woensdag 8 augustus 2018

VES wil onmiddellijk proces van internationale arbitrage in kwestie-Alcoa

'Assemblee moet middels een motie regering oproepen zo'n proces te starten'


'De Nationale Assemblee moet de 'machtigingswet' van de regering in de Alcoa-kwestie verwerpen. In een motie moet de regering opgeroepen worden om met onmiddellijke ingang het proces van internationale arbitrage in te zetten.' Deze oproep doet de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in een brief aan De Nationale Assemblee (DNA), aldus Starnieuws vandaag, woensdag 8 augustus 2018. 

De VES stelt verbaasd te zijn, dat de regering een 'definitieve' overeenkomst met Alcoa zou hebben bereikt op 25 juli. Duidelijk verifieerbare gegevens zijn essentieel voor de beoordeling van overheidsbeleid. 'Het presenteren van verifieerbare onjuistheden, misleidende bedragen et cetera is niet acceptabel en deze zouden binnen functionerende democratische structuren ook gecorrigeerd moeten worden, zeker wanneer deze gebezigd worden ten overstaan van de nationale volksvertegenwoordiging.'

'Toen de Suralco in 2014 aangaf ondersteuning van de Staat nodig te hebben om de operaties in Suriname te continueren, heeft de regering de keuze gemaakt om hierop niet in te gaan. Dit is nu echter een gepasseerd station, de Suralco raffinaderij is al zo'n drie jaar gesloten en gaat niet meer open. Waar het nu om gaat is om het vertrekkende bedrijf eraan te houden zijn verplichtingen naar de Staat en de gemeenschap toe, waar het bijkans een eeuw aan verdiend heeft, volledig en royaal na te komen. Hierover kan de Surinaamse samenleving geen concessie doen, en is het billijk dat de regering het beste voor het land eruit haalt', stelt de VES.

Het proces voor een correcte afhandeling van de Suralco boedel sinds 2014 is verre van transparant geweest, zegt de vereniging. De gepresenteerde intentieverklaring (MoU) is daarom ook in 2017 unaniem door DNA afgewezen. Het systematisch gebrek aan transparantie en het steeds vooruitschuiven richting 31 december 2019 heeft ook bij de economen gerede twijfels doen rijzen of deze aanpak de beste resultaten voor Suriname zou opleveren.

'We brengen in herinnering, dat de voorzitter van de Onderhandelingscommissie op 30 augustus 2017, tijdens een openbare lezing voor VES-leden en genodigden, het kader waarbinnen zij namens de president moesten onderhandelen heeft aangegeven. De opdracht van de regering was continuïteit van de bauxietsector per se in overeenstemming met de Suralco en gaan voor arbitrage was geen optie. Deze beperking ontnam de commissie de ruimte om hard met Suralco te onderhandelen, hetgeen de mate van inschikkelijk naar de Suralco eisen verklaart', concludeert de VES.

'In plaats van een eerlijke voorstelling van zaken te geven (onder andere waarom in 2014 niet aan de verzoeken van Suralco over de energiekosten kon worden voldaan) worden de negatieve economische effecten versluierd en de samenleving een kassucces met een economisch voordeel van maar liefst 1,4 miljard Amerikaanse dollar beloofd. Dit terwijl de tweede fase van directe nadelen, waaronder de vaargeul en diverse milieuaspecten, nog door de gemeenschap zal moeten worden opgebracht. De voordelen van de stuwdam over 2020-2033 worden maar liefst opgeblazen naar 1 miljard Amerikaanse dollar, terwijl de Staat per jaar circa 60 miljoen Amerikaanse dollar aan energieleveranties betaalt, maar straks ook de operationele kosten van zo'n 10 miljoen Amerikaanse dollar per jaar moet aftrekken. De werkelijke besparing is derhalve rond de 0,65 miljard.'

'Daarnaast wordt de gemeenschap voorgehouden, dat Suralco nog zeven jaar de Afobakadam wilde houden om de mijnsanering en rehabilitatie te kunnen betalen. Het terugbrengen naar vier jaar wordt niet gebracht als een weggevertje aan de Suralco van ongeveer 200 miljoen Amerikaanse dollar, maar als een verworvenheid door strak onderhandelen in nationaal belang. Dit terwijl de Suralco reeds jarenlang kapitaal heeft mogen reserveren voor mijnsanering en rehabilitatie, waardoor ze ook minder belasting hoefde te betalen.'

Waar de VES speciale aandacht voor vraagt is de Power Purchase Agreement welke de regering wil aangaan met de Suralco voor levering van stroom van de Afabaka stuwdam aan Paranam voor de periode vanaf 1 januari 2020, wanneer Suriname de dam zal hebben overgenomen. In de 'definitieve' overeenkomst staat, dat elektra aan Suralco/Paranam zal worden geleverd tegen dezelfde voorwaarden als de Staat nu aan Suralco betaald. Het onttrekken van de goedkopere ‘Afobakastroom’ die nu aan de EBS wordt verkocht zal betekenen dat het staatsbedrijf meer stroom zal moeten opwekken, waarvan de kosten circa 3 maal de prijs van ‘Afobakastroom’ is. 'Dit is niet alleen nationaal-economisch nadelig, maar het is ook onethisch om de komende drie regeringen op te zadelen met dit wurgcontract', voert de VES in de brief aan.

'Dat de regering de continuïteit van de bauxietsector voor Suriname niet heeft kunnen veilig stellen is jammer, maar dat kunnen wij nu niet meer beïnvloeden. Waar wij als land nu nog wel invloed op hebben is een correcte afwikkeling van de verplichtingen wederzijds.' 

'Met de 'definitieve' overeenkomst met de Alcoa wekt de regering de indruk, dat het volk, direct vertegenwoordigd in DNA, hier niets meer aan kan doen. Maar, zonder goedkeuring van de machtigingswet heeft deze overeenkomst geen bindende werking. Het niet goedkeuren van de 'machtigingswet' is de eerste stap, maar dit alleen is zeker niet voldoende om tot een correcte afwikkeling van de verplichtingen naar Suriname toe te komen. In de Brokopondo Overeenkomst (Art. 13) staat precies aangegeven dat alle disputen, inclusief de ontmanteling van de overeenkomst, zullen worden voorgelegd aan het oordeel van arbiters. Een dispuut is daarbij gedefinieerd als 'elke claim die niet direct door de andere partij wordt gehonoreerd'. Het Arbitragehof zal daarbij bestaan uit drie onafhankelijke juristen, die in alle redelijkheid een oordeel geven.' 

'Aangezien het onderhandelingsproces inmiddels al bijkans vier jaar loopt en kennelijk nog enige tijd zal doorlopen, is het argument dat arbitrage te lang zou duren geen gegronde reden om ons land geen recht te doen. Bovendien is met de diverse reeds gepleegde voorbereidingsactiviteiten van de regering voldoende basis gecreëerd voor een vlotte afronding van arbitrage', meent de VES.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten