vrijdag 7 juni 2019

Raad van Advies Curaçao adviseert negatief over tweede versie van een concept-milieuwet

'In Memorie van Toelichting geen uitleg over waarom genoemde plastic producten worden verboden'
  
'Waarom ook niet verbod op plastic bestek, borden, vuilniszakken en drinkflessen alsmede polystyreen borden?'


De Raad van Advies (RvA) heeft naar nu blijkt negatief geadviseerd over een tweede versie van een concept-milieuwet omdat er te weinig rekening is gehouden met de adviezen op de eerste versie. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd advies van de RvA, zo schrijft vandaag, vrijdag 7 juni 2019, het Antilliaans Dagblad.

Het plan van de milieuwet is op zich goed. Het doel is namelijk om het verstrekken van uit plastic vervaardigde draagtassen, bekers, rietjes, polystyreen bekers en polystyreen bakken, bestemd voor eenmalig gebruik, te verbieden vanwege het feit dat deze producten het milieu vervuilen.

Maar: 'In de Memorie van Toelichting (MvT) ontbreekt een onderbouwing om welke reden specifiek voor dit materiaal is gekozen en bijvoorbeeld niet ook voor het verbieden van plastic bestek, borden, vuilniszakken en drinkflessen alsmede polystyreen borden.'

De reden voor het wetsvoorstel is dat burgers, bedrijven en de overheid te weinig of onvoldoende doen of hebben gedaan om het aantal milieubelastende activiteiten en -producten terug te dringen, zo blijkt uit de MvT. Het eerste kritiekpunt van de RvA is dat deze zich afvraagt waarom de conceptwet is ondergebracht bij de Warenlandsverordening. 'Zowel Nederland als Aruba heeft ervoor gekozen om het verbod op het (gratis) aanbieden of verstrekken van plastic draagtassen niet in respectievelijk de Warenwet of de Warenlandsverordening te regelen', aldus de RvA.

Op Aruba is het verbod op het aanbieden van plastic draagtassen in de Algemene Politieverordening opgenomen en in Nederland is dit verbod gebaseerd op Europese richtlijnen, op de Wet milieubeheer en het Besluit en de Regeling beheer verpakkingen.

In de tweede versie van de conceptlandsverordening wordt als reden gegeven dat de uitvoeringscapaciteit voor controle en handhaving bij de Warenlandsverordening beter is. De RvA vindt dit een zwakke motivatie. De warenwetgeving, zo legt de RvA uit, is er primair op gericht om de volksgezondheid op het gebied van de voedselveiligheid te beschermen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten