dinsdag 13 februari 2018

Advocaat Gerard Spong en misdaadverslaggever Peter R. de Vries schrijven samen een boek

Brieven over hun werk en persoonlijke leven nu gebundeld in boek ‘PS Dit is vertrouwelijk’


Advocaat Gerard Spong (71) en misdaadverslaggever Peter R. de Vries (61) hebben samen een boek geschreven. De twee schreven vanaf februari 2017 zes maanden lang wekelijks een brief over hun werk en persoonlijke leven. De brieven zijn nu gebundeld in het boek ‘PS Dit is vertrouwelijk’. 

Al zo’n dertig jaar kruisen de in Suriname geboren advocaat Spong en verslaggever De Vries elkaars wegen. Allebei hebben ze hun kenmerkende, eigen stijl. Welbespraakt en uitgesproken, soms een tikkeltje provocerend, maar altijd op basis van feiten, kennis en ervaring.

Ze schrijven elkaar openhartig over hun werk, hun aanpak, hun belevenissen, hun twijfels.



Er is sprake van wederzijds respect, zelfs van een zekere genegenheid, maar er zijn ook grote verschillen en ze botsen regelmatig. Want Spong verdedigt en De Vries klaagt aan.

In dit boek geven beiden zich bloot. Alle actuele en gevoelige onderwerpen uit het strafrecht en hun eigen praktijk passeren de revue in hun brieven. Waar ligt hun grens? Hoe reageren zij op bedreigingen? Waar liggen ze van wakker en hoe gaan zij om met hun emoties?

 (Foto, tekst: Uitgeverij Balans, Amsterdam)


Fragmenten

Beste Gerard,

Ik las laatst ergens dat jij tamelijk consequent aangifte doet bij de politie als je (op internet) wordt bedreigd. Klopt dat? En zo ja, wat zijn je ervaringen? Doet de politie er ooit iets mee?

Het zal je niet verbazen dat ik ook veelvuldig met bedreigingen, smaad en laster te maken heb. Sterker nog, er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat er op met name de social media wordt betoogd dat ik ‘om zeep moet worden gebracht’, dat ik een ‘smerige landverrader’ ben, een ‘gore nazi’, een ‘corrupte hond’, een ‘hoerenloper’ of een ‘nikkervriendje’. Uiteraard ontbreken ook alle ernstige ziektes niet in hun verwensingen – met veel spelfouten.

Wat ik me afvraag is waar de grens eigenlijk ligt? Ik ontvang bijvoorbeeld regelmatig mailtjes waarin in allerlei varianten wordt gesteld dat ik ‘een kogel verdien’. Er staat niet dat ik een kogel moet of zal krijgen. Maken dat soort subtiliteiten qua strafbaarheid nog iets uit? Waar reageren ze bij jou trouwens het meest op? Laat me raden: jij bent zeker vooral een ‘tyfushomo’ of een ‘kankerpedo’?

Enfin, Gerard, kun je me even wat bijlichten in jouw aanpak?

Beste groet,
Peter R.

Beste Peter,

Ook ik word met grote regelmaat bedreigd en bestookt met zogeheten ‘hatemail’. Vaak van het animale repertoire als rund, varken en zwijn. Mij worden verder vooral ook tal van lichaamsgebreken en enge ziektes toegewenst. Een enkeling vindt ook dat ik als homo maar van een hoog flatgebouw moet worden gegooid, zoals dit in islamitische kringen volgens de minder goed ingelichte verwenser gebruikelijk zou zijn. Ik geef toe dat gays in veel islamitische landen helaas minder openlijk voor hun seksuele geaardheid kunnen uitkomen, maar tijdens mijn talrijke bezoekjes aan bijvoorbeeld Damascus, Libanon en Istanbul, allemaal gezegend met hoogbouw, heb ik geen angst voor dergelijke sancties kunnen waarnemen.

Het is moeilijk aan te geven waar precies de grens ligt om wel of niet aangifte te doen. Het criterium dat ik zelf toepas, is het ‘rilling’- criterium. Zodra de rillingen over mijn rug lopen en ik bevattelijk word voor huiver, doe ik aangifte. Dat heb ik twee of drie keer gedaan. Ze zijn allemaal in een veroordeling geëindigd.

Ik begrijp dat je je niet zo druk maakt als het gaat om internetbedreigingen, meestal gemaild rond 02.00 uur in de ochtend en vaak gezien het taalgebruik duidelijk met een flinke slok op, maar ik neem aan dat je minder laconiek reageert als ze van types als Holleeder cum suis afkomen. Hoe ga je daar eigenlijk mee om?

Hou je taai, mijn vriend!

Hartelijke groet,
Gerard

Geen opmerkingen:

Een reactie posten