woensdag 29 januari 2020

'Er moet snel een nationale discussie komen over de recente olievondst'

'Bij een enkele olievondst zal het niet blijven'

'Eerste barrels zullen waarschijnlijk pas over zeven jaren geproduceerd worden'


Algemeen directeur van Staatsolie, Rudolf Elias, blijft erop hameren dat snel een nationale discussie gestart moet worden over de recente olievondst voor de kust. Geschat wordt dat deze olievondst de overheid op termijn US$ 15 miljard zal opleveren. Suriname moet spoedig beslissen hoe zij met de opbrengsten zal omgaan. Ook moeten delen van de maatschappij en bepaalde sectoren op de nieuwe olie-industrie afgestemd worden. 

'Bij een enkele olievondst zal het niet blijven', zei Elias maandag in zijn jaarrede uitgesproken tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in de Royal Ballroom van Hotel Torarica. Het thema was ‘Uitdagingen voor 2020 en verder', aldus Starnieuws dinsdag 28 januari 2020.

Elias heeft uitgelegd wat de financiële positie is van Staatsolie, wat voor voorbereidingen er getroffen worden voor de nieuwe olie-industrie. Hij benadrukte, dat Staatsolie voor 20 procent wil meedoen aan de hele operatie op zee. Die keus zal over vier jaren, nadat de fase van verdere studie, voorbereidingen en taxatie is afgerond, officieel moeten zijn, aldus Elias. De eerste barrels zullen waarschijnlijk pas over zeven jaren geproduceerd worden.

Hoeveel olie en gas er ligt in Makka 1 moet nog bekend gemaakt worden. Elias schat dat op basis van de Liza 1 put, die vijf jaar geleden in Guyana is gevonden en net pas in productie is gegaan, de Surinaamse overheid in 20 jaren 10 tot 15 miljard US-dollar kan verdienen. Er staan nog drie boringen gepland in Block 58.

'Er is niet één land dat maar één olievondst heeft gedaan. Het kan zijn, dat we over anderhalf jaar vier hebben. Dan mag je al die getallen die ik heb genoemd, rustig met 4 en 5 vermenigvuldigen.' Hoewel Suriname een voorsprong heeft op Guyana met 40 jaren ervaring op oliegebied en de bij wet geregelde Spaar- en Stabilisatiefonds, is er nog veel dat in orde gemaakt moet worden, zei Elias. Het fonds dat in 2017 is opgezet waarin een deel van de opbrengsten uit de mijnbouwsector zouden vloeien, is nog steeds leeg. Hoewel de wet 'technisch in orde' is, is het niet berekend op de plotselinge instroom van de gigantische inkomsten, concludeert Elias.

De Staatsolie CEO gaf aan, dat er iets gedaan moet worden aan het onderwijs. Er zijn technici nodig. Hij wil weten of de overheid dat op zich zal nemen of dat Staatsolie daar zelf voor zal zorgen. Een ‘shore base’ is nodig; een reeks van havenfaciliteiten die in bepaalde behoeftes gaan voorzien. Van essentieel belang is dat de Surinamerivier gebaggerd wordt zodat onder andere gigantische hoeveelheden olie verscheept kunnen worden.

Elias heeft graag dat, anders dan in Guyana, het grote geld naar Suriname komt en blijft. Staatsolie medewerkers gaan vaak naar Noorwegen om te leren 'hoe het goed te doen'. Noorwegen wordt wereldwijd als een van de voorbeelden gezien van een land dat 'het prima doet' met zijn olie inkomsten.

Elias riep  aan het eind van zijn toespraak nog eens op tot een nationale discussie. 'Hoe je het ook draait of keert, we hebben een keus te maken. Het voortouw moet genomen worden door de politieke partijen, de oppositie en coalitie, het bedrijfsleven, de vereniging van economen, de vakbonden. We moeten van te voren beslissen, voordat de eerste oliedollar naar binnenkomt, hoe die verdeling plaats gaat vinden. Hoeveel gaat naar het fonds, hoeveel gaan we consumeren, hoeveel gaat in productie. Gaan we Noorwegen worden, of Nigeria of Equatoriaal Guinea? Its a choice!'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten