zaterdag 7 juli 2018

'Sluiting van de Isla-raffinaderij zou voor Curaçao een regelrechte ramp betekenen'

'De raffinaderij is een van de belangrijkste pilaren voor de economie'


Een sluiting van de raffinaderij zou voor Curaçao een regelrechte ramp betekenen, waar geen enkele begroting, van geen enkele regering, weerstand tegen kan bieden. Dat zijn de woorden van minister Kenneth Gijsbertha van Financiën, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, zaterdag 7 juli 2018. 

Door het College financieel toezicht (Cft) werden aan de landsbegroting voor 2018 een aantal risico’s gekoppeld. In de suppletoire begroting die onlangs in de Staten is behandeld, zijn deze risico’s verwerkt. Eén van de risico’s die door het Cft is aangekaart, is de continuïteit van de raffinaderij na 2019, wanneer het leasecontract met het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA verloopt.

'Uiteraard wordt door de regering met man en macht gewerkt om ervoor te zorgen dat ook na 2019 raffinage van olie op Curaçao plaatsvindt', aldus Gijsbertha. 'De raffinaderij is immers een van de belangrijkste pilaren voor de economie. Daar gaan we geen risicoanalyse voor maken, want als je het mij vraagt – en ik heb 43,3 jaar bij de raffinaderij gewerkt – zou een sluiting van de raffinaderij een ramp betekenen.'

Bij een eventuele sluiting van de raffinaderij zouden meer dan 4.500 personen, die direct of indirect werkzaam zijn bij de raffinaderij, hun baan verliezen en zou een bedrag van meer dan 1 miljard gulden, dat dankzij de raffinaderij momenteel in de Curaçaose economie circuleert, worden weggerukt, zo waarschuwt Gijsbertha.

'Daar kan niets of niemand tegenop', aldus de minister. 'Dus wij werken er met man en macht aan, en dat hebben we ook aan het Cft uitgelegd, om de continuïteit van de raffinaderij – zoals we dat al honderd jaar gewend zijn – ook na 2019 te garanderen.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten