donderdag 18 juli 2019

'De vis wordt duur betaald' in Suriname

'De Guyanezen doen het werk dat Surinamers niet bereid zijn om te doen, dat geldt ook voor Wikash'



'Het water nodigt niet uit tot zwemmen. Het is bruin van kleur en de rondslingerende bierblikjes en andere plastic troep dansen op de golven. In de verte vliegt een zeearend. Hij slaagt erin om met zijn klauwen een vis uit het water te halen. Vlakbij onze voeten doemen twee nieuwsgierige modderkruipers op. We raken aan de praat met een lokale visser. Zijn naam is Wikash. Hij blijkt een vluchteling te zijn uit Brits Guyana die al twaalf jaar als visser in Nickerie (Suriname) werkt.' Dit schrijft Arend Jan Boekestijn is historicus en oud-VVD-Tweede Kamerlid vandaag, donderdag 18 juli 2019, op de website van NPO Radio 1.


Na de dekolonisatie van Brits Guyana braken er spanningen uit tussen verschillende etnische groeperingen waardoor sommigen onder hen naar Suriname uitweken. Tegenwoordig gaat het veel beter in zowel Brits als Frans Guyana, sommigen zeggen beter dan in Suriname, maar er werken nog steeds Guyanezen in Suriname. Guyanezen hebben het lastig in Suriname. Nationalisering is buitengewoon lastig en door de enorme bureaucratie tijdrovend. Zij worden wel gedoogd maar Surinamers vrezen dat zij hun banen inpikken. In werkelijkheid doen de Guyanezen het werk dat Surinamers niet bereid zijn om te doen. Dat geldt ook voor Wikash.

Surinamers vissen met smalle boten op de brede Surinaamse rivieren. Guyanezen wagen hun leven met wat grotere boten op de Atlantische Oceaan waar het behoorlijk kan spoken. Hij werkt elke dag tenzij het stormt.

'We spreken af dat wij vanavond met hem mee de zee opgaan. Om 17.00 uur melden wij ons bij zijn boot. Hij is aan het hozen. Hij haalt een Surinaams gezegde aan: ‘het is geen boot als er geen lek is’. Na het hozen inspecteert hij de netten. Hij heeft zowel een sleepnet als een fuiknet. Een grote jerrycan met benzine voor de Yamaha 40 pk motor gaat ook mee.'


'Met grote snelheid gaan we de Nickerie rivier op richting open zee. De boot klieft door de golven en iedereen wordt kletsnat van het buiswater. Het getij speelt een rol. Met eb gaat de visser heen en met vloed keert hij terug. De heenreis duurt daardoor aanmerkelijk langer dan de terugreis. Na een uur komen we aan bij zijn vaste visplek die wordt gemarkeerd door stokken. Hij maakt de boot vast en begint het fuiknet van vijftien meter uit te rollen en te installeren. Als hij klaar is rookt hij een sigaretje en vertelt hij dat hij pas gaat vissen als het gaat schemeren. (...)'   

Lees hier het vervolg van dit sfeerartikel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten