maandag 22 juli 2019

Governor van CBvS, Robert van Trikt: 'Alleen Srd 670 miljoen aan voorschotten opgenomen door regering'

'Deze monetaire financiering vond plaats op basis van artikel 21 van de Bankwet'


De regering heeft Srd 670 miljoen aan voorschotten opgenomen bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), al volledig gebruikt. Deze monetaire financiering vond plaats op basis van artikel 21 van de Bankwet 1956 (zie onderaan). Daarnaast is de Staat niet monetair gefinancierd. Dit zei de governor van de CBvS Robert van Trikt in het zondagse programma Welingelichte Kringen op Radio ABC, aldus Starnieuws vandaag, maandag 22 juli 2019.



De regering heeft verschillende inkomsten of mogelijkheden om aan financiën te komen. Volgens Van Trikt kan de regering het vakantiegeld en salarissen van ambtenaren normaal betalen.

De governor legt uit dat de overheid bezittingen van de hand kan doen, zoals panden, om schulden te betalen, het uitgeven van schatkistpapier of leningen zijn ook mogelijkheden. Hij benadrukt dat er niet aan monetaire financiering wordt gedaan. De Bankwet wordt gerespecteerd.

Van Trikt merkt op, dat met minister Gillmore Hoefdraad van Financiën een overeenkomst is getekend waarin afspraken zijn gemaakt over monetaire aangelegenheden en wie waarvoor verantwoordelijk is. Hierbij is monetaire financiering van de Staat uitgesloten. Het bedrag van Srd 670 is op basis van de begroting van 2018. Van Trikt benadrukt, dat hij buiten dit bedrag geen andere leningen heeft verstrekt aan de Staat.

Hij zal niet in strijd met de Bankwet handelen. Er is verder haast dagelijks contact tussen de monetaire autoriteiten over het monetair en fiscaal beleid. Zo zijn de minister en de governor op tijd geïnformeerd over beleidsbeslissingen.


'Artikel 21

1. De Bank is verplicht, in afwijking van het bepaalde in artikel 18, eerste lid, aan de Staat, telkens wanneer de Minister dit tot tijdelijke versterking van Staatskas nodig acht, voorschotten te verstrekken in rekeningcourant op onderpand van schatkistpapier, waarvan de uitgifte of belening is toegestaan krachtens wet.

2. Deze voorschotten zullen tegelijkertijd gezamenlijk niet meer dan tien ten honderd van de geraamde middelen van de gewone dienst der begroting over het lopende dienstjaar mogen bedragen.

3. Deze voorschotten worden tot een bedrag van Sur. f 1.000.000,- (EEN MILJOEN GULDEN) door de Bank renteloos verstrekt; het meerdere wordt verstrekt tegen het daarvoor vigerende rentetarief van de Bank.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten