woensdag 17 oktober 2018

Ministerie van Arbeid niet eens met ontslag op staande voet stelende werknemer door Building Depot Suriname

(Bron foto: Building Depot Suriname)
Personeelslid zou voor ruim Srd 1.6 miljoen aan goederen hebben gestolen en verduisterd


Een arbeider van Building Depot Suriname is eind september om dringende redenen op staande voet ontslagen. Naar verluidt heeft hij voor ruim Srd 1.6 miljoen aan goederen gestolen en verduisterd. Het ministerie van Arbeid is echter tegen het ontslag. Volgens de Arbeidsinspectie had het bedrijf de werknemer eerst op de hoogte moeten stellen, voordat zijn ontslag aan het ministerie van Arbeid werd gemeld. Voor het bedrijf is dat totaal onbegrijpelijk. 

'Aan welke kant staat het ministerie? Aan de kant van de benadeelde of aan de kant van de dief?', werpt de Human Resources manager van het bedrijf op, aldus de Ware Tijd vandaag, woensdag 17 oktober 2018. De sleutels van het magazijn van de onderneming waren aan de medewerker toevertrouwd en hij zou daar misbruik van hebben gemaakt.

Na een tip te hebben gekregen over onregelmatigheden stelde de directie een intern onderzoek in. Uit dat onderzoek is gebleken dat de medewerker goederen van het bedrijf, waaronder airco's, in Nickerie ter verkoop aanbood. De politie werd ingeschakeld en de man werd aangehouden. Hij bekende de diefstal en werd op 29 september in verzekering gesteld.

Op 1 oktober werd het ministerie van Arbeid per brief meegedeeld, dat de man op staande voet is ontslagen. Een aantal gestolen goederen is op het woonadres van de arbeider en in een loods van zijn schoonvader in Nickerie aangetroffen en teruggehaald. Echter, de Arbeidsinspectie stelt dat de arbeider op het door zijn werkgever opgegeven woonadres schriftelijk is opgeroepen om gehoord te worden, 'maar, dat hij zonder kennisgeving niet is verschenen'. Aangegeven wordt dat door de werkgever 'niet is gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 1615o lid 1 BW., met betrekking tot het vereiste van de onverwijlde mededeling voor een dergelijk ontslag'. Het ministerie heeft daarom bezwaar tegen het ontslag wegens dringende redenen.

Artikel 1615o
1. Ieder der partijen kan de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de
voor opzegging geldende bepalingen doen eindigen, doch de partij, die dit doet, zonder dat de
wederpartij daarin toestemt, is schadeplichtig, tenzij de dienstbetrekking aldus doet eindigen
om een dringende, aan de wederpartij onverwijld medegedeelde, reden.

Artikel 1615o geeft aan, dat wanneer één van de partijen om dringende redenen een dienstbetrekking wil beëindigen, dit 'onverwijld' aan de tegenpartij moet worden meegedeeld. De personeelschef vraagt zich af 'hoe het in godsnaam mogelijk is' dat de arbeider op zijn woonadres zal worden aangetroffen en zal verschijnen om gehoord te worden, als hij achter tralies zit. 'De werknemer werd gelijk meegenomen door de politie. Vandaar dat wij zijn gestapt naar Arbeid. De ontslagbrief ligt klaar. Wij hebben gewacht op akkoord van Arbeid.'

Volgens het directielid werkt het optreden van het ministerie vaak demotiverend wanneer werkgevers arbeiders om dringende redenen willen ontslaan. Het bedrijf verlangt meer soepelheid, medewerking en positieve adviezen van overheidsinstanties in dit soort omstandigheden, zegt de personeelschef. 'De brief van het ministerie van Arbeid is teleurstellend en doet vraagtekens opkomen bij de ondernemer en werkgever. Dit gebeuren is zorgwekkend.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten