maandag 30 april 2018

Inhoud pleidooi advocaat Kanhai in 8 decemberproces geen verrassing

Kanhai wil vrijspraak voor zijn cliënten Dendoe, Dijksteel, Geffery, Caldeira en Alibux

Advocaat vraagt ook het OM niet ontvankelijk te verklaren op grond van de Amnestiewet


Advocaat Irvin Kanhai heeft op de zitting van de Krijgsraad vandaag, maandag 30 april 2018, in het 8 decemberstrafproces gepleit voor zijn cliënten Stephanus Dendoe, Iwan Dijksteel, Ernst Geffery, Winston Caldeira en Errol Alibux. Kanhai stelde dat de Krijgsraad onbevoegd is om kennis te nemen van deze zaak, aangezien in 2012 al een eindoordeel is geveld. Hij vroeg om het Openbaar Ministerie (OM) niet ontvankelijk te verklaren op grond van de Amnestiewet en vrijspraak voor zijn cliënten, aldus onder andere Starnieuws en De Telegraaf.

Auditeur-militair Roy Elgin heeft tegen Dendoe, Dijksteel en Geffery elk twintig jaar cel geëist. Tegen Alibux en Caldeira is vrijspraak geëist.

Kanhai lichtte na afloop van de zitting zijn pleidooi toe. Hij merkte op, dat Dendoe niet in het Fort aanwezig was rond 7, 8 en 9 december. Er is hiervoor alibi. Er zijn volgens hem tegenstrijdige verklaringen afgelegd over de betrokkenheid van Dijksteel en Geffery. Kanhai voerde aan dat Dijksteel lijfwacht was van toenmalig legerleider Desi Bouterse. Dezelfde getuige die verklaarde dat hij Bouterse daar niet gezien heeft, zegt dat Dijksteel er wel was. De advocaat stelt, dat dit onlogisch is, want de lijfwacht is er alleen wanneer de persoon die hij beveiligt ter plekke is. Hij vindt de getuigenverklaring leugenachtig.

Hij vraagt zich af waarom Caldeira en Alibux voorkomen op de verdachtenlijst.

Kanhai stelt, dat de Krijgsraad in 2012 een eindoordeel heeft gegeven in het strafproces. Zijn cliënten zijn hier niet tegen in beroep gegaan. Het vonnis heeft het 'gezag van gewijsde' gekregen en is niet voor herziening vatbaar. In 2016 kan volgens Kanhai niet ineens de zaak worden opgepakt door dezelfde rechtbank, die in 2012 verklaarde de grondwet niet te kunnen toetsen. Van waar komt de bevoegdheid vier jaar later om de Grondwet wel te toetsen, vraagt Kanhai zich af. Hij haalde aan dat op deze manier de geloofwaardigheid van de rechterlijke macht in twijfel wordt getrokken.

In de zaak van hoofdverdachte Desi Bouterse hield Kanhai 29 januari hetzelfde pleidooi. Ook voor hem eiste Kanhai toen vrijspraak.

Net als tijdens de verdediging van Bouterse kreeg Nederland ook deze keer een veeg uit de pan van Kanhai. Volgens hem was het overduidelijk, dat Nederland samen met de latere slachtoffers een coup voorbereidde om het militaire gezag onder leiding van Bouterse weg te werken. Als tegenreactie hierop had Bouterse de coupvoorbereiders en latere slachtoffers op laten pakken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten