woensdag 25 december 2019

RO-minister Dikan blikt tevreden terug op de afgelopen vier jaar

'We hebben belangrijke hervormingen doorgevoerd'

'Gemeenschapsbossen zijn een goed voorbeeld van de nieuwe weg die is ingeslagen'


De minister van Regionale Ontwikkeling, Edgar Dikan, blikt tevreden terug op wat het ministerie heeft gerealiseerd in de afgelopen vier jaar. Hij stelt woensdag 25 december 2019 in de Ware Tijd, dat de doelen die gesteld waren bij zijn aantreden, voor een belangrijk deel zijn gehaald. 'We hebben belangrijke hervormingen doorgevoerd. Bij mijn aantreden was er een enorme werkdruk, omdat er maar één directoraat was. De zaak is daarom uitgebreid met nog drie directoraten.' 

Het directoraat Agrarische Ontwikkeling Binnenland is teruggehaald van het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij, terwijl de directoraten Duurzame Ontwikkeling Afro-Surinamers en Duurzame Ontwikkeling Inheemsen nieuw zijn ingesteld om de vooruitgang van die groepen te versnellen.

Daarnaast zijn ook de vorderingen die zijn geboekt op het gebied van de grondenrechten van de binnenlandbewoners een bijzondere prestatie van het ministerie.

De bewindsman zegt  dat de hervorming heeft gezorgd voor effectiever en efficiënter beleid naar met name de gemeenschappen in het binnenland. Het accent is voor een deel gericht op de productie door de inheemsen en marrons. Volgens hem is het Inter Rurale Ontwikkelingsplan (IROP) na gesprekken met en tussen deskundigen speciaal ontwikkeld. Dit plan waarvan gemeenschapsontwikkeling de leidraad is, heeft volgens Dikan duidelijk successen gebracht. 'Door de terugval van de economie was de subsidie vanuit de overheid aan deze groepen veel minder geworden. Om hun achterstand niet groter te maken moesten we uitkijken naar andere mogelijkheden. We denken dat het overgrote deel van de mensen ons heeft begrepen.' 

Dikan wijst erop, dat de gemeenschapsbossen een goed voorbeeld van de nieuwe weg zijn die is ingeslagen. Het geld dat verdiend wordt met houtkapactiviteiten uit een gemeenschapsbos wordt besteed aan projecten in de dorpen. Hoewel dit model in het begin veel ontevredenheid met zich meebracht, gaat het volgens de minister nu de goede kant op.

'Abenaston heeft in een jaar negentigduizend Amerikaanse dollar geïnvesteerd in de bouw van vijf betonnen aanmeersteigers en een guesthouse van veertien kamers. De dorpelingen zijn bezig een groot areaal plantklaar te maken voor lemmetje, die zal worden geëxporteerd naar Frans Guyana.' Sommige dorpen hebben met de opbrengst van het gemeenschapsbos een eigen generator aangeschaft, terwijl andere mede door de gewijzigde inzichten hun producten nu regelmatig kunnen afzetten.

Dikan beseft dat de transformatie niet helemaal zal lukken binnen een regeertermijn van vijf jaar. 'Het binnenland heeft problemen die opgelost moeten worden, maar je moet ergens beginnen. De mensen begrijpen nu dat ze zelf een bijdrage kunnen leveren en hun ontwikkeling zelf ter hand moeten nemen.'

Vooral de gedachte van de oude politiek, 'zit rustig, alles komt terecht', moet afgezworen worden. Hij zou graag willen, dat het werk dat hij is begonnen wordt voortgezet door zijn mogelijke opvolger. Op de vraag of hij nog een termijn als minister van Regionale Ontwikkeling ambieert, wil Dikan geen antwoord geven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten