vrijdag 4 januari 2019

Seti Sranan Politieke Partij (SSPP) geen voorstander van ratificering EPA vrijhandelsverdrag,

'Suriname nog altijd niet klaar om de concurrentie met de buitenwereld aan te gaan'



De onlangs geproclameerde Seti Sranan Politieke Partij (SSPP) is geen voorstander om het EPA vrijhandelsverdrag, dat in 2008 door Suriname werd ondertekend, te ratificeren. Hoewel SSPP liberalisatie van handel in het algemeen, en tussen de Europese Unie en de Cariben in het bijzonder, toejuicht, vindt zij dat Suriname er nog altijd niet klaar voor is om de concurrentie met de buitenwereld aan te gaan. Ratificatie van dit verdrag betekent (nog meer!) economische zelfmoord. 

Er is de nodige kritiek van onder andere NGO’s, wetenschap, en ACP-landen zelf op het EPA vrijhandelsverdrag [1]. Zo waarschuwde de NGO Oxfam/Novib, een medefinancieringsorganisatie voor ontwikkelingssamenwerking, in een persbericht voor de desastreuze gevolgen voor een op vrijemarktprincipes gebaseerde vrijhandelsdeal tussen ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen [2]. Dit soort handelsverdragen werken niet, en dat blijkt wel uit het feit dat het importaandeel van de armste 78 landen in Afrika en elders op de Europese markt sinds 1979 is afgenomen van 6,7 naar 2,9 procent [3]. 

Een beroerde infrastructuur, een lage arbeidsproductiviteit, verouderde technologische kennis, en geen traditie van innovatie en discipline zijn slechts enkele obstakels die het schier onmogelijk maken voor Suriname (en andere opkomende markten) om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen van de EU. Bedenk daarbij dat de EU hardnekkig vasthoudt aan haar landbouwsubsidies, welke zo’n 44,67 miljard euro bedragen op jaarbasis [4]. Dit, in combinatie met de EU kwaliteits- en importeisen, zullen tot gevolg hebben dat Suriname haar landbouwproducten zeer moeilijk op de EU markt zal kunnen afzetten. 

Andersom gaat dit natuurlijk niet op: de EU zal haar landbouwproducten tegen dumpprijzen op de Surinaamse markt kunnen brengen. En daartegen valt niet op te boksen door de lokale Surinaamse landbouwers. 

SSPP wijst erop dat Suriname niet eens in staat is om regionaal, bijvoorbeeld in CARICOM verband, de concurrentie aan te gaan, en de belangen van zijn exporteurs te behartigen, ondanks dat juist daar legio kansen en mogelijkheden liggen voor Surinaamse afzet van met name landbouwproducten. Bijvoorbeeld, de Surinaamse pluimveesector blijkt niet in staat te kunnen concurreren tegen de geïmporteerde kippenbouten uit Amerika. Zonder overheidsingrijpen was deze sector allang ten dode opgeschreven. En als tweede voorbeeld: is er dan eindelijk eens een innovatief bedrijf in Suriname dat daardoor heel succesvol is en dat meer dan klaar is om te exporteren, namelijk de Doksenclub die eendenvlees wil exporteren naar met name Trinidad and Tobago, dan kan Suriname niet eens voor haar belangen in CARICOM verband opkomen. Trinidad and Tobago wilt dit eendenvlees niet importeren en dwarsboomt daarmee de export van Suriname. Deze twee voorbeelden zijn exemplarisch voor Suriname en de Surinaamse houding, en zijn van toepassing op de gehele productiesector van Suriname.

SSPP staat een tweesporenbeleid voor om Suriname klaar te stomen voor internationale handel. 

Het eerste spoor prikkelt bedrijven en instellingen om te investeren in onderzoek en ontwikkeling, dat moet leiden naar hedendaagse, moderne, duurzame, innovatieve, enzovoorts, kennis en productiemethoden, zodat Suriname uiteindelijk aan internationale import en export kwaliteitsstandaarden kan voldoen. 

Het tweede spoor leidt naar bilaterale handelsovereenkomsten. Gezien de huidige toestand waarin Suriname zich bevindt is het raadzamer om op maat gemaakte bilaterale afspraken te maken op economisch en technologisch gebied, bijvoorbeeld met India en Singapore die recentelijk hun handen uitstaken [5, 6]. Een belangrijke voorwaarde is wel dat Suriname deskundige en professionele teams van onderhandelaars inzet – deskundig en professioneel op zowel onderhandelen als op (vak)inhoud – die handelsakkoorden sluiten in het belang van Suriname en haar toekomstige generaties en die niet handelen in het belang van hun eigen portemonnee. Als er geen Surinaamse onderhandelaars te vinden zijn met deze skills, dan moeten buitenlandse onderhandelaars ingehuurd worden om deze zéér belangrijke klussen te klaren. Deze fundamenten moeten eerst gelegd worden, alleen zo kan Suriname to the top, en pas dan is het wellicht interessant en zinvol om verdragen à la EPA te ondertekenen en te ratificeren.

[1] Coolen, D [2009] – Economic Partnership Agreements: een moraal-wetenschappelijke analyse, MSc-thesis, Universiteit Gent 

[2] Baatenburg de Jong, R [2007-08-03] - Wel hout, maar geen stoel, De Groene Amsterdammer, uitnr. 31 

[3] Baatenburg de Jong, R [2007-08-03] - Wel hout, maar geen stoel, De Groene Amsterdammer, uitnr. 31 

[4] Europa Nu, Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF), https://www.europa-nu.nl/id/vhh2lxyjm4gx/europees_landbouwgarantiefonds_elgfGeraadpleegd d.d. 20-11-2018 

[5] Times of Suriname [2018-12-10] – India kan zoveel meer betekenen voor Suriname 

[6] Times of Suriname [2018-12-10] – Suriname en Singapore wensen verdere verdieping betrekkingen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten