zaterdag 7 maart 2020

Nieuw boek: ‘Naar het eind van de Amazone’

Latijns-Amerika specialist Pitou van Dijck neemt lezer mee op enerverende tocht dwars door Amazone- gebied, van Bolivia tot Suriname


Pitou van Dijck neemt u mee op zijn enerverende tocht dwars door het Amazonegebied. Op overtuigende en spannende wijze laat hij de lezer zien hoe het grootste woud ter wereld dreigt te verdwijnen. Samen met een Braziliaanse biologe reist de Nederlandse econoom vanaf het Andesgebergte in Bolivia en Peru naar de miljoenenstad Manaus in het hart van het Braziliaanse regenwoud en verder naar Suriname. Gaandeweg wordt de aantasting van het bos steeds duidelijker. De vraag rijst of de ontwikkelingen in dit gebied, waar corruptie en wetteloosheid overheersen, nog te keren zijn of dat het al te laat is om de laatste grote wildernis op aarde te redden.

Voor vertrek

Nooit is het verhaal over de wildernis van de Amazone verteld door de wegen te volgen die erdoorheen leiden. Vroeger waren dat modderpaden waarover je, met veel geduld en uithoudingsvermogen, langzaam vooruitkwam.
Maar de nieuwe wegen zijn breed en verhard en dringen vele honderden kilometers, soms meer dan duizend, het woud in. Dit is geen reisverhaal, ik heb de wegen verkend om te kunnen achterhalen wat daar gaande is. Het is een relaas over de zoektocht naar de drijvende krachten achter de openlegging van de grootste wildernis op aarde. Ik wil ontdekken wat de rol is van overheden, banken en grote bedrijven. Vooral wil ik blootleggen wat wegen doen met het bos en zijn bewoners en welke ontwikkelingen er in gang worden gezet. Is het wel mogelijk om de gevolgen van wegaanleg en alle ontwikkelingen die daardoor worden gestimuleerd van tevoren te doorgronden en te beheersen? Wat zijn de opvattingen en keuzes van de bewoners van het bos of tellen die niet eens mee? En dan zijn er nog de intriges, de corruptie en de goede bedoelingen waarmee grote projecten altijd gepaard gaan. Aan het eind wacht geen simpel antwoord, wel inzicht en vooral de noodzaak van een weloverwogen keuze.

Landing in de jungle

Op ruim drieduizend meter hoogte schuift onze Landcruiser trillend en grommend langs de kale bergwanden, langzaam dalend in de richting van het oerwoud. Stapvoets, veel sneller gaat het niet. Door het vuil en de krassen op de voorruit kijk ik naar een beangstigend mooi landschap. Hoog boven ons steken witte toppen af tegen een strakblauwe lucht. De versteende wereld lijkt tijdloos en verlaten. De sneeuwvelden zijn onbetreden. De enige natuurlijke bescherming tegen kou en brandende zon zijn richels van op elkaar gedrukte stenen, bergkloven en ravijnen.

Sinds we vanmorgen voor zonsopkomst zijn vertrokken uit Cuzco, hoog in de Peruaanse Andes, zijn we een paar keer gestopt om het koelwater bij te vullen. In de ijle lucht raakt de motor snel oververhit. Witte stoomwolken ontsnappen bij het openen van de motorkap. Passerende bussen en trucks remmen af en komen traag langszij, chauffeurs leunen naar buiten en vragen of we hulp nodig hebben. Onder het rijden zie ik uit mijn ooghoek dat Cristina vanachter haar zonnebril wat gespannen naar de brokkelige rand van het wegdek kijkt.

De oude roestbruine Toyota heb ik niet lang geleden in Cuzco op de kop getikt. Hij stond in een garage aan de rand van de stad, niet ver van de populaire wijk San Blas. Ik heb laten vervangen wat niet meer te herstellen was, repareren wat nog mogelijk was en nog het een en ander laten oppoetsen, voor de schijn en voor mijn gevoel. Er zijn nieuwe banden met goed profiel opgezet, de versnellingsplaten zijn vervangen en een lek in de olietank is gedicht. Een extra krik leek me wel handig en de ladder om bij het bagagerek op het dak te komen is opnieuw gelast. Ook was er een nieuw hoedje nodig op de verticale uitlaatpijp van de motor die voor de cabine is geplaatst.

Het kostte alles bij elkaar veel tijd en geld. In een boekhandel bij de Plaza de Armas, het grote plein in het historische centrum van de stad, had ik nog snel een Engels­-Spaans woordenboek gekocht om te kunnen raadplegen bij het gesprek in de garage. Veel van die technische termen heb ik in het Spaans niet paraat, ik ken ze soms zelfs niet in het Engels. Ik schafte er ook een gedetailleerde wegenkaart van het gebied aan en een schetsblok met een set pennen met punten van oplopende dikte. Foto’s maken heeft me nooit zo kunnen boeien. Videofilms opnemen met mijn handycam is heel wat aardiger, maar het leukste is nog om schetsjes te maken. Alleen komt het er vaak niet van.

Uiteindelijk was alles klaar. Dit was dan ons huis voor de komende tijd. Zo’n twee meter breed, vier meter lang en hoog genoeg om gebukt te kunnen staan in de achterbak. Hij moet wel tegen wat spanning bestand zijn, had ik me al bedacht voor de koop werd gesloten. Sinds de eerste rit noem ik hem ‘de tank’. Hij is bijna twintig jaar oud, oogt massief en is puur mechanisch. Elektronica komt er niet aan te pas. Om te wennen aan de tank en ook aan elkaar, hadden Cristina en ik er vooraf in de omgeving van Cuzco wat tochten mee gemaakt.

‘Ja, dat lijkt me een fantastisch idee,’ was zo ongeveer haar antwoord toen ik voorstelde samen naar Manaus te rijden, zo’n kleine 2400 kilometer verderop in het oerwoud. Het is de stad waar ze is geboren en opgegroeid. Toch is ook voor haar het tracé vanaf de voormalige Inca-hoofdstad Cuzco tot aan de oude havenstad Porto Velho aan de Madeira-rivier in het westen van Brazilië onbekend terrein. In het bos dat zich vanaf het Andesgebergte uitstrekt, is ze nog nooit geweest. Het eerste stuk door de bergen is de weg geasfalteerd en goed berijdbaar, daarna is hij deels onverhard. Hoe de conditie is, weten we niet. Het plan is om aan het eind van deze weg door de westelijke Amazone, de Landcruiser in Porto Velho op een schip te zetten dat naar Manaus vaart. Het lijkt me fascinerend met Cristina door dat bos te rijden en daarna nog een tijdje in Manaus te blijven voor ik mijn reis voortzet over de wegen die ik thuis in Amsterdam achter mijn bureau op een internetkaart heb ontdekt. Met brede kleurige penseelstreken waren ze over dit deel van het continent uitgesmeerd. Wegen die voor mij een raadsel waren, bestonden ze echt of waren het alleen maar plannen? En vooral: waarom wegen in dit lege gebied? Om daarachter te komen, ben ik hier.

Ik kan niet zeggen dat ik Cristina goed ken. We hebben elkaar nog maar kortgeleden ontmoet in de Boliviaanse hoofdstad La Paz, waar ze betrokken was bij de afronding van een groot project van de Inter­ Amerikaanse Ontwikkelingsbank. De regering van, toen nog, president Morales wil met leningen van de bank een weg aanleggen vanuit La Paz, hoog in de Andes, naar het regenwoud aan de grens van Brazilië. Als biologe was het Cristina’s taak te analyseren wat de mogelijke gevolgen van deze weg kunnen zijn voor bestaande ecosystemen. Ze ‘inventariseert en modelleert de toekomstige schade die wegen aanbrengen aan het bos,’ zoals ze het zelf tijdens ons kennismakingsgesprek sarcastisch verwoordde. Inmiddels ben ik een beetje gewend geraakt aan haar scherpe toon en felle opmerkingen, die ze soms afsluit met een venijnig kort lachje. De Braziliaanse uitspraak van de Engelse woorden doet het allemaal wat zachter klinken dan haar bedoeling is, vermoed ik.

Dat ik niks van het leven in het oerwoud weet, was haar meteen bij die eerste ontmoeting al duidelijk geworden. Ze had van een econoom ook niet anders verwacht. Voor mij gaat het op deze reis in de eerste plaats om uit te vinden wat de voortgang is van al die wegenplannen waarover gerept wordt in bankpublicaties en overheidsdocumenten die ik op het internet ben tegengekomen. Ik wil erachter komen waarom er honderden miljoenen dollars worden geïnvesteerd in de aanleg van wegen door goeddeels lege gebieden in het hart van Zuid­-Amerika. Wat is de achterliggende agenda en welke belangen worden ermee gediend? Na vele maanden surfen en lezen op het internet ben ik uiteindelijk op het vliegtuig gestapt en hierheen gekomen. Het leek me het beste om mijn zoektocht ter plekke voort te zetten.

Pitou van Dijck was als econoom verbonden aan het CEDLA, het onderzoeksinstituut voor Latijns-Amerika aan de Universiteit van Amsterdam. Hij deed ruim tien jaar onderzoek naar ontwikkelingen in de Amazone en maakte een groot aantal reizen door het gebied.

Boekgegevens
Pitou van Dijck – Naar het eind van de Amazone | LM Publishers | ISBN 9789460225314 | paperback, 216 pagina’s | verkoopprijs € 24,50


Het boek is mede mogelijk gemaakt door IUCN National Committee of the Netherlands (IUCN NL).

(Suriname Mirror/La Chispa)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten