woensdag 19 september 2018

Surinaamse politie klaagt over gebrek aan medewerking Nederland om drugsverdachte Oedit aan te houden

Ergernis bij korpschef dat Nederland en VS steeds barrières opwerpen bij rechtshulpverzoeken

'Wanneer er een verzoek wordt gedaan aan Suriname wordt er met de meeste voortvarendheid aan gewerkt'...


Het justitieel onderzoek tegen drugsverdachte Radj Oedit lijkt op een dood spoor te zijn beland. De stilstand in het onderzoek is vooral te wijten aan het feit, dat Nederland nog steeds geen invulling heeft gegeven aan een rechtshulpverzoek van Suriname om deze verdachte in Nederland op te sporen en aan te houden. Dit schrijft de Ware Tijd woensdag 18 september 2018.

Ondernemer Oedit, verdachte in de zaak van de Cessna die op 13 maart met 488 kilo cocaïne aan boord op zijn rijstareaal in Saramacca werd onderschept en korte tijd later de vondst van een Colombiaanse duikboot op een terrein van hem, verdween enkele dagen daarna naar Nederland, volgens zijn zeggen vanwege medische redenen.

In deze zaak werden twee buitenlanders en vijf Surinamers aangehouden. Op vragen van journalisten tijdens een persconferentie dinsdag zei minister Stuart Getrouw van Justitie en Politie, dat hij hierover enige tijd geleden een rechtshulpverzoek naar zijn Nederlandse collega heeft gestuurd. Vanuit Den Haag is tot nu toe geen afdoende reactie gekomen. 'Het onderzoek is in een bepaalde fase beland waarbij wij niet teveel kunnen uitweiden', zei Getrouw.

De bewindsman zei niet veel meer over deze zaak te kunnen melden, omdat de Nederlandse autoriteiten dit verzoek met het Openbaar Ministerie in Suriname en in het verlengde daarvan het Korps Politie Suriname dienen af te wikkelen.

Waarnemend korpschef Roberto Prade constateert, dat er steeds 'stremmingen' zijn zodra Suriname rechtshulpverzoeken doet aan Nederland en de VS. Hij ergert zich eraan, dat deze twee landen steeds barrières opwerpen om te voldoen aan rechtshulpverzoeken van Suriname.

Omgekeerd honoreert Suriname onverwijld dergelijke verzoeken uit deze landen, beweert de korpschef. 'Wanneer er een verzoek wordt gedaan aan Suriname wordt er met de meeste voortvarendheid aan gewerkt. Maar, als het omgekeerd gebeurt en Suriname een verzoek doet, krijg je allerlei excuses waarom het verzoek niet kan worden ingewilligd', jammerde de korpschef.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten