rijksministerraad geadviseerd over te gaan tot het geven van een aanwijzing aan Curaçao om de uitgaven en inkomsten in de begroting meerjarig in evenwicht te brengen. De inkomsten en uitgaven van het land Curaçao zijn niet in evenwicht en het financieel beheer is niet op orde, aldus het Cft in een persbericht.

Het begrotingsjaar 2017 is afgesloten met een tekort van ANG 116,8 miljoen en het voorlopige tekort in 2018 bedraagt ANG 52,7 miljoen. Al vanaf 2016 uit het Cft zijn zorgen over de financiële situatie in Curaçao. Hierbij wijst het Cft op te optimistische opbrengstenramingen, gebreken in het financieel beheer en een gebrek aan budgetdiscipline waardoor de uitgaven niet binnen de begroting blijven. Ook voor de begroting 2019 dreigt een (fors) tekort van ditmaal circa ANG 100 miljoen.

Ondanks enkele betekenisvolle maatregelen die het land Curaçao per 1 juli aanstaande wil invoeren, zal voor het derde achtereenvolgende jaar niet aan de wettelijke norm van een sluitende gewone dienst voldaan worden. Er is meer nodig dan de nu aangekondigde maatregelen om de inkomsten en uitgaven van het land in evenwicht te brengen. Het roer moet om.

Het Cft beseft, dat de opgave voor Curaçao fors is, doch structurele hervormingen zijn onontkoombaar. Structurele hervormingen zijn nodig om de continuïteit van de collectieve voorzieningen zeker te stellen en de ruimte te creëren om vanaf volgend jaar deze tekorten te compenseren en om te komen tot extra investeringen, onder meer in het onderwijs en educatie. Het laten oplopen van de tekorten zou betekenen dat de overheidsschuld verder toeneemt en wordt doorgeschoven naar de volgende generaties.

Versterking van de economie van Curaçao vereist vooral private investeringen. Een noodzakelijke basisvoorwaarde daarvoor is een duurzaam en gedegen beheer van de overheidsfinanciën. Private investeerders willen immers hun risico’s beperken en kunnen vertrouwen op de stabiliteit en kwaliteit van het ambtelijk en bestuurlijk overheidsapparaat. Ook daarin zal de komende jaren vooruitgang moeten worden geboekt.

Gezien het bovenstaande heeft het Cft besloten de Rijksministerraad te adviseren een aanwijzing aan het bestuur van Curaçao te geven.

Het is aan de Rijksministerraad om te besluiten of de aanwijzing er komt, en zo ja, wat daarvan de precieze inhoud zal zijn. Voordat de aanwijzing wordt gegeven, wordt het bestuur van Curaçao in de gelegenheid gesteld om zijn visie te geven. Met het inwerkingtreden van de nieuwe staatkundige verhoudingen op 10 oktober 2010, en met een sanering van de schulden door Nederland, zijn Curaçao, Sint Maarten en Nederland overeengekomen het financieel toezicht via een Rijkswet te regelen.

Het financieel toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad (de Raad van Ministers van het Koninkrijk) terwijl het College financieel toezicht een signalerende en adviserende rol heeft. Doel van de Rijkswet financieel toezicht (Rft) is het op orde brengen en houden van de financiële huishouding ter voorkoming van nieuwe financiële problemen en het bewerkstelligen van houdbare overheidsfinanciën.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten