woensdag 2 januari 2019

Colombiaanse cocaïne-duikboot ligt al maanden weg te roesten op bodem Coppenamerivier

'Dat vaartuig nog op bodem rivier ligt belemmert onderzoek OM in geen enkel opzicht'


Er is geen sprake van dat het onderzoek naar de Colombiaanse cocaïne-duikboot op de bodem van de Coppenamerivier is gestopt. 'De zaak wordt nog steeds onderzocht', zegt procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath-Panday dinsdag 1 januari 2019 in de Ware Tijd.

De afgelopen drie maanden zou geen enkele poging zijn ondernomen om de semi-duikboot boven water te brengen. In die periode hebben justitiële autoriteiten ook geen informatie over de stand van zaken gegeven.

De pg benadrukt, dat het feit dat het vaartuig nog op de bodem van de rivier ligt het onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) in geen enkel opzicht belemmert. Volgens de pg kan de waarnemend korpschef vertellen in welk stadium de berging van de semi-duikboot is, maar die is niet te bereiken.

'Het is regel dat in beslag genomen goederen in het kader van strafrechtelijke onderzoeken onder toezicht en beheer van de korpschef vallen. Wij als OM zullen het op prijs stellen wanneer er stappen worden gezet om te doen wat nodig is, namelijk het bergen van de duikboot', zegt Baidjnath Panday. De afdeling Voorlichting van de politie heeft evenmin informatie.

Eerder vertelde minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie dat het bergen een aangelegenheid is van het ministerie van Defensie.

Het onderzoek in de spraakmakende zaak wordt gedaan door de Special Task Force van het ministerie van Justitie en Politie en de inlichtingendiensten. Kort nadat het vaartuig in februari was ontdekt in een kreek in Saramacca, zijn acht verdachten aangehouden die nog in voorarrest zitten. Het is niet uitgesloten, dat Surinamers hand- en spandiensten hebben verleend aan de organisatie die vermoedelijk drugs zou smokkelen met het vaartuig.

Kort na de ontdekking van de duikboot werd een Cessna sportvliegtuigje onderschept in dezelfde omgeving met daarin een grote partij cocaïne. Hiervoor wordt ondernemer Radj Oedit als hoofdverdachte aangemerkt, op wiens terrein zowel het vliegtuigje als het onderzeebootje warden onderschept. Hij is, nog voordat hij hier kon worden opgepakt, naar Nederland uitgeweken, zogenaamd voor een medische behandeling.

Baidjnath-Panday zegt dat het Openbaar Ministerie in afwachting is van de reactie van de Nederlandse justitiële autoriteiten op het rechtshulpverzoek tot uitlevering vsn de daar aangehouden van Oedit. In september bleek tijdens een persconferentie van de minister van Justitie en Politie en de korpschef,dat het onderzoek in de zaak mogelijk op een dood spoor is beland door de Nederlandse opstelling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten