donderdag 2 mei 2019

Sleepbotenbedrijf KTK Curaçao slachtoffer situatie rond Isla en Bullenbaai-terminal

Overbruggingskrediet houdt sleepbotenbedrijf overeind 

Kompania di Tou Kòrsou voor 80 procent inkomsten afhankelijk van Isla en olieterminal bij Bullenbaai


Zonder perspectief op voortzetting van de Isla-raffinaderij en de Bullenbaai-terminal, lopen bij sleepbotenbedrijf KTK 40 tot 50 van de overgebleven 111 arbeidsplaatsen gevaar. Dit antwoordt minister Kenneth Gijsbertha (MAN) op vragen die nog zijn gesteld - in juli vorig jaar - door ex- Statenlid Gerrit Schotte (MFK), aldus vandaag, donderdag 2 mei 2019, het Antilliaans Dagblad.

Normaal is Gijsbertha belast met Financiën, maar sinds het aftreden van zijn partijgenoot Steven Martina doet hij Economische Ontwikkeling er tijdelijk bij. De antwoorden over KTK zijn als minister van Economie.

Kompania di Tou Kòrsou (KTK) is voor 80 procent van de inkomsten afhankelijk van de olie-industrie - van de Isla in het Schottegat en de olieterminal bij Bullenbaai - die in 2018 vrijwel geheel zijn komen stil te liggen. Dit komt door de beslagleggingen door ConocoPhillips in mei vorig jaar op PdVSA, de Venezolaanse staatsoliemaatschappij, die kampt met miljardenschulden.

Maar, eigenlijk loopt het sinds 2016 al bergafwaarts met de door PdVSA geëxploiteerde raffinaderij, legt Gijsbertha uit. 'Als gevolg van de ontwikkelingen in Venezuela is er vanaf 2016 minder tankerverkeer.'

Ook wijst de bewindsman - die voorheen zelf jarenlang werkzaam was bij de Isla en er zelfs woordvoerder was - op de revisiewerkzaamheden, diverse ‘breakdowns’ waardoor de productie stokte en de brand bij een van de installaties in mei 2017. Dit heeft gevolgen voor KTK - dat conform een concessie met havenbedrijf Curaçao Ports Authority (CPA) verplicht is vier sleepboten en drie meerboten beschikbaar te hebben voor de vijf zeehavens - omdat er minder werk is en dus minder inkomsten zijn. De financiële situatie van KTK is daardoor danig verslechterd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten