donderdag 19 april 2018

Drie verdachte werknemers van Radj Oedit in Cessna-cocaïnezaak in vrijheid gesteld

Arbeiders houden vol onschuldig te zijn


Drie verdachten in de zaak rond het drugsvliegtuigje van Saramacca zijn vrijgelaten. Het zijn drie arbeiders van het bedrijf van Radj Oedit waar het vliegveld bij hoort, waar de Cessna landde.

Volgens advocaat Arjan Ramlakhan heeft de rechter-commissaris verdere opsluiting geweigerd. Daarmee werd een verzoek van het Openbaar Ministerie om de mannen nog dertig dagen vast te houden afgewezen.

Ramlakhan zegt vandaag, 19 april 2018, in de Times of Suriname, dat zijn cliënten van begin af aan hebben aangegeven dat ze onschuldig zijn. Ze waren wel aanwezig toen de politie arriveerde na de landing. In totaal werden vijf arbeiders aangehouden. Nu zijn allen weer op vrije voeten.

Oedit zelf wordt nog als verdachte aangemerkt, maar is al weken in Nederland vanwege medische redenen.. De ondernemer beweert ook onschuldig te zijn.  Hij wil zo snel mogelijk naar Suriname om zijn onschuld te bewijzen.

Volgens de ondernemer heeft hij veel schade geleden door de zaak. Zijn padieveld is lange tijd afgesloten geweest, waardoor de oogst niet door kon gaan. De arbeiders zeggen overrompeld te zijn door de actie van de politie. Ze waren bezig met de dagelijkse werkzaamheden toen het toestel arriveerde en kort daarna de politie.

Oedit heeft overigens enigszins de schijn tegen zich. In dit artikel uit het jaar 2000 noemt Dagblad Trouw al de naam van Oedit.

De krant schreef toen:

'(...) Commissaris Chan Santokhi, hoofd van de justitiële dienst van de politie, loopt de politieke partijen af om ze te waarschuwen voor dubieuze geldschieters. Hij verwijst ze naar de praktijken van het Cali-kartel dat in Colombia de verkiezing van de vorige president, Ernesto Samper, financierde. ,,Let op wie u iets aanbiedt. Het zijn geen duistere figuren met lapjes voor hun oog en tatoeages. Ze sturen mensen die u goed kent'', roept Santokhi. Hij doelt onder anderen op de Surinaamse zakenman Parmessar, alias 'de kleine Escobar', nog geen 35 jaar oud en al goed voor een vermogen van honderd miljoen dollar. Hij werd een paar jaar geleden in de VS aangehouden toen hij samen met Radj Oedit, alias 'Escobar' een vliegtuig wilde kopen en betalen met contant geld. (...)'

Ook het blad Vrij Nederland berichtte, in mei 2014, over Oedit in een uitgebreid artikel over Bouterse. Vrij Nederland schreef:

'(...) Zo was zijn oorspronkelijke Bouterse-verkla­ring volgens Van Loon tot stand gekomen. In dat explosieve document uit 1999 beweerde de kroongetuige dat hij midden jaren negentig in contact was gekomen met mensen van het zogeheten Suri-kartel. Hij was samen met zijn Belgische handlanger Marcel Geladi via Frans-Guyana naar Suriname gereisd om daar in Paramaribo zaken te doen met Radj Oedit, een gekend kopstuk uit de Surinaamse drugsscene. Op een gegeven moment kwamen ze in een kantoortje waar ‘een man die kalend was met een klein ringbaardje’ de visa in hun paspoorten regelde. Daarna zou Oedit hebben gevraagd: ‘Weten jullie wel bij wie jullie nu zijn geweest?’ Dat was dus Desi Bouterse, dezelfde persoon die Van Loon op een later moment ‘in een hawaïshirt’ bij een volgende bespreking zag binnenlopen. Het bleek de grote baas op de achtergrond, met wie de criminele Belgen uiteindelijk aan tafel zouden belanden om te onderhandelen over honderden kilo’s coke. (...)'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten