dinsdag 7 juli 2020

Medio augustus uitspraak in zaak tussen Aqualectra en Refineria di Kòrsou

Geschil over leverantie water door Aqualectra duurt voort 


Medio augustus wordt uitspraak verwacht in de zaak tussen overheids-nv’s Aqualectra en Refineria di Kòrsou (RdK). Gisteren vond een comparitie van partijen plaats bij het gerecht op Curaçao. De zaak loopt al langer. Door energiebedrijf Aqualectra is in 2019 een bodemprocedure aangespannen tegen Curaçao Utilities Company (CUC) en Curaçao Refinery Utilities (CRU), beide dochters van RdK, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 7 juli 2020.

Het gaat om de leverantie van water door Aqualectra en een in dat verband openstaande schuld. Het contract staat op naam van CUC, maar die vennootschap is destijds door RdK leeggehaald en kan dus niet betalen.

RdK heeft echter CRU in de plaats van CUC gesteld, maar dit nimmer met Aqualectra geformaliseerd. Nutsbedrijf Aqualectra heeft beide partijen gedagvaard. CUC zegt geen activa te hebben om te betalen, en CRU stelt geen overeenkomst met Aqualectra te hebben gesloten.

Aqualectra stelt dat het leeghalen van CRU, waardoor enkel schulden achter zijn gebleven, onrechtmatig is jegens haar, en dat CRU van die onrechtmatige daad heeft geprofiteerd. Wel heeft CRU zo’n 8 miljoen gulden aan Aqualectra betaald als deelbetaling voor het geleverde water, maar CRU wil dat bedrag nu terugvorderen. Volgens CRU is het bedrag onverschuldigd betaald.

De interne besluitvorming bij CRU zou niet deugdelijk zijn geweest om deze betaling te doen. Aqualectra betwist dat. CRU - ofwel de voormalige BOO-krachtcentrale op het terrein van de Isla-raffinaderij - heeft een tegenvordering ingesteld voor de levering van elektriciteit aan Aqualectra. Ook hier is CRU in de plaats van CUC gekomen, zonder dat dit met Aqualectra is geformaliseerd.

Er is wat betreft de levering van stroom nog een geschil over wat CUC nog aan Aqualectra dient te betalen. Omdat arbitrage is overeengekomen, heeft Aqualectra zich op de onbevoegdheid van het gerecht beroepen. De behandelend rechter wilde zich door partijen laten voorlichten.

De uitspraak wordt op 17 augustus verwacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten