maandag 17 december 2018

Export van rivierwater door Amazone Resources stille dood gestorven

Plan vanaf de start gedoemd te mislukken voordat ook maar een druppel naar Barbados is gesleept

Waterforum Suriname viert haar 6-jarig bestaan zonder een woord over Amazone Resources


Het Dagblad Suriname bericht zaterdag 15 december 2018, dat donderdag het Waterforum Suriname haar 6-jarig bestaan heeft gevierd. Door voorzitter Manodj Hindori werden diverse zaken gememoreerd die het waterforum hebben bereikt, met name bewustwording rond het gebruik van water, de voordelen van water op de gezondheid en de vele projecten die zijn ontplooid en nog ontplooid moeten worden ten aanzien van water. 

Ook werd heel kort gesproken over de samenwerking en gesprekken die gevoerd zijn met het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen over vier conceptwaterwetten, te weten de Wet Toezicht Drinkwaterkwaliteit, Wet Grondwaterbeschermingsgebieden, Grondwaterwet en Wet Suriname Waterautoriteit. De voorzitter wilde in dit licht het partnerschap met het ministerie van NH benadrukken. Voor hem was dit een succesvol voorbeeld van public private partnership.

Echter geen woord werd gerept over het zoetwaterproject van de overheid, waarbij men over zou gaan tot de duurzame export van zoet water vanuit Suriname naar Barbados.

In november 2016 werd bekendgemaakt, dat het eerste transport van rivierwater met een sleepboot en een flextank naar Barbados zou plaatsvinden. Tijdens de testfase zou ongeveer 2.500.000 liter water uit de Surinamerivier verscheept worden. De 'corporate executive officer' van Amazone Resources, Auke Piek, was hoopvol gestemd over duurzaam export van zoet water vanuit Suriname naar Barbados. Dit was een testfase, waarin het water afkomstig uit de Surinamerivier in een zak zou worden gesleept over een afstand van circa 1.000 kilometer. Amazone Resources zou in dit verband ongeveer Euro 50 miljoen investeren in Suriname.

De haalbaarheidsstudie werd mede gefinancierd door Amazone Resources. Dit Zwitsers-Nederlandse bedrijfje kreeg al in 2012 van de Surinaamse regering een vergunning om Surinaams rivierwater te mogen ‘pompen’ en verkopen.

Onderzoekers waren tot de conclusie gekomen, dat Suriname veel geld zou kunnen verdienen met de export van zoet oppervlaktewater. De Nederlandse ambassade in Suriname had ruim Euro 120.000 beschikbaar gesteld voor nader onderzoek naar de gevolgen van waterexport voor de natuur. Het Nederlandse kennisinstituut Deltares voerde dit onderzoek samen met een Surinaams milieu-instituut uit. Onder andere het toeristische eiland Barbados was geïnteresseerd in het Surinaamse water. Dit bleek uit een studie die Conservation International Suriname (CIS) had uitgevoerd.

Barbados zou per jaar behoefte hebben aan 8 miljoen kubieke meter drinkwater. Er werd toen aangegeven dat Barbados gemiddeld 3,50 euro per kubieke meter betaalde voor water. Door het Surinaamse water af te nemen, zouden ze ongeveer 1,50 euro per kubieke meter betalen. De regering van Suriname zal vooral profiteren van de waterverkoop via royalty’s en belasting, die het verkopende bedrijf zal afdragen. Per jaar zal dat bijna 5 miljoen euro bedragen, ongeveer 40% van de totale inkomsten uit de zoetwaterexport.

Men had voor ogen om door Amazone Resources water af te laten tappen op een locatie, 30 kilometer van de monding van de Coppenamerivier. Vervolgens moest dat niet gezuiverde water in grote zakken over de oceaan worden getransporteerd naar de exportbestemming, zoals het Caribisch eiland Barbados, waar zoetwaterschaarste zou heersen. Amazone Resources zal volgens haar website - inmiddels offline ! - minimaal 12 bn m3 aan zoetwater aftappen per jaar. Hiervoor zal het ‘royalties’ aan de staat betalen die de eerste 5 jaar 50% van de brutowinst en vanaf het 25ste jaar 80% van de brutowinst zullen uitmaken.

Nog meer gegoochel met cijfers om 'de zin' van export van zoetwater te ondersteunen Met een afzet van water op onder andere Antigua, Haïti, Barbados, Bahama's en St Kitts & Nevis, welke tropische Caribische eilanden allemaal een tekort aan zoetwater zouden hebben, kan Suriname, volgens Conservation International Suriname, rond de 4,5 miljard Amerikaanse dollar per jaar verdienen. Dit bedrag zou zelfs, als we de natuurbeschermingsorganisatie mogen geloven, vele malen hoger kunnen worden aangezien de 4,5 miljard dollar slechts van drie procent van het water dat nu wordt afgevoerd naar zee (151 miljard kubieke meter) berekend is. Elke Surinamer heeft de beschikking over 228.000 kubieke meter in tegenstelling tot iemand op bijvoorbeeld de Bahama’s die slechts over 57 kubieke meter beschikt. Gooi al die cijfers – waarvan de herkomst onduidelijk is – maar in mijn pet, zeggen we, de doorsnee lezers, dan.

Conservation International Suriname directeur John Goedschalk heeft destijds de garantie gegeven, dat het bedrijf een gedegen achtergrond check zou moeten doorstaan alvorens besloten zou worden om wel of niet tot samenwerken over te gaan. 'Het hoofdkantoor van ons in Washington is nog bezig met een gedegen achtergrondonderzoek naar het bedrijf. Zolang dat niet is afgerond kan er geen sprake zijn van een formele samenwerking', aldus Goedschalk op 4 april 2015 in de Ware Tijd. Of dat onderzoek werkelijk heeft plaatsgevonden is niet bekend.

Volgens de website van Amazone Resources zijn ene Cor de Ruiter (honorair consul van Suriname in Nederland....(!)) en ene Floriska Hoogedoorn de personen achter dit 'bedrijf'. Maar, verdere informatie over genoemde personen ontbrak op de website. Het 'bedrijf' was ook niet via een e-mailadres te bereiken. Hooge(n)doorn zou ook werken voor FC Corporate Services AG in het Zwitserse Zug zoals zou blijken uit deze internetlink.

Waarom stortte de Surinaamse tak van de internationale natuurbeschermingsorganisatie Conservation International zich welhaast als een geobsedeerde bezetene destijds op de export van zoet water, oppervlaktewater, water uit in eerste instantie vooral de Coppenamerivier, water dat vanuit het schone diepe zuiden uiteindelijk vervuild de oceaan in stroomt? Hiermee wordt de natuur in Suriname toch echt niet beschermd, integendeel.

Een organisatie als Conservation International Suriname had beter tijd en energie kunnen steken in de bescherming van natuurgebieden en het tropisch regenwoud en de biodiversiteit in het land tegen met name de ongebreidelde – illegale – houtkap en kleinschalige en grootschalige goudwinningsactiviteiten (denk aan de grote Surgold/Newmont goudmijn in het Meriangebied in het oosten van het land). Maar, waarom je als natuurbeschermingsorganisatie blindstaren op de export van water in samenwerking met een onduidelijk Zwitsers/Nederlands 'bedrijf' met de sprookjesachtige naam Amazone Resources?

Goedschalk, een directeur die dollartekens in de ogen schijnt te hebben in plaats van de bescherming van de Surinaamse biodiversiteit. Natuurlijk, Conservation International Suriname kwam niet voor niets met haar waterplan op de proppen, er zou zeker iets aan de bekende strijkstok zijn blijven hangen. Een andere gemotiveerde - dan slechts een financiële - reden om met een dergelijk plan tevoorschijn te komen is vooralsnog niet in de mist van mooie woorden en vele cijfers te vinden.

Maar, Amazone Resources en haar plannen lijken een stille dood te zijn gestorven en Conservation International Suriname is nooit met een verklaring gekomen....

(Suriname Mirror/Dagblad Suriname)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten