woensdag 10 juli 2019

Veel onduidelijkheid bij behandeling Rekenkamerwet in Assemblee over 'mediaverbod'

'De media schrijft wat zij wil en daar kunnen wij geen beperkingen opleggen'


'Aan de media kan op basis van haar onafhankelijke status geen mediaverbod kan worden opgelegd. De media schrijft wat zij wil en daar kunnen wij geen beperkingen opleggen', zei Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons (NDP) gisteren bij de voortzetting van de behandeling van de nieuwe Rekenkamerwet in De Nationale Assemblee (DNA), zo schrijft Starnieuws vandaag, woensdag 10 juli 2019.

Geerlings-Simons zei, dat de Rekenkamer in de nieuwe wet slechts wordt beschermd op basis van het feit dat dit orgaan een rapportageplicht heeft. Die rapportageplicht kan niet in de media worden gegeven. De media hebben, zoals zij dat ervaart, altijd een andere 'invalshoek', die niet als een rapportage van de kamer kan worden beschouwd. Die rapportage van de kamer wordt formeel gedaan aan het parlement.

Volgens de voorzitster mogen individuele leden van de kamer wel degelijk het Rekenkamerverslag in de media bespreken. Alleen geldt dat niet als een uitleg of een verslag van de kamer, maar als van een individueel lid van het instituut. 'Het is als een steen die je gooit en je niet weet waar die terechtkomt en wat daarvan het effect zal zijn. Ook al wordt schriftelijk antwoord gegeven op vragen van de media, toch wordt er iets anders geschreven.'

In de nieuwe Rekenkamerwet gaat het om de officiële rapportage van de kamer over het financieel huishouden van de staat en andere overheidshandelingen, zegt Geerlings-Simons. Dit kan politiek heel gevoelig worden gebruikt, afhankelijk van waar de persoon staat die de informatie geeft of ontvangt. De bescherming ligt erin dat het instituut ervoor wordt behoed in een politiek spanningsveld terecht te komen of een politieke kleur te hebben, terwijl het onafhankelijk behoort te zijn.

Geerlings-Simons, die als mede-initiatiefneemster artikel voor artikel de nieuwe wet uitlegde, zei dat wat haar betreft de Rekenkamer aan meer instanties, zoals scholen en andere burgerlijke instanties het verslag mag opsturen en op haar website mag publiceren, omdat officieel verslag aan de samenleving wordt gedaan. Formeel gebeurt dat aan het parlement. Dat komt daarna in een vergadering bijeen om het te bespreken.

De DNA-voorzitster stelde, dat door de bescherming van de Rekenkamer haar onafhankelijkheid gewaarborgd blijft. Dit is ook het geval bij de rechterlijke macht. 'De rechter bespreekt ook niet zijn vonnis met de media. Wij zien wel dat journalisten, advocaten, DNA-leden en andere burgers die er behoefte aan hebben daarover hun commentaar op geven en dat mag.'

Haar uitleg kwam nadat bij de discussies onder anderen Raymond Sapoen van de Hervormings- en Vernieuwingsbeweging wilde weten of de bewoording in het bewuste wetsartikel, niet een beperking of een mediaverbod genoemd zou kunnen worden.

Sapoen en diverse leden van de oppositie konden zich niet erin vinden, dat de Rekenkamer de inhoud van het verslag niet mag bespreken in de media. Dit wordt gezien als beknotting. Aanvankelijk was een mediaverbod opgenomen in de ontwerpwet. Feit blijft dat over de inhoud van het rapport geen toelichting aan journalisten gegeven mag worden, aldus de Ware Tijd. Over andere zaken mag de Rekenkamer wel communiceren met de pers. Het rapport wordt gepubliceerd op de website van de Rekenkamer en daar moeten de media het mee doen.

Initiatiefneemster Jennifer Geerlings-Simons bleef erbij dat in de media woorden verdraaid kunnen worden. Het is haar overkomen dat zelfs schriftelijke antwoorden, verkeerd zijn gebracht in de krant.

Asiskumar Gajadien (VHP) was het niet eens met Geerlings-Simons die een voorbeeld gaf dat de rechters ook niet in de pers treden over een vonnis. Hij voerde aan, dat er persrechters zijn waar journalisten verduidelijkende vragen kunnen stellen. Hij benadrukte, dat toelichting op een rapport belangrijk is voor de transparantie naar de samenleving toe. Hij vond het niet in de haak, dat juist De Nationale Assemblee wetten maakt die een inperking inhouden voor instituten om uitleg te geven over bevindingen in een rapport. Media of instituten moeten rechtstreeks vragen kunnen stellen aan de Rekenkamer en moeten niet afhankelijk zijn van Assembleeleden.

Bij Sapoen kan het er totaal niet in, dat de Rekenkamer geen toelichting mag geven over het uitgebrachte rapport. De mensen moeten in staat zijn het rapport dat uitgebracht is toe te lichten. Hij kan zich niet vinden in het besluit, dat de Rekenkamer nu niet mag praten over het rapport maar wel over andere dingen die niet echt ertoe doen. Hij blijft bij zijn standpunt dat deze kwestie niet in de haak is.

In de wet is opgenomen, dat de leden van de Rekenkamer slechts aan De Nationale Assemblee desgevraagd mondelinge toelichting geven op de inhoud van de Rekenkamerverslagen, een en ander in samenhang met het tussen de Rekenkamer en De Nationale Assemblee overeengekomen protocol van afspraken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten