maandag 18 mei 2020

Wet voorgesteld door nieuwe Uruguayaanse president criminaliseert beledigen van politie

(Bron foto: CPJ/AFP)
'Uruguayaanse parlements- leden moeten wetsvoorstel verwerpen'


Uruguayaanse parlementsleden moeten een wetsvoorstel verwerpen, dat  belediging van de politie strafbaar stelt en ervoor zorgen dat wetten de vrije meningsuiting niet schenden, aldus het Committee to Protect Journalists (CPJ). 

Op 23 april hebben de nieuw verkozen Uruguayaanse president Luis Lacalle Pou en wetgevers van zijn Partido Nacional een 'urgentiewet' in het parlement ingediend, een pakket wetgeving dat aan het begin van een nieuwe regering wordt ingevoerd en dat moet worden goedgekeurd, volgens nieuwsberichten.


Artikel 11 van die wet criminaliseert gedrag, dat een politieagent 'kleineert', 'beledigt' of 'ondermijnt' en legt gevangenisstraffen op van 3 tot 18 maanden voor veroordeelden, volgens de tekst van het wetsontwerp.



Volgens de Grondwet van Uruguay zal de wet automatisch binnen 90 dagen worden aangenomen, tenzij de wetgever ermee instemt deze te weigeren of te wijzigen.

Volgens mefiaberichten heeft de regeringscoalitie van de Partido Nacional een wetgevende meerderheid in beide kamers van het parlement. 'De regel die de politie beledigt die momenteel in de urgentiewet van Uruguay is opgenomen, is in strijd met het recht op vrijheid van meningsuiting en kan een huiveringwekkend effect hebben op journalisten die over de politie rapporteren', zegt Natalie Southwick, programmacoördinatrice van het CPJ Midden- en Zuid-Amerika, in New York.

'De Uruguayaanse wetgever moet artikel 11 van de urgentiewet verwerpen en de positie van Uruguay versterken als een sterke en volwassen democratie die de normen voor persvrijheid in de regio consequent hooghoudt.' 

Artikel 11 zou artikel 173 van het Uruguayse Wetboek van Strafrecht, dat strafbare feiten die het gezag van overheidsfunctionarissen ondermijnen, strafbaar stelt, wijzigen om specifiek misdrijven tegen de politie toe te voegen. Het nieuwe artikel voegt eraan toe, dat een persoon die een 'louter discrepantie' met de politie uitdrukt, niet strafrechtelijk aansprakelijk zou zijn, maar niet definieert wat dit betekent of specificeert hoe wetshandhaving onderscheid kan maken tussen een 'discrepantie' en een van de ernstigere strafbare feiten die strafbaar worden gesteld onder de wet.

Het Centro de Archivos y Acceso a la Información Pública, een lokale groep voor vrije meningsuiting, en Edison Lanza, de speciale rapporteur voor vrijheid van meningsuiting bij de Organisatie van Amerikaanse Staten, hebben beide verzocht om schrapping van artikel 11 van de wet.



In een eerder ontwerp van de urgentiewet, dat in januari werd verspreid, uitte CPJ zijn bezorgdheid over een regel die voorzag in het zogenaamde 'recht om te worden vergeten'. De regel is volgens berichten verwijderd uit het ontwerp dat aan het parlement is voorgelegd.

Het CPJ mailde het Uruguayaanse parlement en de Partido Nacional voor commentaar, maar ontving geen reacties.

(Suriname Mirror/Committee to Protect Journalists/Twitter/Scribd Suriname Mirror)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten